Raadsvoorstel agendapunt Aan de raad van de gemeente IJsselstein Raadsstuknummer : 2012/28528 Datum : 20 november 2012 Programma : Programma 10 paragraaf 5.7 lokale heffingen Blad : 1 van 6 Cluster : Bestuur Portefeuillehouder: dhr. R. de Vries Informatie bij : R.J. Bekker E-mail/tel.nr. : rj.bekker@ijsselstein.nl / 1822 Onderwerp Intrekken verordening Hondenbelasting 2012 en vaststellen verordening Hondenbelasting 2013 Samenvatting In vervolg op de op 8 november 2012 door uw Raad vastgestelde begroting 2013, treft u hierbij het voorstel tot vaststelling van de verordening Hondenbelasting 2013 aan. Uitgangspunt voor de wijziging van de tarieven van de hondenbelasting is de bij de behandeling van de begroting 2013 vastgestelde verhoging van de tarieven met 2% inflatiecorrectie. De tariefsverhogingen wijken marginaal af van de voorgestelde 2% inflatiecorrectie, aangezien de tarieven deelbaar moeten zijn door 12 (maanden). Deze deelbaarheid is van belang voor de ingangsdatum of datum van beëindiging van de belastingplicht. In verband met de overgang van belastingen naar de Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) in Tiel veranderen de betalingstermijnen in de verordening. Plus dat aan het betalen van de aanslag doormiddel van automatische incasso een minimum gesteld wordt van 40,-. Inleiding Zie samenvatting. Wat gaat het kosten? De heffing en invordering van onroerende-zaakbelastingen/afvalstoffenheffing/hondenbelasting wordt per 1 januari 2013 uitbesteedt aan de Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) in Tiel. Dit betekent dat ten aanzien van deze belastingsoorten in de belastingverordeningen diverse termijnen moeten worden gewijzigd conform de uniforme werkwijze van de BSR. Voor de volledigheid, de heffing en invordering van de leges, lijkbezorgingrechten en marktgelden blijft bij de gemeente IJsselstein. De rioolheffing wordt vanwege contractuele afspraken in 2013 nog door de Vitens geïnd en zal vanaf 2014 door de BSR worden uitgevoerd. Met betrekking tot de invordering van de onroerendezaakbelastingen/afvalstoffenheffing/hondenbelasting hanteert de BSR andere termijnen. Tot nu toe was sprake van 4 maandelijkse termijnen voor de reguliere betalingen en 10 maandelijkse termijnen voor automatische incasso. Vanaf 2013 worden dit 2 termijnen voor de reguliere betalingen, de eerste termijn één maand na dagtekening en tweede termijn twee maanden later. Vervolgens is nog sprake van 8 termijnen voor automatische incasso. Dit laatste wordt in de verordening (artikel 9) gewijzigd.
Raadsvoorstel Pagina 2 van 6 Tevens is bij de BSR voor de automatische incasso sprake van een minimum bedrag van 40,-. Tot nu toe werd hiervoor in IJsselstein geen minimumbedrag gehanteerd, anders dan dat automatische incasso voor bedrijven niet mogelijk was. Dit wordt ook in de verordening gewijzigd. Wat niet in de verordening hoeft te worden gewijzigd, maar wel relevant is, betreft de veranderende dagtekening van de aanslagen. Tot nu toe werden aanslagen en WOZ-beschikkingen rond 31 januari verstuurd. De BSR hanteert normaal gesproken 31 januari voor gebruikersaanslagen zoals afvalstoffenheffing. En 28 februari voor eigenarenaanslagen, zoals de onroerende-zaakbelastingen. Echter, vanwege de overdracht worden in 2013 de aanslagen van gemeente IJsselstein eenmalig opgelegd per eind maart. Vanaf 2014 zullen de eerder genoemde data worden gevolgd. Uitgangspunt voor de wijziging van de tarieven van de hondenbelasting is de bij de behandeling van de Begroting 2013 vastgestelde verhoging van de tarieven met 2% inflatiecorrectie. De tariefsverhogingen wijken marginaal af van de voorgestelde 2% inflatiecorrectie, aangezien de tarieven deelbaar moeten zijn door 12 (maanden). Deze deelbaarheid is van belang voor de ingangsdatum of datum van beëindiging van de belastingplicht. De geraamde opbrengst 2013 voor de hondenbelasting bedraagt 99.192,-. Tarieven hondenbelasting Tariefsoorten 2012 2013 Voor het houden van de eerste hond 50,04 51,12 Voor het houden van tweede of meerdere hond 99,84 101,76 Kenneltarief 149,88 152,88 Wat gaan we daarvoor doen? Tot nu toe werden aanslagen en WOZ-beschikkingen rond 31 januari verstuurd. Nu we per 1 januari 2013 gaan aansluiten bij de BSR, verandert de dagtekening. BSR hanteert normaal gesproken 31 januari voor gebruikersaanslagen zoals afvalstoffenheffing en 28 februari voor eigenarenaanslagen, zoals de onroerende-zaakbelastingen. Echter, vanwege de overdracht worden in 2013 de aanslagen van gemeente IJsselstein eenmalig opgelegd per eind maart. Vanaf 2014 zullen de eerder genoemde data worden gevolgd. Communicatie besluit Na vaststelling door uw Raad zal de verordening, conform artikel 140 Gemeentewet, ter inzage worden gelegd. De ter inzagelegging zal worden gepubliceerd in het gemeenteblad en op de gemeentepagina van de Zenderstreeknieuws. De verordening zal eveneens te raadplegen zijn via de internetsite van de gemeente.
