BRL 9500 Deel 01 2006-12-06 NATIONALE BEOORDELINGSRICHTLIJN voor het KOMO -, respectievelijk het NL-EPBD -procescertificaat voor ENERGIEPRESTATIEADVISERING voor het NL-EPBD -procescertificaat voor het afgeven van het Vastgesteld door het CCvD van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector op 6 december 2006 Aanvaard door de Harmonisatie Commissie Bouw van de Stichting Bouwkwaliteit op 20 december 2006 KBI
Algemene informatie bij deze uitgave Een nieuwe versie van BRL 9502 is om twee redenen gewenst. Ten eerste is uit een in opdracht van SenterNovem uitgevoerd evaluatieonderzoek gebleken, dat de certificatieregeling moet worden aangescherpt om de kwaliteit van de gecertificeerde energieprestatieadvisering te verhogen. Ten tweede heeft de Minister van VROM ervoor gekozen om bij de implementatie van de Europese richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) gebruik te maken van de certificering van energieprestatieadvisering. De huidige herziening van BRL 9502 voorziet erin, dat gecertificeerde bedrijven voortaan twee soorten diensten kunnen verlenen: het leveren van een (verplicht) energieprestatiecertificaat voor een bestaande woning (BRL Deel 9500-01), en het leveren van een (vrijwillig) EPA-maatwerkrapport voor een bestaande woning (BRL Deel 9500-02). Alle certificatieregelingen voor adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen, dus ook BRL 9502, worden nu ondergebracht in één nieuwe beoordelingsrichtlijn, BRL 9500. De beoordelingsrichtlijn bestaat uit een Algemeen Deel en een aantal Bijzondere Delen voor diverse deelgebieden op het terrein van energieprestatieadvisering. Een deelgebied wordt gekenmerkt door het soort advies (bijvoorbeeld: het leveren van een energieprestatiecertificaat, bestaande bouw) en het soort gebouw (bijvoorbeeld: woningen). Het Algemene Deel (BRL Deel 9500-00) bevat de eisen die altijd voor energieprestatieadvisering gelden, ongeacht het soort advies en gebouw. De relevante BRL voor energieprestatie van gebouwen, deelgebied energieprestatiecertificaat, woningen, bestaande bouw bestaat dus uit twee delen: BRL Deel 9500-00 (algemene eisen), en BRL Deel 9500-01 (aanvullende eisen voor het energieprestatiecertificaat, woningen, bestaande bouw). Dit BRL Deel is opgesteld, onder begeleiding van TC 9500 van het Centraal College van Deskundigen (CCvD) van de Stichting Kwaliteitsborging Installatiesector (KBI).
INHOUDSOPGAVE pagina 1. INLEIDING 1 2. REIKWIJDTE VAN HET PROCESCERTIFICAAT 1 3. EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE 1 4. EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES 2 4.1 Vakbekwaamheid 2 4.2 Onafhankelijk advies 2 4.3 Geheimhouding 2 4.4 Representatieve woningen 2 4.5 Te verrichten activiteiten 2 4.5.1 Informeren opdrachtgever 2 4.5.2 Opname huidige situatie 2 4.5.3 Berekening van de Energie Index (EI) 3 4.5.4 Levering van het energieprestatiecertificaat 3 4.5.5 Afmelding 3 4.5.6 Bewaren van gegevens 4 5. EISEN TE STELLEN AAN DE PROCESCERTIFICAATHOUDER 5 5.1 Inschrijving bij Kamer van Koophandel 5 5.2 Adviseurscode 5 5.3 Personeel 5 5.4 Hulpmiddelen en instrumenten 5 6. INTERNE KWALITEITSBEWAKING 5 7. EXTERNE KWALITEITSBEWAKING 6 7.1 Toelatingsprocedure 6 7.2 Vervolgcontroles 6 7.2.1 Periodieke organisatiegerichte inspecties (audits) 6 7.2.2 Projectgerichte inspecties 6 7.2.3 Rapportage 7 7.2.4 Sancties 7 8. EISEN TE STELLEN AAN HET PROCESCERTIFICAAT 7 9. REFERENTIES 7 Bijlage 1 Model van het procescertificaat Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de EPA-adviseur
