Generale Synode Meppel 2017 Postbus AT AMERSFOORT Kampen, 16 december 2016

Vergelijkbare documenten
Voor definities: zie artikel 9 1

1. VERANTWOORDELIJKHEID 2. RESULTATEN 3. QUOTA EN RESERVE

BUREAU STUDIEFINANCIERING

Rapport van de Commissie Steunbehoevende Studenten Theologie in de Nederlands Gereformeerde Kerken over de jaren 2010 t/m 2012.

gelezen het voorstel van het College van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente Leidschendam-Voorburg 2015

Gemeente Sint Anthonis

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Ede (Gelderland)

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 11 november 2014;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ;

vast te stellen de Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG GEMEENTEN HOOGEZAND-SAPPEMEER, SLOCHTEREN EN MENTERWOLDE

Bureau Studiefinanciering REGELING KERKELIJKE STUDIEFINANCIERING VOOR THEOLOGISCHE STUDENTEN VAN DE GEREFORMEERDE KERKEN IN NEDERLAND 1

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van Echt-Susteren d.d met BBV nummer ;

Raadsbesluit Jaar 2015/09/24/06. Besluit:

op voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 september 2014; b e s l u i t :

No.W /I 's-gravenhage, 13 juni 2013

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studievoorschot, de nieuwe studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

gelet op artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel c van de Participatiewet;

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG PARTICIPATIEWET GEMEENTE ASSEN 2015

Acta. Bijlage IX - V. van de Generale Synode Amersfoort-Centrum 2005 van de Gereformeerde Kerken in Nederland. Regeling Studiefinanciering

Dit is wat je maximaal kan krijgen. Of dit voldoende is, ligt vaak voornamelijk aan de huur.

Verordening individuele studietoeslag Krimpen aan den IJssel 2015

Volgnummer : 52 Kenmerk : sector samenleving Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 2015

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van de gemeente Aa en Hunze, d.d , nummer.;

VERORDENING INDIVIDUELE STUDIETOESLAG TWENTERAND

Verordening individuele studietoeslag. Gemeente Kerkrade

Gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van o, met overneming van de daarin vermelde motieven;

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente De Wolden 2015

Rapport van de Commissie Steunbehoevende Studenten Theologie in de Nederlands Gereformeerde Kerken.

STUDIEFINANCIERING. Fonds. Studiefinanciering. Suriname. Fonds Studiefinanciering. Studeren is investeren in jezelf! in Suriname

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Wijk bij Duurstede (Utrecht)

De kosten van het studeren

Welkom bij DUO. Johannes Bos Servicekantoor Enschede

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Urk 2015

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet, Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen 2015

*Z F6* Verordening individuele studietoeslag gemeente Goeree-Overflakkee

Verordening individuele studietoeslag gemeente Nederweert 2015

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

gelet op artikel 8, eerste lid, onderdeel c, en derde lid, van de Participatiewet;

Raadsvoorstel. Voorstel om te besluiten>> Wij stellen voor de Verordening individuele studietoeslag gemeente Mook en Middelaar 2015 vast te stellen.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Inschrijving Hoger Onderwijs en Studiefinanciering

Verordening individuele studietoeslag gemeente Midden- Delfland 2015

B E S L U I T: vast te stellen de verordening individuele studietoeslag Westvoorne.

Onderwerp : Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 6 januari 2015.

Vastgestelde verordening - Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Zoeterwoude 2015

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

Verordening individuele studietoeslag 2015 GR Ferm Werk

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag Zaanstad 2015

Wat weet jij over het leenstelsel?!

