OptiFlo Persluchtgedreven membraanpompen

Vergelijkbare documenten
OptiFlo. Persluchtgedreven membraanpompen

Membraanpomp in kunststof PE geleidend

CombiFlex. Verticale centrifugaalpomp

Documentatie. magneetventielen

Gebruikershandleiding Pneumatische kitspuit EG195

Bouwset, circulatiekraan

KAPTIV-CS SERVICE KIT

TECHNISCHE HANDLEIDING

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Aluminium leidingen, koppelingen en toebehoren ALUMINIUM LEIDINGSYSTEEM VOOR PERSLUCHT

Reparatievoorschriften Demonteren van het CF500 besturingsventiel

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG2460 (1/2 ) EG2480 (3/8 )

Gebruikershandleiding Reactieloze pneumatische ratel EG554A (3/8 ) EG554B (1/2 )

Montage handleiding Meskantafsluiters

Gebruikershandleiding Festec FNS hydraulische moerensplijter

Gebruikershandleiding Pneumatische naaldbikhamer EG671CF

Handleiding aansluiten en in gebruik nemen zelfaanzuigende SHE pompen

Gebruikershandleiding Pneumatische pons- felsmachine EG

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse boormachine EG225-19R

Documentatie. 2/2 weg magneetventiel G 1/8'' - G 2'' Type M(O)... 24V=, M(O) V

Gebruikershandleiding Mini pneumatische polijstmachine EG1062

Gebruikershandleiding Pneumatische rechte stiftslijper EG120ST EG120K-19R

Bedrijfsvoorschriften

Banden de- en montage machine

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse slagmoersleutel EG557A (3/8 ) EG557B (1/2 )

Installatie & onderhouds instructies COMBO-D-LUX. Tijdgestuurde condensaat aftap 02/13

Uitdeukset hydraulisch 4 ton Handleiding

Onderhoudsinstructies

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL MINIMAX & MINIMATIC

Wandmontagekit. Voor gebruik met de vrijstaande serie kachels van Elise. Installatie-Instructies en Onderhoud. Voor gebruik in NL (Nederland)

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

PF6 Pneumatische afsluiter met schuine spindel - RVS

AFVOER-/AANZUIGAPPARAAT RQN 1071 GEBRUIKSAANWIJZING

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

Aanzuig zijde Aandrijf zijde

Technische beschrijving Kunststof afsluiter 1 ½"

Gebruikershandleiding Pneumatische slagmoersleutel EG1662C (1")

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Installatie & Onderhoudsinstructies

Gebruikershandleiding Hijsframe t.b.v. trapgat Versie 1,

Gebruikershandleiding Pneumatische haakse slijpmachine EG805

Hefkolommen Óók voor: Werktafels OP MAAT Hoogte verstelbare werktafels Schuifladekasten en indelingen Stoelen Trolleys

STIGA PARK PRO 20 PRO 16 ROYAL PRESIDENT COMFORT EXCELLENT

INSTALLATIE & ONDERHOUDSINSTRUCTIES

PF51G Pneum. afsluiter met schuine spindel - Brons

GEBRUIKERSHANDLEIDING

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Onderhoud 92% pelletkachels

MONTAGEHANDLEIDING. :metselwerk of beton

Graco EP-serie. Slangenpomptechnologie

Bestnr SHURflo 8000 Industriële pomp

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een holle wand

Installatie & Onderhoudsinstructies 10/2015

Onderhoud Easy, Italfuoco en Milano

GEBRUIKSAANWIJZING ZUMOVAL BASIC

Handleiding. Permanente magnetische filter, Hygiënische reeks SFH

Installatie- & Onderhoudsinstructies

INSTALLATIE INSTRUCTIES VOOR VLINDERKLEPPEN

Montagehandleiding voor wasbak Oblong en Cuboid Type: wandmontage voor een metselwerk- of betonmuur

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Opmerkingen. Installatievoorbereiding. De vaatwasmachine aanzetten

Werk instructie de- en montage PA1 tandwielkast.

Airco Electra kabel Afstandsbediening

Bedrijfshandboek. LKAP Luchtbediende Afsluiter IM70772-NL

EXACTA EFO SERIE EN (TYPE 90 - TYPE 30) GECERTIFICEERDE VEILIGHEIDSKASTEN VOOR DE OPSLAG VAN BRANDBARE STOFFEN

DIRECT GESTUURD VENTIEL

Flamco. Flamcovent. Montage- en bedieningshandleiding. Flamcovent microbellen luchtafscheiders /A/2002, Flamco

LinkedIn VARIBOX

Pneumatisch systeem aanpassen. Aanpassings- en ombouwvoorwaarden PGRT BELANGRIJK!

0-50 BAR PSI 03/18 INSTALLATIE EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

De FA cycloon is een hoog rendement cycloon dat een efficiënte afscheiding van zowel kleine als

Montage-, gebruikers- en onderhoudshandleiding BDA 04

HUDSON REED NL ALGEMEN HANDLEIDING VOOR 2 & 3 GREEPS INBOUW THERMOSTATISCHE DOUCHEKRAAN

Handleiding Zelfaanzuigende e-she pomp

Hefbrugkriks hand hydraulisch of pneumatisch hydraulisch

DELTA WATER ENGINEERING V09/2014/P1

Handleiding. Het apparaat is geschikt voor het zetten van alle POP - nagels tot en met Ø 4,8 mm.

Handleiding revisie verdamper Koltec VG392 / Necam Mega

Facilitair BV. Pulpmatic Vermaler. Installatie handleiding. QRS Facilitair Randmeer JW Oss. T: E:

Cellion primax. Handleiding voor audiciens. Hearing Systems

Installatie & onderhouds instructies KAPTIV. Niveau gestuurde condensaat aftap zonder persluchtverlies 09/09

NL... Horizontaal tilsysteem. Vers. 3.00

CEJN. Perslucht Kernpunten. Staan voor kwaliteit, prestatie en veiligheid.

Centrum Bekerverzamelaar Instructies

Lichte inhaak arm (type CL) Geboute arm (type CB) Zware inhaak arm (type CH) Geklemde arm (type CP)

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

Handleiding AZEZ. Type Eenheid

Systeem nr. Ingediend door Deel spec. Para Locatie Datum Goedgekeurd Datum

Patent nr: NL / EP / US 2005/ A1

Voorkomen is beter dan genezen

Introductie. Vuildeeltjes en water. Vuildeeltjes. Water. In de praktijk gaat dat als volgt:

MONTAGEHANDLEIDING. :cellenbeton of gipsblokken

Installatie & Onderhouds instructies BVS. Kogelkraan met zeef 07/09

Transcriptie:

Gebruiksaanwijzing OptiFlo Persluchtgedreven membraanpompen A.0200.402 IM-OF/03.00 BE/NL (0610)

Verklaring van overeenstemming (Richtlijn 98/37/EG, Bijlage IIA) Producent Johnson Pump P.O.Box 1436 SE-701 14 Örebro Zweden Wij verklaren onder onze sluitende verantwoordelijkheid dat het product: OptiFlo Persluchtgedreven membraanpomp Type : OF30, OF60, OF120 in overeenstemming is met de richtlijn van de raad voor de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lid-Staten betreffende de machinerichtlijn 98/37/EG. Verklaring van incorporatie (Richtlijn 98/37/EG, Bijlage IIB) De OptiFlo, persluchtgedreven membraanpompen, mag niet in gebruik genomen worden zolang de machine, waarin ze moet geïntegreerd worden, in overeenstemming is verklaard met de bepalingen van de richtlijn. Örebro, 2 mei 2006 Stefan Charette Managing Director

