ZWEEFVLIEGEN VAN MEIJENDEL (DIPTERA, SYRPHIDAE)

Vergelijkbare documenten
Een voorlopig overzicht van de Zweefvliegen (Syrphidae) van Zuid-West-Vlaanderen

ZWEEFVLIEGEN VAN DE NEDERLANDSE WADDENEILANDEN (DIPTERA: SYRPHIDAE) M. J. DELFOS INLEIDING

Zweefvliegen in Zuidoost-Brabant,

Negentien jaar zweefvliegen in een tuin in Appingedam: een methodologische en ecologische analyse

Functioneel ecologische voorwaarden voor hotspots van biodiversiteit

Zweefvliegen in het staatsnatuurreservaat Rodebos & Laanvallei

Anasimyia lineata 33, 34, 63, 64, 77, 82, 103, 117, 384, 391, 395, 408 Anasimyia lunulata 51, 77, 86, 90, 103, 115, 116, 117, 384,

5 HOOFDSTUK 5 VERSPREIDING

ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF

Wat zoemt daar in de Demerbroeken?

2010 WILDE BESTUIVERS IN APPEL- EN PERENBOOMGAARDEN IN DE BETUWE MENNO REEMER & DAVID KLEIJN

ZWEEFVLIEGEN, I DE ADDER ALS TERRARIUMDIER SI SI SI SI SI 69

De invloed van natuurgebieden op zweefvliegen en bijen in agrarische gebieden (Diptera: Syrphidae; Hymenoptera: Apidae)

Insecten van de Goese Heggen 2004

8 HOOFDSTUK 8 VERWANTSCHAPPEN EN NAAMGEVING

Zweefvliegen in Zeeuws-Vlaanderen Verslag van het Diptera-weekend mei 1998

VLIEGEN, BIJEN EN ZALTBOMMEL WESPEN IN DE UITERWAARDEN ROND MENNO REEMER & FRANK VAN DER MEER 2002

HOOFDSTUK 6 BIOTOPEN. Figuur 1 Een kruidenruigte met veel bloeiende berenklauwen trekt zweefvliegen uit de wijde omgeving.

ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF

ZWEEFVLIEGEN EN VERANDERD BOSBEHEER IN NEDERLAND (DIPTERA, SYRPHIDAE) MENNO REEMER

Over de zweefvliegen-fauna van IJsland (Diptera: Syrphidae)

HOOFDSTUK 4 ONVOLWASSEN STADIA EN LEVENSCYCLUS

3 HOOFDSTUK 3 LEVENSWIJZE VAN VOLWASSEN ZWEEFVLIEGEN

De Vliegenmepper. Jaargang12,nr.1mei2003 REDACTIONEEL INHOUDSOPGAVE. Contactorgaan van de sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging

Enkele nieuwe en merkwaardige zweefvliegen voor de Belgische fauna (Diptera: Syrphidae)

WAARNEMINGEN EN MEDEDELINGEN

Hilara-soorten (Empididae) van Nederland.

Insecten in Maïsranden 2010

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 18, nr. 1 mei 2009

ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF

Voor onopgeloste problemen kunnen je je wenden tot de helpdesk Wouter van Steenis: Theo Zeegers:

Nulmeting bijenfauna Gooiseweg Zeewolde

DE VERWANTSCHAP VAN DE MUGGEN-FAMILIES

Redactioneel. Inhoudsopgave. Download De Vliegenmepp er! Inhoudsopgave

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 18, nr.

drie soorten zweefvliegen minder op de nederlandse lijst

Individualisme bij bloembezoekende insekten op Commelina

Vaste planten in de openbare ruimte. Een onderzoek naar biodiversiteit in de binnenstad. Kars Klein Wolterink Jeroen Schneider

het sparrengitje cheilosia morio nieuw voor nederland

Vliegenmepper - Index Contactorgaan van de sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging

