Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten

Vergelijkbare documenten
Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten

Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit WOII bij gemeentelijke projecten

Handleiding Omgaan met conventionele explosieven uit de 2 e WO binnen de gemeente Arnhem tijdens grondroerende werkzaamheden

AGENDAPUNT NR: Concernstaf Bureau Gemeentesecretaris 29 november Pagina 1 van 42

PLS-NGE. Aanwezigheid NGE binnen projectgebied Erftransformatie Zandvoort 31 Gendt. Inleiding

Figuur 1. Projectgebied, kadastraal bekend als gemeente Elst, sectie K, nummers 1493, 1742, 6859, 6861 en 6863

1. Door het gehele document zijn tekstuele en redactionele wijzigingen aangebracht.

1. Inleiding. 2. Aanleiding en vraagstelling

3921 Opsporen van conventionele explosieven 1 INLEIDING 2 CE PROBLEMATIEK: EEN KORTE TERUGBLIK. Arjan D. Hol 1

Proces-verbaal van oplevering Opsporen Conventionele Explosieven Lunet aan de Snel

Onderwerp Onderzoek, opsporing en ruiming explosieven bij gebiedsontwikkeling

INHOUDSOPGAVE EN TEKSTVOORSTEL

Eindrapportage Explosievenonderzoek OCE Nederweert Merenveld Gemeente Nederweert

rocetrr Op po en Conwntionele E Plo ienen Project: OCE Langeraar Oost Projec'tnummer: Kenmerk: PvO-001 Datum: 24 mei 2013

BELEID NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN (NGE)

FAQ Bommenkaart. Aan Van Henriette van Hoek, Datum Herziene versie d.d. 1 november 2017

PROCES-VERBAAL VAN OPLEVERING Homoetstraat te Doornenburg

PLS Ceintuurbaan / Nieuwe Aamsestraat te Elst t.b.v. bouw appartementen

RAPPORTAGE CE ONDERZOEK OOSTELIJKE RONDWEG, SOESTERBERG

~ : Gemeente Barneveld : Explosive Clearance Group BV : Baron van Nagelstraat : : : ER-01 : Definitief

CErrt. Project: Windpark Delfzijl Noord Projectnummer: TVO-00 I 16 april2014. Datum: Toetsing Vooronderzoek CE. Opdrachtgever: KWS lnfra bv

l llllllll Il lllllll llll lllll llll llllll lllll lllll lllll llll llll

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 22 november dhr. H. de Baaij. dhr. F.G.J. Barink

Proces verbaal van oplevering

BEOORDELINGSRICHTLIJN

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Hegsestraat 11, Gendt

Opsporingsgebied: Gedeelte van het Coevorden Vechtkanaal

BEOORDELINGSRICHTLIJN

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 21 juli dhr. T. Meulendijks. dhr. F.G.J. Barink

Brede Afspraak Archeologie

Rapportage van bevindingen Explosievenonderzoek OCE Maasbracht Havenstraat 19 Gemeente Maasgouw

Duizend bommen en granaten. Nota niet gesprongen explosieven gemeente Borsele

WATERBODEMDETECTIE KORNWERDERZAND GEMEENTE SÚDWEST-FRYSLÂN

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Directie Gezond en Veilig Werken t.a.v. mevrouw Simone Wiers Postbus LV DEN HAAG

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vathorst

Plan van Aanpak. Explosievenonderzoek Stationsomgeving Winterswijk Deelproject Driemark

Inleiding. Termen en definities en reikwijdte van de PRA

PROJECTLEIDERSSAMENVATTING NIET-GESPRONGEN EXPLOSIEVEN. Datum: 28 oktober dhr. J. Bongers. dhr. F.G.J. Barink. PLS-NGE Europaplein Zuid

B&W-Aanbiedingsformulier

BAGGERNETDAG VERDIEPING NIEUWE WATERWEG EN BOTLEK

Projectgebonden Risicoanalyse (PRA)

Quickscan Bilthoven Leijenseweg

Gemeente De Wolden (DR) Postbus AA ZUIDWOLDE.