Raadsvoorstel Pagina 3 van 6 Voorstel Gelet op het vorenstaande wordt voorgesteld over te gaan tot intrekking van de verordening Hondenbelasting 2012 en tot vaststelling van de verordening Hondenbelasting 2013. Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN IJSSELSTEIN, De secretaris, de burgemeester, J. van Delden drs. P.C. van den Brink Overzicht bijlagen: Verordening Hondenbelasting 2013
Raadsbesluit blad 4 van 6 De raad van de gemeente IJsselstein; Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 20 november 2012, nummer 2012/28528 Gelet op artikel 226 van de Gemeentewet; BESLUIT: besluit vast te stellen de volgende verordening: Verordening op de heffing en de invordering van de hondenbelasting 2013 (verordening Hondenbelasting 2013). Artikel 1 Belastbaar feit Onder de naam 'Hondenbelasting' wordt een directe belasting geheven ter zake van het houden van een hond binnen de gemeente. Artikel 2 Belastingplicht 1. Belastingplichtig is de houder van een hond. 2. Als houder wordt aangemerkt degene die onder welke titel dan ook een hond onder zich heeft, tenzij blijkt dat een ander de houder is. 3. Het houden van een hond door een lid van het huishouden wordt aangemerkt als het houden van een hond door een door de in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet bedoelde gemeenteambtenaar aan te wijzen lid van dat huishouden. Artikel 3 Vrijstellingen De belasting wordt niet geheven ter zake van honden: a. die uitsluitend dienen om blinde personen te leiden; b. die door de 'Stichting Hulphond Nederland' als gehandicaptenhond aan een gehandicapte ter beschikking zijn gesteld; c. die verblijven in een hondenasiel als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welk asiel is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit; d. die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een bedrijfsinrichting als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van het Honden- en kattenbesluit 1999, welke inrichting is opgenomen in het centraal register bedoeld in artikel 5, tweede lid, van genoemd besluit; e. die jonger zijn dan drie maanden, voor zover zij te samen met de moederhond worden gehouden. Artikel 4 Maatstaf van heffing De belasting wordt geheven naar het aantal honden dat wordt gehouden. Artikel 5 Belastingtarief 1. De belasting bedraagt per belastingjaar: a. voor een eerste hond: per maand 4,26; per jaar 51,12. b. voor iedere hond boven het aantal van één: per maand 8,48; per jaar 101,76. 2. In afwijking in zoverre van het voorgaande lid bedraagt de belasting voor honden, gehouden in kennels die zijn geregistreerd bij de Raad van beheer op kynologisch gebied in Nederland, 152,88 per kennel. 3. Het tweede lid blijft buiten toepassing indien belastingplichtige schriftelijk verzoekt de verschuldigde belasting vast te stellen naar het werkelijke aantal honden indien blijkt dat dit bedrag lager is dan het op voet van het tweede lid bepaalde bedrag.
Raadsbesluit blad 5 van 6 Artikel 6 Belastingjaar Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar. Artikel 7 Wijze van heffing De belasting wordt bij wege van aanslag geheven. Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld en heffing naar tijdsgelang 1. De belasting is verschuldigd bij het begin van het belastingjaar of, zo dit later is, bij de aanvang van de belastingplicht. 2. Indien de belastingplicht in de loop van het jaar aanvangt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar toeneemt, is de belasting, respectievelijk de hogere belasting ter zake van het toegenomen aantal honden, verschuldigd voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, respectievelijk de toename van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven. 3. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, dan wel het aantal honden in de loop van het belastingjaar vermindert, bestaat aanspraak op ontheffing voor zoveel twaalfde gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht respectievelijk de vermindering van het aantal honden, nog volle kalendermaanden overblijven, tenzij blijkt dat het bedrag van de ontheffing minder bedraagt dan 2,-. 4. Belastingbedragen van minder dan 2,- worden niet geheven. 5. Het bepaalde in het vierde lid vindt geen toepassing indien het totaal van de op één biljet verenigde aanslagen meer bedraagt dan 2,-. Artikel 9 Termijnen van betaling 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de volgende termijn twee maanden later. 2. In afwijking van het eerste lid geldt dat betaling via automatische incasso in acht termijnen mogelijk is, mits wordt voldaan aan de daaraan verbonden en in het Incassoreglement van Belastingsamenwerking Rivierenland (BSR) opgenomen voorwaarden. 3. De Algemene Termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen. Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de hondenbelasting. Artikel 11 Kwijtschelding van belasting Bij de invordering van de hondenbelasting, wordt uitsluitend voor het houden van de eerste hond kwijtschelding verleend.
Raadsbesluit blad 6 van 6 Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel 1. De 'verordening Hondenbelasting 2012 van 22 december 2011, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan. 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de achtste dag na die van de bekendmaking. 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013. 4. Deze verordening wordt aangehaald als 'verordening Hondenbelasting 2013'. Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente IJsselstein, gehouden op 20 december 2012. de griffier, de voorzitter, J.A.M. Kleene drs. P.C. van den Brink