30XA A Luchtgekoelde koelmachines

Vergelijkbare documenten
30XA Luchtgekoelde koelmachines

30XW/30XW-P 30XWH/30XWHP. Watergekoelde schroefkoelmachines Schroefwarmtepompen op waterbron. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud. Thieme GrafiMedia Groep

30RB B 30RB Luchtgekoelde koelmachines. Nominale koelcapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD PRO-DIALOG. Hoge temperatuur warmtepompen 61AF. Nominale verwarmingscapaciteit kw 50 Hz

61WG/30WG/30WGA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten/waterwater

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydro-module. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30XAS Luchtgekoelde koelmachines

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde vloeistofkoel-machines/waterwater warmte-pompen met variabel toerental

30RBS/RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RBSY 30RBS

30RQ B 30RQ Omkeerbare lucht/water warmtepompen met hydromodule

61WG/30WG Watergekoelde vloeistofkoelaggregaten/warmtepompen. met of zonder hydromodule

30RQS/30RQSY A. Omkeerbare lucht/water warmtepompen PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD 30RQSY 30RQS

30RBS/30RBSY B. Luchtgekoelde koelmachines. Touch Pilot Junior. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud 30RBSY 30RBS

30XW/30XW-P A 30XWH/30XWHP A. Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines Watergekoelde schroefcompressorwarmtepompen MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30GX HXC Water- en luchtgekoelde koelmachines met schroefcompressoren

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz

30RB/RBY A. Luchtgekoelde koelmachines. Zie voor bediening van de regeling het boekje 30RB/30RQ serie Pro-Dialog+ regeling

SUI Bedieningspaneel

HYDROCIAT LW ST/HE

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

30RA "A" Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module AQUASNAP

30RH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

30XW-V/30XWHV Watergekoelde vloeistofkoelmachines/water-water. met variabel toerental

30RW/RWA. Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module PRO-DIALOG MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30RA B Luchtgekoelde waterkoelaggregaten. hydro module

Gebruikershandleiding

AQUASNAP Bedieningspaneel

30RY B Waterkoelaggregaten voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

Gebruikershandleiding

61AF. Hoge temperatuur warmtepompen PRO-DIALOG + Nominale verwarmingscapaciteit kw. 50 Hz. Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

30RYH B Omkeerbare lucht/water warmtepompen voor kanaalaansluiting met geïntegreerde hydro module

Let op! Zware lading. Sta niet onder de hangende lading tijdens het transport of de montage.

30XAV Luchtgekoelde schroefcompressorkoelmachines met variabel toerental INSTALLATIE-, BEDIENINGS- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Gebruikershandleiding

61WG/30WG/30WGA A. Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule

PDM-8-MB POM (VOEDING OVER MODBUS) Montage & gebruiksvoorschriften

42GW. Cassette ventilatorconvectoren. Nominale koelcapaciteit 2-11 kw Nominale verwarmingscapaciteit 4-14 kw

30RQM RQP Omkeerbare lucht-water warmtepomp MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING EN ONDERHOUD

PERFORMO-A R/H. PERFORMO-A R/H (type ) Luchtgekoelde chillers Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

MT ELEKTRONISCHE REGELAAR. Montage & gebruiksvoorschriften

Gebruikershandleiding

38RBS Luchtgekoelde condensing units. Zie voor bediening van de regeling het boekje 38RBS serie Pro-Dialog+ regeling

42DW. Horizontale ventilatorconvectoren met kanaalaansluiting. Nominale koelcapaciteit 5,5-12,7 kw Nominale verwarmingscapaciteit 7,3-17,9 kw

TECHNISCHE HANDLEIDING

30RBM RBP Luchtgekoelde koelmachines MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING. Nominale koelcapaciteit kw 50 Hz. Unit met low noise optie

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met 2-wegafsluiter/kit met 3-wegafsluiter voor ventilatorconvectoren EKMV2C09B7 EKMV3C09B7

30KAV KAVP Vloeistofkoelmachines, twin-schroefcompressor met variabel toerental HANDBOEK VOOR INSTALLATIE, GEBRUIK EN ONDERHOUD

MULTIPOWER-A R/H. Multipower-A R/H (type ) Luchtgekoeld koudwateraggregaat Alleen koelen / warmtepomp Voor buitenopstelling

30RW/RWA Watergekoelde/condensorloze vloeistofkoelaggregaten met hydro module

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

JALOUZIËN. Bedienings- en montagehandleiding

MTE kw. Condensingunits voor buitenopstelling. Condensingunits MTE PLUS. Efficiëntie en compacte afmetingen voor commerciële klimatisering

montage inbedrijfstelling onderhoud 38XTZ luchtgekoelde condensingunits

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

DROOGPLATEAU. Handleiding

MONTAGEHANDLEIDING. 2-wegskleppenkit voor warmtepompconvector EKVKHPC

AQUACIAT CALÉO. Hoge temperatuur warmtepompen

38RA Serie. Bediening en onderhoud

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

INSTRUCTIEBOEKJE HG800P / HG1200R. hydrofoorgroepen

48/50UA-UH Rooftop airconditioners, warmtepompen en gasverwarmers

HANDLEIDING RO-STEAM 1000 / 2000

Handleiding. Bij het installeren en / of samenbouwen van de apparatuur moet voor de ingebruikname alle veiligheidscomponenten zijn aangebracht.

CEEPEE 15 K / G / M. Montagevoorschrift condenswaterpomp

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

INHOUD. CE Verklaring van Overeenstemming 8. 2

VEILIGHEID EN CORRECT GEBRUIK

INSTALLATIE- EN ONDERHOUDSINSTRUCTIES

Koelmachines en warmtepompen voor buitenopstelling

MONTAGEHANDLEIDING. Kit met digitale manometer BHGP26A1

Veiligheid afwasautomaat 4. Vereisten installatie 5. Instructies installatie 7

42XPP / 42VQM / 42XPF / 40KQM / 40XPK / 40SQM / 40XPD LOW TEMP ROOM UNITS

INLEIDING VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN SYMBOLEN. De symbolen in deze gebruiksaanwijzing. Symbolen op het apparaat

ISO Ventilationbox

MCW 5-39 kw. Monoblok-systeem voor binnenopstelling. Water/water warmtepompen en koelmachines MCW PLUS. Compacte units met één circuit

Gebruiks- en onderhoudsaanwijzing- NL

30XW-V/30XWHV. Watergekoelde koelmachines met variabel toerental/water/water warmtepompen met variabel toerental MONTAGE, INBEDRIJFSTELLING

30WG Watergekoelde/condensorloze koelmachines/watergekoelde warmtepompen met of zonder geïntegreerde hydromodule

DRAAITAFEL DT-1000.INOX/ALU DT-1200.INOX/ALU DT-1500.INOX/ALU HANDLEIDING

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

TRANSPORT - VERPLAATSEN INSCHUIFBAAR BEVESTIGINGSOOG OMKASTING B HIJSEN OMKASTING C HIJSEN. (mini) (mini) (mini) (mini) OMKASTING E HIJSEN

Gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. Centraal stofzuigsysteem DUO

Handleiding Harmopool Whirlpool Spa Pomp : ZFPX5200 -ZFPX ZFPX5220

KOUDWATERAGGREGATEN serie

GEBRUIKSAANWIJZING TEGELZAAGMACHINE DYNAMIC 680

30HX GLOBAL CHILLER VLOEISTOFKOELMACHINE IN HARMONIE MET HET MILIEU

Installatie & Onderhouds Instructies WARNER-LT 03/11

Gumax Terrasverwarmer

Transcriptie:

30XA A Luchtgekoelde koelmachines Nominale koelcapaciteit 267-1682 kw 50 Hz Montage, Inbedrijfstelling en Onderhoud

Inhoudsopgave 1 - INLEIDING...4 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage... 4 1.2 - Apparatuur en componenten onder druk...5 1.3 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud...5 1.4 - Veiligheidsinstructies bij reparatie...6 2 - Controles voorafgaand aan de montage...7 2.1 - Controleren van de zending...7 2.2 - Transport en plaatsen van de unit...7 3 - afmetingen/benodigde vrije ruimte...10 3.1-30XA 252-352 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 252-302 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...10 3.2-30XA 402-452 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 352-452 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...10 3.3-30XA 502 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 502 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...11 3.4-30XA 602-802 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 602-702 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...11 3.5-30XA 852-902 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 752-852 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...12 3.6-30XA 1002 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 902-1002 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...12 3.7-30XA 1102. 1202, 1302, 1352 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1102. 1202, 1302, 1352 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...13 3.8-30XA 1112, 1212, 1312, 1382 MCHE heat exchanger (standaard)...13 3.9-30XA 1402-1502, module 1/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1402-1502, module 1/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...14 3.10-30XA 1402-1502, module 2/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1402-1502, module 2/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...14 3.11-30XA 1702, module 1/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1702, module 1/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...15 3.12-30XA 1702, module 2/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1702, module 2/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255)...15 3.13 - Installatie van meerdere units...16 3.14 - Afstand tot de muur...16 4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS 30XA...17 4.1 - Technische gegevens 30XA 252-902 - standaard unit en units met optie 119**...17 4.2 - Technische gegevens 30XA 252-902 - units met optie 254 en 255**...19 4.3 - Kortsluit stabiliteit stroom voor alle units...20 4.4 - Elektrische gegevens...21 4.5 - Elektrische gegevens, compressoren...25 4.6 - Toegepaste compressoren per circuit (A, B, C, D)...25 4.7 - Elektrische gegevens, hydro module...26 5 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN...27 5.1 - Elektrische voeding...27 5.2 - Fase onbalans spanning (%)...27 5.3 - Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar...27 5.4 - Aanbevolen aderdiameters...27 5.5 - Doorvoer voedingskabel...27 5.6 - Op het werk aan te leggen stuurstroombekabeling...28 6 - SELECTIEGEGEVENS...29 6.1 - Bedrijfslimieten...29 6.2 - Minimum gekoeldwater debiet (units zonder hydro module)...29 6.3 - Maximum gekoeldwater debiet (units zonder hydro module)...29 6.4 - Variabel debiet koeler...30 6.5 - Minimum systeeminhoud...30 6.6 - Maximum systeeminhoud...30 6.7 - Waterdebiet koeler...30 6.8 - Koeler drukverliescurve...31 2

7 - GEKOELDWATERLEIDING AANSLUITINGEN...32 7.1 - Voorzorgsmaatregelen...32 7.2 - Victaulic gekoeldwateraansluitingen...33 7.3 - Waterhoeveelheid...34 7.4 - Aandraaien bouten waterboxen koeler...34 7.5 - Vorstbeveiliging...34 7.6 - Werking van twee units in master/slave bedrijf (optie 58)...35 7.7 - Pomp karakteristieken...36 8 - OPTIE VRIJE KOELING (optie 118A)...37 8.1 - Technische gegevens voor 30XA units met optie vrije koeling (optie 118A)...37 8.2 - Bedrijfslimieten...37 8.3 - Bedrijf...37 9 - OPTIE WARMTETERUGWINNING CONDENSOR (optie 50)...38 9.1 - Technische gegevens voor 30XA units met warmteterugwinning optie...38 9.2 - Afmetingen, benodigde vrije ruimte...38 9.3 - Plaats van de condensor...41 9.4 - Condensorwater aansluitingen...41 9.5 - Bedrijfslimieten voor stabiel bedrijf (geen omschakeling)...42 9.6 - Bedrijfslimieten voor omschakeling tussen bedrijfstypen...42 9.7 - Stromingsbeveiliging...42 9.8 - Warmteterugwinningsbedrijf...43 9.9 - Selectie condensorpomp...43 9.10 - Vorstbeveiliging...43 10 - Optie Condensorventilatoren met extra opvoerhoogte...44 11 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN EN BEDRIJFSGEGEVENS...44 11.1 - Directgedreven schroefcompressor met traploze capaciteitregelschuif...44 11.2 - Drukvaten...44 11.3 - Hogedrukbeveiliging...45 11.4 - Condensors...45 11.5 - Ventilatoren...46 11.6 - Elektronisch expansieventiel (EXV)...46 11.7 - Vochtindicator...46 11.8 - Filterdroger...46 11.9 - Opnemers...46 11.10 - Service afsluiters (optie 92)...46 12 - Belangrijkste opties...48 13 - STANDAARD ONDERHOUD...49 13.1 - Onderhoud niveau 1...49 13.2 - Onderhoud niveau 2...49 13.3 - Onderhoud niveau 3 (of hoger)...50 13.4 - Aandraaimomenten voor elektrische aansluitingen...50 13.5 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste bouten en moeren...50 13.6 - Condensorbatterij...51 13.7 - Onderhoud van de koeler...52 13.8 - Onderhoud van de compressor...52 13.9 - Aandachtspunten bij compressorvoeding aansluiting met stroomrails...52 14 - Checklist voor de inbedrijfstelling van 30XA koelmachines...53 De afbeeldingen in deze instructie dienen slechts ter illustratie en maken geen deel uit van enige offerte of verkoopcontract. 3

1 - INLEIDING ATTENTIE: In verband met de veiligheid en gezondheid van gebruikers, onderhoudspersoneel en derden, dient bij het installeren van de apparatuur rekening te worden gehouden met hetgeen de ARBO-wet voorschrijft. O.a. voldoende afstand tussen de unit en bijv. de dakrand is van groot belang. 30XA Aquaforce units zijn ontworpen voor de gekoeldwaterproductie voor airconditioningsystemen in gebouwen en industriële processen. Alvorens de units 30XA in bedrijf worden gesteld, moeten deze instructies bekend zijn bij alle personen die betrokken zijn bij montage, inbedrijfstelling, bediening en onderhoud van de apparatuur. De 30XA units zijn ontworpen voor betrouwbaar en veilig bedrijf binnen de ontwerpcondities. Gebruik bij de toepassing van deze apparatuur uw gezond verstand en neem de gebruikelijke veiligheidsmaatregelen om schade aan apparatuur, materieel of persoonlijk letsel te voorkomen. Zorg dat u de in deze instructies opgenomen procedures en veiligheidsrichtlijnen begrijpt en opvolgt. Deze brochure geeft een overzicht om u bekend te maken met het regelsysteem voordat de units in bedrijf worden gesteld. De procedures in deze instructies zijn geplaatst in de juiste volgorde voor een goede inbedrijfstelling en werking. Zorg ervoor dat alle veiligheidsmaatregelen worden genomen, ook die in dit document zijn aangegeven, zoals het dragen van beschermende kleding (handschoenen, gehoorbeschermers. veiligheidsbril en veiligheidsschoenen), gebruik van de juiste gereedschappen, inhuren van vakbekwaam personeel (elektriciëns, koeltechnische monteurs) en dat alle plaatselijke voorschriften worden opgevolgd. Zie de conformiteitsverklaringen van deze producten om te controleren of ze voldoen aan de Europese richtlijnen (machineveiligheid, laagspanning, elektromagnetische compatibiliteit, apparatuur onder druk, etc.). 1.1 - Veiligheidsinstructies voor montage Uitsluitend geauthoriseerd personeel, gekwalificeerd en getraind in bewaking en onderhoud, mag toegang hebben tot deze apparatuur. De klant is hiervoor verantwoordelijk. Na aflevering van de unit, nadat hij klaar is om te worden gemonteerd of opnieuw gemonteerd, moet hij op schade worden gecontroleerd. Controleer dat het koudemiddelcircuit onbeschadigd is. Met name dat er geen componenten of leidingen zijn verschoven (bijv. door schokken). Voer in geval van twijfel een lektest uit en overleg met de fabrikant of het circuit niet permanent is beschadigd. Meld eventuele schade onmiddellijk telefonisch aan Carrier en laat de vervoerder een aantekening maken op de vrachtbrief. De zending is door Carrier tot de aankomst op het werk verzekerd. Wij raden u ten sterkste aan om het uitladen van de machine door een gespecialiseerd bedrijf te laten uitvoeren. Laat skids, pallets of beschermende verpakking op hun plaats tot de unit op zijn definitieve plaats staat. Deze units kunnen worden verplaatst met een vorkheftruck zolang de vorken zich op de juiste plaats en richting op de unit bevinden. De units kunnen ook worden gehesen met hijsstroppen, aangebracht op de op de unit aangegeven hijspunten. De units mogen niet van bovenaf worden gehesen. Gebruik hijsstroppen die voldoende sterk zijn voor het gewicht van de unit en volg altijd de hijsinstructies op de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. Veiligheid wordt alleen gegarandeerd wanneer deze instructies nauwkeurig worden opgevolgd. Wanneer dit niet gebeurt kan schade aan de apparatuur of lichamelijk letsel van personeel het gevolg zijn. Dek nooit beveiligingen af. Dit geldt voor smeltveiligheden en veiligheidsventielen (indien gebruikt) in de koudemiddel- of watercircuit. Controleer of de oorspronkelijke beschermpluggen nog in de uitlaatopeningen van de kleppen zitten. Deze pluggen bestaan gewoonlijk uit kunststof en moeten niet worden gebruikt. Als ze nog aanwezig zijn moeten ze worden verwijderd. Installeer (indien noodzakelijk) afblaasleidingen op de uitlaatopeningen van de beveiligingen om binnendringen van ongewenst materiaal (stof, bouwafval, etc.) en atmosferische stoffen te voorkomen (water kan roest of ijsvorming veroorzaken). Deze afblaasleidingen mogen de werking niet belemmeren en geen drukdaling veroorzaken die groter is dan 10% van de ingestelde druk. Classificatie en regelgeving De beveiligingen van deze machines zijn in overeenstemming met de Richtlijn drukapparatuur en de nationale voorschriften en zijn in de EU als volgt geclassificeerd: Beveiliging* Veiligheidsventiel beperking van schade bij brand** Koudemiddelzijde Hogedrukschakelaar x Veerveiligheid*** x Breekplaat x Smeltveiligheid x Waterzijdig Overstortventiel**** x x * Geclassificeerd voor bescherming bij normaal bedrijf. ** Geclassificeerd voor bescherming bij abnormaal bedrijf. *** De regel, dat de druk niet meer dan 10% boven de insteldruk van het veiligheidsventiel mag uitstijgen, geldt niet in het geval van abnormaal bedrijf. De insteldruk mag hoger zijn dan de ontwerpdruk. In dit geval zorgt de ontwerptemperatuur of hogedrukschakelaar dat de ontwerpdruk bij normaal bedrijf niet wordt overschreden. **** De geschiktheid van de overstortventielen moeten worden gecontroleerd door het bedrijf dat de installatie van het gehele watersysteem uitvoert. Deze veiligheden mogen, zelfs als er geen gevaar voor brand is, niet worden verwijderd. Er is geen garantie dat de veiligheden weer worden teruggeplaatst indien de installatie wordt veranderd of als de unit wordt verplaatst. 4

