Spelregels Handbewogen Rolstoelhockey Hoofd - Overgangsklasse 2016-2017
Inhoudsopgave: A Speelveld ( zie tekening) B Scheidsrechters C Wedstrijdtafel D Rolstoel E Spelers F Keeper G Algemene spelregels H Overtredingen I Face-off J Doelpunt K Vrije slagen L Shoot-out. M Tijdstraffen N Tekens O Time-out P Algemeen I Bijlage I Bescherming stoel en Face-off in beeld II Bijlage II Tekens in beeld
A Speelveld: A.1 Veld: l x b x h : 26 x 16 x 0.20 meter A.2 Goal : l x h x d : 160 x 115 x 65 cm incl. valnet A.3 Keepers box : br. x l : 450 x 300 cm A.4 Keepers-doelgebied : br. x l : 250 x 100 cm A.5 Face off plaatsen : 6 stuks, 1500mm (1,5m) uit de zijlijn. A.6 Rondom buitenkant van het veld 1 meter vrijhouden als scheidsrechters gebied.
B Scheidsrechters : B.1 Twee scheidsrechters leiden de wedstrijd, waarvan een wordt aangemerkt als hoofdscheidsrechter. Deze acteert aan de kant van de wedstrijdtafel. B.2 scheidsrechters moeten proberen zoveel mogelijk buiten de boarding te fluiten. B.3 De wedstrijd word geleid door 2 scheidsrechters deze kunnen een wedstrijd beeindigen als het risico bestaat, dat de wedstrijd niet meer volgens de regels voltooid kan worden. C Wedstrijdtafel : C.1 De wedstrijdtafel houdt het wedstrijdformulier, de speeltijd en tijdstraffen bij. Deze worden aangegeven door de hoofdscheidsrechter. C.2 De wedstrijdtafel stopt de tijd en start de tijd op het teken van de hoofdscheidsrechter. D Rolstoel : D.1 De rolstoel dient te zijn voorzien van wielplaten. Alle uitstekende delen achterzijde stoel dienen te worden voorzien van beschermingsmateriaal (zie bijlage I afbeelding 1,2,en 3 ) D.2 De naam en nummer speler dienen achterop de stoel zichtbaar te zijn op A4 formaat De letters minimaal 5 cm groot en de cijfers 10 cm. D.3 Voetenplank mag op elke gewenste hoogte worden afgesteld D.4. De rolstoel is een sportrolstoel of sportieve ADL-stoel, voorzien van een voetenplank en beschermbeugel De beugel moet op minmaal 11 cm van de grond zijn en de voetenplank moet daar binnen vallen. D.5 De rolstoel is vrij van scherpe, uitstekende delen. D.6 Alle delen van de rolstoel, met uitzondering van de voetenplank en de (veiligheids)wielen, hebben een dusdanige hoogte, dat de bal er vrij onderdoor kan rollen. D.7. Er mogen geen onnodige en verwijderbare obstakels en attributen onder, op, in of aan de rolstoel. en beschermbeugel of voetenplank bevinden. D.8 De voeten moeten altijd binnen de beschermbeugel aan de voorkant van de stoel zijn. D.9 De voeten mogen onder de stoel onder of naast de voetenplank de bal niet raken.
D.10 Men mag met de voeten, de stoel niet stoppen, remmen of steppen, tenzij men hiervoor dispensatie heeft. D.11 Men mag de bal niet met voeten-voetenplank voortbewegen D.12 Een speler in een rolstoel die niet voldoet aan de bepalingen wordt door de scheidsrechter uit het veld gestuurd. E Spelers : E.1 In het veld : 5 spelers,waarvan mogelijk 4 veldspelers en een keeper. E.2 Wisselspelers : 5 speler mogen onbeperkt worden gewisseld. Alleen tijdens een dood spelmoment, aangegeven aan de wedstrijdtafel. De wedstrijdtafel geeft het aan bij de hoofdscheidsrechter d.m.v. een signaal. F Keeper : F.1 De keeper is een keeper indien hij/zij zich bevindt in de box (4.5 x x3 mtr.). F.2 De keeper is een veldspeler indien de keeper zich buiten de box (4.5 x 3 mtr.) begeeft, wordt men aangemerkt als veldspeler met daarbij behorende wedstrijdregels. F.3 Keeper is altijd verplicht helm te dragen. F.4 De bescherming van een keeper moet bestaan uit: Rolstoel met wielplaten Achter de stoel dienen alle uitstekende delen te zijn voorzien van beschermingsmateriaal (zie bijlage I). F. 5 De keeper mag handschoenen, bodyprotector en broek dragen mits, e.e.a. niet buiten rolstoel komt
G Algemene wedstrijdregels: G.1 De keeper mag met het gehele lichaam, rolstoel en stick de bal weren, maar niet schoppen-trappen naar de bal G.2 Keeper mag de bal vangen. Vervolgens moet de bal binnen 3 tellen worden weggegooid, maar de bal moet eerst op de eigen helft de vloer of boarding raken. G.3 De keeper mag niet gehinderd worden in het keepers doelgebied (250 x100 cm). G.4 Ligt de bal los-vrij in het keepers doelgebied(250 x 100 cm), mag deze wel bespeeld worden. G.5 Indien de goal wordt verplaatst, dient de keeper deze zo snel mogelijk terug te plaatsen op de markeringsstrepen. G.6 Keeper mag niet opzettelijk het doel verplaatsen. G.7 Indien de bal onder de rolstoel van een teamgenoot ligt, mag een medespeler deze hier onder vandaan halen met zijn stick. Bevindt de bal onder de rolstoel van de tegenstander mag dit niet. G.8 Teams wisselen in de rust van speelhelft. G. 9 Speelduur van een wedstrijd is 2 x 20 minuten met een pauze van 5 minuten.