Inhoudsopgave 1.0 Inleiding...5 1.1 Algemeen...5 1.2 Ontvangst en opslag...5 1.2.1 Ontvangst... 5 1.2.2 Opslag... 5 1.3 Veiligheid...6 1.4 Werkingsprincipe...8 1.4.1 Werkingsprincipe van de OptiFlo-pomp... 8 1.5 Modelspecificatie...9 1.6 Standaardonderdelen...9 2.0 Technische informatie...10 2.1 Technische gegevens...10 2.2 Materiaalspecificatie...10 2.3 Temperatuurgrenzen...12 2.4 Geluidsniveaumetingen...12 2.5 Drooglopen...12 2.6 Restvolumes...12 3.0 Prestatiegrafieken...13 3.1 Nominale capaciteit OptiFlo-range...13 3.2 Gebruik van de prestatiegrafieken...14 3.2.1 Reductie i.v.m. viscositeit OF30 - OF120... 15 3.2.2 Reductie i.v.m. aanzuighoogte OF30 - OF120... 15 3.3 OF30...16 3.4 OF60...17 3.5 OF120...18 4.0 Installatie...19 4.1 Systeemontwerp en installatie...19 4.2 Aanbevolen pompinstallatie...21 4.3 Afvoer perslucht...21 4.4 Voor het starten van de pomp...21 4.5 Starten, bedienen en stoppen van de pomp...22 4.6 Routineonderhoud...22 Copyright 2006 Johnson Pump

5.0 Richtlijnen voor demontage en montage...23 5.1 Demontage...23 5.1.1 Membranen... 23 5.1.2 Vloeistofkleppen, as, veer en lagerbus... 24 5.1.3 Deksels en mechanisme voor luchtdistributie... 24 5.1.4 Luchtmotor en verdeelstukken... 25 5.2 Montage...25 5.2.1 Luchtmotor en verdeelstukken... 25 5.2.2 Deksels en mechanisme voor luchtdistributie... 26 5.2.3 As, lagerbus, asveer en vloeistofkleppen... 26 5.2.4 Membranen... 27 5.2.5 Luchtmotor... 27 6.0 Afmetingen en gewichten...28 7.0 Opengewerkte tekeningen en onderdelen...29 7.1 Pomp...29 7.2 Luchtmotor onderdelen...31 7.3 Kits voor reserveonderdelen...32 8.0 Problemen en oplossingen...35

1.0 Inleiding 1.1 Algemeen De persluchtgedreven membraanpompen OptiFlo worden geproduceerd door Johnson Pump, en worden in de handel gebracht en verkocht door een netwerk van erkende distributeurs. Deze gebruiksaanwijzing bevat belangrijke informatie over het OptiFlo-assortiment en dient nauwkeurig gelezen te worden voor installatie, service en onderhoud. De handleiding dient op een plaats bewaard te worden, die gemakkelijk bereikbaar is voor de gebruiker. Belangrijk! De pomp mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan is aanbevolen en opgegeven zonder de Johnson Pump-distributeur te raadplegen. Vloeistoffen die niet voor de pomp geschikt zijn, kunnen de pompunit beschadigen en vormen een gevaar voor ernstig lichamelijk letsel. 1.2 Ontvangst en opslag 1.2.1 Ontvangst Verwijder direct na ontvangst alle verpakkingsmaterialen. Controleer direct of de zending onbeschadigd is en of het naamplaatje / typeomschrijving overeenkomt met de pakbon en uw bestelling. Bij schade en/of ontbrekende onderdelen moet een rapport worden opgesteld en terstond worden overhandigd aan de vervoerder. Breng ook uw Johnson Pump-distributeur op de hoogte. Bij alle pompen is het artikelnummer ( No. ) afgedrukt op het naamplaatje op het pomphuis boven de inlaatpoort. Vermeld dit nummer in alle correspondentie met uw distributeur. In de modelspecificatie ( Type ) worden de pompmaterialen en opties beschreven zie sectie 1.5. Het serienummer ( Mfg. No. ) is een oplopend nummer dat wordt geregistreerd bij Johnson Pump. Johnson Pump Nastagatan 19, Örebro, Sweden Tel +46 (0)19 21 83 00 Fax +46 (0)19 27 23 72 Naamplaatje Flow direction OptiFlo Type 120-A-A-A-AA No. 01-12345-01 Mfg. No. 12345 Mfg. date 991201 De productiedatum ( Mfg. date ), bijvoorbeeld 991201, geeft jaar, maand en dag van fabricage weer. Het pijltje op het naamplaatje geeft de stroomrichting aan. 1.2.2 Opslag Als de pomp niet meteen wordt geïnstalleerd, dient deze te worden bewaard op een droge, schone en koele plek. Laat de beschermingsdoppen op in- en uitlaat en de luchtaansluitingen op hun plaats. De pomp is getest met perslucht onder volledig droge omstandigheden, zodat er geen vloeistof in de pomp achter is achtergebleven. 5

1.3 Veiligheid Belangrijk! De pomp mag niet worden gebruikt voor andere doeleinden dan is aanbevolen en opgegeven zonder de Johnson Pump-distributeur te raadplegen. Vloeistoffen die niet voor de pomp geschikt zijn, kunnen de pompunit beschadigen en vormen een gevaar voor ernstig lichamelijk letsel. Raadpleeg altijd uw Johnson Pumpdistributeur als u er niet zeker van bent of bepaalde vloeistoffen wel geschikt zijn voor het pompmateriaal en de elastomeren. RISICOWAARSCHUWING MOGELIJK EXPLOSIEGEVAAR kan het gevolg zijn van het gebruik van 1, 1, 1-trichlorethaan, methyleenchloride of andere gehalogeneerde koolwaterstofoplosmiddelen in drukvloeistofsystemen met natte aluminium onderdelen. Dit kan leiden tot de dood, ernstig lichamelijk letsel en/of beschadiging van eigendommen. De pomp moet altijd worden geïnstalleerd en gebruikt overeenkomstig de bestaande plaatselijke en nationale gezondheids- en veiligheidsvoorschriften en wetgevingen. De pomp is in staat tot het creëren van vloeistofdrukken die gelijk zijn aan de druk van de luchttoevoer. Overschrijd nooit de maximaal toelaatbare luchttoevoerdruk van 7 bar. De totale hydraulische druk (systeemdruk + differentieel druk) mag nooit hoger zijn dan 7 bar. Overschrijd nooit de aanbevolen bedrijfstemperaturen van de pomp. De maximum temperatuurgrenzen zijn uitsluitend gebaseerd op mechanische spanning. Bij bepaalde vloeistoffen en chemicaliën kunnen de maximum temperaturen voor een veilige werking van de pomp lager liggen. Membranen: Pomphuis: PTFE kan continu werken op temperaturen tussen -30 C en +85 C. PP (polypropyleen) kan worden gebruikt in een interval van ±0 C tot +85 C. Aluminium kan in hetzelfde interval worden gebruikt als alle membranen. In de pomp scheiden twee membranen de verpompte vloeistof af van de luchttoevoer. Wanneer een membraan scheurt, kan er vloeistof worden uitgestoten via de luchtuitlaatpoort. Bij het werken met gevaarlijke vloeistoffen moet de luchtuitlaatpoort altijd worden aangesloten op een hiervoor geschikte container op een veilige plaats. Wanneer de productbron hoger staat dan de pomp (overloopaanzuiging), moet de uitlaat met leidingen hoger worden geplaatst dan het product, zodat er geen hevelwerking optreedt waardoor vloeistof kan overlopen. Werk nooit met een pomp die lekt, beschadigd is, gecorrodeerd of anderszins niet bestand is tegen de interne vloeistof- of luchtdruk. Overschrijd nooit de aanbevolen service- en inspectietermijnen voor de membranen en luchtmotoronderdelen. Houd uw gezicht en lichaam uit de buurt van de pompluchtuitlaat als de pomp in bedrijf is. Sluit de luchttoevoer altijd af en verwijder deze van de pomp voordat reparaties aan de pomp uitgevoerd gaan worden. Let op dat alle druk van de afvoer- en aanzuigleidingen/slangen is gehaald, voordat u de pomp van het systeem ontkoppelt. 6