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2015 BESLUIT

Recht op individuele studietoeslag

Toelichting Verordening individuele studietoeslag gemeente Heerenveen

Gezien van voorstel van burgemeester en wethouders van 28 oktober 2014 met overneming van de daarin vermelde motieven;

Toelichting. Algemeen. Verbeteren positie arbeidsmarkt arbeidsgehandicapten

GEMEENTEBLAD

Verordening individuele studietoeslag gemeente Midden-Delfland 2016

Studiefinanciering? of sparen voor de studie van uw kinderen

Voorlichting studiefinanciering

Verordening individuele studietoeslag gemeente Westland 2015

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële naam regeling Verordening Individuele Studietoeslag Participatiewet Breda 2015

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

gelet op artikel 108, tweede lid jo. artikel 147, eerste lid van de Gemeentewet,

Verordening individuele studietoeslag ISWI.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Castricum 2015

Modelverordening individuele studietoeslag Participatiewet versie 2

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verordening individuele studietoeslag

Verordening individuele inkomens- en studietoeslag gemeente Hoogeveen 2015.

Verordening individuele studietoeslag Zevenaar 2018

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet ISD Bollenstreek 2017 BESLUIT

Gemeente Kerkraãe. Ontwerpbesluit raadsvergadering d.d De raad van de gemeente Kerkrade;

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Oegstgeest 2015

Onderwerpen. 1. Tegemoetkoming scholieren. 2. Studiefinanciering. 3. Aanvragen en aanmelden

Verordening individuele studietoeslag 2015

Toetsingskader Sociale leningen studiefinanciering

Verordening individuele inkomenstoeslag en individuele studietoeslag gemeente Almelo

Afdeling: Beleid Maatschappij Leiderdorp, 11 december 2014

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet Gemeente.

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet gemeente Lingewaard 2015

Meenemen studieleningen bij acceptatie hypothecair krediet

Toegankelijkheid hoger onderwijs en de rol van studiefinanciering

Stichting Rauwerda-Westra Fonds Tytsjerksteradiel

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 mei 2015, nummer ;

Borgstelling geldlening SPPiLL tbv aankoop langgevelboerderij Barrierweg 4.

Geld voor school en studie

Verordening individuele studietoeslag 2016

Welkom bij de presentatie van DUO. Hanno Snelders Servicekantoor Nijmegen

Verordening individuele studietoeslag Participatiewet 4.2 Maastricht-Heuvelland 2015

Jaarverslag / financieel verslag van de Stichting Steunfonds RIBW Groep Overijssel. over het jaar 2014

VOORLICHTING EXAMENKLASSEN VOORTGEZET ONDERWIJS. Voorlichting Examenklassen

Welkom! Duidelijkheid vaststellen eigenwoningschuld! Drs. J.O. (Jasper) Horsthuis

Geld voor school en studie

Transcriptie:

Generale Synode Meppel 2017 Postbus 770 3800 AT AMERSFOORT secretariaat@synode.gkv.nl Kampen, 16 december 2016 Betreft: Alternatief voorstel Kerkelijke Studiefinanciering Geachte broeders, Op 20 oktober 2016 ontving u van de Raad van Toezicht van de Theologische Universiteit het rapport Kerkelijke Studiefinanciering. Het door de Raad geformuleerde rapport voorziet in een herziening van de Kerkelijke Studiefinanciering voor studenten aan de Theologische Universiteit Kampen. Dit voorstel is besproken met het College van Bestuur van deze universiteit. Naar aanleiding van opmerkingen nodigde de Raad het College van Bestuur uit een alternatief voorstel te formuleren. Uiteindelijk bleek het onderscheid tussen beide voorstellen zo groot dat ze niet met elkaar te verenigen waren. Hierop heeft de Raad van Toezicht besloten haar oorspronkelijke voorstel bij u in te dienen. Naar de mening van het College van Bestuur slaat dit voorstel een fundamenteel andere richting in dan die Artikel B13.4 van de Kerkorde vanouds wijst. Tevens heeft het negatieve consequenties voor de betrokken studenten en ook voor de Theologische Universiteit en voor de kerken. Graag lichten wij onze bezwaren tegen de voorgestelde regeling in deze brief nader toe en leggen we in de bijlage het genoemde alternatieve voorstel voor. Voorgeschiedenis Bij de Theologische Universiteit melden zich studenten die via een bijzondere levensweg of na een loopbaan elders hebben besloten predikant te willen worden. De kerken hebben voor studenten met wat wel een late roeping is genoemd, steeds oog gehad. Zij hebben voor deze meestal oudere - studenten een financiële voorziening getroffen om deze route mogelijk te maken. De grondslag daarvoor was uitgedrukt in artikel 19 KO, in de Kerkorde van de Gereformeerde Kerken is deze opgenomen in artikel B13.4: De kerken zullen ernaar streven, dat er studenten in de theologie zijn. Zij zullen, als dit nodig is, financiële steun verlenen. De kerken hebben dus sinds lang voor deze categorie studenten de weg naar het predikantschap mogelijk willen maken. Verklaringen van het oude artikel 19 KO, bijvoorbeeld die van H. Bouwman (1928) en K. de Gier (1989), leggen uit vanuit welk motief dit gebeurde: in dit artikel drukken de kerken uit dat, indien nodig, het wegnemen van financiële drempels voor mensen die predikant willen worden, een gezamenlijke kerkelijke verantwoordelijkheid is. Wie zich door God geroepen voelt en de gaven heeft en daarin door medechristenen wordt herkend, moet de opleiding tot predikant kunnen volgen. Het Statuut van de huidige regeling Kerkelijke Studiefinanciering (vastgesteld door de GS Harderwijk