Veelpoot Landelijke insectenwerkgroep van de KNNV

het dotterbloemgitje cheilosia frontalis nieuw voor nederland

2 HOOFDSTUK 2 HISTORISCH OVERZICHT EN DATABANK

twee soorten zweefvliegen erbij op de nederlandse lijst

het zweefvliegengenus SPHEGINA in nederland

De Vliegenmepper nummer 2, december 1992

C o lo fo n. R e d a c ti o n e e l 2 Z WEEFVLIEGEN NIEUWSBRIEF JRG 9 NR 1

SMIT - DE ZWEEFVLIEG PLATYCHEIRUS SPLENDIDUS NIEUW VOOR NEDERLAND 141

John Smit, Willem Renema & Bob van Aartsen

12 HOOFDSTUK 12 LITERATUUR

De Vliegenmepper. Redactioneel. Inhoudsopgave. Jaargang 16, nr. 1 mei 2 007

WAARNEMINGEN EN MEDEDELINGEN

De Vliegenmepper JRG 5 NR 1 JULI 1996

Over de zweefvliegen, en in Nederland en België

ZWEEFVLIEGENNIEUWSBRIEF

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 24, nr.

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 24, nr.

Zweefvliegen Project

De Vliegenmepper JRG 2 NR 2 NOVEMBER 1993

de zweefvlieg PLATYCHEIRUS AUROLATERALIS, een tweede zustersoort van P. SCUTATUS, nieuw voor nederland

DIPTERA-WEEKEND IN SCHOONOORD (DR.) MEI 1999

De Vliegenmepper JRG 3 NR 1 JANUARI 1995

Het wilgenplatvoetje Platycheirus discimanus (Diptera: Syrphidae) terug van weggeweest

1 HOOFDSTUK 1 INLEIDING

FAUNISTIEK EN ECOLOGIE VAN HET ZWEEFVLIEGENGENUS EPISTROPHE IN NEDERLAND (DIPTERA: SYRPHIDAE)

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 19, nr.

lena s wimperzweefvlieg DASYSYRPHUS LENENSIS in nederland

Veldtabel wolzwevers van Nederland (Diptera: Bombyliidae & Mythicomyiidae) J.T. Smit

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 27, nr.1 juni 2018

6 Brakona jaarboek 2010

ABTSWOUDSE BOS, VLINDERBIOTOOP

Resultaten van een Malaisevalcampagne in de vallei van de Zeverenbeek (Deinze, Oost-Vlaanderen, België)

Interessante vangsten van zweefvliegen uit de afgelopen jaren.

de zweefvlieg CHEILOSIA PSILOPHTHALMA, een dubbelganger van

ENIGE FAUNISTISCHE EN NOMENCLATORISCHE NOTITIES BETREFFENDE VISSEN UIT NEDERLAND EN DE NABIJE NOORDZEE

Bioblapsis polita (Hymenoptera: Ichneumonidae) gekweekt uit Ferdinandea-puparia (Diptera: Syrphidae)

Een impressie over zweefvliegen in het Waasland. Marc Bogaerts 24 november 2012

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 22, nr. 1 mei 2013

het zweefvliegduo EUPEODES BUCCULATUS en E. GOELDLINI in nederland (diptera: syrphidae)

IC-35. Stations en haltes. Brussel - Brussels Airport - Zaventem - Antwerpen - Den Haag (NL) - Amsterdam (NL)

De Vliegenmepper. Jaargang 10, nr. 2 december 2001 INHOUDSOPGAVE REDACTIONEEL

DE EERSTE ACTIVITEIT

Ruyteninstituut. Vergelijkingsonderzoek biodiversiteit van beplantingsmethoden in het Prins Bernhardbos

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 21, nr. 1 mei 2012

MUIZENINVENTARISATIE KAPPERSBULTEN. Guido Lek & Harold Steendam november 2009

Jaargang 11, nr. 2 december 2002

derde aanvulling op de naamlijst van nederlandse sluipvliegen (diptera: tachinidae)

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 23, nr. 2 maart 2015

de prachtvlieg melieria picta in grote aantallen op strandkweek elytrigia atherica op schiermonnikoog