Statische elektriciteit kan ontstaan als de pomp werkt. Gebruik altijd geleidende Polypropyleen pompen in gevaarlijke omgeving of voor ontvlambare produkten. Aard daarom altijd de pomp. Volg nauwkeurig de veiligheidsmaatregelen geldend voor een gevaarlijke omgeving Gebruik nooit - onder geen enkele omstandigheid - de pomp voor niet-geleidende of explosieve vloeistoffen. De OptiFlo-pompen blijven binnen een geluidsniveaumeting van 80 db(a), maar toch wordt het dragen van gehoorbeschermingen geadviseerd als u dicht in de buurt werkt of staat van een pneumatische membraanpomp die in bedrijf is. Het lawaai kan aanzienlijk worden beperkt door de uitlaatlucht weg te leiden via een slang die gekoppeld is aan de luchtuitlaatpoort. Draag altijd geschikte veiligheidskleding als u werkt met de pomp. Installeer aan beide zijden van de pomp afsluiters om zo de in- en uitlaat af te kunnen sluiten ten behoeve van service en onderhoud. Controleer of de pomp kan lozen zonder iemand letsel te berokkenen en zonder de omgeving of omringende apparatuur te beschadigen. Installeer altijd een aparte afsluiter voor de perslucht, gemakkelijk afsluitbaar bij werken. Drukvariaties kunnen aanleiding geven tot vibraties in de leidingsystemen. Sluit de pomp aan op de leidingen met behulp van flexibele koppelingen/buigzame pijpen. Zorg ervoor dat de leidingen en koppelstukken grondig met bouten zijn bevestigd op de fundering. Door onjuiste installatie kunnen fatale ongevallen optreden. Als de pomp gevaarlijke produkten verpompt, moet er een lekbak voorzien worden. Als de oppervlaktetemperatuur van het systeem of van bepaalde delen van het systeem uitkomt boven de 60 C, moeten deze vlakken worden aangegeven met de waarschuwingstekst Pas op. Heet! om brandwonden te voorkomen. Gebruik nooit andere gassen onder druk dan perslucht om de pomp te laten functioneren. Let op dat bij het starten van de pomp de uitlaat van de pomp open en veilig is en dat iedereen weet dat hij vrij moet staan. Controleer altijd de richting van de vloeistofstroom voor het opstarten. 7

1.4 Werkingsprincipe De persluchtgedreven membraanpomp is een membraanpomp op luchtkracht, met twee pompkamers, werkend volgens het verdringerprincipe. Twee membranen, centraal geplaatst in de kamers, scheiden de perslucht (de droge kant ) van de vloeistof die wordt verpompt (de natte kant ). Een as verbindt beide membranen met elkaar. Een klep (luchtmotor) zorgt voor de distributie van lucht van de ene kamer naar de andere en vice versa, zodat een heen-en-weergaande beweging van de membranen wordt opgewekt. Bij elke slag wordt vloeistof verplaatst door een van de membranen, terwijl het andere membraan nieuwe vloeistof aanzuigt in de kamer die zich uitzet. Vier vloeistofkleppen, twee aan de afvoerzijde en twee aan de aanzuigzijde, controleren en regelen de vloeistofstroom. 1.4.1 Werkingsprincipe van de OptiFlo-pomp a B A b Perslucht komt in de luchtkamer (a) aan de linkerkant van de pomp. De membranen worden naar rechts geduwd, waardoor vloeistof wordt verplaatst vanuit kamer (A). Tegelijkertijd neemt de druk in kamer (B) af en loopt er vloeistof naar binnen. De verbruikte lucht wordt vanuit de rechter luchtkamer (b) naar buiten gedrukt. Merk de korte stroomroute op door het midden van de pomp en ook hoe de vloeistofkleppen open en dichtgaan. In de OptiFlo-pomp zijn de membranen niet op de as bevestigd. Dankzij de Flexible Diaphragm Suspension (flexibele ophanging van de membranen) en de veer aan het uiteinde van de as, kunnen de membranen een klein stukje onafhankelijk van elkaar bewegen. Aan het einde van elke slag worden beide membranen heel even blootgesteld aan perslucht. Wanneer nu de linker membraan zijn eindpositie heeft bereikt, is de rechter al begonnen aan de terugweg naar de linker en wordt de veer samengedrukt. Vervolgens gaat de linkermembraan naar links bewegen en de veer ontspant weer. Beide membranen overlappen elkaar zodat er geen volledig dood punt is; tegelijkertijd is de pulsatie gereduceerd. Dit werkingsprincipe vraagt een extreem korte omkeertijd van de perslucht. De traditionele schuivende luchtklep was hiervoor ongeschikt en om die reden werd een nieuwe luchtmotor met weinig frictie (FPV: Frictionless Pivoting Valve, oftewel: Wrijvingsloze Stuur Ventiel ) en met schommelbeweging ontwikkeld. De nieuwe luchtmotor is niets minder dan een gepatenteerde vinding uitzonderlijk eenvoudig, met slechts een paar onderdelen en totaal ongevoelig voor de kwaliteit van de perslucht. 8

1.5 Modelspecificatie Voorbeeld: OF 30 A B A AA 1 2 3 4 5 6 1. Groepsnaam OptiFlo 2. Pompgrootte 30 60 } nominale max. stroom in liters per minuut 120 3. Materiaal van het pomphuis A = aluminium, Al B = polipropyleen, PP 4. Materiaal von het membraan B = PTFE met nitriel-drager 5. Andere natte delen A = Vloeistofkleppen, as en veer van roestvrij staal 6. Opties AA = Standaardpomp zonder extra s 1.6 Standaardonderdelen 1) Pomphuis 2) Deksel 3) Membraan 4) Luchtmotor 5) Stuur ventiel 6) Noodknop voor luchttoevoer 7) As 8) Veer 9) Lagerbus 10) Vloeistofklep houder 11) 12) Vloeistofklep inlaat Vloeistofklep uitlaat 13) 14) 15) Luchtverdeelstuk Voetplaat Geluidsdemper 9