2011-2012) verwoordt dit principe in Artikel 2b. Daarin staat dat deze financiering is bestemd voor studenten die tijdens hun studie of een gedeelte daarvan door het ontbreken van andere financiële voorzieningen en middelen geheel of gedeeltelijk op deze kerkelijke voorziening zijn aangewezen. Tot 1986 maakten studenten aan de Theologische Hogeschool waar mogelijk gebruik van de kinderbijslag die de ouders kregen voor studerende kinderen. Na de invoering van de basisbeurs in 1986 maken studenten aan de TU Kampen, zolang dit mogelijk is, gebruik van de gewone studiefinanciering van de overheid, dus inclusief aanvullende beurs (vanaf ca. 1990), de OV-kaart (1991), de tempobeurs (1993) en het leenstelsel (vanaf 2014). Gedurende deze hele periode zijn er studenten ondersteund die langer hadden gestudeerd dan er overheidsfinanciering beschikbaar was en is (momenteel 4 jaar voor de bachelor en 4 jaar voor de predikantsmaster). Een deel hiervan bestaat uit zij-instromers die al een baan hadden gehad. In alle gevallen wordt door het Bureau Studiefinanciering getoetst of deze studenten in aanmerking komen voor kerkelijke studiefinanciering. Zij ontvangen een lening die in principe terugbetaald moet worden of kan worden kwijtgescholden. Recente ontwikkelingen Aan de instroom aan de TU is zichtbaar dat zich zeer regelmatig studenten melden die op latere leeftijd hebben besloten predikant te worden. Deze keuze hangt mede samen met het feit dat een dergelijk besluit steeds vaker na een periode van rijping wordt genomen. Voor de studie theologie betekent dit dat meer studenten dan voorheen al een studie of baan achter de rug hebben voordat ze zich inschrijven voor de studie theologie. Ook is zichtbaar dat in het leven van zulke oudere studenten voorafgaand aan hun inschrijving sprake was van een kennelijke en soms opmerkelijke leiding van God. In de afgelopen zes jaar zijn 21 studenten die gebruik maakten van de regeling predikant geworden in de Gereformeerde Kerken vrijgemaakt. Er wordt dus zeer regelmatig een beroep gedaan op de regeling, die daarmee van belang is voor de TU Kampen en de kerken zelf. Voor studenten die een tweede studie volgen is deze regeling eveneens van groot belang. Het volgen van een tweede studie is een stuk duurder geworden, omdat de daarvoor beschikbare verlenging van de studiefinanciering is afgeschaft en tevens het hogere instellingscollegegeld moet worden betaald. Tegelijkertijd betekent het toegenomen beroep op deze regeling dat deze onbetaalbaar dreigt te worden voor de kerken. Hoewel deze ontwikkeling ook een positief effect heeft - er dienen zich binnen de kerken meer dan voorheen afgestudeerde kandidaten met levenservaring aan is het nodig de regeling te versoberen. Uiteraard moet daarbij het doel van de regeling niet uit het oog worden verloren en moet er voor studenten die het verlangen hebben predikant te worden een route openblijven. Voorstel Raad van Toezicht Theologische Universiteit Het voorstel van de Raad van Toezicht wil een oplossing aanreiken. Het resultaat is echter onbevredigend. De volgende elementen moeten nader worden gewogen: - Het rapport neemt naast de financiële draagkracht van de kerken het gelijkheidsbeginsel als uitgangspunt. Immers, alle studenten moeten na de invoering van het leenstelsel geld lenen om hun studie te bekostigen. Alle studenten in de theologie die predikant willen worden, zouden daarom hetzelfde behandeld moeten worden. Gelijkheid houdt onzes inziens echter in dat dezelfde gevallen gelijk behandeld worden. Dat gebeurt nu juist niet. Er zijn studenten die op jonge leeftijd zonder voorafgaande studieschuld kunnen lenen volgens de regels van het leenstelsel. En er zijn studenten zonder toereikende additionele middelen, die niet meer kunnen lenen volgens de regels van het leenstelsel. Deze gevallen gelijk willen behandelen doet geen recht aan de categorie studenten die op aanvullende financiering aangewezen zijn. - Gesteld wordt dat het feit dat studenten eerst andere keuzes hebben gemaakt in hun leven, niet een zaak is die de kerken aangaat. Dit is een breuk met het verleden. Hiermee gaat het voorstel tevens voorbij aan de bijzondere weg die God met dergelijke studenten soms blijkt