1. INLEIDING Dit Bijzondere Deel van beoordelingsrichtlijn 9500 beschrijft de aanvullende eisen voor het procescertificaat voor adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen: deelgebied energieprestatiecertificaat, bestaande woningen. Op de certificering voor dit deelgebied is van toepassing: dit gehele Bijzondere Deel (BRL Deel 9500-01), en het Algemene Deel van BRL 9500 (BRL Deel 9500-00). 2. REIKWIJDTE VAN HET PROCESCERTIFICAAT Het certificaat heeft betrekking op adviesdiensten op het gebied van de energieprestatie van gebouwen ten behoeve van het energieprestatiecertificaat, bestaande woningen. De dienst resulteert in een energieprestatiecertificaat 1, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van de bestaande woning overwogen kunnen worden. Een energieprestatiecertificaat kan betrekking hebben op: één woning, woningen, van eenzelfde eigenaar of van eenzelfde Vereniging van Eigenaren, die deel uitmaken van één of meer rijen grondgebonden zelfstandige woningen, of woningen, van eenzelfde eigenaar of van eenzelfde Vereniging van Eigenaren, die deel uitmaken van één of meer woongebouwen. In deze beoordelingsrichtlijn wordt verstaan onder een EPA-adviseur : een persoon die voldoet aan de eisen van bijlage 2. 3. EISEN TE STELLEN AAN DE RAPPORTAGE De procescertificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde dienst, die onder andere bestaat uit het leveren van een rapportage in de vorm van een energieprestatiecertificaat 2, waarin maatregelen worden genoemd die ter verbetering van de energieprestatie van de bestaande woning overwogen kunnen worden. De eisen die aan de rapportage worden gesteld, zijn niet opgenomen in de BRL. Er wordt (in hoofdstuk 4) verwezen naar andere documenten. Daarnaast bestaat de te leveren dienst ook uit te verrichten activiteiten. De eisen die aan de te verrichten activiteiten worden gesteld, staan in hoofdstuk 4. 1 2 Zoals bedoeld in het Besluit energieprestatie gebouwen (BEG). Een energieprestatiecertificaat wordt niet afgegeven door een certificatie-instelling, maar door het gecertificeerde bedrijf. - pagina 1 -
4. EISEN TE STELLEN AAN HET PROCES De procescertificaathouder levert aan zijn opdrachtgever een gecertificeerde dienst die uit een aantal te verrichten activiteiten bestaat. De eisen die aan de te verrichten activiteiten worden gesteld, staan in dit hoofdstuk. 4.1 Vakbekwaamheid De dienst wordt verricht door of onder verantwoordelijkheid van een EPA-adviseur. 4.2 Onafhankelijk advies De procescertificaathouder verricht de advisering op onafhankelijke wijze. 4.3 Geheimhouding De certificaathouder houdt tegenover derden alle gegevens geheim, waarvan hij kennis neemt als gevolg van de gecertificeerde werkzaamheden, behoudens in geval van wettelijke verplichtingen. 4.4 Representatieve woningen Indien een woning, een woonblok of een woongebouw niet teveel afwijkt van een andere woning of van een ander woonblok of woongebouw, dan kan daarvoor een energieprestatiecertificaat worden afgegeven op basis van het energieprestatiecertificaat van een representatieve woning of een representatief woonblok of woongebouw. In hoofdstuk 7 van ISSO 82.1 [1] is aangegeven wanneer een energieprestatiecertificaat mag worden gebaseerd op representatieve woningen. 4.5 Te verrichten activiteiten 4.5.1 Informeren opdrachtgever De procescertificaathouder stelt de opdrachtgever op de hoogte van het feit dat de gegevens die moeten worden opgenomen in het monitoringsbestand (zie verderop), zullen worden geregistreerd bij derden. 4.5.2 Opname huidige situatie 4.5.2.1 Doel van de gebouwopname Voor het selecteren van de in overweging te nemen verbetermaatregelen en voor het berekenen van de Energie Index van een bestaand gebouw wordt uitgegaan van standaard gebruikersgedrag, en van het gebouw en de installaties zoals aanwezig. - pagina 2 -
De procescertificaathouder gaat ter plaatse na of de uiteindelijk ter beschikkingkomende informatie voldoende basis vormt om een energieprestatiecertificaat te kunnen opstellen dat is gebaseerd op de werkelijk bestaande situatie. 4.5.2.2 Gegevensbronnen De procescertificaathouder moet de gegevens zelf verzamelen door waarneming in het gebouw, maar het is toegestaan om gebruik te maken van schriftelijke informatie die door de opdrachtgever wordt verstrekt. De procescertificaathouder controleert dan steekproefsgewijs de betrouwbaarheid van de op deze wijze verkregen informatie. Informatie die niet kan worden verkregen door waarneming in het gebouw mag worden vervangen door mondelinge informatie van de opdrachtgever. Bij het vastleggen van de gegevens over de huidige situatie vermeldt de procescertificaathouder de bron van de gegevens: 1. waarneming in het gebouw, 2. van bestek of tekening (ter beschikking gesteld door opdrachtgever), of 3. volgens mededeling (mondeling) van opdrachtgever. 