Kader Conventionele Explosieven. Datum September 2013 Status Versie 1.0

Bijlage 2 Stroomschema processtappen omgaan met CE op hoofdlijnen

Proces Verbaal van oplevering

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

SAMENVATTING PROJECTLEIDER SAMENVATTING PROJECTLEIDER. Datum: Klik of tik om tekst in te voeren. J. Kraeima (projectleider)

Datum Contactpersoon Doorkiesnummer

EIND- EN TOETSTERMEN BASISKENNIS OCE. Versie : (vorige versie )

Inventarisatie Niet Gesprongen Conventionele Explosieven

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 3 juli 2014 Status definitief

Rapportage. computerondersteunde oppervlaktedetectie naar Conventionele Explosieven uit de Tweede Wereldoorlog

Kader Conventionele Explosieven. Datum December 2014 Status Versie 1.1.0

Onderzoekslocatie: Aanleg A1 locatie Muiden

Proces Verbaal van Oplevering

Stappenplan nieuwe Dorpsschool

Regeling eisen civiele explosieven opsporingsbedrijven en

OCE NETWERKBIJEENKOMST 8 OKTOBER 2014 De archeologische waarde van Modern Oorlogserfgoed en de samenloop tussen archeologie en opsporen

Adviesnota voor de raad

Bijlage 13 Opsporing Explosieven

Kader Conventionele Explosieven. Datum September 2013 Status Versie 1.0

CERTIFICATIESCHEMA voor het systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven

handreiking conventionele explosieven

KlokBouwOntwikkeling BV T.a.v. dhr D. Lemmers Postbus AA Nijmegen

Plan van Aanpak. Opsporing Conventionele Explosieven (OCE) Veenendaal-Veenderij. Kenmerk : RAP Datum : 28/09/16

Kader Conventionele Explosieven

Erfgoedbeleid Ridderkerk. Archeologieverordening Ridderkerk 2013

BODAC ELK Explosieven opsporingsbedrijf. Postadres: Postbus XX Schijndel M Schijndel TeL (073) Fax (073)

Rijkswaterstaat Brede Afspraak Archeologie. Datum 6 april 2011 Status Definitief

Inleiding. 1.1 Wat is de omgevingsvergunning?

Proces-verbaal van Oplevering

Toelichting 'Wijzigingsplan Eerste Weg 4' te Nieuw- en Sint Joosland

V E I L I G H E I D S & G E Z O N D H E I D S P L A N

POSITION PAPER CERTIFICATIEPLICHT OCE EN DEELGEBIEDEN IN WSCS-OCE : 4VEO-VOO R

CROW 400. De belangrijkste wijzigingen

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

Initiatiefvoorstel Omgevingswet

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

Projectnummer: GPR Opsporingsgebied: Bestemmingsplan de Bredius te Muiden

Proces verbaal van oplevering

Proces-Verbaal van Oplevering Explosievenonderzoek Wallen van Sluis te Sluis

Notitie. Beleid ten behoeve van. Ontheffingen in het kader van de Wet ruimtelijke ordening

Eindrapportage detectie- en benader- onderzoek Kitskensberg, gemeente Roermond.

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 24 maart 2015 ; Subsidieverordening Maatschappelijk Innovatiefonds gemeente Ommen

Proces-Verbaal van Oplevering OCE Vlijmen Noord

Poperinge - Afkoppeling Vleterbeek HB Programma van Maatregelen

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING (UITGEBREID)

Tracébesluit. N50 Ens-Emmeloord. Conventionele Explosieven (CE n) Datum 20 maart 2014

Omgevingsvergunning. Besluit van Gedeputeerde Staten van Limburg. voor de activiteit milieuneutraal veranderen. Rockwool B.V.

EIND- EN TOETSTERMEN BASISKENNIS OCE. Vaststelling door : Examencommissie. Kenmerk : EXA-OCE.008. Versie : (vorige versie )

De wijzigingen.. Vóór 1 juni Na 1 juni

Toelichting bij de beleidsnotitie voor bijbehorende bouwwerken Gemeente Pekela

Bouwplan voor het realiseren van een werktuigenberging

Handboek CE onderzoek Schiphol

Wijzigingsverordening tot 10 e wijziging van de Verordening op de heffing en de invordering van leges 2000

Paragraaf 2: Indicatie aanvraag omgevingsvergunning

Onderwerp: Subsidieaanvraag gemaakte kosten onderzoeken niet gesprongen explosieven

Hieronder vind u onze bevindingen. Ter verduidelijking zijn de meest relevante onderdelen van wetsteksten in kaders toegevoegd.