Willem Renema. Figuur 1

Jachtpaal Koning Willem I

Menno Reemer & John T. Smit. Bijen en zweefvliegen in stedelijk groen van Rotterdam

De Wiershoeck-Kinderwerktuin, donderdag 20 april Beste natuurliefhebber/-ster,

Summary Very common. More common before Various open habitats. wr Kleine slanke zwarte zweefvliegen (5-9 mm) zonder middenknobbel.

de moerasknikspriet MICRODON MYRMICAE in nederland

VERTROUWELIJK MIPOV K7: Aantal instappers. MIPOV 2008 [ :53] (vs ) 59 Beverwijk Station - Zaandam Station

VERTROUWELIJK MIPOV K7: Aantal instappers. MIPOV 2008 [ :52] (vs ) 59 Beverwijk Station - Zaandam Station

VERTROUWELIJK MIPOV K7: Aantal instappers. MIPOV 2008 [ :22] (vs ) 59 Beverwijk Station - Zaandam Station

De Vliegenmepper. Contactorgaan van de Sectie Diptera van de Nederlandse Entomologische Vereniging. Jaargang 26, nr.1 juli 2017

Determinatietabel voor de bijen van het genus Megachile in Nederland

Transcriptie:

ZWEEFVLIEGEN VAN MEIJENDEL (DIPTERA, SYRPHIDAE) door M. J. DELFOS Rijksmuseum van Natuurlijke Historie, Leiden Mededeling van het Meijendel-comité, Nieuwe Serie, no. 22 Bij het doornemen van de publicaties, die zijn verschenen in de serie Mededelingen van het Meijendel-comité", bleek dat er tot nu toe nooit een poging werd ondernomen om de zweefvliegen-fauna van dit gebied te inventariseren. Ook waren er in de collectie van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie slechts weinig exemplaren uit Meijendel aanwezig, een bewijs dat in het verleden weinig aandacht aan de Diptera van dit gebied besteed werd. Om een indruk te krijgen van de soortenrijkdom van deze begroeide binnenduinen werd gedurende twee jaren (1969, 1970) regelmatig in Meijendel verzameld. Onder Meijendel wordt hier verstaan het gebied in de gemeente Wassenaar (Zuid-Holland) ten zuiden van de Wassenaarse Slag en ten oosten van het fietspad dat vandaar door de duinen naar Scheveningen loopt, terwijl in het zuiden de weg naar de boerderij Meijendel de grens vormt. De duingebieden Kijfhoek" en Bierlap" vallen dus binnen dit gebied. Natuurlijk is niet dit gehele gebied afgezocht, en evenmin kan na twee jaren een compleet overzicht gegeven worden van de zweefvliegen-fauna. Het is de bedoeling een voorlopig verslag te geven van wat tot nu toe verzameld werd, terwijl de resultaten van komende jaren mogelijk in een aanvulling zullen worden vermeld. Opmerkelijk is de overeenkomst van de hier volgende lijst van de zweefvliegen uit Meijendel met die van het Heilooër Bos, zoals die door Van der Goot (1967) werd gegeven. De twee terreinen komen waarschijnlijk ook in vegetatie sterk overeen, al is de begroeiing van het Heilooër Bos stellig ouder. Een aantal van de in Meijendel gevangen soorten (Platycheirus clypeatus, P. fulvimanus, P. scambus, Helophilus lineatus, H. transfugus, H. versicolor) zijn soorten van vochtige terreinen. De aanleg van meertjes ten behoeve van de drinkwatervoorziening, en de daarmee gepaard gaande verhoging van de grondwaterstand zullen hier wel verantwoordelijk voor zijn. Alle exemplaren, afgezien van die welke uit de literatuur geciteerd zijn, bevinden zich in de collectie van het Rijksmuseum van Natuurlijke Historie. De Romeinse cijfers in de lijst geven de maanden aan, waarin de dieren werden gevangen. De Heer V. S. van der Goot is bij het op naam brengen van enkele moeilijk determineerbare soorten en twijfelgevallen behulpzaam geweest, waarvoor ik hem zeer erkentelijk ben.