4.5.2.3 Opname gebouw De procescertificaathouder voert de gebouwopname uit volgens hoofdstuk 6 van ISSO 82.1 [1]. 4.5.3 Berekening van de Energie Index (EI) De procescertificaathouder bepaalt de Energie Index (EI) van de bestaande woning of het bestaande woongebouw volgens hoofdstuk 3 van ISSO 82.1 [1]. 4.5.4 Levering van het energieprestatiecertificaat De procescertificaathouder levert aan de opdrachtgever een energieprestatiecertificaat, dat voldoet aan hoofdstuk 2 van ISSO 82.1 [1]. Dit doet hij pas nadat hij het energieprestatiecertificaat heeft afgemeld. 4.5.5 Afmelding De procescertificaathouder meldt de vaststelling van het energieprestatiecertificaat en de vastgestelde Energie Index elektronisch aan de beheerder van het landelijke gegevensbestand van energieprestaties van gebouwen, door het zenden van een monitoringsbestand. De gedetailleerde karakteristieken van het monitoringbestand (formats e.d.) worden gepubliceerd door de beheerder van het landelijk gegevensbestand. Opmerking Het landelijk gegevensbestand moet nog worden toegewezen aan een beheerder. - pagina 3 -
4.5.6 Bewaren van gegevens Het landelijke gegevensbestand biedt ondersteuning aan eigenaren en huurders van woningen, aan gemeenten en aan procescertificaathouders en certificatieinstellingen. De beheerde gegevens zijn slechts toegankelijk voorzover de vereiste bescherming van privacy dat toestaat. De procescertificaathouder houdt voor elk project een projectdossier bij. Het projectdossier bevat in elk geval: de schriftelijke opdracht(bevestiging), indien van toepassing, een kopie van het aan de opdrachtgever geleverde energieprestatiecertificaat, het ingevulde opnameformulier, respectievelijk de invoer file, de elektronische bestanden van de uitgevoerde energieprestatieberekeningen, en als er klachten zijn alle correspondentie in verband met die klachten. De procescertificaathouder moet het projectdossier tot tien jaar na afronding van de opdracht bewaren. De procescertificaathouder bewaart het computerbestand waarmee het rapport tot stand is gekomen tot tien jaar na afronding van de opdracht. - pagina 4 -
5. EISEN TE STELLEN AAN DE PROCESCERTIFICAATHOUDER 5.1 Inschrijving bij Kamer van Koophandel Geen aanvullende eisen. 5.2 Adviseurscode Geen aanvullende eisen. 5.3 Personeel De procescertificaathouder heeft ten minste één EPA-adviseur in vaste dienst. Opmerking Het mag een deeltijd dienstverband zijn. 5.4 Hulpmiddelen en instrumenten De procescertificaathouder beschikt over de in paragraaf 6.1 van ISSO 82.1 [1] genoemde instrumenten. 6. INTERNE KWALITEITSBEWAKING Geen aanvullende eisen. - pagina 5 -
7. EXTERNE KWALITEITSBEWAKING 7.1 Toelatingsprocedure In afwijking van de in 7.1 van deel 00 opgenomen bepaling bedraagt de door de certificatieinstelling te besteden tijd aan het organisatiegericht onderzoek voor een organisatie met ten hoogste 4 uitvoerenden ten minste 4 uur. In het kader van het projectgerichte toelatingsonderzoek controleert de certificatie-instelling twee energieprestatiecertificaten voor verschillende opdrachtgevers. Eén van de twee is een energieprestatiecertificaat afgegeven op basis van het energieprestatiecertificaat van een representatieve woning of een representatief woonblok of woongebouw, tenzij de procescertificaathouder dergelijke energieprestatiecertificaten niet heeft afgegeven. De totaal te besteden tijd bedraagt 4 uren. De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en overige tijd nodig voor het volledig behandelen van de aanvraag 3. Opmerking Als de certificatie-instelling terug moet komen, bijvoorbeeld omdat de tekeningen op een andere plaats liggen (bij de opdrachtgever), dan heeft dat invloed op de te besteden tijd die niet meetelt in de genoemde totaal te besteden tijd. 7.2 Vervolgcontroles 7.2.1 Periodieke organisatiegerichte inspecties (audits) Geen aanvullende eisen. 