RAADSVOORSTEL. ONTWERPVERKLARING VAN GEEN BEDENKINGEN Gramserweg 37 te Austerlitz

Transcriptie:

Handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten Interne handleiding D. Robbertsen-Boon Juni 2017 1 1

Samenvatting Oorlogshandelingen nee ja Vrijgegeven gebied ja nee nee Bebouwd gebied ja Vooroorlogse wijk nee ja Hoog Verhoogd Verlaagd Laag <100m3 nee ja Maatwerk per project Extra maatregelen Geen extra maatregelen Protocol toevalsvondst In deze handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten wordt beschreven hoe de gemeente Lingewaard omgaat met de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven (NGE) tijdens grondroerende 1 werkzaamheden. In de landelijke richtlijnen vastgelegd in het Werkveld Specifieke Certificatie Schema Opsporing Conventionele Explosieven (het WSCS-OCE) wordt de term Conventionele Explosieven (CE) gebruikt. De gemeente Lingewaard heeft er voor gekozen de term NGE. Op basis van de binnen Lingewaard uitgevoerde historische onderzoeken wordt Lingewaard in kans van aantreffen gebieden verdeeld. Het kan hierbij gaan om een hoge, verhoogde, verlaagde of lage kans van aantreffen in een gebied. 1 Wanneer het gaat om grondroerende werkzaamheden tbv een groot ondergronds project (parkeergarage, tunnel) die in de regel binnen dit gebied niet voorkomt moet er een advies aan de CE adviseur worden gevraagd. 2

Op basis van deze gebiedsindeling kan vervolgens worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. De bij deze handleiding toegevoegde kans van aantreffen kaart kan worden gebruikt om een overzicht van de locatie te maken en een projectleiderssamenvatting NGE op te stellen.. 3

Inhoudsopgave SAMENVATTING... 2 1. INLEIDING... 5 2. NIET GESPRONGEN EXPLOSIEVEN... 6 3. HUIDIGE SITUATIE EN CONSEQUENTIES NIEUWE WET EN REGELGEVING... 8 4. HOE GAAN WE OM MET DE MOGELIJKE AANWEZIGHEID VAN NGE... 9 5. UITVOERING... 13 6. OPSPORINGSPROCES... 16 7. RUIMEN... 18 8. FINANCIËN... 19 BIJLAGE 1 DEFINITIES EN BEGRIPPEN... 20 BIJLAGE 2 VEILIGHEIDSAFSTANDEN... 22 BIJLAGE 3 WET EN REGELGEVING... 25 BIJLAGE 4 KAART VAN DE GEMEENTE LINGEWAARD MET KANS VAN... 27 BIJLAGE 5 PROTOCOL TOEVALSVONDST NIET GESPRONGEN... 28 BIJLAGE 6 VOORONDERZOEK BEOBOM... 31 4