BIJDRAGEN FAUNISTIEK NEDERLAND 2 5 Lijst van soorten Pipiza festiva Meigen. 11.VI.1969 (1 9), 20.V.1970 (2 5, 5 (5), 25.V.1970 (1 9 ι <5). De 9 exemplaren van Mei 1970 werden op Meidoorn gevangen. P. luteitarsis Zetterstedt. 13.V.1965 (1 9), 12.V.1969 (2 <5). De exemplaren van Mei 1969 werden, net als de vorige soort, op bloeiende Meidoorn verzameld. P. noctiluca (Linnaeus). 9.VI.1967 (1 9). Het exemplaar heeft dezelfde grootte als P. festiva en vleugels met een zwart beroete vlek, maar wijkt af door de donkerdere tarsen; de vlekken op het tweede achterlijfssegment zijn kleiner dan bij P. festiva. Een ander exemplaar (1 9: 12.V. 1969) heeft 2 paar vlekken op het achterlijf, waarvan vooral die op het tweede segment groot zijn, relatief donkere tarsen, en glasheldere vleugels. is van dezelfde grootte als P. festiva en P. noctiluca, en wordt voorlopig tot P. noctiluca gerekend. Neocnemodon vitripennis (Meigen). 20.VIII.1966 (2 a), 20.V.1969 (1 <5), 22.V.1969 (i9) en 17.VI.1969 (1 (3). Chrysogaster (Lejogaster) metallina (Fabricius). V VIII, in totaal 9 exemplaren. Chrysogaster hirtella Loew. 24.V.1965 (1 <3), 7.VI.1966 (3 9 1 <3). C. viduata (Linnaeus). 7.VI.1966 (16), 1.VI. 1970 (1 9). Cheilosia albitarsis (Meigen). 24.V.1965 (1 3), 17.V.1969 (1 3), i.vi. 1970 (1 9 ι <3). C. argentifrons Hellen. 13.V.1965 (2 9), 29.IV.1966 (r<5), 8.V.1967 (iá), 12.V.1969 (1 9), 20.V.1969 (1 (5), det. V. S. van der Goot. C. bergenstammi Becker. 13.V.1965 (2 β), 22.V.1969 (ι <5). C. cynocephala Loew. 14.VI. 1966 (1 9). C. grossa (Fallen). Een voorjaarssoort, verzameld op katjes van de Kruipwilg. 22.IV.1969 (1 9), 20.IV.1970 (2 c3), 28.IV.1970 (3 <3). C. mutabilis (Fallen). 9.VII. 1969 (1 <5). C. pagana (Meigen). 7.VI.1966 (1 9 2 <5), 14.VI.1966 (1 (5), 22.IV.1969 (ι 6). C. scutellata (Fallen). 29.VII.1969 (1 $). C. vernalis (Fallen). 24.V.1965 (1 9), 9.VII.1969 (1 9 1 <5), 22.IX.1969 (i9). Neoascia dispar (Meigen). 25.VIII.1970 (1 $). N. podagrica (Fabricius). Algemeen van IV X. Rhingia campestris Meigen. Algemeen van IV IX. Brachyopa scutellaris Robineau Desvoidy. 9.V. 1928 ( 1 $ ), leg. H. C. Blote. Pyrophaena granditarsa (Forster). Deze soort werd regelmatig gevangen van VI IX, vooral in VII en VIII. Het