Alle in de fabriek geïnstalleerde overstortafsluiters zijn voorzien van een verzegeling om wijzigingen in de afstelling te voorkomen. De overstortafsluiters op een wisselafsluiter zijn geplaatst, dan dient deze wisselafsluiter altijd in de stop positie te zijn geplaatst zodat slechts een van de twee overstortafsluiters dienst doet. Plaats de wisselafsluiter nooit in de midden positie. De wisselafsluiter biedt de mogelijkheid om een overstortafsluiter te demonteren voor inspectie en onderhoud waarbij de tweede overstortafsluiter actief is. Voor units geïnstalleerd in een afgesloten ruimte moeten de externe veiligheidsventielen in principe worden aangesloten op afvoerleidingen. Raadpleeg de installatievoorschriften, bijvoorbeeld die van de Europese norm EN 378 en EN 13136. Wanneer koudemiddel afblaasveiligheden afblazen in de ruimte en er gevaar onstaat voor personen en goederen, dan dienen de koudemiddel afblaasveiligheden te worden aangesloten op afblaasleidingen die naar buiten leiden. Aangezien het koudemiddel kan worden afgeblazen in de buitenlucht, moet de uitlaatopening ver zijn verwijderd van de luchtinlaat van het gebouw, of moet afvoer plaatsvinden in zulke kleine hoeveelheden waardoor voldoende verdunning plaats vindt zodat er geen gevaar voor personen ontstaat. Zie voor periodieke controle van de overstortafsluiters hoofstuk 1.3 Veiligheidsinstructies voor onderhoud. Voorzie de afvoerleiding van een aftapmogelijkheid, dicht bij elke veiligheidsventiel, om ophoping van condensaat of regenwater te voorkomen. Bij het werken met koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Zorg voor voldoende ventilatie. De ophoping van koudemiddel in een afgesloten ruimte kan leiden tot zuurstofgebrek en daardoor tot ademnood, verstikking of explosies. Inhaleren van hoge concentraties koudemiddeldamp is schadelijk en kan leiden tot hartritmestoornissen, bewusteloosheid en de dood. Damp is zwaarder dan lucht en ver-mindert de beschikbare hoeveelheid zuurstof om te ademen. Koudemiddel veroorzaakt oog- en huidirritaties. 1.2 - Apparatuur en componenten onder druk Zie hoofdstuk 11.2 Drukvaten. 1.3 - Veiligheidsinstructies voor onderhoud Werkzaamheden aan elektrische/elektronische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel. Werkzaamheden aan koeltechnische componenten mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. Deze handelingen (openen of sluiten van een koudemiddelafsluiter) mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel en bij volledig afgeschakelde unit. OPMERKING: De unit mag nooit achtergelaten worden met de vloeistofafsluiter in gesloten stand omdat zich vloeibaar koudemiddel kan bevinden tussen deze afsluiter en het expansie-orgaan wat tot drukstijgingen kan leiden. Door uitzetting van opgesloten vloeibaar koudemiddel kan schade en een onveilige situatie ontstaan. Tijdens werkzaamheden, onderhoud en service werkzaamheden moeten de uitvoerende technici veiligheidshandschoenen, bril, veiligheidsschoenen en beschermende kleding dragen. Vergrendel elektrische circuits tijdens onderhoudswerkzaamheden. Schakel altijd de hoofdstroom af voordat met werkzaamheden aan elektrische componenten incl. regelpanelen, schakelaars, relais etc., wordt begonnen. Als het werk wordt onderbroken, controleer dan voordat u weer begint dat alle circuits spanningsloos zijn. LET OP: Zelfs wanneer de units zijn afgeschakeld blijft de hoofstroom bekrachtigd, tenzij de beveiligingsschakelaar van de unit of het circuit open is. Zie elektrischschema voor nadere details. Breng waarschuwingslabels aan (vermeld dit in de veiligheidsinstructies). Controle van de werking: Belangrijke informatie over het toegepaste koudemiddel: Dit product bevat HFK koudemiddel dat onder het Kyoto protocol valt. Type koudemiddel: R-134a Global Warming Potential (GWP): 1300 Periodieke inspectie op koudemiddellekkage kan verplicht zijn, afhankelijk van de Europese of locale wetgeving. Neem contact op met Carrier voor meer informatie. Tijdens de levensduur van het systeem moeten inspecties en tests worden uitgevoerd volgens de nationale voorschriften. Wanneer dergelijke criteria in de nationale voorschriften niet worden genoemd, kan gebruik worden gemaakt van de informatie Inspecties tijdens bedrijf in norm EN 378. Schakel bij werkzaamheden bij of aan de ventilatoren, met name wanneer grilles of panelen zijn verwijderd, de stroom naar de ventilatoren af om te voorkomen dat ze automatisch starten. Reparaties aan koudemiddelcircuits en laswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd (STEK erkend) personeel. 5

Controle van de beveiligingen: Indien geen nationale voorschriften bestaan, moeten de beveiligingen ter plaatse worden gecontroleerd conform de norm EN378: eens per jaar voor hogedrukschakelaars, om de vijf jaar voor veerveiligheden en overstortventielen. Zie de handleiding 30XA/30XAS/30XW Pro-Dialog Regeling voor een gedetailleerde beschrijving van de testprocedures. Als de unit is opgesteld in een vochtige omgeving, dan moeten ze vaker worden gecontroleerd. Voer regelmatig een lektest uit en repareer eventuele lekken onmiddellijk. Controleer regelmatig dat de trillingsniveaus nog acceptabel zijn en niet veel hoger dan die bij de inbedrijfstelling golden. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze voorschriften voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu worden beschreven in norm NF E29-795. Wanneer het koudemiddelcircuit wordt geopend en de werkzaamheden duren een dag, dicht de leidingen dan af. Vul bij langdurige werkzaamheden het circuit met stikstof. 1.4 - Veiligheidsinstructies bij reparatie Alle componenten van de installatie moeten goed worden onderhouden om schade aan de apparatuur en lichamelijk letsel te voorkomen. Storingen en lekkages moeten onmiddellijk worden verholpen. De verantwoordelijke technicus draagt de verantwoordelijkheid voor onmiddellijk herstel van de storing. Na reparatie van de machine moet de werking van de beveili-gingen opnieuw worden gecontroleerd en een rapport worden aangemaakt van de bedrijfsparameters bij 100%. Volg de voorschriften en aanbevelingen in de veiligheidsrichtlijnen voor unit en HVAC installaties, zoals EN 378, ISO 5149, etc. Bij lekkage of verontreiniging van het koudemiddel (bijv. door kortsluiting in een compressormotor), dan moet de gehele koudemiddelvulling worden afgetapt met behulp van een afpompunit (zie ook de RLK richtlijnen). Verontreinigd koudemiddel dient te worden afgevoerd via de geëigende kanalen. Bij lekkage moet het systeem worden afgepompt en gevacumeerd en daarna volledig gevuld met schoon koudemiddel conform RLK. Zie voor de juiste koudemiddelhoeveelheid R-134a de machine kenplaat. Bepaalde delen van het circuit kunnen worden geïsoleerd. Bijvullen moet altijd gebeuren in de vloeistoffase in de vloeistofleiding. Controleer het type koudemiddel voordat u koudemiddel gaat bijvullen. Toevoegen van een verkeerd koudemiddel (R-134a) kan leiden tot schade of verstoorde werking van de unit en zelfs tot onherstelbare schade aan de compressoren. De compressoren die met R-134a werken zijn gevuld met een synthetische polyester olie. EXPLOSIEGEVAAR: Gebruik tijdens een lektest voor het zuiveren van leidingen of voor het onder druk zetten van een machine nooit lucht of gas met zuurstof. Luchtmengsels of gassen met zuurstof die onder druk staan kunnen een explosie veroorzaken. Voor lektesten mag alleen stikstof worden gebruikt, mogelijk met een geschikt traceergas. Niet naleven van de bovengenoemde instructies kan ernstige of zelfs dodelijke gevolgen hebben en de installatie beschadigen. Overschrijd nooit de gespecificeerde testdrukken. Controleer de toegestane testdrukken in de instructies en de ontwerpdrukken op de kenplaat van de unit. Een koudemiddelleiding of vat mag nooit worden gelast of doorgebrand voordat alle koudemiddel (vloeistof en damp) en de olie uit de machine zijn verwijderd. Dampsporen moeten worden verwijderd met droge stikstof en de ruimte moet goed worden geventileerd. Wanneer koudemiddel in contact komt met open vuur ontstaan er giftige gassen. Op de opstellingsplaats moet de nodige beveiligingsapparatuur beschikbaar zijn en brandblusapparatuur voor het systeem en het gebruikte type koudemiddel moet voorhanden zijn. Koudemiddel mag niet worden overgeheveld. Vermijd dat koudemiddel in contact komt met de huid en ogen. Draag een veiligheidsbril en handschoenen. Krijgt u toch koudemiddel op de huid, was dit dan direct af met water en zeep. Als er koudemiddel in de ogen komt dan moeten de ogen onmiddellijk gespoeld worden met water. Raadpleeg direct een arts. Gebruik nooit vuur of stoom om een koudemiddelcilinder te verwarmen. Er kan dan gevaarlijke overdruk ontstaan. Als koudemiddel moet worden verwarmd, gebruik dan alleen warm water. Bij het verwijderen en opslaan van koudemiddel moeten de van toepassing zijnde voorschriften worden gevolgd. Deze werkzaamheden voor het conditioneren en terugwinnen van HFK s onder optimale kwaliteitscondities voor de producten en optimale veiligheidscondities voor personen, goederen en het milieu mogen alleen worden uitgevoerd door STEKerkend personeel. Afpompen en terugwinnen van koudemiddel moet worden uitgevoerd met gebruik van een terugwinunit. Een 3/8 SAE connector op de handbediende afsluiter in de vloeistofleiding wordt met alle units meegeleverd voor aansluiting op de terugwinunit. Het is niet noodzakelijk modificaties aan de unit uit te voeren. Alle aftap- en bijvulaansluitingen voor koudemiddel en olie zijn in het ontwerp meegenomen. 6

Bij modificaties vervalt de productverantwoordelijkheid van de fabrikant. Zie ook de officiële maatschetsen van de units. Wegwerp cilinders mogen nooit worden hergebruikt of opnieuw gevuld. Dit is gevaarlijk en illegaal. Wanneer de cilinders leeg zijn, evacueer de resterende gasdruk, draai de kop los, schroef de klepsteel los en gooi hem weg. Niet verbranden! LET OP: Uitsluitend koudemiddel R-134a gebruiken in overeenstemming met 700 AHRI (Air conditioning, Heating and Refrigeration Institute). Het gebruik van andere koudemiddelen kan gebruikers en operators aan onverwachte risico s blootstellen. Verwijder nooit bevestigingsmateriaal, componenten, etc. terwijl de machine onder druk of in werking is. Zorg dat de overdruk op 0 kpa ligt en de unit is uitgeschakeld en spanningloos is gemaakt alvorens het koudemiddelcircuit te openen. Probeer niet om ontlastkleppen te repareren wanneer corrosie of vervuiling (roest, vuil, schilfers etc.) in het klephuis of het mechanisme is aangetroffen. Vervang de klep. Monteer ontlastkleppen niet in serie of achterstevoren. ATTENTIE: Over de unit, of delen ervan, mag niet worden gelopen. Ook mogen er gaan zware voorwerpen op worden geplaatst. Componenten en leidingwerk moeten regelmatig worden gecontroleerd en indien nodig gerepareerd of vervangen. GA NIET op koudemiddelleidingen STAAN. Gebroken leidingen gaan zwiepen en kunnen dan persoonlijk letsel veroorzaken. Klim niet op een machine. gebruik een platform of stellage. Gebruik hulpmiddelen (kraan, lift etc.) bij transporteren, hijsen en plaatsen van zware componenten. Gebruik deze hulpmiddelen ook als er gevaar bestaat dat u uitglijdt of uw evenwicht verliest, zelfs wanneer componenten licht zijn. Gebruik bij vervanging alleen onderdelen die oorspronkelijk in de machine zijn toegepast. Zie hiervoor de onderdelenlijst. Deze is op aanvraag beschikbaar. Tap geen watercircuits af die industriële brijn bevatten zonder toestemming van de daartoe bevoegde autoriteiten. Sluit de waterintrede en uittredeafsluiters en ontlucht het watercircuit alvorens werkzaamheden aan de componenten in het gekoeldwatercircuit uit te voeren (gaasfilter, pomp, stromingsschakelaar etc.). Neem de bouten van de waterboxen niet los voordat de koeler volledig is afgetapt. 2 - Controles voorafgaand aan de montage 2.1 - Controleren van de zending Controleer of de unit tijdens het vervoer niet is beschadigd en of er geen onderdelen ontbreken. Als de unit is beschadigd of als de zending onvolledig is, moet een claim worden ingediend bij het transportbedrijf. Controleer of de gegevens op de kenplaat van de unit (aan de zijkant) overeenkomen met de vrachtbrief en de bestelling. De kenplaat is op twee plaatsen op de unit aangebracht. - aan de buitenkant, op een van de zijkanten, - aan de binnenkant van de deur van de schakelkast. Op de kenplaat van de unit moet de volgende informatie zijn vermeld: - Versienummer - Typenummer - CE markering - Serienummer - Jaar van productie en testdatum - Toegepast koudemiddel en koudemiddelklasse - Koudemiddelvulling per circuit - Toe te passen transportvulling - PS: Min./max. toegestane druk (hoge en lagedruk zijde) - TS: Min./max. toegestane temperatuur (hoge en lagedruk zijde) - Uitschakeldruk drukschakelaar - Unit lektest druk - Voltage, frequentie, aantal fasen - Maximum opgenomen stroom - Maximum opgenomen vermogen - Netto gewicht van de unit Controleer of alle accessoires compleet zijn meegeleverd. Gedurende de gehele levensduur van de unit moet hij periodiek worden gecontroleerd om er zeker van te zijn dat hij niet is beschadigd door schokken (hanteren van accessoires, gereedschappen etc.). Zo nodig moeten de beschadigde onderdelen worden gerepareerd of vervangen. Zie ook het hoofdstuk 13 Standaard onderhoud. 2.2 - Transport en plaatsen van de unit 2.2.1 - Transport Zie hoofdstuk 1.1 Veiligheidsinstructies voor montage. Soms worden verticale steunen aangebracht voor transport en verplaatsen van de unit. Deze steunen kunnen, indien gewenst, worden verwijderd voor toegang tot, of aansluiting van de unit BELANGRIJK: Volg de juiste volgorde bij de demontage. Controleer regelmatig alle afsluiters, bevestigingsmateriaal en leidingen op corrosie, roest, lekkage en schade. Draag gehoorbeschermers bij het uitvoeren van werkzaamheden in de buurt van een draaiende machine. 7

Draai de schroeven 1 en 2 los. Draai schroef 3 los, trek steun 4 omhoog en verwijder hem. Draai schroef 5 los en daarna schroef 6. Trek steun 7 omhoog en verwijder hem. Draai schroef 8 los en verwijder plaat 9. WAARSCHUWING: Breng de hijsstroppen alleen aan op de punten die op de unit zijn aangegeven. Controleer voordat de unit wordt geplaatst: dat de gebouwconstructie sterk genoeg is om het gewicht van de unit te dragen. dat het oppervlak waterpas, vlak en niet beschadigd is. De unit moet op de X en Y assen waterpas worden geplaatst (maximaal 5 mm afwijking per meter). 7 6 1 3 2 WAARSCHUWING: Controleer, voordat de unit naar de plaats van opstelling wordt gehesen, dat alle panelen goed zijn bevestigd. De unit moet voorzichtig wordt gehesen en rustig worden neergezet. De units kunnen worden verplaatst met hijsstroppen (gebruik dan evenaars) of een vorkheftruck. De batterijen moeten tijdens transport goed zijn beschermd. De unit mag niet méér dan 15 overhellen. 2 4 WAARSCHUWING: Oefen nooit druk uit op de panelen van de omkasting. Alleen het basisframe van de unit is daartegen bestand. Als een unit beschikt over een hydromodule (opties 116B, C, F, G), moeten de hydromodule en pompleidingen zodanig worden geïnstalleerd dat ze niet aan spanningen worden blootgesteld. De leidingen van de hydro-module moeten zodanig worden aangebracht dat het gewicht van de leidingen niet wordt gedragen door de pomp. 9 8 5 1 Bewaar de steunen na het in bedrijfstellen van de unit en plaats ze terug als de unit wordt verplaatst. 2.2.2 - Plaatsen De machine moet worden geïnstalleerd op een plaats die niet toegankelijk mag zijn voor het publiek of die beveiligd is tegen toegang door onbevoegden. In het geval de machine is opgesteld op een verhoging moet deze gemakkelijk toegankelijk zijn voor onderhoud. Zie hoofdstuk 3 Afmetingen en benodigde vrije ruimte om er zeker van te zijn dat er voldoende ruimte is voor alle aansluitingen en voor onderhoudswerkzaamheden. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling de met de unit meegeleverde officiële maatschetsen. De steunpunten onder het chassis moeten minimaal even groot zijn als de chassis opening bij het hijspunt (minimaal 220 x 180 mm) om vervorming van het chassis te voorkomen. Deze units zijn bestemd voor toepassing in koelsystemen en hoeven niet bestand te zijn tegen aardbevingen. Bestendigheid tegen aardbevingen is niet geverifieerd. 2.2.3 - Controles voorafgaand aan de inbedrijfstelling Vóór de opstart van het koelsysteem moet de gehele installatie, inclusief het koelsysteem worden vergeleken met de installatietekeningen, maatschetsen, systeem leidingwerk en instrumentatie tekeningen en de elektrische schema s. Voor deze controles moeten de nationale voorschriften worden gevolgd. Raadpleeg de norm EN 378 als volgt indien de nationale voorschriften geen details bevatten: Externe visuele installatiecontroles: Vergelijk de totale installatie met de koelsysteem- en elektrische schema s. Controleer dat alle componenten voldoen aan de ontwerpspecificaties. Controleer dat alle documenten en apparatuurbeveiligingen, verstrekt door de fabrikant (maatschetsen, P&ID, verklaringen, etc.) om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn. Verifieer dat alle beveiligingen en milieubeschermende appendages en maatregelen, verstrekt door de fabrikant, voldoen aan de lokale voorschriften. Verifieer dat alle documenten voor drukvaten, certificaten, naamplaten, dossiers, handleidingen, verstrekt door de fabrikant om te voldoen aan de voorschriften, aanwezig zijn. Verifieer dat de toegangsroute tot de unit en de vluchtwegen vrij zijn. Controleer dat de machinekamer voldoende wordt geventileerd. 8

Controleer dat er koudemiddel detectors, indien van toepassing, aanwezig zijn. Verifieer de instructies en richtlijnen ter voorkoming van het opzettelijk verwijderen van koudemiddelgassen die schadelijk zijn voor het milieu. Verifieer dat alle aansluitingen zijn gemaakt. Controleer steunen en bevestigingsmateriaal (materialen, de loop en bevestiging). Controleer de kwaliteit van lassen en andere verbindingen. Controleer de beveiliging tegen mechanische schade. Controleer de beveiliging tegen hitte. Controleer de beveiliging van bewegende delen. Controleer of er voldoende vrije ruimte is voor onderhoud of reparatie. Controleer de status van de afsluiters. Controleer de status van de thermische- en dampdichte isolatie. 9

3 - afmetingen/benodigde vrije ruimte 3.1-30XA 252-352 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 252-302 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) 3.2-30XA 402-452 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 352-452 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) C 10 Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening Aansluiting stuurstroom voor optie 158 OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen.

3.3-30XA 502 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 502 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) 3.4-30XA 602-802 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 602-702 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) C Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening Aansluiting stuurstroom voor optie 158 OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. 11

3.5-30XA 852-902 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 752-852 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) 3.6-30XA 1002 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 902-1002 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) C 12 Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening Aansluiting stuurstroom voor optie 158 OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen.

3.7-30XA 1102. 1202, 1302, 1352 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1102. 1202, 1302, 1352 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) 3.8-30XA 1112, 1212, 1312, 1382 MCHE heat exchanger (standaard) 467 467 2297 c 419 419 11962 1500 2253 1500 1 3 1 2 1 2200 1500 1 Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen 3 Benodigde vrije ruimte voor onderhoud indien opties 100A en 107 beide gebruikt word Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening C Aansluiting stuurstroom voor optie 158 OPMERKING: Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. 13

3.9-30XA 1402-1502, module 1/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1402-1502, module 1/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) Op de waterintrede van module 2 Module 2 3.10-30XA 1402-1502, module 2/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1402-1502, module 2/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) Waterintrede (aan te sluiten op de wateruittrede van module 1) Module 1 C 14 Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening Aansluiting stuurstroom voor optie 158 OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen.