1. Inleiding 1.1 Waarom een handleiding omgaan met niet gesprongen explosieven In en rondom Lingewaard hebben tijdens de Tweede Wereldoorlog allerlei oorlogshandelingen plaatsgevonden. Lingewaard behoort dan ook tot de zwaarst getroffen regio s uit de Tweede Wereldoorlog. Na de Tweede Wereldoorlog zijn veel van de explosieven geruimd. Daarnaast hebben er na de Tweede Wereldoorlog allerlei grondroerende werkzaamheden plaats gevonden waarbij veel explosieven zijn aangetroffen en geruimd. Deze explosieven zijn door de Explosieven Opruimings Dienst van Defensie (EODD) onschadelijk gemaakt en vernietigd. Vanaf 1944 tot 1971 zijn vele NGE (Niet gesprongen explosieven) geruimd maar is dit administratief niet bijgehouden, het is niet bekend op welke locaties wat is aangetroffen en opgeruimd. Vanaf 1971 heeft de EODD bijgehouden waar binnen Lingewaard CE 2 (hierna Niet gesprongen explosieven NGE) zijn geruimd. De laatste jaren krijgen we steeds meer vragen over de mogelijke aanwezigheid en de risico s van explosieven uit de Tweede Wereldoorlog. De vragen komen van bedrijven die grondroerende werkzaamheden binnen Lingewaard gaan uitvoeren zoals aannemers en adviesbureaus. Dit heeft enerzijds te maken met toenemende bouwactiviteiten maar ook - onder andere door de vuurwerkramp in Enschede - met de maatschappelijke ontwikkeling ten aanzien van de acceptatie van risico s door de aanwezigheid van explosieve en gevaarlijke stoffen. In 1999 is het Bijdragebesluit in werking getreden. Hierdoor kunnen private ondernemingen opsporingswerkzaamheden uitvoeren. Voorheen werd zowel het opsporen als het ruimen door de EODD uitgevoerd. Per oktober 2009 is het Bijdragebesluit vervallen. Met ingang van 1 januari 2010 ontvangen gemeenten de rijksfinanciering voor het opsporen van NGE uit de Tweede Wereldoorlog via de Bommenregeling in het Gemeentefonds. Op 1 juli 2012 is het Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven (hierna WCSC-OCE, voorheen BRL-OCE) in werking getreden. Het WSCS-OCE is op 1 juli 2016 aangepast en gepubliceerd. Daarom is deze handleiding opgesteld. Waarbij ook de laatste ontwikkelingen op het gebied van NGE uit de Tweede Wereldoorlog zijn meegenomen. Er is echter geen wettelijke verplichting voor de gemeente om een handleiding op te stellen. Vanuit de Arbo wetgeving is een opdrachtgever/ werkgever verplicht het personeel dat voor hem werkt op en veilige manier zijn/ haar werk te kunnen laten doen. Bij grondroerende werkzaamheden binnen de gemeente Lingewaard bestaat de kans dat er een onveilige situatie ontstaat op het gebied van NGE. Met deze handleiding legt de gemeente Lingewaard vast wat ze doet aan het NGE risico voor haar eigen personeel en voor aannemers die door de gemeente worden ingehuurd. Door deze handleiding zal de huidige werkwijze fundamenteel veranderen. Lingewaard is in deze handleiding verdeeld in kans van aantreffen gebieden. Het gaat dan om een hoge, verhoogde, verlaagde en lage kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden. Op basis van deze indeling kan worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Bij alle projecten die in de toekomst in uitvoering gaan zal in de voorbereidingsfase al moeten worden gekeken in welk kans van aantreffen gebied het project ligt. Het gaat dan om een hoge, verhoogde, verlaagde en lage kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden. Op basis van deze indeling kan worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. 1.2 Wat is er al gebeurd In de afgelopen jaren is er historisch onderzoek gedaan naar NGE (Niet gesprongen explosieven) in de gemeente Lingewaard. Zo is er een detailleringonderzoek uitgevoerd om de interessegebieden in Lingewaard concreter in kaart te brengen. Dit detailleringonderzoek is inmiddels uitgevoerd en vormt de basis voor de indeling van de kans van aantreffen gebieden. 1.3 Leeswijzer In hoofdstuk 2 wordt ingegaan op wat we weten over de aantrefkans van NGE en de wettelijke achtergronden. In hoofdstuk 3 geven we aan wat de consequenties zijn van de aanpassingen op de 1 juli 2016 in werking getreden Werkveldspecifiek certificatieschema voor het Systeemcertificaat Opsporen Conventionele Explosieven. In hoofdstuk 4 van deze handleiding Omgaan met niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog bij gemeentelijke projecten wordt de risicoafweging verder uitgewerkt. Hierdoor kan op een eenduidige manier worden aangeven hoe we omgaan met de mogelijke aanwezigheid van NGE. In hoofdstuk 5 zal verder worden ingegaan op de uitvoering zoals de advisering, 2 Conventionele Explosieven (CE) zijn explosieven die niet als zelfgemaakt, nucleair, biologisch of chemisch kunnen worden aangemerkt. CE zijn gemaakt voor oorlogsdoeleinden. 5