te gaan. Het beginsel is steeds geweest: studenten die geroepen worden predikant te worden, zouden daarbij geen onnodige financiële drempels moeten ervaren; en niet particuliere kerkleden, maar de kerken gezámenlijk zullen daarbij de helpende hand toesteken. Het rapport neemt hier een wissel, zonder dat het zich confronteert met de geestelijke waarden die het artikel 19 / B13.4 KO vertegenwoordigt. - Het voorstel dat de RvT voorlegt behelst dat alle studenten die predikant willen worden jaarlijks een toelage wordt verstrekt van 2.000,-. Hiermee wordt de regeling inderdaad betaalbaar en worden alle studenten gelijk behandeld, ook zij die niet hebben gevraagd om aanvullende financiering of zij die, evenals studenten aan andere universiteiten, gebruik kunnen maken van het leenstelsel. Tegelijk heeft dit voorstel een aantal forse nadelen. o De Theologische Universiteit zal hierdoor op langere termijn een aantal inschrijvingen en gemotiveerde studenten mislopen. o De kerken ontnemen zichzelf voorgangers met levenservaring die op latere leeftijd werden geroepen, maar die door een financiële drempel die roeping niet konden volgen. o De voorgestelde regeling verwijst studenten die op latere leeftijd theologie willen studeren naar particuliere financieringsbronnen. Hiermee wordt een stelsel waarin gemeenschappelijke verantwoordelijkheid werd uitgedrukt beëindigd. o Negatieve effecten doen zich nu al gevoelen: twee studenten die met ingang van het seizoen 2016-2017 de toegang tot de regeling werd ontzegd, hebben hun studie beëindigd. Alternatief voorstel De Theologische Universiteit heeft daarom een alternatief voorstel ontwikkeld. Hierin is gepoogd een betere balans te vinden tussen de geestelijke waarde die Artikel B13.4 van de Kerkorde vertegenwoordigt enerzijds en de financiële draagkracht van de kerken anderzijds. Zie hiervoor de bijlage. Wij hopen u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd ten behoeve van een afgewogen besluitvorming ter synode. Met vriendelijke groet, College van Bestuur Theologische Universiteit Prof. dr. R. Kuiper, voorzitter Drs. J. de Jong MCM CMC, lid