2.0 Technische informatie 2.1 Technische gegevens Data OF30 OF60 OF120 Poortgrootte 3/8" 3/4" 1.1/4" Nominale max. capaciteit (lpm) 35 80 130 Max. pompdruk (bar) 7 7 7 Max. luchtdruk (bar) 7 7 7 Max. aanzuighoogte droog (m) 3 5 5 Max. aanzuighoogte nat (m) 8 8 8 Max. grootte van vaste deeltjes (mm) 4 5 5 Gewicht, versie PP/Al (kg) 2.7/3.7 3.6/4.9 6.9/9.8 2.2 Materiaalspecificatie Natte delen Materiaal AISI DIN SS Pomphuis Lagerbus PP (polypropyleen) of Aluminium PPS (Tedur) 40% glas (AA6082)* 3.2315 4212 As Roestvrij staal 316 1.4436 2343 Veer Roestvrij staal 316 1.4401 2347 Vloeistofklep houder OF30/60 PPS (Tedur) 40% glas Vloeistofklep houder OF120 Roestvrij staal 316 1.4436 2343 Vloeistofklep (in en uit) Roestvrij staal 316 1.4436 2343 O-ring PTFE Schroef Roestvrij staal 316 1.4436 2343 Moer Roestvrij staal 316 1.4436 2343 Membraan PTFE Membraanplaat Roestvrij staal 316 1.4436 2343 N. B. De vergelijking van de normen is niet 100% sluitend, maar komt hier zo dicht mogelijk bij in de buurt. *) AA is een norm van de Aluminum Association. Deze norm is conform de Registration Record of International Alloy Designations, de registratiegegevens van internationale omschrijvingen van legeringen. Zie volgende pagina 10

2.2 Materiaalspecificatie (vervolg vorige pagina) Luchtzijde Materiaal AISI DIN SS Luchtuitlaatafdichting Membraan NBR (nitriel) NBR (nitriel) Membraanplaat Roestvrij staal 316 1.4436 2343 Drukring PA polyamide Deksel zijkant Aluminium onbekend onbekend 4253 Kogelzitting Kogelzitting Kogel PA polyamide PA polyamide NBR (nitriel) Luchtmotor huis Aluminium (AA6082)* 3.2315 4212 Deksel Aluminium idem idem idem Luchtaansluiting Aluminium idem idem idem Noodknop voor luchttoevoer POM (acetal) Luchtverdeelstuk Aluminium idem idem idem Stuur ventiel Roestvrij staal 303 1.4305 2346 Ventiellager Ventiel met inlaatafdichting in- en uitlaat Luchtpakkingen Geluidsdemper O-ringen lucht Brons NBR/roestvrij staal 304 1.4301 2332 NBR (nitriel) HDPE (polyethyleen) NBR (nitriel) N. B. De vergelijking van de normen is niet 100% sluitend, maar komt hier zo dicht mogelijk bij in de buurt. *) AA is een norm van de Aluminum Association. Deze norm is conform de Registration Record of International Alloy Designations, de registratiegegevens van internationale omschrijvingen van legeringen. Uitwendige delen Materiaal AISI DIN SS Voetplaat Roestvrij staal 304 1.4301 2333 Rubberen voet NBR (nitriel) Schroef Roestvrij staal 304 1.4301 2333 Schroefbout Roestvrij staal 304 1.4301 2333 Dopmoer Roestvrij staal 304 1.4301 2333 Schroef Roestvrij staal 304 1.4301 2333 N. B. De vergelijking van de normen is niet 100% sluitend, maar komt hier zo dicht mogelijk bij in de buurt. 11

2.3 Temperatuurgrenzen Overschrijd nooit de aanbevolen bedrijfstemperaturen van de pomp. De maximum temperatuurgrenzen zijn uitsluitend gebaseerd op mechanische spanning. Bij bepaalde vloeistoffen/chemicaliën kunnen de maximum temperaturen voor een veilige werking van de pomp lager zijn. Membranen: Pomphuis: PTFE kan continu werken op temperaturen tussen -30 C en +85ºC. PP (polypropyleen) kan worden gebruikt in een interval van ±0 C tot +85ºC. Aluminium kan in hetzelfde interval worden gebruikt als alle membranen. 2.4 Geluidsniveaumetingen De volgende waarden zijn gemeten bij een OF 60 die met een luchtdruk van 7 bar water pompte en waarvan de inlaat- en afvoerpoorten volledig waren geopend. De meet-resultaten werden afgelezen op een afstand van 1 (één) meter op dezelfde hoogte als de pomp: Voorzijde Links Rechts Achterzijde 79,5 db(a) 75,5 db(a) 74,9 db(a) 72,6 db(a) 2.5 Drooglopen De OptiFlo kan drooglopen zonder schade. Bij langere periodes van drooglopen, kan de asbus lichte slijtage vertonen. 2.6 Restvolumes Als de pomp in bedrijf is totdat de aanzuigleiding leeg is, blijven de volgende restvolumes achter in de pompen: OF 30 OF 60 OF 120 45 ml 90 ml 200 ml Als de productafvoerleiding afgesloten is, blijven de volgende volumes achter in de pomp: OF 30 90 ml OF 60 180 ml OF 120 400 ml 12

3.0 Prestatiegrafieken N.B. Alle grafieken zijn gebaseerd op een watercapaciteit aan afvoerzijde bij 20 C bij een aanzuighoogte van 0 meter. Gebruik om een hogere viscositeit te compenseren de grafiek 3.2.1 Reductie i.v.m. viscositeit. Gebruik om een negatieve aanzuighoogte te compenseren de grafiek 3.2.2 Reductie i.v.m. aanzuighoogte. Belangrijk kies voor een lange levensduur en grote efficiëntie van de membranen (laag luchtverbruik) altijd een pomp met een maximale capaciteit die minstens 1,5 keer groter is dan de gewenste stroomsnelheid. Voorzichtig overschrijd nooit de grens van 7 bar pompdruk voor de luchtaanvoer of vloeistof. 3.1 Nominale capaciteit OptiFlo-range 6 5 Vloeistofuitlaatdruk (bar) 4 3 2 1 OF15*) OF30 OF60 OF120 0 0 20 40 60 80 100 120 Vloeistofstroming (lpm) *) In ontwikkeling 13

3.2 Gebruik van de prestatiegrafieken Voorbeeld: OF60 30 l/min. tegen een afvoerdruk van 2,0 bar. Pompselectie Zoek de gewenste stroming (30 l/min) langs de horizontale as. Beweeg verticaal tot het snijpunt met 2 bar vloeistofuitlaat en lees de benodigde luchtdruk af, in dit geval ~3,5 bar. 7 Vloeistofuitlaatdruk (bar) 6 5 4 3 ~ 3.5 bar A A) 6 bar luchtdruk (87 psi) B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) V 2 B 1 C 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 V Capaciteit (lpm) Luchtverbruik Zoek weer de gewenste stroming op (30 l/min) langs de horizontale as. Beweeg verticaal tot het snijpunt met de benodigde luchtdruk (3,5 bar) en lees het luchtverbruik af aan de linkerkant, in dit geval ~180 l/min. 450 Luchtverbruik (lpm) 400 350 300 250 200 180 l/min 150 V V A B C 100 50 A) 6 bar luchtdruk (87 psi) B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 V Capaciteit (lpm) 14

3.2.1 Reductie i.v.m. viscositeit OF30 - OF120 0 10 20 30 Capaciteitsreductie (%) 40 50 60 70 80 90 100 0 500 1000 1500 2000 2500 3000 3500 Viscositeit (cp) 3.2.2 Reductie i.v.m. aanzuighoogte OF30 - OF120 0 10 20 30 Capaciteitsreductie (%) 40 50 60 70 80 90 100 0 2 4 6 8 10 Aanzuighoogte (m) 15