3.11-30XA 1702, module 1/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1702, module 1/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) Op de waterintrede van module 2 Module 2 3.12-30XA 1702, module 2/2 - MCHE heat exchanger (standaard) en 30XA 1702, module 2/2 - Cu/Al warmtewisselaar (optie 254/255) Waterintrede (aan te sluiten op de wateruittrede van module 1) Module 1 C Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening Aansluiting stuurstroom voor optie 158 OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. 15

3.13 - Installatie van meerdere units Indien meerdere koelmachines bij elkaar op een dak opgesteld gaan worden, bevelen wij aan deze volgens onderstaand voorbeeld te projecteren. Hiermee wordt voorkomen dat warme condensorlucht een naastliggende machine beïnvloed. 1,5 m mini min. 1,5 m mini min. 3.14 - Afstand tot de muur Voor juiste werking dient: indien h<h (2,3m) dan S 3m indien h > H of S < 3 m dan graag contact opnemen met Carrier om mogelijke alternatieven te bespreken. In sommige gevallen kan voor een accessoire gekozen worden. Als deze aanbevolen opstelling niet mogelijk is verzoeken wij u contact op te nemen met Carrier om mogelijke alternatieven te bespreken. In sommige gevallen kan voor een accessoire gekozen worden. H S h Trillingsdempers 16

4 - TECHNISCHE EN ELEKTRISCHE GEGEVENS 30XA 4.1 - Technische gegevens 30XA 252-902 - standaard unit en units met optie 119** 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Bedrijfsgewicht* Standaard unit en units met optie 119** kg 3410 3450 3490 4313 4883 4814 5707 5857 6157 6457 6958 7258 Geluidsniveaus Standaard unit Geluidsvermogen*** db(a) 99 99 99 98 101 98 100 98 103 102 100 104 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 67 67 67 65 69 65 67 65 70 70 67 71 Unit met optie 279** Geluidsvermogen*** db(a) 89 89 89 92 93 93 95 94 96 96 95 97 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 57 57 57 60 61 61 62 61 63 64 63 64 Unit met optie 257** Geluidsvermogen*** db(a) 87 87 87 90 91 91 93 92 94 94 94 95 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 55 55 55 58 59 59 60 59 61 61 61 62 Unit met optie 258** Geluidsvermogen*** db(a) - - - - 89 89 91 90 91 92 91 93 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) - - - - 57 56 58 57 59 59 59 60 Hoge energie efficiency versie (optie 119)** Geluidsvermogen*** db(a) 100 100 100 100 102 100 102 100 104 104 102 105 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 68 68 68 68 70 68 69 68 71 71 69 72 Unit met optie 119 + 257** Geluidsvermogen*** db(a) 93 93 93 95 95 95 97 96 97 97 97 98 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 61 61 61 63 63 63 65 63 64 64 64 65 Koudemiddel* R-134a Circuit A kg 37 35 35 50,5 52 58,5 58 58 65 69 72 69 Circuit B kg 38,5 36 37 36,5 37 36 59 62 58 65 63 76 Circuit C kg - - - - - - - - - - - - Circuit D kg - - - - - - - - - - - - Compressoren 06T semi-hermetische schroefcompressoren, 50 r/s Circuit A 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Circuit B 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Circuit C - - - - - - - - - - - - Circuit D - - - - - - - - - - - - Olievulling Circuit A l 20,8 20,8 20,8 23,5 23,5 23,5 23,5 23,5 27,6 27,6 27,6 27,6 Circuit B l 20,8 20,8 20,8 20,8 20,8 20,8 23,5 23,5 23,5 23,5 23,5 27,6 Circuit C l - - - - - - - - - - - - Circuit D l - - - - - - - - - - - - Capaciteitsregeling Pro-Dialog, elektronisch expansieventiel (EXV) Minimum capaciteit % 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 Condensors Geheel aluminium micro-channel heat exchanger (MCHE) Ventilatoren Axial Flying Bird IV met meedraaiende geleidering Standaard unit Aantal 6 6 6 8 8 9 11 12 12 12 14 14 Totale luchthoeveelheid l/s 20500 20500 20500 27333 27333 30750 37583 41000 41000 41000 47833 47833 Standaard toerental r/s 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 Unit met optie 119** Aantal 6 6 6 8 8 9 11 12 12 12 14 14 Totale luchthoeveelheid l/s 27083 27083 27083 36111 36111 40625 49653 54167 54167 54167 63194 63194 Standaard toerental r/s 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 15,7 Koeler Badverdamper Waterinhoud l 58 61 61 66 70 77 79 94 98 119 119 130 Zonder hydro module Wateraansluitingen, intrede/uittrede Victaulic Nominaal diameter inch 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 Uitwendig diameter mm 141,3 141,3 141,3 141,3 141,3 141,3 141,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 Max. bedrijfsdruk, waterzijdig kpa 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 Met hydro module (optie 116) Wateraansluitingen, intrede/uittrede Victaulic Nominaal diameter inch 4 4 4 4 4 4 - - - - - - Uitwendig diameter mm 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 - - - - - - Inhoud expansievat l 50 50 50 50 50 80 - - - - - - Max. bedrijfsdruk, waterzijdig kpa 400 400 400 400 400 400 - - - - - - Lakkleur chassis Kleurcode RAL7035 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** Optie: 119 = Hoge energie efficiency, 257 = Laag geluidsniveau, 258 = Zeer laag geluidsniveau, 279 = Compressor omkasting. *** 10-12 W - in overeenstemming met ISO 9614-1 en gecertificeerd door Eurovent. **** Gemiddeld geluidsdrukniveau, gemeten in een vrij veld op een reflecterend oppervlak. Ter informatie: berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydro module Opmerking: Typen 30XA 1402 tot 1702 worden geleverd in twee, op het werk samen te bouwen, modules. 17

4.1 - Technische gegevens 30XA 1002-1702 - standaard unit en units met optie 119** (vervolg) 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Bedrijfsgewicht* Standaard unit en units met optie 119** kg 7836 9590 9410 10020 9570 10410 10180 10770 10270 3953/7776 3953/7926 6958/6958 Geluidsniveaus Standaard unit Geluidsvermogen*** db(a) 101 102 103 103 102 102 104 104 104 103 104 103 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 68 69 70 70 69 69 71 71 71 69 70 69 Unit met optie 279** Geluidsvermogen*** db(a) 96 96 97 96 96 96 100 97 97 97 97 97 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 63 63 64 63 63 63 67 64 64 64 64 64 Unit met optie 257** Geluidsvermogen*** db(a) 94 95 94 95 94 95 99 96 95 96 96 96 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 61 61 61 61 61 61 66 63 62 62 62 62 Unit met optie 258** Geluidsvermogen*** db(a) 92 92 93-93 92-93 94 93 93 93 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 59 59 60-60 59-60 61 60 60 60 Hoge energie efficiency versie (optie 119)** Geluidsvermogen*** db(a) 103 104 104 105 103 104 105 105 105 105 105 105 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 70 71 71 72 70 71 72 72 72 72 72 71 Unit met optie 119 + 257** Geluidsvermogen*** db(a) 98 99 98 99 98 99 101 99 99 100 100 100 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 65 66 65 66 65 66 68 66 65 67 67 66 Koudemiddel* R-134a Circuit A kg 75 64 80 69 80 70 110 83 116 84 85 72 Circuit B kg 79 52 116 52 124 59 116 69 124 78 88 63 Circuit C kg - 80-80 - 80-81 - 80 80 72 Circuit D kg - - - - - - - - - - - 63 Compressoren 06T semi-hermetische schroefcompressoren, 50 r/s Circuit A 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Circuit B 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Circuit C - 1-1 - 1-1 - 1 1 1 Circuit D - - - - - - - - - - - 1 Olievulling Circuit A l 27,6 23,5 27,6 27,6 27,6 27,6 36 27,6 36 27,6 27,6 27,6 Circuit B l 27,6 23,5 36 23,5 36 23,5 36 27,6 36 27,6 27,6 23,5 Circuit C l - 27,6-27,6-27,6-27,6-27,6 27,6 27,6 Circuit D l - - - - - - - - - - - 23,5 Capaciteitsregeling Pro-Dialog, elektronisch expansieventiel (EXV) Minimum capaciteit % 15 10 8 10 8 10 8 10 8 10 10 8 Condensors Geheel aluminium micro-channel heat exchanger (MCHE) Ventilatoren Axial Flying Bird IV met meedraaiende geleidering Standaard unit Aantal 16 19 19 20 20 20 20 20 20 24 24 28 Totale luchthoeveelheid l/s 54667 64917 64917 68333 68333 68333 68333 68333 68333 82000 82000 95667 Standaard toerental r/s 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 Unit met optie 119** Aantal 16 19 19 20 20 20 20 20 20 24 24 28 Totale luchthoeveelheid l/s 72222 85764 64917 68333 68333 68333 68333 68333 68333 108333 108333 126389 Standaard toerental r/s 15,7 15,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 15,7 15,7 15,7 Koeler Badverdamper Waterinhoud l 140 168 164 182 174 203 180 224 189 230 240 240 Zonder hydro module Wateraansluitingen, intrede/uittrede Victaulic Nominaal diameter inch 8 6 6 6 6 6 6 8/6 6 8/6 8/6 6 Uitwendig diameter mm 219,1 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 219,1/168,3 168,3 219,1/168,3 219,1/168,3 168,3 Max. bedrijfsdruk, waterzijdig kpa 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 Lakkleur chassis Kleurcode RAL7035 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** Optie: 119 = Hoge energie efficiency, 257 = Laag geluidsniveau, 258 = Zeer laag geluidsniveau, 279 = Compressor omkasting. *** 10-12 W - in overeenstemming met ISO 9614-1 en gecertificeerd door Eurovent. **** Gemiddeld geluidsdrukniveau, gemeten in een vrij veld op een reflecterend oppervlak. Ter informatie: berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydro module Opmerking: Typen 30XA 1402 tot 1702 worden geleverd in twee, op het werk samen te bouwen, modules. 18

4.2 - Technische gegevens 30XA 252-902 - units met optie 254 en 255** 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Bedrijfsgewicht* kg 3830 3860 4380 4830 4900 5470 6480 6640 7430 7750 7870 8620 Geluidsniveaus Unit met optie 254** of 255** Geluidsvermogen*** db(a) 99 99 99 98 101 98 100 98 103 102 100 104 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 67 67 68 65 69 65 67 65 70 70 67 71 Hoge energie efficiency versie met optie 119** en met optie 254** of 255** Geluidsvermogen*** db(a) 100 100 100 100 102 100 102 100 104 104 102 105 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 68 68 68 68 70 68 69 68 71 71 69 72 Koudemiddel* R-134a Circuit A kg 60 64 70 85 85 102 102 100 129 112 130 129 Circuit B kg 64 64 56 56 56 56 88 95 88 95 95 103 Circuit C kg - - - - - - - - - - - - Circuit D kg - - - - - - - - - - - - Compressoren 06T semi-hermetische schroefcompressoren, 50 r/s Circuit A 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Circuit B 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 Circuit C - - - - - - - - - - - - Circuit D - - - - - - - - - - - - Olievulling Circuit A l 20,8 20,8 20,8 23,5 23,5 23,5 23,5 23,5 27,6 27,6 27,6 27,6 Circuit B l 20,8 20,8 20,8 20,8 20,8 20,8 23,5 23,5 23,5 23,5 23,5 27,6 Circuit C l - - - - - - - - - - - - Circuit D l - - - - - - - - - - - - Capaciteitsregeling Pro-Dialog, elektronisch expansieventiel (EXV) Minimum capaciteit % 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 15 Condensors Cu/Al warmtewisselaar Ventilatoren Axial Flying Bird IV met meedraaiende geleidering Aantal 6 6 7 8 8 9 11 12 13 13 14 15 Totale luchthoeveelheid l/s 20500 20500 20500 27333 27333 30750 37583 41000 41000 41000 47833 47833 Standaard toerental r/s 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 11,7 Koeler Badverdamper Waterinhoud l 58 61 61 66 70 77 79 94 98 119 119 130 Maximum druk kpa 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 1000 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. Gewichten van verbinding modules 1 en 2 voor typen 1402 tot 1702. Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** Optie: 119 = Hoge energie efficiency, 254 = Units met Cu/Al warmtewisselaar, 255 = Units met Cu/Al warmtewisselaar zonder louvres. *** 10-12 W - in overeenstemming met ISO 9614-1 en gecertificeerd door Eurovent. **** Gemiddeld geluidsdrukniveau, gemeten in een vrij veld op een reflecterend oppervlak. Ter informatie: berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydro module Opmerking: 1. Typen 30XA 1402 tot 1702 worden geleverd in twee, op het werk samen te bouwen, modules. 2. Optie 119 (hoge energie efficiency) kan samen worden toegepast met opties 254 en 255. Neen contact op met Carrier voor nadere informatie. 19

4.2 - Technische gegevens 30XA 1002-1702 - units met optie 254 en 255** (vervolg) 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Bedrijfsgewicht* kg 8870 10890-11310 - 11660-12060 - 4460/8830 4460/8950 7880/7880 Geluidsniveaus Unit met optie 254** of 255** Geluidsvermogen*** db(a) 101 102-103 - 102-104 - 103 104 103 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 68 69-70 - 69-71 - 69 70 69 Hoge energie efficiency versie met optie 119** en met optie 254** of 255** Geluidsvermogen*** db(a) 103 104-105 - 104-105 - 105 105 105 Geluidsdruk niveau op 10 m**** db(a) 70 71-72 - 71-72 - 72 72 71 Koudemiddel* R-134a Circuit A kg 140 102-112 - 112-112 - 140 140 130 Circuit B kg 129 92-92 - 92-98 - 103 129 95 Circuit C kg - 135-135 - 135-122 - 135 135 130 Circuit D kg - - - - - - - - - - - 95 Compressoren 06T semi-hermetische schroefcompressoren, 50 r/s Circuit A 1 1-1 - 1-1 - 1 1 1 Circuit B 1 1-1 - 1-1 - 1 1 1 Circuit C - 1-1 - 1-1 - 1 1 1 Circuit D - - - - - - - - - - - 1 Olievulling Circuit A l 27,6 23,5-27,6-27,6-27,6-27,6 27,6 27,6 Circuit B l 27,6 23,5-23,5-23,5-27,6-27,6 27,6 23,5 Circuit C l - 27,6-27,6-27,6-27,6-27,6 27,6 27,6 Circuit D l - - - - - - - - - - - 23,5 Capaciteitsregeling Pro-Dialog, elektronisch expansieventiel (EXV) Minimum capaciteit % 15 10-10 - 10-10 - 10 10 8 Condensors Cu/Al warmtewisselaar Ventilatoren Axial Flying Bird IV met meedraaiende geleidering Aantal 16 19-20 - 20-20 - 24 24 28 Totale luchthoeveelheid l/s 54667 64917-68333 - 68333-68333 - 82000 82000 95667 Standaard toerental r/s 11,7 11,7-11,7-11,7-11,7-11,7 11,7 11,7 Koeler Badverdamper Waterinhoud l 140 168-182 - 203-224 - 230 240 240 Maximum druk kpa 1000 1000-1000 - 1000-1000 - 1000 1000 1000 * De gegeven gewichten zijn bedoeld als richtlijn. Gewichten van verbinding modules 1 en 2 voor typen 1402 tot 1702. Zie voor de koudemiddelvulling van de unit de machine kenplaat. ** Optie: 119 = Hoge energie efficiency, 254 = Units met Cu/Al warmtewisselaar, 255 = Units met Cu/Al warmtewisselaar zonder louvres. *** 10-12 W - in overeenstemming met ISO 9614-1 en gecertificeerd door Eurovent. **** Gemiddeld geluidsdrukniveau, gemeten in een vrij veld op een reflecterend oppervlak. Ter informatie: berekend op basis van het geluidsvermogen Lw(A). Max. bedrijfsdruk waterzijdig zonder hydro module Opmerking: 1. Typen 30XA 1402 tot 1702 worden geleverd in twee, op het werk samen te bouwen, modules. 2. Optie 119 (hoge energie efficiency) kan samen worden toegepast met opties 254 en 255. Neen contact op met Carrier voor nadere informatie. 3. Unit types 1112, 1212, 1312 en 1382 kunnen niet worden voorzien van optie 254 of 255. 4.3 - Kortsluit stabiliteit stroom voor alle units 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Kortsluit stabiliteit stroom (TN systeem)* Circuits A + B** ka 38 38 38 38 38 38 50 50 50 50 50 50 Circuits C + D** ka - - - - - - - - - - - - Units met optie 81 A - - - - - - - - - - - - 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Kortsluit stabiliteit stroom (TN systeem)* Circuits A + B** ka 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 Circuits C + D** ka - 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 Units met optie 81 A - 50 50 50 50 50 50 50 50 50 50 - * Type systeem Aarde ** rms waarde 20

4.4 - Elektrische gegevens 30XA 252-902 - standaard unit of unit met optie 81 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 269 269 287 402 505 505 574 606 773 803 805 893 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 245 245 262 378 480 480 536 562 735 759 761 845 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Cosinus Phi (maximum)**** 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,86 0,86 0,87 0,86 Cosinus Phi (nominal) 0,85 0,85 0,84 0,84 0,85 0,85 0,85 0,85 0,83 0,84 0,84 0,85 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 121 131 141 165 185 204 247 267 293 312 343 359 Circuit 2** kw - - - - - - - - - - - - Optie 81 kw - - - - - - - - - - - - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 151 167 184 210 242 268 325 352 408 433 453 508 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 198 215 233 270 303 335 404 436 492 522 572 611 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 208 232 251 290 326 360 435 469 529 561 615 657 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - 30XA 1002-1702 - standaard unit of unit met optie 81 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 941 574 587 773 587 803 772 891 772 893 941 805 Circuit 2** A - 587 772 587 772 587 772 587 772 587 587 805 Optie 81 A - 991 1085 1079 1131 1155 1198 1242 1228 1248 1294 - Nominale aanloopstroom** Circuit 1** A 865 536 587 735 587 759 772 859 772 845 865 761 Circuit 2** A - 587 772 587 772 587 772 587 772 587 587 761 Optie 81 A - 909 1023 993 1039 1036 1103 1156 1118 1125 1143 - Cosinus Phi (maximum)**** 0,87 0,87 0,86 0,87 0,87 0,87 0,87 0,86 0,87 0,86 0,87 0,87 Cosinus Phi (nominal) 0,85 0,84 0,85 0,86 0,86 0,84 0,87 0,85 0,87 0,86 0,85 0,85 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 420 247 182 293 211 342 256 388 278 390 420 343 Circuit 2** kw - 210 279 210 302 210 278 209 299 210 210 343 Optie 81 kw - 457 460 503 512 552 531 597 571 600 630 - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 548 322 258 401 274 445 340 560 356 530 556 452 Circuit 2** A - 278 358 278 392 278 356 292 387 278 278 452 Optie 81 A - 600 616 679 666 723 696 852 743 808 834 - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 707 404 313 492 359 568 426 655 456 661 707 572 Circuit 2** A - 354 459 354 496 354 456 352 491 354 354 572 Optie 81 A - 758 771 845 855 922 882 1007 947 1015 1061 - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 760 435 332 529 381 611 462 705 494 711 760 615 Circuit 2** A - 380 497 380 527 380 494 378 522 380 380 615 Optie 81 A - 815 828 909 908 991 956 1083 1016 1091 1141 - * Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. ** 30XA 1102, 1202, 1302, 1352 en 1402 tot 1702: circuit 1 voedt systeem A en B, circuit 2 voedt systeem C en d. 30XA 1112, 1212, 1312 en 1382: circuit 1 voedt systeem A, circuit 2 voedt systeem B. *** Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. *** Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden zoals vermeld op de machine kenplaat. Opmerkingen: 1. Elektrische gegevens ventilatormotor bij machinebedrijf bij Eurovent condities (omgevingstemperatuur motor 50 C): 1,9 A voor standaard unit; 3.6 A voor unit met optie 119. Aanloopstroom: 8,4 A voor standaard unit; 20 A voor unit met optie 119. Opgenomen vermogen: 760 W voor standaard unit; 1650 W voor unit met optie 119. 2. 30XA 1102-1702 units hebben twee hoofdstroomaansluitingen. 21