6 ZOOLOGISCHE BIJDRAGEN Iß (1972) Platycheirus albimanus (Fabricius). Algemeen van IV X. P. angustatus (Zetterstedt). 5.X.1965 (1 9), 17.VI.1969 (1 $). P. clypeatus (Meigen). Een aantal exemplaren in V, VII en VIII. P. fulviventris (Macquart). 22.VII.1969 (iá), 4.VIII.1969 (ι 9), 5.VIII.1970 (2Ç). P. immarginatus (Zetterstedt). 12.VIII.1970 (1?). P. manicatus (Meigen). 29.VII.1969 (1 9). P. peltatus (Meigen). Algemeen van V IX. Met P. albimanus de algemeenste soort van het genus in dit gebied. P. scambus (Staeger). Vrij algemeen: 13 exemplaren van VI VIII. P. scutatus (Meigen). Een aantal exemplaren in V, VI, IX, en X. Melanostoma mellinum (Linnaeus). Algemeen van IV IX. M. scalare (Fabricius). Algemeen van V IX. Syrphus ribesii (Linnaeus). Algemeen van IV IX. S. torvus Osten Sacken. Algemeen van IV IX. S. vitripennis Meigen. Algemeen van V IX. Epistrophe eligans (Harris). Zéér algemeen in tweede helft V en eerste helft VI. E. nitidicollis (Meigen). Enkele exemplaren in V en VI. Metasyrphus (Metasyrphus) corollae (Fabricius). Algemeen van VI VIII. M. (M.) latifasciatus (Macquart). 12.VIII.1970 (1 9), 21.IX.1970 (1 9). M. (M.) luniger (Meigen). 21.IX.1965 (1 9), 22.VII.1969 (1 9), 5.VIII. 1970 (i 9). M. (Lapposyrphus) lapponicus (Zetterstedt). 20.V.1966 (1 9). Scaeva pyrastri (Linnaeus). Algemeen van VI IX, vooral in VII en VIII. S. selenitica (Meigen). Een soort die zeldzaam heet te zijn in het kustgebied. 8.VI. 1970 (1 9). Dasysyrphus albostriatus (Fallen). 11 17.VI.1969 (1 9 2 3), 20 25. V.1970 (1 9 5 (5), ι.vi. 1970 (27 3), merendeels op Meidoorn gevangen. D. friuliensis (Van der Goot). 25.V. 1970 (1 <3), op Meidoorn gevangen. Oorspronkelijk als ondersoort van D. venustus beschreven, wordt D. friuliensis nu als aparte soort beschouwd. Wat betreft Nederland hadden de, nog betrekkelijk spaarzame, opgaven alle betrekking op het oosten van het land, met uitzondering van één Heilooër Bos vermeld. c$, door Van der Goot (1969) uit het D. hilaris (Zetterstedt). 20.V.1970 (1 9 1 (3), 25.V.1970 (2 9), verzameld op Meidoorn. D. tricinctus (Fallen). 9.VI. 1967 (1 9), 29.VII.1969 (1 <5). D. venustus (Meigen). 23 exemplaren uit verschillende jaren, alle in V en VI gevangen.