3.3 OF30 Stroming/druk Luchtverbruik (lpm) Vloeistofuitlaatdruk (bar) 7 A) 6 bar luchtdruk (87 psi) 6 B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) 5 A 4 B 3 2 C 1 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 Stroming/luchtverbruik Capaciteit (lpm) 350 300 A 250 200 B 150 100 C A) 6 bar luchtdruk (87 psi) 50 B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) 0 0 5 10 15 20 25 30 35 40 45 Capaciteit (lpm) 16

3.4 OF60 Stroming/druk Luchtverbruik (lpm) Vloeistofuitlaatdruk (bar) 7 A) 6 bar luchtdruk (87 psi) 6 B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) 5 4 A 3 2 1 B C 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 Capaciteit (lpm) Stroming/luchtverbruik 450 400 350 300 250 200 150 A B C 100 50 A) 6 bar luchtdruk (87 psi) B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) 0 0 10 20 30 40 50 60 70 80 90 Capaciteit (lpm) 17

3.5 OF120 Stroming/druk 6 5 A) 6 bar luchtdruk (87 psi) B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) Vloeistofuitlaatdruk (bar) 4 3 2 1 A B C 0 0 20 40 60 80 100 120 140 Capaciteit (lpm) Stroming/luchtverbruik 500 450 Luchtverbruik (lpm) 400 350 300 250 200 150 100 50 0 A B C A) 6 bar luchtdruk (87 psi) B) 4 bar luchtdruk (58 psi) C) 2 bar luchtdruk (29 psi) 0 20 40 60 80 100 120 140 Capaciteit (lpm) 18

4.0 Installatie 4.1 Systeemontwerp en installatie Geluidsdemper Vloeistofafvoer Naaldafsluiter Filter/regelaar Buigzame pijp Afsluiter Luchtaanvoer Afsluiter Drukmeter Flexibele koppeling Afsluiter Vacuümmeter Vloeistofaanzuiging Wanneer een pomp moet worden geïntegreerd in een systeem, is het aan te bevelen de lengte van de pijpen/slangen en het aantal hulpstukken (T-stukken, koppelstukken, kniestukken, etc.) en restricties zoveel mogelijk tot een minimum te beperken. Neem de nodige voorzorg bij het construeren van de aanzuigleidingen. De leidingen moeten zo kort en recht mogelijk zijn, met een minimum aan hulpstukken om zo veel mogelijk een goede productstroming naar de pomp te garanderen. Gebruik een versterkte, niet-knikbare slang met minimaal dezelfde doorsnede als de aanzuigpoort. Houd bij de constructie van een systeem altijd rekening met hetvolgende: Zorg ervoor dat er voldoende ruimte is rond de pomp zodat routineuze onderhoudswerkzaamheden goed kunnen worden uitgevoerd, zoals het wegnemen van de deksels om de membranen en vloeistofkleppen te kunnen inspecteren of vervangen. De OptiFlo wordt geleverd met een roestvrij stalen voetplaat en rubberen voeten. Omwille van veiligheids-redenen wordt geadviseerd om de pomp met bouten op een plaat te bevestigen. Dankzij de flapkleppen kan de pomp ondersteboven worden gemonteerd, zijdelings of op elke positie van de 360-graden as van de pomp zie tekening. 19

De OptiFlo-pomp moet aan het leidingnet van de fabriek worden gemonteerd met behulp van een buigzame pijp/flexibele koppeling aan zowel de aanvoer- als afvoerpoorten van de pomp. De pomp mag niet worden gebruikt als ondersteuning van de leidingen. Alle leidingen naar en van de pomp moeten onafhankelijk van elkaar worden ondersteund, omdat anders het gevaar bestaat dat pomponderdelen vervormen. De aanzuigleiding of -slang moet minimaal de diameter hebben van de inlaatpoort van de pomp of groter wanneer een bijzonder viskeus product wordt verpompt. De aanzuigslang moet van versterkt, niet-knikbaar materiaal zijn. Door een buigzame afvoerpijp aan te brengen met buitenmaten (twee keer de diameter van de pompafvoer), worden trillingen en/of pulsaties in het systeem tot een minimum beperkt. De pijp moet 2 tot 2,5 meter lang zijn en kan in een lus worden gelegd. De afvoerleiding dient minimaal dezelfde diameter te hebben als de pomppoort. Door de diameter van de leidingen te vergroten, nemen de wrijvingsverliezen af. Voordat de pomp voor de eerste keer in gebruik wordt genomen, moet worden nagekeken of alle uitwendige schroeven en moeren zijn aangedraaid volgens de opgegeven draaikoppels - zie afbeelding. Geadviseerd wordt de bevestigingsmiddelen te controleren nadat de pomp een dag gebruikt is en vervolgens elke twee tot drie maanden. 6 Nm (4 zeskantschroeven,4 mm) OptiFlo 10 Nm (4 zeskantschroeven, 6 mm) 22 Nm (8 dopmoeren) Geadviseerd wordt gebruik te maken van een geschikt, vloeibaar afdichtmiddel op alle buitendraden. Zorg ervoor dat alle aansluiting goed dicht zijn om lekkage van lucht of vloeistof te voorkomen. De OptiFlo kan slechts in één richting pompen. De vloeistofinlaat bevindt zich onder het naamplaatje. De pijl op het naamplaatje geeft de richting van de stroming aan. Zowel de lucht- als de vloeistofstroom lopen in dezelfde richting. Dankzij het ingenieuze ontwerp van de luchtmotor (FPV: Frictionless Pivoting Valve oftewel: Wrijvingsloze Stuur Ventiel ) kan elke luchtsoort worden gebruikt: droog, oilieachtig, schoon of vuil. Wel is het aanbevolen een combinatie filter/regelaar aan te brengen. 20

4.2 Aanbevolen pompinstallatie Normaal Overloop Dompelopstelling 4.3 Afvoer perslucht De luchtuitlaat moet worden afgevoerd naar een geïsoleerde container, voor een veilige afvoer van het product dat wordt verpompt, voor het geval een membraan defect raakt. Dit reduceert ook het lawaai van de pomp. Zoals u ziet in de afbeelding kan ook een grotere geluidsdemper worden gemonteerd om het geluid nog verder te reduceren. 4.4 Voor het starten van de pomp Zorg ervoor dat de aanzuigleidingen/-slangen vrij van vaste stoffen zijn. Geadviseerd wordt de pomp te laten draaien met een geschikte vloeistof (bijvoorbeeld water) voordat met de productie wordt begonnen, om te controleren of het systeem correct geïnstalleerd is en er geen sprake is van lekkage. 21