4.4 - Elektrische gegevens (vervolg) 30XA 252-902 - unit met optie 119 of unit met optie 119 en optie 81 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 274 274 292 407 510 510 583 616 782 812 815 905 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 246 246 261 379 479 479 535 561 734 757 760 845 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Cosinus Phi (maximum)**** 0,88 0,87 0,87 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,86 0,86 0,86 0,85 Cosinus Phi (nominal) 0,84 0,84 0,83 0,83 0,84 0,84 0,84 0,84 0,83 0,83 0,83 0,84 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 126 136 147 172 192 212 257 278 304 323 356 372 Circuit 2** kw - - - - - - - - - - - - Optie 81 kw - - - - - - - - - - - - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 151 167 182 210 239 267 324 349 409 430 446 511 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 208 226 243 284 316 350 423 457 512 542 596 635 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 219 243 262 305 340 376 455 491 551 583 640 683 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - 30XA 1002-1702 - unit met optie 119 of unit met optie 119 en optie 81 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 954 583 587 782 587 812 772 901 772 905 954 815 Circuit 2** A - 587 772 587 772 587 772 587 772 587 587 815 Optie 81 A - 1010 1093 1099 1139 1175 1208 1265 1238 1275 1321 - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 860 535 587 734 587 757 772 846 772 845 860 760 Circuit 2** A - 587 772 587 772 587 772 587 772 587 587 760 Optie 81 A - 907 1031 991 1047 1026 1113 1124 1128 1122 1133 - Cosinus Phi (maximum)**** 0,86 0,88 0,86 0,87 0,87 0,87 0,87 0,86 0,87 0,86 0,86 0,86 Cosinus Phi (nominal) 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,84 0,85 0,84 0,86 0,84 0,84 0,84 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 435 257 186 304 216 353 262 400 284 405 435 356 Circuit 2** kw - 217 286 217 309 217 284 216 305 217 217 356 Optie 81 kw - 475 471 522 525 570 544 615 584 622 652 - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 541 323 259 400 275 435 341 529 356 527 546 446 Circuit 2** A - 273 360 273 393 273 356 275 386 273 273 446 Optie 81 A - 596 619 673 668 708 697 804 742 800 820 - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 734 423 321 512 367 588 436 678 466 688 734 596 Circuit 2** A - 367 470 367 508 367 466 364 501 367 367 596 Optie 81 A - 790 790 879 875 956 902 1041 967 1056 1102 - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 790 455 340 551 389 633 472 729 504 740 790 640 Circuit 2** A - 395 508 395 539 395 504 391 532 395 395 640 Optie 81 A - 850 847 946 928 1028 976 1120 1036 1135 1185 - * Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. ** 30XA 1102, 1202, 1302, 1352 en 1402 tot 1702: circuit 1 voedt systeem A en B, circuit 2 voedt systeem C en d. 30XA 1112, 1212, 1312 en 1382: circuit 1 voedt systeem A, circuit 2 voedt systeem B. *** Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. *** Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden zoals vermeld op de machine kenplaat. Opmerkingen: 1. Elektrische gegevens ventilatormotor bij machinebedrijf bij Eurovent condities (omgevingstemperatuur motor 50 C): 1,9 A voor standaard unit; 3.6 A voor unit met optie 119. Aanloopstroom: 8,4 A voor standaard unit; 20 A voor unit met optie 119. Opgenomen vermogen: 760 W voor standaard unit; 1650 W voor unit met optie 119. 2. 30XA 1102-1702 units hebben twee hoofdstroomaansluitingen.. 22

4.4 - Elektrische gegevens (vervolg) 30XA 252-902 - unit met optie 254 e 255 of unit met optie 254 en 255 en optie 81 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 269 269 287 402 505 505 574 606 773 805 805 893 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 245 245 262 378 480 480 536 562 735 761 761 845 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Cosinus Phi (maximum)**** 0,88 0,88 0,87 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,86 0,86 0,87 0,86 Cosinus Phi (nominal) 0,85 0,85 0,84 0,84 0,85 0,85 0,85 0,85 0,83 0,84 0,84 0,85 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 121 131 142 165 185 204 247 267 294 313 343 360 Circuit 2** kw - - - - - - - - - - - - Optie 81 kw - - - - - - - - - - - - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 151 167 186 210 242 268 325 352 412 437 453 512 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 198 215 235 270 303 335 404 436 494 524 572 613 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 208 232 253 290 326 360 435 469 531 563 615 659 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - 30XA 1002-1702 - unit met optie 254 e 255 of unit met optie 254 en 255 en optie 81 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 941 574-773 - 803-891 - 893 941 805 Circuit 2** A - 587-587 - 587-587 - 587 587 761 Optie 81 A - 991-1079 - 1155-1242 - 1248 1294 - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 865 536-735 - 759-859 - 845 865 761 Circuit 2** A - 587-587 - 587-587 - 587 587 761 Optie 81 A - 909-993 - 1036-1156 - 1125 1143 - Cosinus Phi (maximum)**** 0,87 0,87-0,87-0,87-0,86-0,86 0,87 0,87 Cosinus Phi (nominal) 0,85 0,84-0,86-0,84-0,85-0,86 0,85 0,85 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 420 247-293 - 342-388 - 390 420 343 Circuit 2** kw - 210-210 - 210-209 - 210 210 343 Optie 81 kw - 457-503 - 552-597 - 600 630 - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 552 322-401 - 445-560 - 530 556 452 Circuit 2** A - 278-278 - 278-292 - 278 278 452 Optie 81 A - 600-679 - 723-852 - 808 834 - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 707 404-492 - 568-655 - 661 707 572 Circuit 2** A - 354-354 - 354-352 - 354 354 572 Optie 81 A - 758-845 - 922-1007 - 1015 1061 - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 760 435-529 - 611-705 - 711 760 615 Circuit 2** A - 380-380 - 380-378 - 380 380 615 Optie 81 A - 815-909 - 991-1083 - 1091 1141 - * Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. ** 30XA 1102, 1202, 1302, 1352 en 1402 tot 1702: circuit 1 voedt systeem A en B, circuit 2 voedt systeem C en d. 30XA 1112, 1212, 1312 en 1382: circuit 1 voedt systeem A, circuit 2 voedt systeem B. *** Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. *** Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden zoals vermeld op de machine kenplaat. Opmerkingen: 1. Elektrische gegevens ventilatormotor bij machinebedrijf bij Eurovent condities (omgevingstemperatuur motor 50 C): 1,9 A voor standaard unit; 3.6 A voor unit met optie 119. Aanloopstroom: 8,4 A voor standaard unit; 20 A voor unit met optie 119. Opgenomen vermogen: 760 W voor standaard unit; 1650 W voor unit met optie 119. 2. 30XA 1102-1702 units hebben twee hoofdstroomaansluitingen. 3. Unit types 1112, 1212, 1312 en 1382 kunnen niet worden voorzien van optie 254 of 255. 23

4.4 - Elektrische gegevens (vervolg) 30XA 252-902 - unit met optie 254 en 255 + optie 119 of unit met optie 254 en 255 + optie 119 + optie 81 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 274 274 292 407 510 510 583 616 782 815 815 905 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 246 246 261 379 479 479 535 561 734 760 760 845 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Cosinus Phi (maximum)**** 0,88 0,87 0,87 0,88 0,88 0,88 0,88 0,88 0,86 0,86 0,86 0,85 Cosinus Phi (nominal) 0,84 0,84 0,83 0,83 0,84 0,84 0,84 0,84 0,83 0,83 0,83 0,84 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 126 136 148 172 192 212 257 278 306 325 356 373 Circuit 2** kw - - - - - - - - - - - - Optie 81 kw - - - - - - - - - - - - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 151 167 185 210 239 267 324 349 411 432 446 513 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 208 226 247 284 316 350 423 457 516 546 596 639 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 219 243 266 305 340 376 455 491 555 587 640 687 Circuit 2** A - - - - - - - - - - - - Optie 81 A - - - - - - - - - - - - 30XA 1002-1702 - unit met optie 254 en 255 + optie 119 of unit met optie 254 en 255 + optie 119 + optie 81 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Hoofdstroom Nominale elektrische voeding V-ph-Hz 400-3-50 ± 10% Stuurstroomcircuit 24 V via interne transformator Maximum aanloopstroom* Circuit 1** A 954 583-782 - 812-901 - 905 954 815 Circuit 2** A - 587-587 - 587-587 - 587 587 815 Optie 81 A - 1010-1099 - 1175-1265 - 1275 1321 - Nominale aanloopstroom*** Circuit 1** A 860 535-734 - 757-846 - 845 860 760 Circuit 2** A - 587-587 - 587-587 - 587 587 760 Optie 81 A - 907-991 - 1026-1124 - 1122 1133 - Cosinus Phi (maximum)**** 0,86 0,88-0,87-0,87-0,86-0,86 0,86 0,86 Cosinus Phi (nominal) 0,84 0,84-0,84-0,84-0,84-0,84 0,84 0,84 Maximum opgenomen vermogen Circuit 1** kw 435 257-304 - 353-400 - 405 435 356 Circuit 2** kw - 217-217 - 217-216 - 217 217 356 Optie 81 kw - 475-522 - 570-615 - 622 652 - Nominaal opgenomen stroom unit Circuit 1** A 541 323-400 - 435-529 - 527 546 446 Circuit 2** A - 273-273 - 273-275 - 273 273 446 Optie 81 A - 593-678 - 712-812 - 808 820 - Maximum opgenomen stroom unit (Un) Circuit 1** A 734 423-512 - 588-678 - 688 734 596 Circuit 2** A - 367-367 - 367-364 - 367 367 596 Optie 81 A - 790-879 - 956-1041 - 1056 1102 - Maximum unit opgenomen stroom (Un -10%)**** Circuit 1** A 790 455-551 - 633-729 - 740 790 640 Circuit 2** A - 395-395 - 395-391 - 395 395 640 Optie 81 A - 850-946 - 1028-1120 - 1135 1185 - * Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. ** 30XA 1102, 1202, 1302, 1352 en 1402 tot 1702: circuit 1 voedt systeem A en B, circuit 2 voedt systeem C en d. 30XA 1112, 1212, 1312 en 1382: circuit 1 voedt systeem A, circuit 2 voedt systeem B. *** Directe aanloopstroom (bedrijfsstroom van de kleinste compressor + ventilatorstroom + aanloopstroom in steraansluiting van de grootste compressor). Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. *** Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden verkregen bij standaard Eurovent bedrijfscondities van de unit: lucht 35 C, water 12/7 C. Waarden verkregen bij bedrijf met maximum opgenomen vermogen van de unit. Waarden zoals vermeld op de machine kenplaat. Opmerkingen: 1. Elektrische gegevens ventilatormotor bij machinebedrijf bij Eurovent condities (omgevingstemperatuur motor 50 C): 1,9 A voor standaard unit; 3.6 A voor unit met optie 119. Aanloopstroom: 8,4 A voor standaard unit; 20 A voor unit met optie 119. Opgenomen vermogen: 760 W voor standaard unit; 1650 W voor unit met optie 119. 2. 30XA 1102-1702 units hebben twee hoofdstroomaansluitingen. 3. Unit types 1112, 1212, 1312 en 1382 kunnen niet worden voorzien van optie 254 of 255. 24

4.5 - Elektrische gegevens, compressoren Compressor I Nom* Std/Optie 119 I Max** (Un) MHA LRYA (Un) LRDA (Un) Coseno de Phi (max.)** Coseno de Phi (nom.)* 06TSA155 69/64 86 96 170 530 0,90 0,87 06TSA186 87/80 108 120 170 530 0,89 0,86 06TTA266 128/117 158 176 303 945 0,90 0,86 06TTA301 145/132 177 188 388 1210 0,90 0,87 06TTA356 166/153 207 220 388 1210 0,90 0,87 06TUA483 240/225 292 311 587 1828 0,88 0,87 06TUA554 262/241 338 360 587 1828 0,89 0,88 06TVA680 320/302 400 436 772 2315 0,89 0,87 06TVA753 335/315 430 468 772 2315 0,89 0,88 06TVA819 367/347 465 496 772 2315 0,89 0,88 * Gemiddelde waarde voor de 30XA serie (unit bij Eurovent condities) ** Waarde bij maximum capaciteit en nominaal voltage (400 V) Verklaring MHA - Maximum bedrijfsstroom van de compressor, begrensd door de unit (stroom opgegeven voor maximum capaciteit bij 360 V) LRYA - Aanloopstroom voor steraansluiting (aansluiting tijdens compressorstart) LRDA - Aanloopstroom voor driehoek-aansluiting 4.6 - Toegepaste compressoren per circuit (A, B, C, D) Compressor 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 06TSA155 AB B B 06TSA186 A AB B B 06TTA266 A 06TTA301 A B B B B 06TTA356 A A AB B B A B BD 06TUA483 A A AB A A B B 06TUA554 A AB C C A AC AC AC ABC AC 06TVA680 A 06TVA753 B B A 06TVA819 B B Opmerkingen bij de elektrische gegevens en bedrijfscondities: 30XA 252-1002 units hebben één hoofdstroomaansluiting, direct stroomopwaarts van de twee hoofdschakelaars. 30XA 1102-1702 units hebben twee hoofdstroomaansluitingen, direct stroomopwaarts van de hoofdschakelaars. De schakelkast bevat: - 1 hoofdschakelaar per circuit - Starter- en motorbeveiligingen voor iedere compressor, de ventilatoren en de pomp - Regelapparatuur Aansluitingen op het werk: Alle elektrische aansluitingen op het systeem en de elektrische montage moeten voldoen aan de van toepassing zijnde voorschriften. In Nederland is dit bijv. NEN 1010. De Carrier units 30XA zijn dusdanig ontworpen en gebouwd dat ze voldoen aan de nationale voorschriften. Bij het ontwerp van de elektrische apparatuur is in het bijzonder rekening gehouden met de aanbevelingen in de Europese norm EN 60204-1 (komt overeen met IEC 60204-1) (machineveiligheid - elektrische machinecomponenten - deel 1: algemene voorschriften). Elektrische reserves: Circuit A heeft beveiligingsschakelaars en aftakkingen die voorzien in het opgenomen vermogen van de koelerpomp. BELANGRIJK: Overeenstemming met EN 60204 is de beste manier om er zeker van te zijn dat wordt voldaan aan de Machinerichtlijn, Artikel 1.5.1. De aanbevelingen van IEC 60364 worden geaccepteerd als overeenstemmend met de eisen van de installatierichtlijnen (NEN 1010). Aanvulling B van EN 60204-1 beschrijft de omgevingsklassificatie toegepast voor het ontwerp van deze machines. De bedrijfsomgeving voor de units 30XA wordt hieronder gespecificeerd: 1. Omgeving* - Omgeving zoals geclassificeerd in EN 60721 (komt overeen met IEC 60721): - buitenopstelling* - omgevingstemperaturen tussen: -20 C en +55 C, klasse 4K4H* - hoogte: lager dan, of gelijk aan 2000 m (voor hydro-kit zie hoofdstuk 4.10 van de installatiehandleiding) - aanwezigheid van stofdeeltjes, klasse 4S2 (geen stof van betekenis aanwezig) - aanwezigheid van corrosieve en vervuilende substanties, klasse 4C2 (minimaal) 2. Frequentie-afwijking elektrische voeding: ± 2 Hz. 3. De nul (N) kabel kan niet direct op de unit worden aangesloten (gebruik zo nodig een transformator). 4. De unit is niet voorzien van beveiliging tegen te hoge stroom van de voedingskabels. 5. De standaard hoofdschakelaar(s)/installatie-automa(a)t(en) is (zijn) geschikt voor spanningsonderbreking volgens EN 60947-3 (komt overeen met IEC 60947-3). 6. De units zijn ontworpen voor aansluiting op TN netwerken (IEC 60364). Voor IT netwerken zorg voor een lokale aardaansluiting, neem contact op met een elektrotechnisch installateur of uw Energiebedrijf. 7. Lekstromen: indien een aardlekbeveiliging noodzakelijk is om de veiligheid van de installatie te verzekeren, moet bij de selectie van de aardlekbeveiliging rekening worden gehouden met de aanwezige lekstroom die het gevolg is van het gebruik van frequentieregelaars in de unit. Het advies is om in dat geval een aardlekbeveiliging van minimaal 150 ma toe te passen. OPMERKING: Neem altijd contact op met Carrier wanneer specifieke aspecten van een installatie niet voldoen aan de hierboven beschreven condities, of als er rekening moet worden gehouden met andere condities. * Het beschermingsniveau dat nodig is om aan deze klasse te voldoen is IP43B (volgens norm IEC 60529). Alle units 30XA zijn beschermd tot IP44CW en voldoen aan deze beschermingseisen. 25

4.7 - Elektrische gegevens, hydro module Hebben de pompen die in de fabriek zijn geïnstalleerd in deze units motoren met efficiëntie klasse IE2. De extra elektrische gegevens die nodig* zijn als volgt: Enkele en dubbele lagedruk pompmotor 30XA units (opties 116F en 116G) No.** Beschrijving*** 30XA 252 302 352 402 452 502 1 Nominale efficiëntie bij volledige nominale belasting en spanning % 83,4 83,4 84,8 86,1 88,6 88,6 1 Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en spanning % 82,9 82,9 84,5 85,7 86,9 86,9 1 Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en spanning % 80,5 80,5 83,1 84,3 85,2 85,2 2 Efficiëntieniveau IE2 3 Fabricagejaar Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant moment van inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 5 Modelnummer van het product 6 Aantal polen van de motor 2 7-1 Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning (400 V) kw 2,2 2,2 3 4 5,5 5,5 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V)**** kw 2,6 2,6 3,5 4,6 6,2 6,2 8 Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz 50 9-1 Nominale spanning V 3 x 400 9-2 Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A 4,4 4,4 5,8 7,7 10,2 10,2 10 Nominaal toerental r/s (r/min) 48 (2900) 11 Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 12 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen i) Niveau boven de zeespiegel m < 1000 ii) Omgevingstemperatuur C < 40 iv) Maximale luchttemperatuur C Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. v) Mogelijk explosieve omgevingen Niet-ATEX omgeving Enkele en dubbele lagedruk pompmotor 30XA units (opties 116B en 116C) No.** Beschrijving*** 30XA 252 302 352 402 452 502 1 Nominale efficiëntie bij volledige nominale belasting en spanning % 86,1 88,6 88,6 88,5 90,5 90,5 1 Nominale efficiëntie bij 75% van de nominale belasting en spanning % 85,7 86,9 86,9 87,7 89,3 89,3 1 Nominale efficiëntie bij 50% van de nominale belasting en spanning % 84,3 85,2 85,2 85,9 87,5 87,5 2 Efficiëntieniveau IE2 3 Fabricagejaar Deze informatie varieert afhankelijk van de fabrikant en het model op het 4 Naam of handelsmerk van de fabrikant, handelsregisternummer en vestigingsplaats van de fabrikant moment van inbouwen. Raadpleeg het typeplaatje van de motor. 5 Modelnummer van het product 6 Aantal polen van de motor 2 7-1 Nominaal asvermogen bij volle belasting en nominale spanning (400 V) kw 4,0 5,5 5,5 7,5 11,0 11,0 7-2 Maximum opgenomen vermogen (400 V)**** kw 4,6 6,2 6,2 8,5 12,2 12,2 8 Nominale ingangsfrequentie van de motor Hz 50 9-1 Nominale spanning V 3 x 400 9-2 Maximum opgenomen bedrijfsstroom (400 V) A 7,7 10,2 10,2 13,7 20,5 20,5 10 Nominaal toerental r/s (r/min) 48 (2900) 11 Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering aan het eind van de levensduur Demontage met standaard gereedschap. Verwijdering en recycling via een toepasselijk bedrijf. 12 Informatie over het bereik van de bedrijfsomstandigheden waarvoor de motor specifiek is ontworpen i) Niveau boven de zeespiegel m < 1000 ii) Omgevingstemperatuur C < 40 iv) Maximale luchttemperatuur C Raadpleeg de bedrijfscondities die in deze handleiding of in de Carrier selectieprogramma s zijn opgegeven. v) Mogelijk explosieve omgevingen Niet-ATEX omgeving * Die nodig zijn bij verordening 640/2009 met betrekking tot de toepassing van Richtlijn 2005/32/EG op de eisen inzake ecologisch ontwerp voor elektrische motoren. ** Itemnummer volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. *** Beschrijving volgens verordening 640/2009, bijlage I2b. **** Voor het verkrijgen van het maximum opgenomen vermogen voor een unit met hydromodule moet het maximum opgenomen vermogen van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij het opgenomen vermogen van de pomp. Voor het verkrijgen van de maximum opgenomen bedrijfsstroom voor een unit met hydromodule moet de maximum opgenomen stroom van de unit uit de tabel elektrische gegevens worden opgeteld bij de opgenomen stroom van de pomp. Boven 1000 m moet rekening worden gehouden met een achteruitgang van 3% voor elke 500 m. 26