2. Niet gesprongen explosieven 2.1 Algemeen Niet gesprongen explosieven zijn gemaakt voor oorlogsdoeleinden. Over de risico s van NGE uit de Tweede Wereldoorlog - die al ruim 70 jaar in de bodem liggen - is niet veel te zeggen. Het is aannemelijk dat de explosiviteit is afgenomen terwijl de werking minder voorspelbaar kan zijn geworden. NGE worden bij mensen nog vaak als zeer risicovol ervaren. Vooral direct na de Tweede Wereldoorlog hebben zich in Nederland ongevallen met letsel of zelfs dodelijke afloop voorgedaan. Deze ongevallen vonden plaats tijdens het opruimen en onklaar maken van NGE uit de Tweede Wereldoorlog. Het laatste bekende ongeval met NGE binnen de Nederlandse EODD dateert uit 1972. Ook vallen er sporadisch slachtoffers doordat burgers met behulp van een metaaldetector explosieven aantreffen en dit vervolgens thuis zelf demonteren. Binnen Lingewaard hebben zich, met uitzondering van de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog, geen bekende ongevallen met dodelijke afloop voorgedaan. Dat er tijdens het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden wat kan gebeuren blijkt uit een ongeval in Duitsland (2006). Een wegwerker heeft tijdens werkzaamheden met een freesmachine een bom uit de Tweede Wereldoorlog geraakt. Hierdoor is de bom ontploft waardoor de freesmachine in twee stukken is gebroken (zie foto). De wegwerker is hierbij omgekomen. Deze incidenten zijn zeldzaam maar zijn niet uit te sluiten. Mensen lopen bepaalde risico s 3 in hun leven, de beleving van het risico is bij een ieder anders. Een vrijwillig genomen risico zoals bergbeklimmen of roken zal makkelijker worden aanvaard dan een even groot maar niet vrijwillig genomen risico. De overheid hanteert risiconormen. Hierbij wordt rekening gehouden met het feit dat frequent optredende gebeurtenissen elk met een klein aantal doden (wegverkeersongevallen) gemakkelijker aanvaard worden dan minder vaak optredende gebeurtenissen elk met een groot aantal doden (vliegverkeersongevallen). Terwijl het aantal doden per jaar voor de eerste soort ongevallen veel groter zal zijn. Over de risico s van NGE uit de Tweede Wereldoorlog zowel tijdens het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden en vervolgens gedurende de opslag is niet veel te zeggen, omdat er nog nauwelijks onderzoek naar is verricht. 2.2 Tijdelijke opslag van niet gesprongen explosieven uit de Tweede Wereldoorlog De indeling van gevaarlijke stoffen waaronder NGE - vindt plaats volgens de Europese overeenkomst ADR voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. Het ADR kent dertien klassen van gevaarlijke stoffen. ADR klasse 1 Ontplofbare stoffen en voorwerpen is onder andere van toepassing op NGE, munitie maar ook vuurwerk. Klasse 1 is op basis van hun kenmerk weer onderverdeeld in subklassen. In onderstaande opsomming staan de verschillende subklassen met hun belangrijkste kenmerk. NGE behoren tot subklasse 1.1. 3 Risico is de kans dat iets op kan treden maal het effect (dodelijke slachtoffers). 6