H Overtredingen : H.1 De Veldspeler mag niet de bal beroeren met hand, arm of hoofd. H.2 De speler mag niet blokken. H.3 De speler mag niet de boarding verplaatsen. Toelichting: De boarding verplaatsen wordt gezien als het moedwillig groter maken van de veldafmeting.. Dit is niet toegestaan,echter als een speler door een overtreding van een speler van de tegenpartij in of tegen de boarding wordt gereden dan is het een overtreding van de speler die deze overtreding maakt. H.4 De speler dient inclusief stick bij een vrije slag tegen, gelijk uit eigen beweging een minimale afstand van 2 meter in acht te nemen. H.5 De speler hoeft niet op het fluitsignaal te wachten bij een vrije slag, echter de tegenpartij dient uit zichzelf onmiddellijk 2 meter afstand in acht te nemen. Bij niet voldoende afstand nemen (2 meter inclusief stick), kan een tijdstraf van 2 min. volgen. H.6 De bal hoeft niet op de exacte plaats van overtreding worden genomen, tenzij de scheidsrechter dit anders aangeeft. H.7 Speler mag geen gevaarlijk stick gebruik hanteren is boven wielhoogte uitzwaaien. H.8 Speler mag niet tegen tegenstander of diens stick slaan/trappen/ blokkeren /liften vasthouden. H.9 Speler mag niet de bal (be)spelen boven wielhoogte. H.10 Speler mag niet achteruit tegen tegenstander rijden. H.11 Speler mag niet het doel van de tegenstander en of doel van het eigen team verplaatsen. H.12 Speler mag niet uit rolstoel of liggend de bal spelen (zitvlak moet in contact met zitting blijven). H. 13 Speler mag niet het spel vertragen. H.14 Veldspelers mogen het keepers doelgebied niet betreden. Toelichting: Een veldspeler wordt beschouwd in het keepers doelgebied te zijn als een deel van de rolstoel het gebied binnen het keepers doelgebied raakt. Als alleen de stick in het doelgebied is,dan is er geen overtreding. De lijnen horen ook tot het doelgebied. H.15 Speler mag niet van eigen helft scoren, doelpunt geldt wel als de bal op de verdedigende helft van de tegen partij door een speler wordt aangeraakt.
I Face-off: I.1 Een face-off wordt genomen door één veldspeler van elk team. De spelers dienen tegenover de korte zijde van de helft van de tegenstander te staan en mogen elkaar niet aanraken voor het nemen van de face-off. De bladen dienen loodrecht ten opzichte van de middenlijn geplaatst te worden aan beide kanten van de bal, maar zonder de bal te raken. De sticks dienen met een normale grip vastgehouden te worden. Normale grip betekent zoals de speler zijn stick tijdens het spel vasthoudt dit is met beide handen,duimen naar beneden,boven de markeringslijn van de stick. ( zie afbeelding 4 van de bijlage I) De speler van het verdedigende team kiest aan welke zijde van de bal hij zijn stick plaatst. Als de face-off op de middenlijn is, kiest de speler van het bezoekende team. De bal moet tussen het midden van de bladen liggen. Als een speler tijdens de face-off de aanwijzingen van de scheidsrechter niet opvolgt, moet de face-off genomen worden door een andere speler die in het veld staat. I.2 Een face-off wordt genomen bij de start van een nieuwe spelperiode en om een op correcte wijze gemaakt doelpunt te bevestigen. Een face-off wordt vanaf de middenstip shoot-out plaats genomen. uit Een doelpunt gemaakt tijdens extra tijd of gemaakt uit een strafbal in de strafballenserie of een strafbal na afloop van een spelperiode wordt niet bevestigd met een face-off. Bij een face-off vanaf de middenstip moet elk team aan de eigen zijde van de middellijn staan. I.3 Alle andere face-offs: zoals bij gelijktijdige overtreding,vrije slag achter het doel, bij een uitbal achter en bij gemiste shoot-out wordt de face-off genomen op de dichtst bij zijnde face-off plaats. Echter nooit op de middenstip.