Voorstel herinrichting regeling studiefinanciering 1. Algemeen De GKv onderhouden, evenals andere kerkgenootschappen, een bijzondere financiële voorziening voor studenten die op latere leeftijd besluiten theologie te gaan studeren. Doorgaans hebben deze studenten er al een studie opzitten of werken inmiddels, wanneer het verlangen ontstaat om predikant te worden. Het gaat om een categorie studenten die geen recht meer heeft op een lening of aanvullende beurs en die zonder een aanvullende financiële bijdrage geen theologie zou kunnen studeren. De kerken hebben altijd oog gehad voor mensen die deze weg gaan soms aangeduid als late roepingen en hebben hieraan uitdrukking gegeven in Artikel B13.4 van de kerkorde. Dat artikel luidt: De kerken spannen zich ervoor in dat er voldoende studenten in de theologie zijn. De kerken bieden hun, zo nodig, financiële steun. De laatste zin geeft de grondslag voor de regeling die thans bestaat. Die regeling verschaft studenten die ervoor in aanmerking komen een toelage (renteloze lening) die zij in principe moeten terugbetalen, tenzij ze gedurende een aantal jaren predikant zijn in een van de kerken van de GKv. Dan wordt de studieschuld met een bepaald percentage per jaar kwijtgescholden. In de praktijk komt het erop neer dat na 15 jaar de studieschuld volledig teniet is gedaan. Voor de uitvoering van de regeling is er het Bureau Studiefinanciering. Studenten die zich hier melden en tot de studie worden toegelaten zijn zeer gemotiveerd. Zij willen predikant worden en zijn doelgericht in studiehouding en mentaliteit. Voor de kerken zijn zij de zij-instromers in het ambt van predikant; veelal mensen met de nodige levenservaring die iets extra s meebrengen voor de kerken. Gemiddeld melden zich drie studenten per jaar die starten in bachelor of premaster. De kerken stellen per jaar 190.000,- beschikbaar voor deze categorie studenten. In 2015 werd besloten de regeling tijdelijk stop te zetten omdat de verplichtingen van het fonds het jaarlijks plafond overschreden. Dat heeft te maken met de grotere toeloop dan de voorgaande jaren. Ook het systeem van de toelage is voorwerp van discussie, mede in het licht van het feit dat alle studenten na de afschaffing van de basisbeurs moeten lenen. In het volgende voorstel wordt een nieuwe regeling uiteengezet die recht blijft doen aan het beginsel dat de kerken studenten, die een bijzondere weg gaan naar het predikantsambt, zo nodig financieel steunen, maar ook een zekere versobering van de regeling op het oog heeft om deze in de toekomst te laten bestaan. 2. De voorgestelde aanpak In de huidige regeling is gekozen voor de systematiek die ook de overheid toepast. Kenmerk daarvan was een hoge mate van objectiviteit en nauwelijks maatwerk: een beslisboom leidde tot een bedrag dat vervolgens vrijwel steeds ook werd aangevraagd. (Het is een lastige zaak om evenwicht te vinden tussen eenvoud en objectiviteit in de regeling versus maatwerk: de huidige objectievere regeling is een reactie op de voormalige sterk subjectieve praktijk, waarbij de gelijke behandeling onder druk staat.) De studenten die op latere leeftijd alsnog theologie gaan studeren hebben al een weg afgelegd voordat ze tot deze keuze kwamen. Het gaat om studenten die een opleiding elders voltooid hebben, gewerkt hebben, en daarbij meestal ook de lasten van een gezin hebben. Er kan sprake zijn van een studieschuld die nog afgelost moet worden. In de toekomst zullen studenten die voor hun eerste studie hebben moeten lenen volgens het vigerende leenstelsel de studie theologie dus aanvangen met een studieschuld. Vanaf september 2015 ontvangen studenten in Nederland niet langer een basisbeurs, maar moeten zij geld lenen voor de bekostiging van hun studie. Alle studenten krijgen hetzelfde budget en dezelfde afbetalingsregeling met een looptijd van 35 jaar. Studenten die voor het eerst gebruik maken van het