Subklasse Kenmerk (reactie op invloeden van buiten) 1.1 Massa-explosie 1.2 Scherfwerking 1.3 Massabrand met intense warmtestraling 1.4 Geen/gering warmtestraling 1.5 Zeer weinig gevoelige stoffen Het kenmerk (effect) van subklasse 1.1. is een massa-explosie die kan bestaan uit fysische effecten zoals een optredende luchtschok (overdruk effect), de uitworp van brokstukken en scherven en hitte. De omvang van deze fysische effecten hebben een relatie met de hoeveelheid ontplofbare stof die aanwezig is. Stoffen of voorwerpen die tot de ADR klasse 1 behoren hebben een effectgerichte benadering. Dit in tegenstelling tot de giftige en brandbare vloeistoffen en gassen. Deze stoffen hebben een risicobenadering. Bij een risicobenadering hou je naast het effect ook nog rekening met de kans dat iets op kan treden. De reden van deze effectgerichte benadering bij explosieve stoffen is dat een explosie zeer plotseling en zonder waarschuwing vooraf kan optreden en dat de effecten ook spontaan optreden. Daardoor is er geen tijd om tot ontruiming over te gaan. Indien er tijdens grondroerende werkzaamheden een niet gesprongen explosief wordt aangetroffen zal deze door de EODD ter plaatse worden veiliggesteld, bij aanwezigheid van bebouwing. Indien mogelijk zal het explosief worden overgebracht naar een tijdelijke opslag. Vervolgens worden de ingezamelde explosieven tot ontploffing gebracht. Dit noemen we een gecontroleerde vernietiging. De springlocatie in de gemeente Lingewaard is op dit moment aan het Looveer te Huissen, kadastraal perceel, sectie C nummer 816. Voor de tijdelijke opslag van NGE en de hierbij in acht te nemen veiligheidsafstanden (bijlage 2) tot objecten kan gebruik worden gemaakt van de Circulaire opslag ontplofbare stoffen voor civiel gebruik. Door het treffen van extra veiligheidsmaatregelen kunnen deze afstanden worden verkleind. Voor de veiligheidsafstanden (bijlage 2) tijdens demontagewerkzaamheden en gecontroleerde vernietiging moet gebruik worden gemaakt van de afstanden zoals genoemd in de VS 9-861 2 e druk (voorheen VGVK 19). 2.3 Niet gesprongen explosieven en grondroerende werkzaamheden. Over het risico van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden is niet altijd wat te zeggen. Er is een kans op het aantreffen van een niet gesprongen explosief. Onduidelijk is wat gedurende jaren de invloed van geofysische bodemomstandigheden op het explosief zijn geweest. Door roestvorming kan het ontstekingsmechanisme onbetrouwbaar zijn geworden. Daarnaast is de stabiliteit van de springstof veranderd en de gevoeligheid voor schok toegenomen. Dit zijn factoren die van invloed zijn op het effect van een explosief dat al meer dan 70 jaar in de bodem ligt. Dit betekent dat de risico s van NGE moeilijk zijn in te schatten. Het risico kan grotendeels worden weggenomen door altijd voordat er grondroerende werkzaamheden plaatsvinden - preventief naar NGE te zoeken. Het nadeel hiervan is dat dit hoge kosten met zich meebrengt. Daarnaast kunnen de projecten vertraging oplopen. In dit soort gevallen is het de vraag of de kosten opwegen tegen de eventuele risico s van NGE. Daarom is er niet voor gekozen om altijd preventief naar NGE te zoeken maar de kans van het aantreffen van NGE zoveel mogelijk uit te sluiten door vooraf onderzoek te doen naar de mogelijke aanwezigheid van NGE en door het treffen van eventuele voorzorgsmaatregelen. In hoofdstuk 4 zal dit verder worden uitgewerkt. 2.4 Wet en regelgeving De uitvoering voor het opsporen en ruimen van NGE uit de Tweede Wereldoorlog is een Rijksverantwoordelijkheid. Het wordt echter steeds meer bij gemeenten neer gelegd. Deze uitvoering ligt in het verlengde van de kerntaak van het gemeentebestuur om toe te zien op de handhaving van de openbare orde en veiligheid op grond van de Gemeentewet. Dit terwijl er voor taken en bevoegdheden voor gemeenten op het gebied van opsporen en ruimen van NGE geen specifiek wettelijk kader is vastgesteld. De gemeenten bepalen, met de kennis die tot hun beschikking staat, wanneer er sprake is van een veiligheidsrisico. Landelijke wet- en regelgeving met betrekking tot NGE betreft vooral de; Gemeentewet De Gemeentewet geeft aan waar de beslissingsbevoegdheid om al dan niet naar NGE te zoeken ligt en wie in het kader van de openbare orde en veiligheid verantwoordelijk is. Arbeidsomstandighedenbesluit Vanuit de Arbowet wordt verwezen naar WSCS-OCE. In WSCS-OCE staan de eisen, waaraan een bedrijf moet voldoen om gecertificeerd te kunnen worden. Het toepassingsgebied van het WSCS-OCE is verdeeld in twee deelgebieden: - Deelgebied A; Inclusief vooronderzoek (A) 7