4.5 Starten, bedienen en stoppen van de pomp Open de vloeistofafvoer en aanzuigkleppen. Controleer of de rode noodknop voor luchttoevoer openstaat (omhoog). Voer de luchtdruk langzaam op met behulp van de drukregelaar, totdat de pompcyclus begint en de aanzuig- en afvoerleidingen gevuld zijn. Door de naaldafsluiter in te stellen kan de aandrijfsnelheid worden geregeld totdat de gewenste stroming is bereikt. Het instellen van de afsluiter in de afvoerleiding is eveneens van invloed op de stroming. De pomp kan op diverse manieren worden gestopt: 1) 2) 3) 4) Sluit de rode noodknop voor luchttoevoer hiermee wordt de luchtaanvoer direct stopgezet. Door de noodknop weer omhoog te trekken, wordt de pomp opnieuw gestart. Sluit de afsluiter van de vloeistofafvoer. De druk die in de afvoerleiding is opgebouwd, zal de druk van de luchtinlaat niet overschrijden. De pomp draait langzaam, maar er loopt geen vloeistof meer in de pomp. De pomp herstart zodra de klep weer wordt geopend. Sluit de afsluiter van de luchttoevoer. Verlaag de luchtdruk met de drukregelaar zodat de luchttoevoerdruk lager is dan de druk van de vloeistofafvoer. 4.6 Routineonderhoud Regelmatige inspecties zijn de beste manier om onverwachte pomp stilstand te voorkomen. Elke pompopstelling heeft zijn eigen behoeften aan onderhoud. Om toekomstige onderhoudsproblemen te voorspellen en te voorkomen, wordt geadviseerd de pomp te controleren nadat deze een aantal weken in bedrijf is geweest. Na deze inspectie kan een preventief onderhoudsschema worden opgesteld. Inspectie punt Actie Membranen Vervangen als er scheuren optreden in de rubber en/of PTFE laag. Grondige controle van de pomp is aan te raden elke 15 miljoen cycli. Geluidsdemper Vervangen als het blokkeert door onzuiverheden Lagerbus Vervangen bij slijtage Schroef/Moeren Controleren of ze correct aangehaald zijn zie sectie 4.1 22

5.0 Richtlijnen voor demontage en montage Waarschuwing alvorens te starten met onderhouds- of reparatiewerkzaamheden, moet de persluchtleiding worden afgesloten en losgekoppeld van de pomp. Haal alle luchtdruk van de pomp. Sluit de aanzuig- en afvoerafsluiters voordat u de pomp ontkoppelt. Tap de pomp nauwkeurig af voordat u hem demonteert. 5.1 Demontage Het enige gereedschap dat u nodig heeft om de OptiFlo-pomp volledig te demonteren, is: 2 ring-/gaffelsleutels van 13 mm 3 verschillende inbussleutels: 2,5, 4 en 5 mm. Verder is een kleine schroevendraaier makkelijk voor het losmaken van O-ringen en rubberen pakkingen. Voor de montage heeft u bovendien een momentsleutel nodig, instelbaar tot 25 Nm. 5.1.1 Membranen 1) Verwijder de 4 zeskantschroeven (1) en verwijder de complete luchtmotor (2) met de verdeelstukken (3). 2) Verwijder de 4 dopmoeren (4) aan een kant van de pomp en haal de deksels (5)van het pomphuis. Nu zijn de membranen (6) los en kunnen worden geïnspecteerd of vervangen. 1 2 4 6 3 5 23

5.1.2 Vloeistofkleppen, as, veer en lagerbus 1) Verwijder de as (1) en de veer (2) en draai de 2 zeskantschroeven (3) los waarmee de vloeistofklep houders (4) en de lagerbus (5) bevestigd zijn. 2) 3) Verwijder de houders. Als ze klem zitten, gebruik dan de lagerbus (5) om één houder los te duwen. Draai het pomphuis om en duw de tweede houder los. Controleer de lagerbus (5) en vervang deze bij slijtage. Vervang de vloeistofkleppen (6, 7) als deze versleten of vervormd zijn. Het is aanbevolen de PTFE O-ringen (8, 9) altijd te vervangen als de houders zijn verwijderd. 5.1.3 Deksels en mechanisme voor luchtdistributie 1) Draai de 2 zeskantschroeven (1) los. Verwijder de drukring (2) met de luchtuitlaat-afdichting (3), de plunjer (7) en de kogelzitting (6). 9 2) Neem de O-ring uit (4) en de kogel (5). Verwijder de kogelzitting (6), plunjer (7) en de luchtuitlaatafdichting (3). Controleer de luchtuitlaatafdichting nauwkeurig. Blaas alle kanalen (8) door met perslucht. 7 6 4 5 3 2 1 24

5.1.4 Luchtmotor en verdeelstukken 1) Verwijder de geluidsdemper (1) en de inlaatluchtkoppeling. Schroef de 4 zeskantschroeven (13) los en verwijder de verdeelstukken (16). 2) 3) 4) Schroef de 4 zeskantschroeven (2) los en verwijder de luchtverbindingen (3), alle O-ringen (4) en de noodknop voor luchttoevoer (5). Verwijder alle rubber pakkingen (14). Schroef de 2 zeskantschroeven (6) los en verwijder het deksel (7) en O-ringen (15). Verwijder de geleideplaat (8). Verwijder het moerplaatje (10). Druk de luchtuitlaatafdichting (9) naar buiten. Trek het ventiel (11) naar buiten en druk het ventiellager (12) naar buiten. Controleer het lager en alle rubber pakkingen. Blaas alle kanalen door met perslucht. 5.2 Montage 5.2.1 Luchtmotor en verdeelstukken 1) Monteer het ventiellager (12). Leg het ventiel (11) op zijn plaats. Druk op de uitlaatluchtafdichting (9) en monteer een nieuw moerplaatje (10). Monteer de geleideplaat (8). 2) 3) Monteer de O-ringen (15) en de deksels (7). Monteer de O-ringen (4), de noodknop voor luchttoevoer (5) en de luchtaansluitingen (3). Monteer alle rubber pakkingen (14) en draai de verdeelstukken (16) vast met 6 Nm. Monteer de geluidsdemper (1) en de luchtkoppeling. 25

5.2.2 Deksels en mechanisme voor luchtdistributie 1) Monteer de O-ring (4). Leg de kogel (5) op zijn plaats. Monteer de luchtuitlaatafdichting (3) in de drukring (2). Monteer de plunjer (7) en de kogelzitting (6). 9 2) Monteer het mechanisme of de zitting in het deksel. Controleer of het mechanisme goed dicht is door perslucht aan te voeren in de buitenste opening (9). Druk de vloeistofklep een paar keer open om te controleren of deze naar behoren 6 functioneert. 7 4 5 3 2 1 5.2.3 As, lagerbus, asveer en vloeistofkleppen 1) Duw de lagerbus (5) op zijn plaats. Monteer twee nieuwe PTFE O-ringen (8, 9) in het pomphuis (10). Monteer de inlaatvloeistofklep (6) op één van de houders (4). Duw de houder stevig op zijn plaats zodat deze vastknipt in de zitting. 2) 3) Draai het pomphuis (10) om. Monteer de inlaatvloeistofklep (6) op de andere houder. Monteer de uitlaatvloeistofklep (7) in de zitting en bevestig de pin (11). Duw de tweede houder (4) op zijn plek. Controleer de uitlaatvloeistofklep via de pompuitlaat. Schroef de twee houders met de zeskantschroeven (3) en de zelfborgende moeren (12) vast. Draai de schroeven aan totdat de houders stevig zijn bevestigd. Monteer de veer (2) en de as (1). 26

5.2.4 Membranen 1) Monteer de membranen (6) in de deksels (5). De membranen worden door de schroefbouten geleid, zodat ze niet van hun plek kunnen komen. 2) Draai de dopmoeren (4) aan met 22 Nm. 1 2 4 6 3 5 5.2.5 Luchtmotor Monteer de complete luchtmotor met de verdeelstukken (2 en 3) boven op het pomphuis. Draai de bouten aan met 10 Nm. 27