5 - ELEKTRISCHE AANSLUITINGEN Zie de met de unit meegeleverde officiële Carrier maatschetsen. 5.1 - Elektrische voeding De elektrische voeding moet overeenkomen met het voltage zoals aangegeven op de kenplaat van de unit. De voedingsspanning moet liggen binnen de limieten aangegeven in de tabel elektrische gegevens. Zie voor aansluitingen de elektrische schema s en de officiële maatschetsen. WAARSCHUWING: Bedrijf van de machine met een voedingsspanning buiten de gespecificeerde limieten, of met een veel te hoge fase-onbalans, kan schade veroorzaken die niet door de garantie wordt gedekt. Als de fase onbalans groter is dan 2% voor spanning of groter dan 10% voor stroom, dan mag de unit niet in bedrijf worden genomen. Zorg dat de fout wordt hersteld voordat de unit wordt gestart. 5.2 - Fase onbalans spanning (%) 100 x max. afwijking van gemiddeld voltage gemiddeld voltage Voorbeeld: Bij een aansluiting van 400 V - 3f - 50 Hz waren de gemeten individuele spanningen: AB = 406 V, BC = 400 V, AC = 394 V Gemiddeld voltage = (406 + 400 + 394)/3 = 1200/3 = 400 V Bereken de max. afwijking van de gemiddelde 400 V: (AB) = 406-400 = 6 (BC) = 400-400 = 0 (AC) = 400-394 = 6 Motor De maximale afwijking van het gemiddelde is 6 V. Het hoogste afwijkingspercentage is: 100 x 6/400 = 1,5%. Dit is minder dan de toegestane 2% en dus acceptabel. 5.3 - Hoofdstroomaansluiting/hoofdschakelaar Units aansluitpunten 30XA 0252-1002 1 per unit 30XA 1102-1702 1 voor circuit 1 1 voor circuit 2 5.4 - Aanbevolen aderdiameters Het dimensioneren van de elektrische bekabeling is de verantwoordelijkheid van de installateur en is afhankelijk van de specifieke kenmerken van een project en de plaatselijke voorschriften. Het onderstaande is slechts bedoeld als richtlijn. Carrier is niet aansprakelijk voor eventuele schade die hieruit zou kunnen voortvloeien. Nadat de bekabeling is gedimensioneerd moet de installateur, met behulp van de meegeleverde officiële maatschets, zorgen voor een gemakkelijke aansluiting en modificaties aangeven die op het werk moeten worden uitgevoerd. De aansluitingvoorziening voor de op het werk aan te leggen voedingskabels naar de hoofd-/werkschakelaar zijn ontworpen voor het aantal en type kabels die in de tweede kolom in de tabel op de volgende pagina zijn vermeld. De berekeningen zijn gebaseerd op de maximale stroom van de machine (zie tabellen Elektrische gegevens). De berekeningen gunstige en ongunstige situaties zijn gebaseerd op de maximale stroom van elke unit (zie tabellen Elektrische gegevens). Voor het ontwerp zijn de standaard installatiemethoden van IEC 60364 (NEN1010) gebruikt: PVC (70 C) of XLPE (90 C) geïsoleerde meer aderige kabels met koperen kern; gemonteerd in overeenstemming met tabel 52c van bovengenoemde standaard. De maximum temperatuur is 46 C. De gegeven kabellengte beperkt het spanningsverlies tot < 5%. BELANGRIJK: Voordat de hoofdstroomkabels (L1-L2-L3) op de klemmenstrook worden aangesloten, moet de juiste volgorde van de 3 fasen worden gecontroleerd voordat de aansluiting op de klemmenstrook of de hoofd-/werkschakelaar wordt gemaakt. 5.5 - Doorvoer voedingskabel De voedingskabels kunnen via de onder- of zijkant van de unit in de schakelkast worden gevoerd. Bij 30XA units 602 tot 1702 bevindt de schakelkast met de aansluiting voor de voedingskabel zich in het onderste deel van de unit. In dit geval ligt de schakelkast 120 mm hoger ten opzichte van het laagste punt van het chassis. De plaats van de kabeldoorvoer is afhankelijk van de unitconfiguratie: 1. Unit boven de vloer (bijvoorbeeld bij montage op sub-frame): Het wordt aanbevolen om de kabels via de onderkant in de schakelkast te voeren. Dit kan via een verwijderbare aluminium plaat onder de schakelkast. 2. Unit op de vloer: Voor kabeldoorvoer vanaf de onderzijde van de schakelkast moet de buigradius van de kabel zodanig zijn dat er voldoende ruimte is voor aansluiting in de schakelkast. Kan dit niet, dan kan de kabel worden doorgevoerd via een aluminium paneel aan de voorkant van de schakelkast. Voor units met drie circuits met optie 81 (1 hoofdstroomaansluiting) moet de aansluiting worden gemaakt vanaf de onderzijde van de unit. BELANGRIJK: Controleer bij kabeldoorvoer via de onzerzijde van de schakelkast de buigradius van de kabel. Zie de officiële maatschets van de unit. 27

30XA Selectie van de minimum en maximum aderdiameters voor aansluiting van 30XA units Max. aan te sluiten aderdiameters* Aderdiameters mm² (per fase) Berekening gunstige situatie: afzonderlijke spandraden (standaard installatiemethode No. 17 of 19) XLPE geïsoleerde kabel Aderdiameters** mm² (per fase) Max. kabellengte met spanningsverlies tot < 5%, m Kabel type Berekening ongunstige situatie: één- of meeraderige kabel in ongeventileerde kabelgoot (standaard installatiemethode No. 41) PVC geïsoleerde kabels indien mogelijk*** Aderdiameters** mm² (per fase) Max. kabellengte met spanningsverlies tot < 5%, m Kabel type 252 2 x 185 1 x 95 190 XLPE Cu 2 x 95 450 PVC Cu 302 2 x 185 1 x 95 190 XLPE Cu 2 x 95 420 PVC Cu 352 2 x 185 1 x 120 197 XLPE Cu 2 x 95 390 PVC Cu 402 2 x 185 1 x 150 200 XLPE Cu 2 x 120 400 PVC Cu 452 2 x 185 1 x 185 205 XLPE Cu 2 x 150 420 PVC Cu 502 2 x 185 1 x 240 205 XLPE Cu 2 x 185 430 PVC Cu 602 2 x 300 2 x 95 190 XLPE Cu 2 x 240 440 PVC Cu 702 2 x 300 2 x 120 198 XLPE Cu 2 x 185 330 XLPE Cu 752 2 x 300 2 x 120 198 XLPE Cu 2 x 240 370 XLPE Cu 802 2 x 300 2 x 150 200 XLPE Cu 2 x 240 330 XLPE Cu 852 2 x 300 2 x 150 200 XLPE Cu 2 x 240 320 XLPE Cu 902 2 x 300 2 x 185 205 XLPE Cu 2 x 300 330 XLPE Cu 1002 4 x 300 2 x 240 205 XLPE Cu 4 x 185 320 XLPE Cu Circuits A en B/C 1102 2 x 300/2 x 240 2 x 120/1 x 240 270/310 XLPE Cu 2 x 240/2 x 150 450/380 XLPE Cu/XLPE Cu 1112 2 x 240/3 x 240 1 x 185/2 x 120 291/240 XLPE Cu 2 x 240/3 x 240 600/530 PVC Cu/PVC Cu 1202 2 x 300/2 x 240 2 x 150/1 x 240 260/310 XLPE Cu 2 x 300/2 x 150 380380 XLPE Cu/XLPE Cu 1212 2 x 240/3 x 240 1 x 240/2 x 150 310/270 XLPE Cu 2 x 150/2 x 240 380/380 XLPE Cu/XLPE/Cu 1302 2 x 300/2 x 240 2 x 185/1 x 240 270/310 XLPE Cu 2 x 300/2 x 150 380/380 XLPE Cu/XLPE Cu 1312 2 x 240/3 x 240 2 x 120/2 x 120 260/240 XLPE Cu 2 x 240/2 x 240 420/400 XLPE Cu/XLPE Cu 1352 2 x 300/2 x 240 2 x 240/1 x 240 280/310 XLPE Cu Niet van toepassing - - 1382 2 x 240/3 x 240 2 x 120/2 x 150 240/270 XLPE Cu 2 x 240/2 x 240 400/380 XLPE Cu/XLPE Cu 1402 2 x 300/2 x 240 2 x 240/1 x 240 280/310 XLPE Cu Niet van toepassing - - 1502 4 x 300/2 x 240 2 x 300/1 x 240 300/310 XLPE Cu 4 x 240/2 x 150 400/380 XLPE Cu/XLPE Cu 1702 2 x 300/2 x 300 2 x 185/2 x 185 260/260 XLPE Cu Niet van toepassing - - Optie 81 1102 8 x 240 - - - - - - 1202 8 x 240 1302 8 x 240 1352 8 x 240 1402 8 x 240 1502 8 x 240 1112 5 x 240 - - - - - - 1212 5 x 240 1312 5 x 240 1382 5 x 240 * De maximum aansluitdiameter van de voedingskabel wordt bepaald door de maat van de aansluitklemmen, maat van de kabelinvoeropening en de beschikbare ruimte in de aansluitkast. ** Selectie volgens de uitgangspunten van par. 5.4 *** Indien een kabeltype XLPE Cu vermeld wordt, betekent dit dat met een PVC kabel de aderdiameter te groot is om aan te sluiten. Opmerking: Bij de selecties is uitgegaan van een machine met hydromodule werkend bij de maximaalstroom. 5.6 - Op het werk aan te leggen stuurstroombekabeling Belangrijk: Het aanbrengen van externe bedrading van de bedieningspaneelcircuits kan veiligheidsrisico s met zich meebrengen: in het geval van wijzigingen in de regelkast moet gezorgd worden dat de apparatuur blijft voldoen aan de lokale voorschriften. Er moeten veiligheidsmaatregelen worden genomen om te voorkomen dat circuits die van verschillende bronnen afkomstig zijn met elkaar in contact komen: Voor de gekozen kabeltracé s en/of de isolatie van de geleiders moet gebruik gemaakt worden van dubbele elektrische isolatie. In geval van losraken van stuurstroombedrading moet deze zodanig bevestigd zijn (ty-wraps aan bijv. kabelboom) dat de draad niet in aanraking kan komen met andere spanningsvoerende delen. Zie de handleiding 30XA/30XAS/30XW Pro-Dialog Regeling en de met de unit meegeleverde officiële elektrische schema s voor aansluiting van de volgende regelcomponenten: Beveiliging koelerpomp (verplicht) Aan/uit schakelaar op afstand (vrijgave) Externe schakelaar begrenzing opgenomen vermogen Dubbel setpoint op afstand Alarm, alert en bedrijfsmelding Koelerpompregeling Regeling WTW condensorpomp (optie) Regeling warmwaterklep (optie) Reset setpoint via buitenluchttemperatuur reset opnemer Verschillende vergrendelcontacten op de print van de Energie Management Module (EMM) (optie) 28

6 - SELECTIEGEGEVENS 6.1 - Bedrijfslimieten 30XA standaard unit Gekoeldwatertemperatuur C Minimum Maximum Waterintredetemperatuur bij opstart - 45* Waterintredetemperatuur tijdens bedrijf 6,8 21 Wateruittredetemperatuur tijdens bedrijf 3,3 15 Opmerking: Is de wateruittredetemperatuur lager dan 4 C, dan moet de koeler tegen vorst worden beschermd (antivriesoplossing of optie koelerverwarming) Condensorluchttemperatuur C Minimum Maximum Opslag -20 68 Bedrijf - standaard unit -10 55** Met winterbedrijf optie (nr. 28) -20 55** Met hoge efficiency optie (nr. 119)*** -10 55**** Opmerking: Is de luchttemperatuur lager dan 0 C, dan moet de koeler tegen vorst worden beschermd (antivriesoplossing of optie koelerverwarming) Luchtintredetemperatuur, C * Afhankelijk van type installatie en luchttemperatuur ** Deellast, afhankelijk van de watertemperatuur *** Aanbevolen voor bedrijf boven 46 C **** Deellastbedrijf 6.2 - Minimum gekoeldwater debiet (units zonder hydro module) Het minimum gekoeldwaterdebiet is vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het systeemdebiet lager is dan moet de vloeistofhoeveelheid worden gerecirculeerd zoals getoond in het schema. Voor minimum gekoeldwater debiet Gekoeldwateruittredetemperatuur, C 1 30XA unit met optie 119 2 Luchtintredetemperatuur, C Verklaring 1 Koeler 2 Recirculatie 6.3 - Maximum gekoeldwater debiet (units zonder hydro module) Het maximum gekoeldwaterdebiet wordt vermeld in de tabel op de volgende pagina. Als het systeemdebiet hoger is dan de maximum waarde, kan het teveel worden overgestort. Voor maximum gekoeldwater debiet Verklaring Gekoeldwateruittredetemperatuur, C Bedrijfsbereik, unit voorzien van optie 28 (winterbedrijf) 1 Is de luchttemperatuur lager dan 0 C, dan moet de koeler tegen vorst worden beschermd met de optie koelerverwarming (41A of 41B) of met een antivriesoplossing (door de installateur). 2 Deellast ATTENTIE: Optie 28 Winterbedrijf Wanneer bij buitenluchttemperaturen lager dan -10 C de unit langer dan 4 uur is afgeschakeld, dan moet twee uur worden gewacht nadat de unit weer is aangeschakeld, zodat de frequentie-omvormer kan opwarmen. Verklaring 1 Koeler 2 Bypass 29

6.4 - Variabel debiet koeler De koelmachine regelt op een constante wateruittredetemperatuur. Het debiet moet hoger zijn dan het minimum debiet vermeld in de tabel toegestane debieten en mag niet meer dan 10% per minuut variëren. Als het debiet verandert, dan moet het systeem minimaal 6,5 liter water per kw bevatten in plaats van 3,25 l/kw. 6.5 - Minimum systeeminhoud Wat de grootte van de koelmachine ook is, de minimum waterinhoud (liters) wordt berekend d.m.v. de volgende formule: Volume = CAP (kw) x N = liter Toepassing N Airconditioning 3,25 Industriële proceskoeling 6,5 waarin CAP = de koelcapaciteit (kw) bij de nominale bedrijfscondities voor de installatie. Deze waterinhoud is nodig voor een stabiele werking. Het kan nodig zijn om een buffervat toe te passen om de benodigde systeeminhoud te verkrijgen. Dit buffervat moet voorzien zijn van keerschotten om een goede menging van de vloeistof (water of brijn) te verkrijgen. Zie onderstaande voorbeelden en onze aparte brochure Buffervaten. Aansluiting op een buffervat Fout Fout Goed Goed 6.6 - Maximum systeeminhoud Units met hydro module hebben een ingebouwd expansievat waardoor de systeeminhoud wordt beperkt. In onderstaande tabel is de maximale systeeminhoud vermeld voor water of ethyleen-glycol in verschillende concentraties, alsmede de statische drukken. Als, in vergelijking met de minimum inhoud van het watercircuit, de maximum inhoud onvoldoende is, dan moet het systeem worden uitgebreid met een extra expansievat. 30XA 252-452 502 Statische druk kpa 100 200 250 100 200 250 bar 1 2 2.5 1 2 2.5 Maximum systeeminhoud l Water 2400 1600 1200 3960 2640 1980 Ethyleen-glycol 10% 1800 1200 900 2940 1960 1470 Ethyleen-glycol 20% 1320 880 660 2100 1400 1050 Ethyleen-glycol 30% 1080 720 540 1740 1160 870 Ethyleen-glycol 40% 900 600 450 1500 1000 750 6.7 - Waterdebiet koeler 30XA Waterdebiet, l/s* Minimum Maximum** 252 3,6 37,5 302 4,0 40,5 352 4,3 40,5 402 5,3 34,1 452 6,0 36,9 502 6,7 42,0 602 8,1 45,0 702 8,9 56,1 752 9,6 59,1 802 10,4 67,1 852 11,0 67,1 902 11,8 73,9 1002 13,1 83,9 1102 15,1 87,8 1112 15,1 126,5 1202 16,4 92,9 1212 16,4 132,1 1302 17,5 96,1 1312 17,5 118,5 1352 18,8 107,4 1382 18,8 131,1 1402 19,3 107,4 1502 19,9 109,4 1702 22,0 107,4 * Standaard koeler met water als medium. ** Het maximum waterdebiet komt overeen met een drukverlies van 100 kpa. 30

6.8 - Koeler drukverliescurve Typen 252-602 100 10 3 4 5 1 2 6 7 Verklaring 1 252 2 302 3 352 4 402 5 452 6 502 7 602 Drukverlies, kpa 10 Waterdebiet, l/s 50 Typen 702-1702 Drukverlies,, kpa 100 10 1 2 3 4 5 6 7 9 11 13 12 10 14 Verklaring 1 702 2 752 3 802 4 852 5 902 6 1002 7 1102 8 1112 9 1202 10 1212 11 1302 12 1312 13 1352 14 1382 15 1402 16 1502 17 1702 10 15 16 17 8 100 Waterdebiet, l/s 31

7 - GEKOELDWATERLEIDING AANSLUITINGEN LET OP: Voordat de waterleidingen worden aangesloten moet de ontluchtingsstop in de waterbox worden aangebracht (1 stop onder in elke waterbox - bij aflevering bevindt de stop zich in de schakelkast). Zie de met de warmtewisselaar meegeleverde maatschetsen voor afmetingen en plaats van alle waterintrede- en uittrede aansluitingen. De waterleidingen mogen geen radiale of axiale torsie op de warmtewisselaars uitoefenen of trillingen overbrengen op het leidingwerk of het gebouw. De kwaliteit van het toevoerwater moet worden geanalyseerd. Zo nodig kan het water worden voorbehandeld of kunnen filters, regelapparatuur, isolatie en aftapventielen worden ingebouwd. Raadpleeg hiervoor een waterbehandelingsspecialist of vakliteratuur op dit gebied. 7.1 - Voorzorgsmaatregelen Bij het ontwerp van het watercircuit moet er rekening mee worden gehouden dat er zo min mogelijk bochten en horizontale leidingen op verschillende niveaus voorkomen. Hieronder zijn de belangrijkste punten genoemd: Houd rekening met de waterintrede- en wateruittrede aansluitingen van de unit. Monteer handbediende of automatische ontluchtingsafsluiters op alle hoge punten in het watercircuit. Pas een onderdrukbeveiliging of expansieventiel/overstortklep toe om de druk in het circuit handhaven. Breng thermometers aan in zowel de intrede als uittrede wateraansluitingen. Monteer aftapafsluiters op alle lage punten, zodat het hele systeem kan worden afgetapt. Monteer afsluiters in de intrede en uittrede waterleidingen nabij de koeler. Gebruik flexibele verbindingen om overbrenging van trillingen op het leidingwerk te voorkomen. Voer een lektest uit en isoleer dan alle leidingen om warmteverlies en condensaatvorming te voorkomen. Dek de isolatielaag af met dampdicht materiaal. Wanneer er in de vloeistof vuildeeltjes aanwezig zijn waardoor de warmtewisselaar vervuild kan raken, moet een gaasfilter worden geplaatst vóór de pomp. De maasgrootte van dit filter moet 1,2 mm zijn (zie Principeschema van een gekoeldwatercircuit ). Controleer alvorens het systeem in gebruik te nemen dat de watercircuits zijn aangesloten op de juiste warmtewisselaars (d.w.z. dat koeler en warmteterugwincondensor niet zijn verwisseld). Breng geen statische of dynamische druk van betekenis in het circuit van de warmtewisselaar (met betrekking tot de ontwerp systeemdrukken). Controleer vóór de inbedrijfstelling dat de materialen van de warmtewisselaar, en de coating, geschikt zijn voor de toegepaste vloeistof. Controleer, bij toevoeging van additieven of andere vloeistoffen anders dan die door Carrier worden aanbevolen, dat de vloeistoffen niet als gassen worden beschouwd, en dat ze behoren tot klasse 2, zoals gedefinieerd in richtlijn 97/23/EC. Carrier aanbevelingen voor warmtewisselaar vloeistoffen: Geen NH 4+ ionen in het water, deze zijn namelijk zeer schadelijk voor koper. Dit is een van de bepalende factoren voor de levensduur van koperen leidingen. Zelfs door enkele tienden ppm wordt het koper in de loop der tijd ernstig gecorrodeerd. Cl - ionen zijn schadelijk voor koper met het risico van perforaties als gevolg van corrosie. Houd dit zo mogelijk lager dan 300 ppm. SO 4 2- ionen kunnen perforerende corrosie veroorzaken bij een gehalte van meer dan 300 ppm. Geen fluoride ionen (<0.1 ppm). Er mogen geen Fe 2+ en Fe 3+ ionen met aanzienlijke gehaltes opgeloste zuurstof aanwezig zijn. Opgelost ijzer < 5 ppm met opgeloste zuurstof < 5 ppm. Opgeloste silicone: silicone is een zuurelement van water en kan ook tot corrosie leiden. Gehalte < 15 ppm. Water hardheid: > 0,5 mmol/l. Waarden tussen 1,0 en 2,5 mmol/l worden aanbevolen. Dit vergemakkelijkt kalkafzetting die de corrosie van koper kan beperken. Te hoge waarden kunnen in de loop der tijd tot verstopping van de leidingen leiden. Een totale alkaliteit (TAC) beneden 350 ppm gewenst. Opgeloste zuurstof: plotselinge wijzigingen in het water zuurstofgehalte moeten worden vermeden. Het is net zo schadelijk om zuurstof aan het water te onttrekken door het te mengen met inert gas als teveel zuurstof toe te voeren door het te mengen met pure zuurstof. Het verstoren van de zuurstoftoevoer condities leidt tot destabilisatie van koper hydroxiden en vergroting van deeltjes. Specifieke weerstand - elektrische geleidbaarheid: hoe hoger de specifieke weerstand, hoe langzamer de corrosievorming. Een neutrale omgeving is bevorderlijk voor de maximum specifieke weerstandwaarden. Voor elektrische geleidbaarheid worden waarden tussen 20 en 60 ms/m aanbevolen. ph: ideale ph neutraal bij 20-25 C = ph 7-8 Wanneer het watercircuit langer dan een maand leeg moet blijven, dan moet het gehele circuit met stikstof worden gevuld om corrosie te voorkomen. ATTENTIE: Vullen, bijvullen of aftappen van het watercircuit mag alleen worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel met behulp van gereedschap en stoffen die geschikt zijn voor het product. Bijvullen en aftappen van warmtewisselaar vloeistof moet gebeuren met behulp van door de installateur in het watercircuit aan te brengen voorzieningen. Vul nooit vloeistof bij rechtstreeks in de warmtewisselaars. 32