BIJDRAGEN FAUNISTIEK NEDERLAND 2 7 Leucozona lucorum (Linnaeus). 27.V. 1966 (1 (5). Melangyna lasiophthalma (Zetterstedt). 8.VL1970 (1 c?). Didea fasciata Macquart. 17.V.1966 (1?), 25.V.1970 (iá). D. intermedia Loew. 28.IX.1970 (1 $). Meliscaeva auricollis (Meigen). 2.VII.1969 (1 (5), 9.VII.1969 (3 2 5 <3). M. cinctellus (Zetterstedt). 13.V.1965 (i'5), 7.VII.1970 (2 9 1 <5). Episyrphus balteatus (DeGeer). Algemeen van V VIII. Sphaerophoria menthastri (Linnaeus). Enkele exemplaren in VI en VIL S. picta (Meigen). 25.VIII.1970 (2 $ 2 <5). S. ruepelli (Wiedemann). 7.VII.1969 (1 î), 18.VIII.1969 (1?). S. scripta (Linnaeus). Algemeen van V VIII. Baccha elongata (Fabricius). 29.VII.1969 (1 (3). B. obscuripennis (Meigen). 16.IX.1925, leg. H. C. Blote (1 9), 9.VI.1967 (i9), 25.VIII.1970 (ι <5). Chrysotoxum vernale Loew. 2.IX.1958, leg. J. van der Vecht (1 c5). Volucella bombylans (Linnaeus). 28.IX.1970 (1 <5). Eristalis abusiva Collin. Zéér algemeen van VI VIII. E. arbustorum (Linnaeus). Zéér algemeen van IV X. E. horticola (DeGeer). Algemeen van V IX. E. intricarius (Linnaeus). Algemeen van IV VIII. E. nemorum (Linnaeus). Algemeen in VII en VIII. E. pertinax (Scopoli). Vrij algemeen van IV IX. E. pratorum Meigen. 1.VI. 1970 (1 9). E. tenax (Linnaeus). Algemeen van V X. Eristalis (Eristalinus) sepulchrdis (Linnaeus). Vrij algemeen van V VIII, vooral in VII en VIII. E. (Lathyrophthdmus) aeneus (Scopoli). 25.VIII. 1970 (1 c5). Myiatropa florea (Linnaeus). Regelmatig waargenomen, maar slechts één exemplaar verzameld. Helophilus (Helophilus) hybridus Loew. 18.VIII.1966 (1 9), 5 VIII. 1970 (i (5). H. (H.) pendulus (Linnaeus). Algemeen van V X. H. (H.) trivittatus (Fabricius). Algemeen van VI VIII. H. (Anasimyia) transfugus (Linnaeus). Enkele exemplaren van VI VIII. H. (Eurimyia) lineatus (Fabricius). 1.VI.1970 (2 9 1 <3). H. (Parhelophilus) versicolor (Fabricius). In totaal 7 exemplaren in V, VI, en IX. Merodon equestris (Fabricius). Enkele exemplaren in V en VI. Mallota fuciformis Fabricius. 14.V. 1925 (1 <5), leg. H. C. Blote.

8 ZOOLOGISCHE BIJDRAGEN Iß (1972) Criorhina berberina (Fabricius). 20.V.1966 (1 cs), 30.V.1968 (1 <5), 25.V.1970 (i 9). Tropidia scita (Harris). 30.V.1968 (1 <5), 1.VI.1970 (2 <5), 8.VL1970 Syritta pipiens (Linnaeus). Algemeen van V X. Xylota lenta Meigen. 20.V. 1966 (ι <5). X. segnis (Linnaeus). 5.VI.1963 (1? 1 3), 5.X.1965 (1 9), 9.VI.1967 (i9 ι <5). X. sylvarum (Linnaeus). Lucas (1964: 230) determineerde voor Van Tol één exemplaar dat uit Meijendel afkomstig was. Ik zelf heb de soort daar niet verzameld. X. tarda Meigen. 27.V. 1966 (2 a), 9.VI. 1967 (1 9 3 <3). Van Aartsen (1971: 44) vermeldt één exemplaar van Meijendel (18.VII). Eumerus tuberculatum Rondani. Vrijwel alle exemplaren werden gevangen op een afvalhoop van een bloembollenkwekerij aan de rand van Meijendel. 5 6.X.1965 (47 a9), 21.IX.1965 (9(3), 29.IV.1966 (i9), 17.V.1966 0 9), 7.VL1966 ( 49 ι <3), 14.VI.1966 (3 (5), 22.IX.1969 (29 ι <5), 12.VIII.1970 (i9). Ferdinandea cuprea (Scopoli). 22.V. 5.VI.1967 (1 <5), gevangen met een malaise val; 17.VI.1969 (1 9), op katjes van Kruipwilg. LITERATUUR AARTSEN, B. VAN, 197 I. Zweefvliegvangsten in 1969. Ent. Ber., 31: 42-44. GOOT, V. S. VAN DER, 1967. Syrphideninventarisatie van het Heilooër Bos. Ent. Ber., 27 : 135-137 1969. Enkele Nederlandse Syrphidenvangsten (Syrphidae, Diptera). Ent. Ber., 29: 221-223. LUCAS, J. A W., 1964. Syrphidae in 1963. Ent. Ber., 24: 227-230.