6.0 Afmetingen en gewichten Pomp type A B C D E F G H I J K L M N O Gewicht, kg PP/Al OF30 14 145 170 2.5 64.5 130 100 141 101 118 147 147 123 3/8" 3/8" 2.7 / 3.7 OF60 14 164 189 2.5 74 149 100 141 101 118 147 147 141 3/4" 3/8" 3.6 / 4.9 OF120 14 210 235 2.5 97 195 100 184 134 148.5 178 170 184 1.1/4" 3/8" 6.9 / 9.8 G O E A F B C N I H D J K L M 28

7.0 Opengewerkte tekeningen en onderdelen 7.1 Pomp 29

Pomp onderdelen (voor kits zie 7.3) Nr. Omschrijving Versie OF30 OF60 OF120 1 Pomphuis, PP B-x-xx Opgenomen in Kit voor pomphuis PP Pomphuis, Alu A-x-xx Opgenomen in Kit voor pomphuis Al 2 Schroefbout alle Opgenomen in Kits voor pomphuis PP/Al en Kit voor schroefbouten 3 Dopmoer alle Opgenomen in Kits voor pomphuis PP/Al en Kit voor schroefbouten 4 Deksel alle Opgenomen in Kit voor deksel 5 Membraan, PTFE x-b-xx Opgenomen in Kit voor membraan 6 Vloeistofklep houder alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep met houder 7 Vloeistofklep, inlaat alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep en Kit voor vloeistofklep met houder 8 PTFE, O-ring-afdichting alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep en Kit voor vloeistofklep met houder 9 PTFE, O-ring-afdichting alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep en Kit voor vloeistofklep met houder 10 Moer alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep met houder 11 Zeskantschroef alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep met houder 12 Vloeistofklep, uitlaat alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep en Kit voor vloeistofklep met houder 13 Pin alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep en Kit voor vloeistofklep met houder 14 Lagerbus alle Opgenomen in Kit voor vloeistofklep en Kit voor vloeistofklep met houder en Kit voor assen 15 As alle Opgenomen in Kit voor assen 16 Veer alle Opgenomen in Kit voor assen 17 Zeskantschroef alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 18 Drukring alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 19 Luchtuitlaatafdichting alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 20 Plunjer alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 21 Kogelzitting alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 22 O-ring alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 23 Kogel alle Opgenomen in Kit voor luchtdistributie 24 Voetplaat alle Opgenomen in Kit voor voetplaat 25 Schroef, aluminiumbehuizing A-x-xx Opgenomen in Kit voor voetplaat Schroef, PP-behuizing B-x-xx Opgenomen in Kit voor voetplaat 26 Rubbervoet alle Opgenomen in Kit voor voetplaat 30

7.2 Luchtmotor onderdelen (voor kits zie 7.3) Nr. Omschrijving Versie OF30 OF60 OF120 27 Zeskantschroef alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtaansluitingen 28 Luchtaansluitingen alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtaansluitingen 29 O-ring alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor, Kit voor luchtmotor pakkingen en Kit voor luchtaansluitingen 30 Noodknop voor luchttoevoer alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtaansluitingen 31 Ventiel met inlaatafdichting alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor stuurventiel 32 Ventiellager alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor stuurventiel 33 Luchtmotorbehuizing alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor 34 Luchtuitlaatafdichting alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor stuurventiel 35 Moerplaatje alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor stuurventiel 36 Geluidsdemper alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtaansluitingen 37 Luchtverdeelstuk alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor 38 Zeskantschroef alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor 39 Luchtrubber pakking alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtmotor pakkingen 40 Luchtrubber pakking alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtmotor pakkingen 41 O-ring alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtmotor pakkingen 42 Geleideplaat alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor 43 Deksel alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor en Kit voor luchtaansluitingen 44 Zeskantschroef alle Opgenomen in Kit voor complete luchtmotor 31

7.3 Kits voor reserveonderdelen (tekening zie 7.1) Kit voor luchtdistributie Nr. Aantal OF30, OF60, OF120 09-46928-01 22 1 O-ring 21 1 Kogelzitting 20 1 Plunjer 19 1 Luchtuitlaatafdichting 18 1 Drukring 17 2 Zeskantschroef 23 1 Kogel Kit voor voetplaat, Al-behuizing Nr. Aantal OF30, OF60 09-46933-01 OF120 09-46946-01 24 1 Voetplaat Voetplaat 26 4 Rubbervoet Rubbervoet 25 4 Schroef Schroef Kit voor voetplaat, PP-behuizing Nr. Aantal OF30, OF60 09-46933-02 OF120 09-46946-02 24 1 Voetplaat Voetplaat 26 4 Rubbervoet Rubbervoet 25 4 Schroef Schroef Kit voor assen Nr. Aantal OF30 09-46929-01 OF60 09-46934-01 15 1 As As As OF120 09-46947-01 14 1 Lagerbus Lagerbus Lagerbus 16 1 Veer Veer Veer Kit voor membraan Nr. Aantal OF30 09-46930-01 OF60 09-46935-01 OF120 09-46948-01 5 2 Membraan, PTFE Membraan, PTFE Membraan, PTFE 32

(tekening zie 7.1) Kit voor vloeistofkleppen Nr. Aantal OF30 09-46931-01 OF60 09-46936-01 OF120 09-46949-01 7 2 Inlaatvloeistofklep Inlaatvloeistofklep Inlaatvloeistofklep 12 1 Uitlaatvloeistofklep Uitlaatvloeistofklep Uitlaatvloeistofklep 9 2 PTFE-O-ring afdichting PTFE-O-ring afdichting PTFE-O-ring afdichting 8 2 PTFE-O-ring afdichting PTFE-O-ring afdichting PTFE-O-ring afdichting 13 1 Pin Pin Pin 14 1 Lagerbus Lagerbus Lagerbus Kit voor vloeistofkleppen met houder Nr. Aantal OF30 09-46932-01 OF60 09-46937-01 OF120 09-46950-01 7 2 Inlaatvloeistofklep Inlaatvloeistofklep Inlaatvloeistofklep 12 1 Uitlaatvloeistofklep Uitlaatvloeistofklep Uitlaatvloeistofklep 9 2 PTFE-O-ring afdichtin PTFE-O-ring afdichtin PTFE-O-ring afdichtin 8 2 PTFE-O-ring afdichtin PTFE-O-ring afdichtin PTFE-O-ring afdichtin 13 1 Pin Pin Pin 14 1 Lagerbus Lagerbus Lagerbus 6 2 Vloeistofklep houder Vloeistofklep houder Vloeistofklep houder 11 2 Zeskantschroef Zeskantschroef Zeskantschroef 10 2 Moer Moer Moer Kit voor pomphuis PP Nr. Aantal OF30 09-46976-01 OF60 09-46977-01 OF120 09-46978-01 1 1 Pomphuis, PP Pomphuis, PP Pomphuis, PP 2 4 Schroefbout Schroefbout Schroefbout 3 8 Dopmoer Dopmoer Dopmoer Kit voor pomphuis Al Nr. Aantal OF30 09-46979-01 OF60 09-46980-01 OF120 09-46981-01 1 1 Pomphuis, Al Pomphuis, Al Pomphuis, Al 2 4 Schroefbout Schroefbout Schroefbout 3 8 Dopmoer Dopmoer Dopmoer Kit voor deksel Nr. Aantal OF30 09-46982-01 OF60 09-46983-01 OF120 09-46984-01 4 1 Deksel Deksel Deksel Kit voor schroefbouten Nr. Aantal OF30, OF60 09-46985-01 OF120 09-46986-01 2 4 Schroefbout Schroefbout 3 8 Dopmoer Dopmoer 33