7.2 - Victaulic gekoeldwateraansluitingen Intrede/uittrede diameters zonder hydro module 30XA 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 Standaard unit Nominaal diameter inch 5 5 5 5 5 5 5 6 6 6 6 6 Uitwendig diameter mm 141,3 141,3 141,3 141,3 141,3 141,3 141,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 Opties 5, 6 en 100A* Nominaal diameter inch 4 5 5 6 5/5 6/5 8/5 6/6 - - - - Uitwendig diameter mm 114,3 141,3 141,3 168,3 141,3/141,3 168,3/141,3 219,1/141,3 168,3/168,3 - - - - Optie 100C** Nominaal diameter inch 5 6 6 8 - - - - - - - - Uitwendig diameter mm 141,3 168,3 168,3 219,1 - - - - - - - - 30XA 1002 1102 1112 1202 1212 1302 1312 1352 1382 1402 1502 1702 Standaard unit Nominaal diameter inch 8 6 6 6 6 6 6 8/6 6 8/6 8/6 6 Uitwendig diameter mm 219,1 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 168,3 219,1/168,3 168,3 219,1/168,3 219,1/168,3 168,3 * Opties 5, 6 en 100A zijn niet beschikbaar voor units 30XA0752 tot 1702 ** Opties 10C is niet beschikbaar voor units 30XA0452 tot 1702 Principeschema van een gekoeldwatercircuit 2 9 15 1 2 16 17 C 1 9 D A 13 9 9 4 12 3 14 7 10 5 8 16 17 6 9 B 11 18 14 Verklaring Componenten van de hydro module A Drukopnemer (A-B = Δp koeler) B Drukopnemer C Drukopnemer (C-D = Δp waterfilter) D Drukopnemer 1 Victaulic gaasfilter 2 Expansievat 3 Overstortklep 4 Pomp 5 Wateraftap 6 Inregelafsluiter 7 Koeler 8 Koelervorstbeveiliging (elektrische verwarming) (optie) 9 Vorstbeveiliging hydro module (elektrische verwarming) (optie) 10 Ontluchting (koeler) 11 Wateraftap (koeler) 12 Leiding compensator (flexibele aansluitingen) 13 Stromingsbeveiliging 14 Watertemperatuur opnemer Componenten van de installatie 15 Ontluchting 16 Flexibele verbinding 17 Afsluiter 18 Vulafsluiter --- Hydro module (unit met hydro module) (optie) 33

7.3 - Waterhoeveelheid Stromingsbeveiliging van de koeler en hulpcontact voor de gekoeldwaterpomp BELANGRIJK: Het is verplicht om naast de standaard stromingsbeveiliging van de koeler van 30XA een hulpcontact voor de gekoeldwaterpomp aan te sluiten. Als deze instructie niet wordt opgevolgd vervalt de garantie. De stromingsbeveiliging is geplaatst op de gekoeldwaterintrede en wordt door de regeling aangepast, op basis van unittype en toe. Indien wijziging noodzakelijk is, moet dit worden uitgevoerd door een door Carrier Service opgeleide technicus. Klemmen 34 en 35 moeten op het werk worden aangesloten op een beveiliging voor de gekoeldwaterpomp (hulpcontact van de magneetschakelaar van de pomp). 7.4 - Aandraaien bouten waterboxen koeler Koeler (en WTW condensor) zijn van het type shell and tube met verwijderbare waterboxen om het reinigen van de pijpen te vergemakkelijken. De bouten moeten (opnieuw) worden aangedraaid volgens onderstaande tekening. Verklaring 1 Volgorde 1: 1, 2, 3, 4 2 Aandraaimoment Volgorde 2: 5, 6, 7, 8 Volgorde 3: 9, 10, 11, 12 Volgorde 4: 13, 14, 15, 16 Aandraai-volgorde waterbox Boutafm. M16-171 - 210 Nm OPMERKING: Aftappen van het systeem en loskoppelen van het leidingwerk wordt aanbevolen om er zeker van te zijn dat de bouten van de waterboxen waarop het leidingwerk is bevestigd goed en gelijkmatig zijn aangedraaid. 7.5 - Vorstbeveiliging 7.5.1 - Standaard unit Als de machine of de waterleidingen zich bevinden op een plaats waar temperaturen kunnen voorkomen beneden 0 C, dan wordt toevoegen van een antivries oplossing aanbevolen om de unit en de waterleiding te beschermen tot een temperatuur van 10 K onder de laagste te verwachten temperatuur. Gebruik alleen antivries oplossingen die geschikt zijn voor toepassing met warmtewisselaars. Als het systeem niet is voorzien van een antivries oplossing en het wordt tijdens vriesperioden niet gebruikt, dan wordt aftappen van de koeler en buitenleidingen aanbevolen. Schade als gevolg van bevriezing wordt niet door de garantie gedekt. BELANGRIJK: In de winter kan de koeler door bevriezing worden beschadigd. Bescherm de koeler tegen bevriezing door: Toepassing van ethyleen-glycol met een concentratie die voldoende is om het systeem te beschermen tot een temperatuur van 10 K beneden de laagste temperatuur die op de plaats van opstelling kan voorkomen. Als de machine voor langere tijd uit bedrijf wordt genomen, tap hem dan af en vul de warmtewisselaar met ethyleen-glycol via de ontluchtingsafsluiter op de waterintrede. Wanneer de unit niet volledig waterpas staat kan dit ook via een ontluchtingsafsluiter op de waterbox van de warmtewisselaar. Aan het begin van het volgende koelseizoen moet de koeler weer met water worden gevuld en moet een corrosieremmer worden toegevoegd. Externe componenten, zoals bijv. circulatiepompen, moeten in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften worden gekozen. Ook moet er rekening worden gehouden met de toegestane en nominale waterhoeveelheden door de warmtewisselaars. Deze moeten liggen tussen de waarden in de tabel in het hoofdstuk Selectiegegevens. 7.5.2 - Koelervorstbeveiliging 30XA (optie) Wanneer de aanbevelingen in hoofdstuk 7.5.1 niet kunnen worden opgevolgd kunnen de units worden voorzien van verwarming om de koeler tegen bevriezing te beschermen (optie 41A of 41B). 34

7.6 - Werking van twee units in master/slave bedrijf (optie 58) 30XA (met configuratie wateruittrede regeling) OPMERKING: Dit bedrijfstype is niet beschikbaar voor 30XA 1702 units. De regeling van een master/slave combinatie is gebaseerd op de waterintrede temperatuur. Er zijn geen extra opnemers nodig (standaard configuratie). Regeling ook worden gebaseerd op de wateruittrede temperatuur. In dit geval moeten er twee extra opnemers op de gezamenlijke leiding worden geplaatst. Alle parameters die nodig zijn voor de master/slave functie moeten worden ingesteld via het Service Configuratie menu. Alle regelingen op afstand van de master/slave combinatie (aan/uit, setpoint, etc.) worden geregeld door de als master geconfigureerde unit en moeten dus ook alleen in de master unit worden geconfigureerd. Iedere unit regelt zijn eigen waterpomp. Bij toepassing van een gezamenlijke pomp (variabel debiet) moeten op iedere unit afsluiters worden gemonteerd. Deze worden bij het openen en sluiten geactiveerd door de regeling van elke koelmachines (in dit geval worden de afsluiters geregeld door de uitgangen van de betreffende waterpomp). Zie de handleiding 30XA/30XAS/30XW Pro-Dialog Regeling voor meer informatie. Verklaring 1 Master-unit 2 Slave-unit Schakelkasten van de master- en slave-unit Waterintrede Wateruittrede 1 2 Waterpompen voor elke unit (standaard voor units met hydro module) Extra opnemers voor wateruittrede regeling, aan te sluiten op kanaal 1 van de slave-printen van elke master- en slave-unit CCN communicatiebus Aansluiting van twee extra opnemers 35

7.7 - Pomp karakteristieken 7.7.1 - Beschikbare externe statische druk van het systeem (hydro module optie) Lagedruk pompen (opties 116F/116G) Hogedruk pompen (opties 116B/116C) Beschikbare externe druk, kpa 200 175 502 150 452 125 402 100 352 75 50 302 25 252 0 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 Beschikbare externe druk, kpa 400 375 502 350 325 452 300 275 250 402 225 200 175 150 125 100 75 50 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 252 302-352 Waterdebiet, l/s Waterdebiet, l/s 7.7.2 - Vereiste Net Positive Suction Head (NPSH), bij hydromodule opties Dimensioneer het watersysteem van de installatie dusdanig dat de druk aan de zuigzijde van de pomp groter is dan NPSH + 50 kpa. Lagedruk pompen (opties 116F/116G) Hogedruk pompen (opties 116B/116C) 80 120 Vereiste NPSH, kpa abs. 70 60 50 40 30 20 10 0 452-502 402 352 252-302 Vereiste NPSH, kpa abs. 100 452-502 80 60 402 40 302-352 20 252 0 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 3 5 7 9 11 13 15 17 19 21 23 25 27 29 31 33 35 Waterdebiet, l/s Waterdebiet, l/s 36

8 - OPTIE VRIJE KOELING (optie 118A) 8.1 - Technische gegevens voor 30XA units met optie vrije koeling (optie 118A) 30XA met optie 118A 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 1002 Bedrijfsgewicht kg 3740 3780 3820 4673 4743 5174 6097 6247 6547 6847 7308 7648 8226 Koudemiddel kg Circuit A 37 35 35 51,5 53,5 60,5 60 60 67 71 74 71 78 Circuit B 38,5 37,5 37,5 36,5 37 36 61 64 60 67 65 78 82 Koudemiddel, optie 254 kg Circuit A 60 64 * 87 87 104 104 102 * * 133 * 143 Circuit B 64 64 * 56 56 56 90 97 * * 97 * 132 * Deze unit typen zijn niet geschikt voor Optie 118A (vrije koeling) 8.2 - Bedrijfslimieten Koelbedrijf Koeler Minimum Maximum Water intredetemperatuur (bij opstart) C - 45 Water intredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 6,8 21 Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 3,3 15 Condensor (lucht) Minimum Maximum Bedrijf bij buitentemperatuur C -10 55* Met winterbedrijf optie (optie 28) C -20 55* Vrije koeling bedrijf Koeler Minimum Maximum Water intredetemperatuur (bij opstart) C - 45 Water uittredetemperatuur (tijdens bedrijf) C 3,3 26* Condensor (lucht) Minimum Maximum Bedrijf bij buitentemperatuur C -10 20 Met winterbedrijf optie (optie 28) C -20 20 * Maximaal te configureren setpoint 8.3 - Bedrijf 1 7 7 Het omschakelen tussen koelbedrijf en vrije koeling bedrijf wordt automatisch geregeld (de omschakeling naar vrije koeling kan worden geblokkeerd door de unit opnieuw te configureren - zie de handleiding Bediening en Onderhoud ). De te configureren parameters voor het omschakelen zijn de buitenluchttemperatuur en het regelpunt van de wateruittredetemperatuur. Zodra het temperatuurverschil LWT stp - OAT groter is dan 8 K wordt de huidige capaciteit in koelbedrijf berekend en vergeleken met de theoretische koelcapaciteit. Het resultaat van deze vergelijking leidt wel of niet tot de omschakeling naar vrije koeling. Na omschakeling naar vrije koeling worden alle compressoren afgeschakeld en gaan de twee (of vier) tweewegkleppen naar de vrije-koeling stand (de compressorfuncties worden overbrugd). Zodra de kleppen opengaan wordt de vrije koeling pomp gestart. Deze omschakelprocedure neemt ongeveer 10 minuten in beslag. Vanwege deze tijdsduur kunnen er twee omschakelingen koeling - vrije-koeling per uur plaatsvinden. Wanneer de in vrije koeling bedrijf geleverde capaciteit onvoldoende is (setpoint niet bereikt), dan schakelt de unit automatisch over naar koelbedrijf. 4 9 8 5 5 8 9 4 Voor een optimale werking in vrije koeling bedrijf raden wij sterk aan om gebruik te maken van de setpoint reset functie. Het voordeel is dat eerder kan worden omgeschakeld naar vrije koeling en de capaciteit in vrije koeling bedrijf wordt verhoogd. 6 6 3 2 2 3 Verklaring 1 Koeler 2 Luchtgekoelde condensor 3 Gemotoriseerde tweewegklep, perszijdig 4 Compressor en olie-afscheider 5 Primair elektronisch expansieventiel (EXV) 6 Druk- en temperatuurmeting voor het berekenen van de onderkoeling stroomopwarts van de pomp 7 Gemotoriseerde tweewegklep 8 Expansie-orgaan vrije koeling (EXV) 9 Koudemiddelpomp 37

9 - OPTIE WARMTETERUGWINNING CONDENSOR (optie 50) 9.1 - Technische gegevens voor 30XA units met warmteterugwinning optie 30XA met warmteterugwinning 252 302 352 402 452 502 602 702 752 802 852 902 1002 Bedrijfsgewicht* kg 3920 3960 3970 4930 5050 5550 6670 6730 7130 7350 7890 8340 8950 Koudemiddel Circuit A kg 37 35 35 51 52 59 58 58 65 69 72 69 91 Circuit B kg 39 37 37 37 37 36 59 62 58 65 63 76 89 Warmteterugwinning condensor Badverdamper Waterinhoud l 38 38 38 55 68 68 55 + 55 55 + 55 55 + 68 55 + 68 55 + 68 68 + 68 68 + 68 Water aansluitingen Victaulic Nominaal diameter inch 3 3 3 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 Uitwendig diameter mm 88,9 88,9 88,9 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 114,3 * Gewichten gelden alleen als indicatie. 9.2 - Afmetingen, benodigde vrije ruimte 9.2.1-30XA 252-352 - warmteterugwinning optie Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening ATTENTIE: De condensor aansluitingen zijn niet gemonteerd, maar worden los meegeleverd. De afdichtingen bevinden zich in de schakelkast. De temperatuuropnemers en de condensor stromingsbeveiliging zijn bedraad en in de machine bevestigd. Ze moeten worden gemonteerd zols beschreven in het hoofdstuk Condensorwater aansluitingen. OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. C A Aansluiting stuurstroom voor optie 158 Warmteterugwinning condensor 38

9.2.2-30XA 402-452 - warmteterugwinning optie 9.2.3-30XA 502 - warmteterugwinning optie Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening ATTENTIE: De condensor aansluitingen zijn niet gemonteerd, maar worden los meegeleverd. De afdichtingen bevinden zich in de schakelkast. De temperatuuropnemers en de condensor stromingsbeveiliging zijn bedraad en in de machine bevestigd. Ze moeten worden gemonteerd zols beschreven in het hoofdstuk Condensorwater aansluitingen. OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. C A Aansluiting stuurstroom voor optie 158 Warmteterugwinning condensor 39

9.2.4-30XA 602-802 - warmteterugwinning optie 9.2.5-30XA 852-902 - warmteterugwinning optie Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening ATTENTIE: De condensor aansluitingen zijn niet gemonteerd, maar worden los meegeleverd. De afdichtingen bevinden zich in de schakelkast. De temperatuuropnemers en de condensor stromingsbeveiliging zijn bedraad en in de machine bevestigd. Ze moeten worden gemonteerd zols beschreven in het hoofdstuk Condensorwater aansluitingen. OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. C A Aansluiting stuurstroom voor optie 158 Warmteterugwinning condensor 40

9.2.6-9.2.6-30XA 1002 - warmteterugwinning optie Verklaring: Alle afmetingen in mm. Benodigde vrije ruimte voor onderhoud en luchttoevoer (zie opmerking) Benodigde vrije ruimte voor verwijderen van koelerpijpen Waterintrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Wateruittrede voor standaard unit Zie voor opties 5, 6, 100A, 100C, 107 de gecertificeerde tekening. Luchtuittrede vrijhouden Aansluiting hoofdstroom en bediening ATTENTIE: De condensor aansluitingen zijn niet gemonteerd, maar worden los meegeleverd. De afdichtingen bevinden zich in de schakelkast. De temperatuuropnemers en de condensor stromingsbeveiliging zijn bedraad en in de machine bevestigd. Ze moeten worden gemonteerd zols beschreven in het hoofdstuk Condensorwater aansluitingen. OPMERKING: - Deze maatschetsen zijn niet contractueel bindend. - Gebruik bij het ontwerpen van een installatie altijd de officiële Carrier maatschetsen. Deze zijn op aanvraag verkrijgbaar. - Zie voor zwaartepunten, de plaats van de bevestigingsgaten en de gewichtsverdeling eveneens de officiële Carrier maatschetsen. - Als de installatie meerdere units bevat of als deze zich dicht bij de muur bevindt/bevinden, raadpleeg hoofdstuk 3.13 - Installatie van meerdere units en 3.14 - Afstand tot de muur in deze handleiding om de vereiste ruimte te bepalen. C A Aansluiting stuurstroom voor optie 158 Warmteterugwinning condensor 9.3 - Plaats van de condensor Alle warmteterugwincondensors bevinden zich tussen de luchtgekoelde condensors op het bovendeel van het chassis, ondersteund door twee kruiselingse steunen. De waterintrede en de wateruittrede zitten aan dezelfde kant. 9.4 - Condensorwater aansluitingen 9.4.1 - Unit met 1 warmteterugwinning condensor (30XA 252-502) De waterstromingsbeveiliging moet worden gemonteerd op de waterintrede van de installatie die bij de warmteterugwinning condensor binnenkomt. Verklaring 1 Warmteterugwinning condensor 2 Opnemer waterintredetemperatuur (meegeleverd) 3 Opnemer wateruittredetemperatuur (meegeleverd) 4 Condensorwater stromingsbeveiliging (meegeleverd) 5 Driewegklep (niet meegeleverd) 41