7.2.2 Projectgerichte inspecties De certificatie-instelling controleert jaarlijks een aantal projecten. Dit aantal is gelijk aan 2 % van het aantal verrichte projecten op jaarbasis met een minimum van 2, bij een aantal van ten hoogste 1000 projecten op jaarbasis. Bij meer dan 1000 projecten op jaarbasis bedraagt het aantal 20 + 0,05 % van het aantal projecten op jaarbasis, afgerond naar boven. De tijd die de certificatie-instelling ten minste besteedt aan de jaarlijkse projectgerichte controles is gelijk aan 2 x het aantal te controleren projecten, in uren. De te besteden tijd heeft slechts betrekking op onderzoek en verslaglegging, dus niet op reistijd en dergelijke. Steeds is de helft van de te controleren energieprestatiecertificaten een energieprestatiecertificaat afgegeven op basis van het energieprestatiecertificaat van een representatieve woning of een representatief woonblok of woongebouw, tenzij de procescertificaathouder daarvoor niet voldoende van dergelijke energieprestatiecertificaten heeft afgegeven. - pagina 6 -
7.2.3 Rapportage 7.2.4 Sancties Geen aanvullende eisen. Indien bij enig van de jaarlijks te controleren projecten één of meer ernstige fouten (kritieke afwijkingen) worden geconstateerd 4, voert de certificatie-instelling een extra aantal projectcontroles uit, gelijk aan 50 % van het normale aantal jaarlijkse projectcontroles. Als ernstige fout (kritieke afwijking) worden ten minste aangemerkt: fouten waardoor de in het energieprestatiecertificaat opgegeven waarde van de Energie Index bestaande bouw meer dan 8 % afwijkt, en de lijst van te overwegen verbeteringsmaatregelen is onjuist. 8. EISEN TE STELLEN AAN HET PROCESCERTIFICAAT Een model van het procescertificaat is opgenomen in bijlage 1. De lay-out van het procescertificaat moet voldoen aan de eisen van de houder van het merkteken, Stichting Bouwkwaliteit (www.bouwkwaliteit.nl). 9. REFERENTIES [1] ISSO 82.1 Energieprestatie van woning en woongebouwen. Energieprestatiecertificaat, december 2006. 3 De wijze van behandeling voldoet aan NEN-EN 45011. 4 Los van de hier beschreven sanctie levert de certificaathouder aan de opdrachtgever een gecorrigeerd energieprestatiecertificaat en corrigeert hij de afmelding. - pagina 7 -
Bijlage 1 Model van het procescertificaat NL-EPBD procescertificaat Naam certificatie-instelling LOGO van Adresgegevens Certificatieinstelling nummer: uitgegeven: Energieprestatieadvisering BRL 9500-01 deelgebied energieprestatiecertificaat, bestaande woningen NAAM Procescertificaathouder Verklaring van (ABC) <<(ABC) staat voor de certificatie-instelling>> Dit procescertificaat is op basis van BRL 9500 d.d. 2006-xx-xx conform het (ABC) Reglement voor Procescertificatie 1995 afgegeven door (ABC). (ABC) verklaart, dat het gerechtvaardigd vertrouwen bestaat, dat de door de procescertificaathouder verrichte werkzaamheden met betrekking tot de energieprestatie van bestaande woningen zijn uitgevoerd overeenkomstig hoofdstuk 4 van de BRL en dat de door de procescertificaathouder geleverde rapportages voldoen aan hoofdstuk 3 van de BRL. Voor (ABC), directeur Gebruikers van dit procescertificaat wordt geadviseerd om bij (ABC) te informeren of dit document nog geldig is. Beoordeeld is: kwaliteitssysteem en proces Periodieke controle Bijlage 1
Bijlage 2 Eisen aan de vakbekwaamheid van de EPA-adviseur Een EPA-adviseur heeft: een relevante installatietechnische, bouwtechnische en/of technische opleiding, en ten minste een werk- en denkniveau overeenkomstig een basisberoepsopleiding 5. niveau specifieke aanvullende opleiding: Cursus EPA-adviseur, die voldoet aan de criteria genoemd in ISSO publicatie 82. Verder beschikt een EPA-adviseur over de volgende vakbekaamheden: hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL een opname te maken van de bouwkundige schil en de installaties van een gebouw waarvoor het energieprestatiecertificaat moet worden opgesteld. hij/zij is in staat om volgens de voorschriften van de BRL op basis van gegevens uit een opname de EI (Energie Index) van een gebouw te berekenen. hij/zij is in staat om staat om volgens de voorschriften van de BRL een energieprestatiecertificaat op te stellen. 5 Basisberoepsopleiding zoals bedoeld in de Wet Educatie en Beroepsonderwijs (WEB). Bijlage 2