Tekening zie 7.2 Kit voor complete luchtmotor Nr. Aantal OF30, OF60 09-46974-01 OF120 09-46975-01 27 6 Zeskantschroef Zeskantschroef 28 2 Luchtaansluiting Luchtaansluiting 29 3 O-ring O-ring 30 1 Noodknop voor luchttoevoer Noodknop voor luchttoevoer 31 1 Ventiel met inlaatafdichting Ventiel met inlaatafdichting 32 1 Ventiellager Ventiellager 33 1 Luchtmotorbehuizing Luchtmotorbehuizing 34 1 Luchtuitlaatafdichting Luchtuitlaatafdichting 35 1 Moerplaatje Moerplaatje 36 1 Geluidsdemper Geluidsdemper 37 2 Luchtverdeelstuk Luchtverdeelstuk 38 4 Zeskantschroef Zeskantschroef 39 2 Luchtrubber pakking Luchtrubber pakking 40 2 Luchtrubber pakking Luchtrubber pakking 41 2 O-ring O-ring 42 1 Geleideplaat Geleideplaat 43 1 Lock för lufthus Lock för lufthus 44 4 Zeskantschroef Zeskantschroef Kit voor stuur ventiel Nr. Aantal OF30, OF60, OF120 09-46926-01 31 1 Ventiel met inlaatafdichting 34 1 Luchtuitlaatafdichting 35 1 Moerplaatje 32 1 Ventiellager Kit voor luchtmotor pakkingen Nr. Aantal OF30, OF60, OF120 09-46927-01 39 2 Luchtrubber pakking 40 2 Luchtrubber pakking 29 2 O-ring 41 2 O-ring Kit voor luchtaansluitingen Nr. Aantal OF30, OF60, OF120 09-46973-01 27 6 Zeskantschroef 28 2 Luchtaansluiting 29 3 O-ring 30 1 Noodknop voor luchttoevoer 36 1 Geluidsdemper 43 1 Deksel 34

8.0 Problemen en oplossingen Voor afbeeldingen en nummering, zie hoofdstuk 7.0. Pomp draait niet Pomp voedt niet Controleer of er genoeg luchtdruk is. Controleer of de noodstopklep openstaat. Controleer inlaatluchtfilter en geluidsdemper op vuil. Controleer of de aanzuig- en afvoerleidingen open zijn. Verwijder de geluidsdemper/luchtuitlaatslang en controleer of het stuur ventiel (nr. 31) vrij beweegt. Open de pomp en controleer de membranen, luchtuitlaatafdichtingen (nr. 19) en de vloeistofkleppen (nrs. 20-23). Controleer of de as (15) vrij beweegt. Controleer het pilootventiel op slijtage (lagers en dichtingen) Controleer of de aanzuig- en afvoerleidingen open zijn. Controleer of alle aanzuigaansluitingen luchtdicht zijn. Voer de aandrijfsnelheid op. Controleer of de dekselmoeren vastgedraaid zijn. Controleer de membranen (nr. 5). Controleer of de inlaatvloeistofkleppen (nrs. 7,12) goed sluiten op de zitting. Vervang bij slijtage de lagerbus (nr. 14). Foutieve pompactie / zware leidingstoot Controleer de membranen (nr. 5). Pomp draait maar de stroming is zwak Er komt vloeistof uit de luchtuitlaat Luchtblazen in de vloeistof Controleer of het stuur ventiel (nr. 31) vrij beweegt en of de rubberafdichtingen (nr. 31, 34) intact zijn. Controleer de vloeistofkleppen (nrs. 7, 12). Controleer of de asveer (nr. 16) onbeschadigd is. Controleer de luchtuitlaatafdichtingen (nr. 19). Controleer of de aanzuig- en afvoerleidingen open zijn. Controleer of alle aanzuigaansluitingen luchtdicht zijn. Controleer op eventuele cavitatie. Pas de pompsnelheid aan op de viscositeit (dikte) van de vloeistof. Open de pomp en controleer de membranen (nr. 5) en de vloeistofkleppen (nrs. 12, 7). Als de lagerbus (nr. 14) versleten is, neemt de interne slip toe en de stroming af vervang de lagerbus. Controleer of de luchtkanalen geen vuil bevatten. Controleer of er een membraan gescheurd is. Controleer of alle aanzuigverbindingen luchtdicht zijn. Controleer of er een membraan gescheurd is. 35

Johnson Pump Industry Group National Sales Organisations AUSTRALIA Johnson Pump (Australia) Pty. Ltd. Tel. +61 (0)7 3899 9933 Fax +61 (0)7 3899 8574 BELGIUM Johnson Pump N.V./S.A. Tel. +32 (0)2 422 15 50 Fax +32 (0)2 422 15 59 DENMARK Johnson Pumper A/S Tel. +45 43 52 24 00 Fax +45 43 52 15 77 FINLAND Johnson Pump Oy Tel. +358 (0)9 348 3800 Fax +358 (0)9 348 38495 FRANCE Johnson Pompes Tel. +33 (0)1 39 20 50 00 Fax +33 (0)1 39 56 54 22 GERMANY Johnson Pumpen GmbH Tel. +49 (0)5731 480 80 Fax +49 (0)5731 414 00 ITALY Johnson Pump Italiana S.r.l. Tel. +39 039 604 14 63 Fax +39 039 604 90 97 NETHERLANDS Johnson Pump B.V. Tel. +31 (0)592 37 67 67 Fax +31 (0)592 37 67 06 Johnson Pump Horticulture Tel. +31 (0)174 51 84 10 Fax +31 (0)174 51 84 44 NORWAY Johnson Pump Norway Tel. +47 22 74 08 40 Fax +47 22 22 70 30 SPAIN Johnson Pump España, S.L. Tel. +34 972 58 08 01 Fax +34 972 58 08 03 Sales Office: Madrid: Tel. +34 91 888 79 22 SWEDEN Johnson Pump Svenska AB Tel. +46 (0)19 21 83 70 Fax +46 (0)19 27 23 18 SWITZERLAND Johnson Pumpen AG Tel. +41 (0)43 477 71 22 Fax +41 (0)43 477 71 20 UNITED KINGDOM JP Pumps Ltd. Tel. +44 (0)1293 55 34 95 Fax +44 (0)1293 52 46 35 Northern Regional Office: Bradford: Tel. +44 (0)1274 74 56 10 Fax +44 (0)1274 74 56 11 Business Units BELGIUM Johnson Pump Brussels N.V. Tel. +32 (0)53 60 27 15 Fax +32 (0)53 60 27 01 INDIA Johnson Pump (India) Ltd. Tel. +91 (0)79 287 03 11 Fax +91 (0)79 287 25 22 NETHERLANDS Johnson Pump Water B.V. Tel. +31 (0)592 37 67 67 Fax +31 (0)592 37 67 60 SWEDEN Johnson Pump Industry AB Tel. +46 (0)19 21 83 00 Fax +46 (0)19 27 23 72 www.johnson-pump.com Johnson Pump N.V. Poverstraat 82, 1731 Relegem (Asse). Tel 02 422 15 50. Fax 02 422 15 59. E-mail: mailbox.be@johnson-pump.com. Web: www.johnson-pump.com/be