9.4.2 - Unit met twee warmteterugwinning condensors (30XA 602-1002) De twee condensors moeten parallel worden opgesteld in het watersysteem van de installatie. De water stromingsbeveiliging en de waterintrede-/uittredetemperatuur opnemers moeten worden gemonteerd in de gezamenlijke leiding van de warmteterugwincircuits en zo dicht mogelijk bij de condensors. De installateur moet een T-stuk leveren en monteren op de waterintrede en uittrede van de condensors. Voor units met twee condensors is de maximum kabellengte van de temperatuuropnemers en de stromingsbeveiliging (7,5 m) voldoende voor aansluiting op de gezamenlijke intrede of uittrede. In deellastbedrijf wordt de begenzing van de condensorwater uittredetemperatuur veroorzaakt door het bedrijfsbereik van de schroefcompressor. Wanneer de condensorwater uittredetemperatuur hoger is dan de limiet in de onderstaande curves, dan zal de unit automatisch overschakelen naar het bedrijfstype zonder warmteterugwinning: Condensorwater uittredetemperatuur, C 6 5 6 0 5 5 5 0 4 5 4 0 3 5 3 0 2 5 2 0 0 5 1 0 1 5 Gekoeldwateruittredetemperatuur, C Vollast Deellastlimiet ± 60% Minimum belastingslimiet ± 30% Verklaring Zie de verklaring in hoofdstuk 9.4.1, waarin items 2, 3 en 4 - stromingsbeveiliging en opnemers - op de gezamenlijke leidingdelen zijn geplaatst. 9.4.3 - Driewegkleppen Het wordt sterk aanbevolen om een driewegklep (niet meegeleverd) in het systeem te monteren. Voor regeling van deze klep is op de elektronische print van de unit een 0-10 V uitgang beschikbaar. Via deze klep kan het warmteterugwinning condensor intrede/uittredecircuit worden gebypassed voor machinebedrijf met warmteterugwining bij lage waterintredetemperatuur (< 12,5 C). Hij zorgt ook voor een optimale en geregelde wateruittredetemperatuur. Maximum condensorwater uittredetemperatuur, C Bedrijfslimieten deellastbedrijf (gekoeldwateruittredetemperatuur = 7 C) 60 55 50 45 9.5 - Bedrijfslimieten voor stabiel bedrijf (geen omschakeling) 9.5.1 - Koelbedrijf Zie de volgende hoofdstukken: 6.1 - Bedrijfslimieten 6.7 - Waterdebiet koeler 9.5.2 - Warmteterugwinning Temperatuur condensorvloeistof C Minimum Maximum Waterintredetemperatuur bij opstart 12,5* 55 Waterintredetemperatuur tijdens bedrijf 20 55 Wateruittredetemperatuur tijdens bedrijf 25 60 Temperatuur koelervloeistof C Minimum Maximum Waterintredetemperatuur bij opstart - 45 Waterintredetemperatuur tijdens bedrijf 6,8 21 Wateruittredetemperatuur tijdens bedrijf 3,3 15 * De waterintredetemperatuur bij opstart mag niet lager zijn dan 12,5 C. Voor installaties met een lagere temperatuur moet een driewegklep worden toegepast. Opmerking: Is de temperatuur bij de koeler lager dan 4 C, dan moet de koeler tegen vorst worden beschermd (antivriesoplossing of optie koelerverwarming). 40 100 90 9.6 - Bedrijfslimieten voor omschakeling tussen bedrijfstypen Van koelen naar warmteterugwinning en vice versa. Watertemperatuur warmteterugwinning condensor C Minimum Maximum Waterintredetemperatuur 12,5 57,5 Omgevingstemperatuur voor bedrijf -10* 45 * -20 C met optie winterregeling (optie 28) 9.7 - Stromingsbeveiliging 80 70 60 50 Percentage deellast, % De meegeleverde water stromingsbeveiliging moet worden gemonteerd op de waterintrede van de warmteterugwinning condensor en beschermt het condensorcircuit tegen te lage waterhoeveelheid. Wanneer warmteterugwinning bedrijf nodig is, activeert een signaal van de extra print de systeempomp. Nadat de pomp is gestart, wordt de waterhoeveelheid 1 minuut gemeten. 40 30 42

Wordt er na die minuut geen water aan-getroffen dan: 1. is omschakeling naar warmteterugwinning bedrijf niet toegestaan 2. wordt omgeschakeld naar koelbedrijf bij een kleine waterhoeveelheid, en wordt een waterhoeveelheid alarm gegeven. 6 3 2 12 12 3 6 Condensorwaterintredetemperatuur Dode band E D C B A + +2,5 K + +1,25 K Setpoint, K -1-1,25 K -2-2,5 K 7 10 9 9 10 7 De dode band van 5 K wordt by default geregeld. 4 Verklaring 1 Koeler 2 Warmteterugwinning condensor 3 Luchtgekoelde condensor 4 Compressor 5 Expansie-orgaan (EXV) 6 Gemotoriseerde klep - warmteterugwinning bedrijf 7 Gemotoriseerde klep - koelbedrijf 8 Magneetafsluiter: terugwinning van koudemiddel in warmteterugwinnings-bedrijf 9 Magneetafsluiter: terugwinning van koudemiddel in koelbedrijf 10 Terugslagklep 11 Druk- en temperatuurmeting voor het berekenen van de vloeistof onderkoeling om terugwinning van koudemiddel voor warmteterugwinning te optimaliseren 12 Terugslagklep met capillair 9.8 - Warmteterugwinningsbedrijf 8 10 11 5 De optie warmteterugwinningscondensor is alleen beschikbaar voor units met twee circuits. De condensor is uitgevoerd als shell-and-tube warmtewisselaar met 1 of 2 circuits, afhankelijk van het type. De twee circuits worden afzonderlijk geregeld. Daardoor kan het ene circuit in koelbedrijf werken en het andere in warmteterugwinningsbedrijf. Omschakelen van het ene naar het andere bedrijfstype (van warmteafvoer via de luchtgekoelde condensor naar warmteterugwinning via de watergekoelde condensor en vice versa) wordt geregeld door gemotoriseerde tweewegkleppen stroomopwaarts van de lucht- en watergekoelde condensors. LET OP: Bij omschakeling naar een ander bedrijfstype kunnen hogere geluidsniveaus optreden dan bij stabiel bedrijf. Afhankelijk van het gekozen bedrijfstype (warmteterugwinning of koeling), wordt de benodigde waterintredetemperatuur berekend met het door de gebruiker gekozen setpoint. Afhankelijk van dit verschil worden de circuits van de unit geactiveerd of gedeactiveerd in warmteterugwinningsbedrijf (1 of allebei tegelijk), zoals is te zien in de onderstaande afbeelding en tabel. 1 11 5 8 10 4 Case Keuze van warmteterugwinningsbedrijf Aantal circuits in warmteterugwinningsbedrijf Actien - NEE 0 + 2 circuits in koelbedrijf A JA Ongeacht het aantal + 2 circuits in warmteterugwinningsbedrijf B JA 0 + 1 circuit in warmteterugwinningsbedrijf 1 Geen wijziging 2 Geen wijziging C JA Ongeacht het aantal Geen wijziging D JA 1 Geen wijziging 2-1 circuit in warmteterugwinningsbedrijf E JA Ongeacht het aantal - 2 circuits in warmteterugwinningsbedrijf Zie de handleiding 30XA/30XAS/30XW Pro-Dialog Regeling voor meer informatie over de regeling van warmteterugwinningsbedrijf, hoofdstuk 6.15 Optie warmteterugwinningsmodule. 9.9 - Selectie condensorpomp Warmteterugwinningcondensor waterdebiet/drukverlies Warmteterugwincondensor drukverlies in verhouding tot waterdebiet Drukverlies, kpa 70 60 50 40 30 20 10 0 0 10 20 30 40 Waterdebiet, l/s 1. Condensor 10 (waterinhoud = 38 liter) 2. Condensor 12 (waterinhoud = 55 liter) 3. Condensor 14 (waterinhoud = 68 liter) Zie voor units met watergekoelde condensor hoofdstuk 9.1 Technische gegevens voor 30XA units met warmteterugwinning optie. 9.10 - Vorstbeveiliging De warmteterugwinning condensor is voorzien van elektrische verwarmingen om de condensor tegen vorst te beschermen. Deze worden geactiveerd wanneer de condensor intrede- en wateruittredetemperaturen lager zijn dan 3 C en gedeactiveer wanneer ze hoger zijn dan 4,4 C. 43

10 - Optie Condensorventilatoren met extra opvoerhoogte Indien deze optie geselecteerd is, hebben de ventilatoren extra opvoerhoogte én is er een flensrand bij de ventilatoren om afblaaskanalen aan te bevestigen. OPMERKING: Alle ventilatoren moeten een afzonderlijk kanaal hebben. 11 - BELANGRIJKSTE SYSTEEMCOMPONENTEN EN BEDRIJFSGEGEVENS 11.1 - Directgedreven schroefcompressor met traploze capaciteitregelschuif 30XA units zijn voorzien van 06T directgedreven schroefcompressoren met een traploze capaciteitregelschuif voor continue regeling tussen 30% en 100% vollast. Nominale capaciteiten variëren van 120 tot 530 kw. De zeven compressortypen van de 30XA serie zijn voorzien van een economizerpoort. 11.1.1 - Oliefilter Bij 06T schroefcompressoren is een oliefilter bevestigd op de olieafscheider. Dit filter kan op het werk worden vervangen. 11.1.2 - Koudemiddel 30XA koelmachines werken met koudemiddel R-134a. 11.1.3 - Smeerolie De volgende smeerolie moet worden toegepast: Castrol Icematic SW220 (Carrier specificatie PP47-32) Lubrizol Emkarate RL220H (Carrier specificatie PP47-13) 11.1.4 - Magneetafsluiter olietoevoer Standaard is een magneetafsluiter op de olieretourleiding gemonteerd om olietoevoer naar de compressor te voorkomen wanneer de compressor niet in bedrijf is. Deze afsluiter kan op het werk worden vervangen. 11.1.5 - Zuig- en economizer gaasfilters Voor extra bedrijfszekerheid van de compressor is standaard een gaasfilter geplaatst in de zuig- en economizer openingen van de compressor. 11.1.6 - Capaciteitsregeling De 06T schroefcompressoren zijn standaard voorzien van een capaciteitsregeling. Dit systeem bestaat uit een regelschuif waarmee de lengte van de voor de koudemiddelcompressie gebruikte schroef kan worden gewijzigd. De zuiger waarmee de regelschuif is verbonden, wordt met behulp van oliedruk verplaatst. De oliepoorten worden aangestuurd door twee magneetkleppen in de olieretourleiding. 11.2 - Drukvaten Algemeen Bewaking tijdens bedrijf, herkwalificatie, hertesten en dispensatie voor hertesten: Volg de richtlijnen voor bewaking van apparatuur onder druk. Normaal gesproken is het vereist dat gebruiker of bedieningspersoneel een bewakings- en onderhoudsdossier aanmaakt en bijhoudt. Indien geen locale voorschriften gelden, of als aanvulling, volg de controleprogramma s van EN 378. Volg de nationale voorschriften, voor zover aanwezig. Inspecteer regelmatig de conditie van de coating (verflaag) op blaasjes die ontstaan door corrosie. Controleer hiertoe een niet geïsoleerd deel van het drukvat of de roest die zich op verbindingen heeft gevormd. Controleer de warmtewisselaar vloeistof regelmatig op verontreiniging (bijv. silicone korreltjes). Deze verontreiniging kan de oorzaak zijn van slijtage of corrosie door perforatie. Filter de warmtewisselaar vloeistof en voer een interne inspectie uit zoals beschreven in EN 378. Houd bij hertesten rekening met de maximum bedrijfsdruk, vermeld op de machine kenplaat. De rapportage van of periodieke controles door gebruiker of bedieningspersoneel moet worden opgenomen in het bewakings- en onderhoudsdossier. Reparatie Reparatie of modificatie, inclusief het vervangen van bewegende delen: moet gebeuren volgens de nationale voorschriften en worden uitgevoerd door gekwalificeerd personeel volgens gekwalificeerde procedures, inclusief het vervangen van de warmtewisselaar pijpen moet gebeuren overeenkomstig de instructies van de fabrikant. Reparatie of modificatie waarvoor permanente verbindingen nodig zijn (solderen, lassen, expanderen etc.) moet worden uitgevoerd volgens gekwalificeerde procedures door gekwalificeerd personeel. Een omschrijving van de modificatie of reparatie moet worden opgenomen in het logboek en onderhoudsdossier. Recycling De unit is geheel of gedeeltelijk geschikt voor hergebruik. Na gebruik bevat de unit koudemiddeldampen en olieresten. De unit is voorzien van een laklaag. Levensduur Deze unit is ontworpen voor: langdurige opslag (15 jaar) met een vulling stikstof met een temperatuurverschil van 20 K per dag. 452000 cycli (starts) met een maximum verschil van 6 K tussen twee naast elkaar gelegen punten in het drukvat, op basis van 6 starts per uur gedurende 15 jaar bij een verbruik van 57%. Toegestane corrosielaag Gaszijdig: 0 mm Warmtewisselaar vloeistof zijde: 1 mm voor pijpenplaten van een laag gelegeerd staal, 0 mm voor roestvrijstalen platen of platen met kopernikkel of roestvrijstaal bescherming. 44

11.2.1 - Koeler In de badverdamper van de 30XA unit stroomt water door de pijpen en koudemiddel om de pijpen. In één warmtewisselaar bevinden zich twee koudemiddelcircuits. Deze worden gescheiden door een pijpplaat in het midden van de warmtewisselaar. De pijpen zijn van 3/4 diameter koper met inwendig en uitwendig vergroot oppervlak. Er is slechts één watercircuit met, afhankelijk van de capaciteit van de unit, één, twee of drie water-passages. De units hebben drie koedemiddelcircuits met waterzijdig twee in serie aangesloten koelers. De koelermantel heeft een thermische isolatie van 19 mm dik polyurethaan, aluminium beplating (optie) en is voorzien van waterafvoer en ontluchting. De koeler is ontworpen voor Victaulic wateraansluitingen. De producten die kunnen worden toegevoegd voor thermische isolatie van de drukvaten tijdens het maken van de wateraansluitingen moeten chemisch neutraal zijn in verhouding tot de materialen en coatings waarin ze worden toegepast. Dit geldt ook voor de oorspronkelijk door Carrier geleverde producten. 11.2.2 - Olie-afscheider In de luchtgekoelde units is de olie-afscheider een drukvat, gemonteerd onder de buitenste verticale condensorbatterij. De persgasuittrede van de compressor is onder in de olieafscheider aangesloten. Het merendeel van de olie wordt afgescheiden door snelheidsverlaging van de persgassen en de zwaartekracht. Daarna stroomt het gas door een gaasfilter waar de resterende olie wordt afgescheiden en naar de bodem van de olie-afscheider vloeit. Het gas bevat nu geen olie meer en verlaat het circuit aan de bovenkant van de olie-afscheider naar de condensor. 11.3 - Hogedrukbeveiliging 30XA units zijn voorzien van een hogedrukbeveiliging. Conform de van toepassing zijnde norm kunnen de hogedrukbeveiligingen met hand-reset, genaamd PZH (voorheen DBK), worden ondersteund door hogedrukschakelaars die met gereedschap moeten worden gereset. Deze zijn genaamd PZHH (voorheen SDBK). Wanneer een PZHH aanspreekt, is de corresponderende PZH in dezelfde compressor defect en moet worden vervangen. De PZHH moet worden gereset met een stomp gereedschap met een diameter van minder dan 6 mm. Steek dit in de opening op de drukschake-laar en druk op de resetknop. Deze drukschakelaars bevinden zich aan de perszijde van elke compressor. 11.4 - Condensors De 30XA condensorbatterijen zijn geheel van aluminium vervaardigde micro-channel heat exchangers. Als optie zijn batterijen met inwendig geribde koperen pijpen met aluminium lamellen verkrijgbaar (opties 254 en 255). De olie-afscheider is voorzien van een lintverwarming die door de regeling wordt geregeld. 11.2.3 - Economizer functie De economizer functie behelst een vloeistofafsluiter, filterdroger, twee EXVs, een platenwarmtewisselaar en beveiligingen (zekering of afsluiter). Bij de condensoruittrede wordt een deel van de vloeistof geëxpandeerd via het secondaire EXV in een van de warmtewisselaarcircuits en keert dan terug als gas naar de compressor economizerpoort. Door deze expansie kan de onderkoeling worden verhoogd van de overige vloeistof die de koeler binnenkomt via het primaire EXV. Hierdoor wordt zowel de koelcapaciteit van het systeem als de efficiency verhoogd. 45

11.5 - Ventilatoren De condensorventilator, de Carrier Flying Bird, is vervaardigd van recyclebaar kunststof composiet met air foil schoepen en heeft een zeer laag krachtverbruik. Elke motor is bevestigd met transversale steunen. De ventilator-motoren zijn van het type 3-fasen met permanent gesmeerde lagers en isolatie-klasse F (niveau 55). 11.6 - Elektronisch expansieventiel (EXV) Het EXV is voorzien van een stappenmotor (2785 tot 3690 stappen, afhankelijk van type) die via de EXV print wordt geregeld. Ook heeft het EXV een kijkglas voor controle van de beweging van het mechanisme en de aanwezigheid van de koudemiddelvloeistof. 11.7 - Vochtindicator Bevindt zich in het EXV, geeft inzicht in de koudemiddelvulling van de unit en geeft de aanwezigheid van vocht in het circuit aan. Als er belletjes in het kijkglas zichtbaar zijn, dan duidt dit op onvoldoende koudemiddel of de aanwezigheid van niet-condenseerbare stoffen in het systeem. Bij aanwezigheid van vocht verandert de kleur van de indicator in het kijkglas. 11.9 - Opnemers De unit kan maximaal zijn voorzien van acht standaard thermistors voor bewaking en regeling van het bedrijf (zie de handleiding 30XA/30XAS/30XW Pro-Dialog Regeling voor meer informatie). 11.10 - Service afsluiters (optie 92) De unit kan worden voorzien van optionele service afsluiters om onderhoud en reparatie te kunnen vergemakkelijken. Indien optie 92 wordt besteld, wordt elk koudemiddel circuit voorzien van een afsluiter op de aanzuig en uittrede van de compressor economizer. Let op: De afsluiter aan de zuigzijde van de compressor mag alleen bediend worden wanneer er geen drukverschil over de afsluiter heerst. Indien er toch drukverschil is kan de afsluiter defect raken of gaan lekken. Gelijke druk 11.8 - Filterdroger De filterdroger houdt het circuit schoon en vrij van vocht. Het kijkglas geeft aan wanneer de cassette in de filterdroger moet worden vervangen. Een temperatuurverschil tussen de intrede en uittrede van de filterdroger geeft aan dat de droger vervuild is. Onderstaande tabel geeft de extra informatie ten behoeve van Eco-Design (Europese Richtlijn 2009/125/EC). Product 30XA 30XA Optie Standaard Optie 119 Totale fan efficiëntie % 32,6 36,3 Meetcategorie A A Efficiëntiecategorie Statisch Statisch Nagestreefde energie efficiëntie N(2013) N(2013) 36 N(2013) 36 Efficiëntie bij optimale energie efficiëntiepunt 39,5 41,0 Snelheidsvariator (VSD) Optioneel Optioneel Fabricagejaar Zie machine kenplaat Zie machine kenplaat Fan fabrikant Simonin Simonin Motor fabrikant Leroy Somer Leroy Somer Fan referentie 00PSG000000100A 00PSG000000100A Motor referentie 00PPG000478500A 00PPG000478400A Nominaal motorvermogen kw 0,82 1,77 Volumestroom m 3 /s 3,20 4,27 Druk Pa 97 172 Toerental r/s (r/min) 12 (713) 16 (950) Specifieke verhouding 1,002 1,002 Informatie betreffende de demontage, recycling of verwijdering Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie aan het eind van de levensduur Informatie omtrent minimaliseren van milieubelasting Zie onderhoudsinstructie Zie onderhoudsinstructie 46