sociaal leenstelsel hebben geen voorafgaande studieschuld en kunnen door ouders ondersteund worden. Ook kunnen zij bijverdienen. Daarmee wordt een eigen verantwoordelijkheid voor de bekostiging van de studie gestipuleerd. Studenten die op latere leeftijd theologie gaan studeren en die in de regeling van de kerken worden bedoeld kunnen niet meer bij de overheid lenen en zijn aangewezen op andere bronnen. Dat kan de regeling zijn, dat kunnen ook eigen middelen zijn. Zij zullen gedurende de jaren van hun studie in ieder geval geen volledig inkomen kunnen verwerven (de studie is voltijds), maar mogelijk hebben zij een partner die dat wel kan of kunnen reserves worden aangesproken. De regeling moet zo worden ontworpen dat ook hier de eigen verantwoordelijkheid van de student met een late roeping voor de bekostiging van zijn studie wordt onderstreept. De regeling is een tegemoetkoming, maar doet ook een beroep op de student zelf. De versobering van de regeling bestaat hierin dat de omvang van de groep die jaarlijks gebruik kan maken van de regeling wordt vastgesteld op drie als jaarlijks gemiddelde). De omvang van de toelage wordt beperkt en krijgt het karakter van een tegemoetkoming. 3. De regeling De doelgroep die in aanmerking komt voor studiefinanciering van de kerken bestaat uit studenten die niet meer onder het Reguliere leenstelsel van de DUO vallen. Dat zijn studenten die geen recht meer hebben op een lening of een aanvullende beurs en die zonder financiële bijdrage geen theologie zouden kunnen studeren. Op formule: a. Studenten die het voornemen hebben predikant te worden in de GKv en die bij aanvang van de studie geen recht meer hebben op studiefinanciering van de overheid, of b. Studenten die vanwege een eerdere studie bij aanvang reeds weten dat hun lopende rechten onvoldoende zijn voor de gehele studie. Aanvragen moeten ingediend worden tussen 1 januari en 1 mei voorafgaand aan het Jaar van aanvraag. Per jaar worden in de regel drie aanvragen gehonoreerd. Een afgewezen student mag het volgend jaar nogmaals een aanvraag indienen. Voorwaarden om een aanvraag in te dienen moeten volstrekt helder zijn: - Géén mogelijkheid meer voor een beurs of een lening bij DUO. Recht op enkele jaren lenen bij DUO, maar niet voor de volle nominale studie aan de TU. - Het vrij besteedbare gezinsvermogen per 1 januari van het jaar van aanvraag mag niet hoger dan 25.000,- zijn. Onder het vrij besteedbaar gezinsvermogen wordt verstaan het saldo van contant geld, bank- en girotegoeden plus de waarde van aandelen en overige beleggingen minus schulden per 1 januari van het jaar van aanvraag. Een eigen woning met daarop rustende hypotheek is daarbij niet inbegrepen. - Het totale gezinsvermogen is per 1 januari van het jaar van aanvraag niet hoger dan 50.000,-. Onder het totale gezinsvermogen wordt verstaan het totaal van het vrij besteedbaar gezinsvermogen inclusief alle overige bezittingen en schulden. Voor de waardebepaling van de eigen woning wordt uitgegaan van de WOZ-waarde. Derhalve moet bij de eerste aanvraag een kopie van de aangifte IB van de meest recente twee jaren van aanvrager en echtgenoot worden aangeleverd. - De student moet minimaal 15 jaar kunnen dienen als predikant, en derhalve bij aanvang van de studie respectievelijk uiterlijk 46 (bachelor), 49 (predikantsmaster) of 50 (kerkelijke route) zijn. 4. De financiële ondersteuning via Bureau SF Per nieuw cursusjaar is er een budget van 24.000,- beschikbaar. Dit wordt dus verdeeld over gemiddeld drie studenten. Dit betekent dat er voor elke student 8.000,- beschikbaar is. Verdeeld over 12 maanden is dat 667,- per maand. Dit is uiteraard niet kostendekkend voor collegegeld en