J Doelpunt: J.1 Doelpunt is correct gescoord als de gehele bal de doellijn in zijn geheel is gepasseerd en op correcte manier is gespeeld dus zonder bewust met voet of het lichaam van de aanvaller. K Vrije slagen: K.1 Uitvoering vrijeslag: deze mag alleen worden geslagen, dus niet d.m.v. een push en /of lift (hoge bal) genomen worden. K.2 Vrijeslag bij uitbal aan lange zijde: op de plaats waar de bal het veld heeft verlaten. K.3 Vrijeslag bij uitbal achter het goal: de bal wordt op de dichtstbijzijnde face-off plaats naast de goal genomen (zie markering tekening). K.4 Vrijeslag bij een overtreding voor het doel: deze wordt op 3,5 meter van het doelgebied genomen. K.5 Alle andere aangegeven vrije slagen worden op de plaats van de overtreding genomen, aangewezen door de scheidsrechter. K.6 Uit een vrije slag mag direct gescoord worden. K.7 De vrije slag dient zo snel mogelijk genomen te worden. L Shoot -out: Een shoot out wordt gegeven als een doelpoging of doelkans wordt onderbroken of voorkomen door een overtreding van het verdedigende team, welke normaal tot een vrije slag of tijdstraf zou leiden ( b.v. stick slaan, blokken, doel verplaatsen etc.) De scheidsrechters,bepalen wanneer er een doelpoging of doelkans plaats vindt.. Overtredingen in het keepersdoelgebied leiden niet automatisch tot een shoot-out (b.v. als het verdedigende team uitverdedigd door het keepersdoelgebied heen, is dit wel een overtreding maar geen doelkans dus vrije bal voor aanvallende team),
terwijl overtredingen op een doorgebroken speler op de middenlijn wel tot een shoot-out kunnen leiden. L.1 Alle spelers bevinden zich achter de middenlijn en de keeper van de tegenstander bevindt zich in de goal. ( goal en keepers doelgebied) L.2 De speler rijdt met de bal vanaf de middenstip op richting het goal; verplaatsing van de bal mag enkel in voorwaartse richting. De bal moet altijd in beweging zijn met daarop volgend,een eenmalige doelpoging. L.3 Bij een geven tijdstraf van 2 minuten, wordt eerst de shoot-out genomen. Indien er een doelpunt is gescoord, vervalt de tijdstraf. Als er niet wordt gescoord gaat de tijdstraf alsnog in. L.4 Indien de keeper een tijdstraf krijgt, mag de aanvoerder van het betreffende team een speler aanwijzen die de straf moet uitzitten. Bij diskwalificatie (rode kaart) van de keeper, moet de keeper wel het veld verlaten. L.5 Als het team met een man minder op het veld een doelpunt tegen krijgt, wordt een 2-minuten tijdstraf opgeheven. Alle andere straffen worden nooit opgeheven. M Tijdstraffen : M.1 2 minuten: dit teken wordt aangegeven door de scheidsrechters met met 2 vingers omhoog. De hoofdscheidsrechter geeft dit door aan de betrokken speler en de wedstrijdtafel, deze houdt de tijdstraf bij. M. 2 5 minuten: dit teken wordt gegeven door de scheidsrechters met 5 vingers omhoog. De hoofdscheidsrechter geeft dit door aan de betrokken speler en de wedstrijdtafel, deze houdt de tijdstraf bij. M.3 Groene kaart is waarschuwing, gele kaart is 2 of 5 minuten tijdstraf, rode kaart is diskwalificatie voor de verdere duur van de wedstrijd. M.4 2 x Gele kaart is automatisch rode kaart geld zowel voor 2 x 2 minuten tijdstraf,
als voor 1 x 2 en 1 x5 minuten tijdstraf of 2 x 5 minuten tijdstraf. ( in 1 wedstrijd ) M.5 Uitgestelde tijdstraf: de scheidsrechter toont rechter hand vlak omhoog, laat doorspelen om de actie af te wachten. De straf wordt hierna alsnog bij eerstvolgend dood spel moment gegeven. Overtredingen die leiden tot een 2-minuten tijdstraf (scheidsrechter steekt 2 vingers op en gele kaart word getoond) zijn: elke overtreding waarmee een doelpunt of een goede kans op het maken van een doelpunt voorkomen wordt, de tegenstander of diens stick vasthouden, slaan, trappen liften, blokkeren met groot voordeel of zonder mogelijkheid de bal te spelen de bal spelen boven wielhoogte met stick of been/voet, gevaarlijk spel met de stick, iemand over de boarding of tegen het goal duwen, een speler omverduwen tegenstander