30XA ventilator-opstelling 30XA 252-352 30XA 902 1.1 2.3 2.1 1.1 1.2 1.3 2.7 2.3 2.2 2.1 1.2 1.3 2.2 1.4 1.5 1.6 1.7 2.6 2.5 2.4 30XA 352 (options 254/255) 30XA 902 (options 254/255) 30XA 352 (opties 254/255) 30XA 902 (opties 254/255) 1.1 1.2 2.2 2.1 1.1 1.2 1.3 1.4 2.4 2.3 2.2 2.1 1.3 1.4 2.3 1.5 1.6 1.7 1.8 2.7 2.6 2.5 30XA 402-452 30XA 1002 1.1 1.2 2.3 2.1 1.1 1.2 1.3 1.4 2.4 2.3 2.2 2.1 1.3 1.4 1.5 2.2 1.6 1.7 1.8 1.8 2.8 2.7 2.6 2.5 30XA 502 30XA 1102 1.1 1.2 1.3 2.2 2.1 3.1 3.2 3.3 3.4 1.1 1.2 1.3 2.3 2.2 2.1 1.4 1.5 1.6 2.3 3.5 3.6 3.7 3.8 1.4 1.5 1.6 2.5 2.4 30XA 602 30XA 1112 1.1 1.2 1.3 2.3 2.2 2.1 1.1 1.2 1.3 1.4 2.5 2.5 2.4* 2.3 2.2 2.1 1.4 1.5 1.6 2.5 2.4 1.5 1.6 1.7 1.8 2.1 2.9 2.9 2.7 2.7 30XA 702 30XA 1202-1302 1.1 1.2 1.3 2.3 2.2 2.1 3.1 3.2 3.3 3.4 1.1 1.2 1.3 2.5 2.2 2.1 1.4 1.5 1.6 2.6 2.5 2.4 3.5 3.6 3.7 3.8 1.4 1.5 1.6 1.7 2.4 2.5 30XA 752-802 30XA 1212 1.1 1.2 1.3 2.5 2.2 2.1 1.1 1.2 1.3 1.4 2.5 2.5 2.4* 2.3* 2.2 2.1 1.4 1.5 1.6 1.7 2.4 2.3 1.5 1.6 1.7 1.8 2.1 2.1 2.9 2.9 2.7 2.7 30XA 752-802 (options 254/255) 30XA 752-802 (opties 254/255) 30XA 1302-1352 1.1 1.2 1.3 1.4 2.3 2.2 2.1 3.1 3.2 3.3 3.7 1.1 1.2 1.3 2.3 2.2 2.1 1.5 1.6 1.7 1.8 2.6 2.5 2.4 3.4 3.5 3.6 1.7 1.4 1.5 1.6 2.6 2.5 2.4 30XA 1312-1382 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 2.5 2.4 2.3 2.2 2.1 1.6* 1.7 1.7 1.9 1.9 2.9 2.9 2.7 2.7 2.6* 30XA 1402 3.1 3.2 3.3 3.4 1.1 1.2 1.3 1.4 2.7 2.3 2.2 2.1 3.5 3.6 3.7 3.8 1.5 1.6 1.7 1.8 1.9 2.6 2.5 2.4 x.y x = Circuit nummer y = Startvolgorde 30XA 1502 3.1 3.2 3.3 3.4 1.1 1.2 1.3 1.4 2.4 2.3 2.2 2.1 3.5 3.6 3.7 3.8 1.5 1.6 1.7 1.8 2.8 2.7 2.6 2.5 30XA 1702 1.1 1.2 1.3 1.4 2.3 2.2 2.1 3.1 3.2 3.3 3.4 4.3 4.2 4.1 1.5 1.6 1.7 1.8 2.6 2.5 2.4 3.5 3.6 3.7 3.8 4.6 4.5 4.4 OPMERKING: Bovenstaande waarden staan los van het ventilatortype. Type en positie zijn vermeld op de maatschetsen van de unit en de meegeleverde elektrische schema s. 47

12 - Belangrijkste opties Opties Nr. Beschrijving Voordelen Voor type Anti-corrosiebehandeling, traditionele 2B In de fabriek aangebrachte Blygold Polual Betere corrosiebestendigheid, aanbevolen voor bijv. 30XA 252-1702 batterijen coating op de koper/aluminium batterijen zware industriële toepassingen Anti-corrosiebehandeling, traditionele batterijen 3A Lamellen van voorbehandeld aluminium (polyurethaan/epoxy coating) Betere corrosiebestendigheid, aanbevolen voor bijv. 30XA 252-1702 gematigde zee- en stedelijke omgevingen. Lage temperatuur glycoloplossing 5 Productie lage temperatuur glycoloplossing tot -6 C Voor specifieke toepassingen zoals ijsbuffering en 30XA 252-1702 met ethyleen glycol en -3 C met propyleen glycol industriële processen Zeer lage temperatuur glycoloplossing 6 Productie lage temperatuur glycoloplossing tot -12 C met ethyleen glycol (voor sommige typen tot -10 C) en -8 C met propyleen glycol (voor sommige typen tot -6 C) Voor specifieke toepassingen zoals ijsbuffering en industriële processen 30XA 252-1702 Unit geschikt voor aansluiting van uitblaasluchtkanalen 10 Ventilatoren met externe statische druk met flenzen voor aansluiting uitblaasluchtkanalen - beschikbare maximum druk = 60 Pa Eenvoudige aansluiting op de uitblaasluchtkanalen 30XA 252-1702 IP 54 schakelkast 20A Verhoogde beschermingsklasse van de Extra bescherming van de schakelkast in stoffige 30XA 252-1702 schakelkast omgevingen Uitvoering voor de tropen 22 Schakelkast geschikt voor toepassing in de Lage relatieve vochtigheid in de schakelkast voor 30XA 252-1702 tropen toepassing in tropische omstandigheden (warm en vochtig) Grilles en afdekpanelen 23 Metalen grilles op de voor- achter- en zijkanten Fraaier uiterlijk, biedt bescherming tegen 30XA 252-1702 van de unit (inclusief optie 23A) ongeoorloofde toegang tot de unit Afdekpanelen 23A Zijpanelen op elke batterij Fraaier uiterlijk 30XA 252-1702 Winterbedrijf 28 Ventilatortoerenregeling d.m.v. frequentieomvormer Stabiel machinebedrijf bij een luchttemperatuur tot 30XA 252-1702 -20 C Koelervorstbeveiliging 41A Elektrische verwarming om de koeler Koelervorstbeveiliging tot -20 C buitenluchttemperatuur 30XA 252-1702 Koeler en hydro module vorstbeveiliging 41B Elektrische verwarming om de koeler en de hydro Koeler en hydro module vorstbeveiliging tot -20 C 30XA 252-1502 module buitenluchttemperatuur Warmteterugwinning 50 Complete terugwinning van de door de condensor afgegeven warmte Gratis productie van zowel warm als koud water 30XA 252-1002 Master/slave-functie 58 Extra temperatuuropnemer voor de wateruittrede voor installatie op locatie - hierdoor kunnen twee parallel geschakelde koelmachines worden gebruikt in een master/slave-configuratie. Geoptimaliseerd bedrijf van twee parallel geschakelde 30XA 252-1502 koelmachines met gebalanceerde bedrijfstijd Eén hoofdstroomaansluiting 81 Hoofdstroomaansluiting van de machine via 1 Snelle en gemakkelijke installatie 30XA 1102-1502 hoofdstroomaansluiting Service afsluiters 92 Afsluiter in de zuiggasleiding, de economizer Eenvoudiger onderhoud 30XA 252-1702 leiding, de verdamperinlaat en de en de compressor persgasleiding Persgasafsluiter 93A Afsluiters op de compressor persgasleiding Eenvoudig onderhoud 30XA 252-1702 Koeler met 1 passage meer 100A Koeler met 1 passage meer, waterzijdig Meer drukverliezen over de koeler 30XA 252-1702 Koeler met 1 passage minder 100C Koeler met 1 passage minder, waterzijdig Minder drukverliezen over de koeler 30XA 252-1002 21 bar koeler 104 Versterkte koeler voor verhoging van de maximum waterzijdige druk tot 21 bar Voor toepassingen met een hoge wk (hoge gebouwen) 30XA 252-1702 Wateraansluitingen aan de andere kant 107 Koeler met tegenovergestelde water in- en uittrede Eenvoudiger waterleidingwerk 30XA 252-1702 Hogedruk hydro module met enkele 116B Zie hoofdstuk 7 Pomp karakteristieken Snelle, eenvoudige montage 30XA 252-502 pomp Hogedruk hydro module met dubbele 116C Zie hoofdstuk 7 Pomp karakteristieken Snelle, eenvoudige montage, bedrijfszekerheid 30XA 252-502 pomp Lagedruk hydro module met enkele pomp 116F Zie hoofdstuk 7 Pomp karakteristieken Snelle, eenvoudige montage 30XA 252-502 Lagedruk hydro module met dubbele pomp 116G Zie hoofdstuk 7 Pomp karakteristieken Snelle, eenvoudige montage, bedrijfszekerheid 30XA 252-502 Directe-expansie vrije-koeling systeem 118A Gekoeldwater productie zonder gebruik van de compressoren, maar door directe-expansie warmteafvoer via de condensors Zeer economische gekoeldwater productie bij lage buitentemperaturen Hoge energie efficiency 119 Hogere condensorcapaciteit Lagere energiekosten, vollastbedrijf bij hogere lucht-temperaturen JBus/ModBus gateway 148B Tweerichting communicatieprint, voldoet aan Eenvoudige aansluiting met communicatiebus op JBus/ModBus protocol een gebouwbeheersysteem BacNet gateway 148C Tweerichting communicatieprint, voldoet aan Eenvoudige aansluiting met communicatiebus op BacNet protocol een gebouwbeheersysteem LON gateway 148D Tweerichting communicatieprint, voldoet aan Eenvoudige aansluiting met communicatiebus op LON protocol een gebouwbeheersysteem Energy Management Module EMM 156 Zie hoofdstuk Energie Management Module in Uitgebreide aansluiting op een de PSD en de relevante hoofdstukken in de gebouwbeheersysteem Bedieningsinstructie Pro-Dialog met Touch-screen 158 Gebruikersinterface met Touch-screen Groot aanraakscherm met duidelijke tekst en systeemschema voor snel instellen van parameters Dubbele veerveiligheid geïnstalleerd met wisselklep Conform Zwitserse voorschriften naast PED richtlijn 194 Twee veerveiligheden gemonteerd op een wisselklep (niet geschikt voor versie met platenwarmtewisselaar) 197 Extra tests van de water-warmtewisselaars. Daarnaast verstrekken van PED documenten, aanvullende certificaten en testcertificaten Eenvoudiger inspectie en vervangen van de klep zonder koude-middelverlies. Voldoet aan de Europese norm EN378/BGVD4 Voldoen aan de Zwitserse voorschriften naast de PED richtlijn 30XA 252-1002 30XA 252-1702 30XA 252-1702 30XA 252-1702 30XA 252-1702 30XA 252-1702 30XA 252-1702 30XA 252-1702 30XA 252-1702 Conform Russische voorschriften 199 GOST certificatie Voldoen aan de Russische voorschriften (GOST) 30XA 252-1702 (GOST) Conform Australische voorschriften 200 Warmtewisselaar goedgekeurd volgens de Australische normen. Voldoen aan de Australische voorschriften 30XA 252-1702 48

Opties Nr. Beschrijving Voordelen Voor type Traditionele batterijen (Cu/Al) 254 Batterijen vervaardigd van koperen pijpen met Mogelijkheid voor speciale behandeling van de 30XA 252-1702* aluminium lamellen condensor Traditionele batterijen (Cu/Al) zonder louvres 255 Batterijen vervaardigd van koperen pijpen met aluminium lamellen zonder louvres Mogelijkheid voor speciale behandeling van de condensor 30XA 252-1702* Isolatie van de inkomende/uitgaande 256 Thermische isolatie van de inkomende/uitgaande Voorkomt condensatie op de van de inkomende/ 30XA 252-1702 koudemiddelleidingen van de verdamper koudemiddelleidingen van de verdamper met flexibel, anti-uv isolatiemateriaal uitgaande koudemiddelleidingen van de verdamper Laag geluidsniveau 257 Geluidsdempende compressor omkasting en Gereduceerde geluidsemissies 30XA 252-1702 geluidsisolatie van belangrijkste geluidsbronnen Zeer laag geluidsniveau 258 Geluidsdempende compressor omkasting en verbeterde geluidsisolatie van belangrijkste geluidsbronnen. Optie niet in combinatie met optie 119 (hoog toeren fans). Gereduceerde geluidsemissies 30XA 252-1702 Enviro-Shield corrosie behandeling voor MCHE condensors Super Enviro-Shield Enviro-Shield corrosie behandeling voor MCHE condensors 262 MCHE in de fabriek voorzien van beschermende coating voor standaard en licht corrosieve omgeving 263 MCHE in de fabriek voorzien van beschermende coating voor en corrosieve omgeving Verbeterde corrosiebestendigheid, geadviseerd voor licht corrosieve omgeving De Super Enviro-Shield optie werd ontwikkeld om de MCHE batterijen ook te kunnen toepassen in zware omgevingscondities. 30XA 252-1702** 30XA 252-1702 Koeler aansluitpijpen Victaulic-las 266 Leidingwerk te lassen op de aansluitpijpen Eenvoudig te installeren 30XA 252-1702 Bedieningspaneel op afstand 275 Op afstand gemonteerd bedieningspaneel Regeling van de unit tot op 300 m afstand 30XA 252-1702 (communicatiebus) Compressor omkasting 279 Akoestische compressor omkasting Gereduceerde geluidsemissies 30XA 252-1702 Verdamper met aluminium beplating 281 Bescherming van de thermische isolatie van de verdamper met aluminium platen Beter bestand tegen weersinvloeden 30XA 252-1502 * Uitgezonderd type 1112, 1212, 1312 en 1382 ** Beschikbaar vanaf 2013 13 - STANDAARD ONDERHOUD Alle onderhoudswerkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door personeel dat vertrouwd is met Carrier apparatuur, met inachtneming van alle Carrier kwaliteits- en veiligheidseisen. Tijdens de levensduur van het systeem moeten inspecties en tests worden uitgevoerd volgens de nationale voorschriften. Door eenvoudig preventief onderhoud behoudt u goede prestaties van de installatie: beter koelvermogen lager energieverbruik voorkomt storingen aan componenten voorkomt tijdrovende en kostbare ingrepen milieuvriendelijker 13.1 - Onderhoud niveau 1 Zie opmerking Wanneer de beschreven... in hoofdstuk 13.3. Eenvoudige procedure kan door de eindgebruiker worden uitgevoerd: Visuele inspectie op oliesporen (mogelijke koudemiddellekkage), Reinigen van de lucht warmtewisselaar (condensor) - zie hoofdstuk 13.6.1 Niveau 1, Controle op ontbrekende beveiligingen en slecht gesloten deuren/panelen, Controle van het unit alarmrapport wanneer de unit niet werkt (zie de handleiding 30XA/30XAS/30XW Pro-Dialog Regeling voor meer informatie). Alghele visuele inspectie voor tekenen van slijtage. 13.2 - Onderhoud niveau 2 Zie opmerking Wanneer de beschreven... in hoofdstuk 13.3. Voor dit niveau is specifieke elektrotechnische en werktuigkundige kennis nodig. Het is mogeijk dat deze kennis bij de afnemer aanwezig is: eigen onderhoudsdienst, gespecialiseerde installateur/onderaannemer. In dat geval wordt uitvoering van de volgende werkzaamheden aanbevolen. Eerst alle punten van niveau 1 en dan: Controleer minimaal 1x per jaar de aansluiting/bevestiging van de elektrische aansluitingen (zie tabel 13.4), Controleer de aansluiting/bevestiging van alle aansluitingen van de regelingen (zie tabel 13.4), Reinig zo nodig de binnenkant van de schakelkasten, Controleer de aanwezigheid en de conditie van de elektrische beveiligingen, Controleer de goede werking van alle elektrische verwarmingselementen, Vervang de zekeringen elke 3 jaar of na 15000 bedrijfsuren, Vervang de in optie 22 toegepaste koelventilatoren van de schakelkast (met aanduiding EF22_) om de vijf jaar, Controleer de hoogte van de trillingdempers (deze bevinden zich tussen de compressor rails en het unit chassis) na 5 jaar bedrijf en daarna elk jaar. Wanneer de totale minimum hoogte van de trillingdempers minder is dan 28 mm, moeten ze worden vervangen. Controleer de wateraansluitingen, Ontlucht het watercircuit, Reinig het waterfilter, Reinig de condensors met een lagedrukspuit en een biologisch afbreekbaar reinigingsmiddel (spuit in de richting van de lamellen, tegen de luchtstroming in - zie hoofdstuk 13.6.2 Niveau 2), 49

Vervang de mechanische afdichting van de pomp na 10.000 draai-uren, Controleer de bedrijfsparameters van de unit en vergelijk ze met eerdere waarden, Houd een onderhoudsregistratie bij van elke unit. Bij al deze werkzaamheden moeten adequate voorzorgsmaatregelen worden genomen. Alle veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen moeten strikt worden opgevolgd: draag beschermende kleding, volg alle plaatselijke en nationale veiligheidsvoorschriften en -richtlijnen strikt op, gebruik uw gezond verstand! 13.3 - Onderhoud niveau 3 (of hoger) OPMERKING: Wanneer de beschreven werkzaamheden foutief of niet worden uitgevoerd, dan vervalt de garantie en is de fabrikant, Carrier Frankrijk, niet meer aansprakelijk. Voor dit niveau is specifieke kennis/gereedschappen nodig. Deze werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd door vakkundig personeel. Het gaat hier om: Het vervangen van een belangrijke component (compressor, koeler), Werkzaamheden aan het koudemiddelcircuit (hanteren van koudemiddel), Wijzigen van de fabrieksinstelling (wijzigen van de toepassing), Afvoeren of demonteren van de koelmachine, Werkzaamheden ten gevolge van een niet uitgevoerde routine onderhoudsbeurt, Werkzaamheden die onder de garantie vallen. 13.4 - Aandraaimomenten voor elektrische aansluitingen 13.4.1 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste elektrische aansluitingen Component Code Waarde (N m) Rail en externe aansluitingen M8 18 M10 L1/L2/L3 30 PE aansluitpunt (aarde), externe aansluiting (M12) PE 70 Aansluitklem, compressor magneetschakelaar Magneetschakelaar 3RT103_ Magneetschakelaar 3RT104_ 5 Magneetschakelaar 3RT105_ 11 Magneetschakelaar 3RT106_ KM_ 21 Moer op compressormagneetschakelaar M8 voor schakelaar 3RT105_ 18 M10 voor schakelaar 3RT10_7 KM_ 30 Aansluitklem, transformator Type 2 (3RB2956_) 11 Type 3 (3RB2966_) TI_ 21 Moer op transformator aansluiting M8 18 M10 TI_ 30 Compressor aardklem in de hoofdstroom aansluitkast Klem M8 Gnd 30 Compressor fase-aansluitingen M12 25 M16 EC_ 30 Compressor aardaansluiting Gnd on EC_ 25 Aansluitklem, beveiligingsschakelaars 3RV1011_ QF_/QM_ 1 Aansluitklem, magneetschakelaar waterpomp Magneetschakelaar 3RT101_ KM90_ 1 Magneetschakelaar 3RT102_ 2.2 LET OP: Het vastdraaien van de compressor aansluitingen vereist speciale aandacht. Zie onderstaand hoofdstuk voor details. 13.4.2 - Voorzorgsmaatregelen voor de voedingsklemmen van de compressor Deze voorzorgsmaatregelen moeten worden genomen tijdens onderhoud waarbij de voedingskabels die zijn aangesloten op de voedingsklemmen van de compressor moeten worden verwijderd. De bevestigingsmoer van klem (6) waarmee de isolator (7) is vastgezet mag nooit worden losgedraaid, want deze verzekert dat de klem goed vastzit en dat de compressor lekdicht is. Voor het bevestigen van de fasestrip (4), moet het juiste aandraaimoment worden gebruikt tussen contramoer (5) en bevestigingsmoer (3): hierbij dient contramoer (5) tegengehouden te worden. Contramoer (5) mag niet in aanraking komen met bevestigingsmoer (6). 1. Aandraaimoment voor bevestigen van de fasestrip 2. Voorkom dat de moeren elkaar aanraken 3. Bevestigingsmoer van de fasestrip 4. Fasestrip 5. Contramoer 6. Bevestigingsmoer van klem 7. Isolator 13.5 - Aandraaimomenten voor de belangrijkste bouten en moeren Bout type Gebruikt voor Waarde (Nm) Metalen bout D=4.8 Condensor module, steunen omkasting 4.2 Bout H M8 Condensor module, compressorbevestiging 18 Zelftappende schroef M10 Condensor module, onderlinge verbinding, 30 bevestiging schakelkast, bevestiging compressor, bevestiging olie-afscheider Zelftappende schroef M6 Leidingsteun, kap 7 Bout H M8 Leidingbeugel 12 Bout H M6 Leidingbeugel 10 Moer H M10 Compressorchassis 30 Moer H M10 Chassis waterpomp 30 Bout H M8 Deksel filterdroger 40 Bout H M12 Flens economizerpoort 40 Bout H M16 Flenzen olie-afscheider, flenzen zuigleiding 110 Bout H M16 Waterboxen warmtewisselaar 190 Bout H M20 Flenzen zuigleiding 190 Moer 5/8 ORFS Olieleiding 65 Moer 3/8 ORFS Olieleiding 26 Moer H M12/M16 Victaulic koppelingen (waterzijdig) 60 LET OP: Het vastdraaien van de compressor aansluitingen vereist speciale aandacht. Zie hoofdstuk 13.4.2 voor details. 50