levensonderhoud. De betreffende student is daarom zelf verantwoordelijk om een eventueel gat te dichten. Dat kan bijvoorbeeld door: - Bijverdienen, lenen, bijdrage eventuele partner. In deze situaties zal lenen van de overheid niet meer tot de mogelijkheden behoren. - Steun van een plaatselijke gemeente die een oudere student adopteert en een bepaalde mate van financiële ondersteuning biedt gedurende diens studie. a. Kwijtschelding Gedurende de ambtsuitoefening vindt lineair kwijtschelding plaats over een periode van 15 jaar. Dit is een jaarlijkse schenking (fiscaal onbelast). Na die periode van 15 jaar hoeft er dus niet meer afgelost te worden. Wanneer een student aanvullend financiering moet aantrekken (een lening moet afsluiten) voor zijn levensonderhoud zal hij daarover natuurlijk gewoon bij de betrokken financier moeten aflossen, en eventueel zal hij ook moeten aflossen over een eerder ontvangen studielening van de overheid. Wanneer een predikant gedurende de 15 jaren van kwijtschelding stopt met het ambt als hoofdtaak van zijn werkweek, dan stopt de kwijtschelding en zal het niet-kwijtgescholden restant alsnog afgelost dienen te worden. b. Hoogte van de jaarlijkse bijdrage voor Bureau SF Wanneer de toelage het karakter krijgt van een tegemoetkoming in de studiekosten en levensonderhoud kan ook het plafond van de regeling omlaag. Dat plafond wordt afgestemd op het gemiddelde aantal van drie studenten per jaar die instromen en aan de voorwaarden voldoen. Dat komt erop neer dat 18 studenten tegelijkertijd gebruik kunnen maken van de regeling. De kosten die hiermee gemoeid zijn bedragen 144.000,- per jaar. Het totaal aan ondersteuning per student zal over de hele periode niet meer dan een bedrag van 24.000,- belopen. Met de introductie van de nieuwe regeling wordt de oude afgebouwd. Daarin zitten nog verplichtingen die moeten worden nagekomen. Het verloop van de regeling (oud en nieuw) ziet er dan als volgt uit: Situatie 2017 2018 2019 2020 2021 2022 Verplichting oude regeling 135.000 95.000 64.700 40.600 -- -- Nieuwe regeling 24.000 48.000 72.000 96.000 120.000 144.000 Totaal nieuwe regeling 159.000 143.000 136.700 136.600 120.000 144.000 Huidige meerjarenbegroting 190.000 190.000 190.000 190.000 190.000 190.000 c. Overgangsrecht Op basis van de oude regeling zal nog een beperkt aantal studenten recht kunnen uitoefenen op de toezegging dat zij in aanmerking kwamen voor een lening. Wij stellen voor dat als de hiervoor genoemde studenten hun aanvraag indienen tot en met het laatste jaar van de predikantsmaster dat ook in de nieuwe regeling wordt gehonoreerd, zoals aangegeven in de opschortingsregeling. Studenten in de oude regeling die tevens gebruik willen maken van de nieuwe regeling kunnen dat uitsluitend doen door afstand te doen van de rechten uit de oude regeling. Gelet op het verschil in bijdrage verwachten wij niet dat veel van hen deze stap zullen willen zetten. d. Nieuwe regeling Een nieuwe juridische regeling kan worden ontworpen op basis van de bovenstaande uitgangspunten. Ook wordt de regeling geïndexeerd.