zonder bal belemmeren te rijden met rolstoel waar hij wil (obstructie),hieronder valt ook het achteruitrijden om een tegenstander te blokken, binnen een afstand van 3 meter van de keeper diens uitgooi proberen te hinderen, niet direct 2 meter afstand incl. stick nemen bij een inslag of vrije slag van de tegenstander inclusief stick, liggend of uit rolstoel zijnde de bal spelen, de bal spelen/stoppen met hand, arm of hoofd. het stoppen van de bal is alleen een overtreding als dit bewust met arm,hand of hoofd gebeurt. ( b.v. als iemand de bal op het achterhoofd krijgt en dus de bal niet zag aankomen, is het geen overtreding, als hij/zij echter bewust met het achterhoofd naar de bal toebeweegt is het wel een overtreding en leidt het tot een 2 minuten tijstraf). herhaaldelijk overtredingen maken, systematisch het spel vertragen (ook: bewust verplaatsten van het eigen doel), protesteren tegen de beslissing van de scheidsrechter, niet terugplaatsen van een verschoven doel (geldt alleen voor keeper), spelen zonder stick, niet oprapen van delen van je gebroken stick. Overtredingen die leiden tot een 5 minuten tijdstraf ( scheidsrechter steekt 5 vingers op en gele kaart wordt getoond) zijn: - Het maken van agressieve of gevaarlijke bewegingen met de stick - Het haken van een tegenstander met zijn stick, waardoor een tegenstander ten val komt(uit/of met de rolstoel valt) - Het proberen te raken van de bal, door het gooien van de stick of andere delen van de uitrusting - Het gooien, laten vallen of hard botsen van een tegenstander tegen boarding of doel
Overtredingen die leiden tot een wedstrijdstraf (rode kaart wordt getoond): - Zeer gevaarlijk uithalen met je stick, het risico nemend de tegenstander te blesseren - Tegenstander haken omver gooien, het risco nemend de tegenstander te blesseren - Stick gooien, ook als dit is om bal proberen te spleen, het risico nemend de tegenstander te blesseren - Herhaaldelijk overtredingen maken die tot een 2 of 5 minuten tijdstraf leiden - Onsportief gedrag, dit is : scheidsrechters/spelers beledigen, rascistische uitlatingen/ vloeken, uit frustatie stick tegen boarding, speler of rolstoel van een speler slaan, stick gooien richting spelers of publiek - Alles wat echt niet mag N Tekens : N.1 Face-off teken: twee armen boven elkaar. N.2 Time-out: T-teken met de handen time out. N.3 Doorspelen: een draaiende arm/hand met bewoording van de scheidsrechter met Go-On/ ga door. N.4 Uitgestelde straf: arm met vlakke hand naar boven. N.5 Doelpunt toekenning: scheidsrechter wijst eerst naar de goal waar het doelpunt is gescoord en daarna richting middenstip. N.6 shoot out: twee gebalde vuisten met gekruiste armen boven het hoofd. N.7 betreden keepersdoelgebied: beide handen vlak tegenelkaar als dakje boven het hoofd. O Time-out: O.1 Er is maximaal 1 time-out van 1 minuut per wedstrijd per team mogelijk. O.2 Er mag bij blessure of rolstoeldefect maximaal een time-out van 30 seconden worden gehouden, indien e.e.a. niet binnen deze tijd kunnen, moet speler of de rolstoel gewisseld/vervangen worden. O.3 Als keeper eruit moet bij rode kaart of blessure heeft het team maximaal 3 minuten tijd voor de keeperswissel
P Algemeen : P.1 Onsportief gedrag binnen het veld: kan verdere uitsluiting geven van verdere deelname aan de wedstrijd/toernooi is rode kaart. P.2 Onsportief gedrag van buiten het veld: ook langs de lijn van reserve spelers of van het begeleidingsteam. Dit kan tijdens de wedstrijd, maar ook nog 30 minuten na de wedstrijd plaats vinden. De scheidsrechter kan dan een waarschuwing of alsnog een tijdstraf aan de aanvoerder van het desbetreffende team geven. Straf wordt uitgevoerd tijdens eerst volgende wedstrijd. P.3 De aanvoerder: kan door de scheidsrechter gevraagd worden de betrokkene tot sportief gedrag te manen. Indien de betrokkene niet tot inkeer komt, wordt deze door de wedstrijd - competitieleiding uit de zaal verwijderd en mag niet op de tribune plaatsnemen.
Bijlage: I
Tekens bijlage II