- Deelgebied B; Civieltechnische opsporingsproces (B). Bedrijven kunnen zich voor één of beide deelgebieden certificeren. Op het certificaat wordt aangegeven voor welk(e) deelgebied(en) het certificaat is afgegeven. Volgens de Arbowet is een opdrachtgever verplicht om bedrijven te wijzen op risico s. Bedrijven zijn verplicht tot het opstellen van een Risico-Inventarisatie & Evaluatie (RI&E) Wet Wapens en Munitie (wet van 5 juli 1997) NGE uit de Tweede Wereldoorlog vallen onder deze wet. In deze wet staan regels inzake het vervaardigen, verhandelen, vervoeren, voorhanden hebben, dragen enz. van wapens en munitie. Wet milieubeheer (bijlage 3). De Wet milieubeheer is van toepassing op de tijdelijke opslag van NGE - netto explosieve massa meer dan 1 kg - in een depot dat vervolgens in een springput tot ontploffing kan worden gebracht. Voor opslagen korter dan een half jaar is een gedoogbesluit nodig. Aan dit gedoogbesluit zijn voorwaarden verbonden. Deze voorwaarden zijn dezelfde als bij een milieuvergunning alleen is de procedure voor een gedoogbesluit korter. Een uitzondering op dit gedoogbesluit vormt de opslag van NGE met een netto-explosieve massa van maximaal 10 kg. In dit geval is er geen gedoogbesluit nodig maar wordt er aangesloten bij de eisen voor een opslagvoorziening voor het tijdelijk veilig stellen van NGE (tot maximaal 10 kg) zoals die staan vermeld in bijlage 7 van de WSCS-OCE. 2.5 Raakvlakken archeologie en milieu Tijdens het opsporen en ruimen van NGE kan het voorkomen dat andere bodemvreemde materialen worden aangetroffen. Sinds 1 september 2007 is de Wet Archeologische Monumentenzorg 4 verankerd in de herziende Monumentenwet 1988. De gemeente speelt hierin nu een centrale rol. Bij bestemmingsplannen en vergunningen moet rekening worden gehouden met de mogelijke aanwezigheid van archeologische materialen in de bodem. Om te voorkomen dat er op een onjuiste manier wordt omgegaan met het bodemvreemde materiaal is het wenselijk dat er voorafgaande aan de opsporing en ruiming van NGE afstemming plaatsvindt met zowel archeologie als met milieu. Dit kan gecombineerd worden met de risicokaart NGE. 3. Huidige situatie en consequenties nieuwe wet en regelgeving 3.1 Inleiding Ondanks dat er regelmatig vragen over NGE binnenkomen is hier door de jaren heen slechts verspreid kennis over opgebouwd. De verschillende sectoren zoeken (in- en externen) steeds weer naar oplossingen en een werkwijze aangaande NGE. Er is naast het Arbeidsomstandigheden besluit nog geen beleid vastgesteld waarin staat beschreven hoe om te gaan met NGE. Daarnaast is er binnen de organisatie geen ontsloten informatie bekend over de mogelijke aanwezigheid van NGE op een bepaalde locatie. Dit heeft als gevolg dat er voor de locatie een probleeminventarisatie en probleemanalyse wordt uitgevoerd of dat er (in de meeste gevallen) geen rekening wordt gehouden met NGE. Vanuit het Arbeidsomstandighedenbesluit is de gemeente als opdrachtgever echter verantwoordelijk voor het veilig kunnen werken van haar opdrachtnemers. 3.2 Samenvatting Op dit moment wordt er tijdens de voorbereiding te weinig rekening gehouden met het mogelijk voorkomen van NGE. Indien er tijdens grondroerende werkzaamheden NGE kunnen voorkomen moeten de werkzaamheden worden uitgevoerd door een WSCS-OCE gecertificeerde aannemer. 4 De Wet op de Archeologische Monumentenzorg (Wamz) is de citeertitel van de Wet tot Wijziging van de Monumentenwet 1988, de Ontgrondingenwet, de Wet Milieubeheer en de Woningwet. 8

4. Hoe gaan we om met de mogelijke aanwezigheid van NGE 4.1 Inleiding In verband met het uitvoeren van grondroerende werkzaamheden zijn er in Lingewaard door de jaren heen verschillende historische onderzoeken uitgevoerd. Hierbij is aangegeven of er tijdens de werkzaamheden NGE kunnen voorkomen. Een historisch onderzoek valt niet onder de WSCS-OCE certificeringregeling. Dit onderzoek geeft een dekkend beeld van de gemeente Lingewaard en buurgemeente Overbetuwe. Een gemeente kan zelf aangeven of het noodzakelijk is om preventief naar NGE te zoeken. Het is immers de verantwoordelijkheid van de gemeente Lingewaard naar haar bewoners toe. Op basis van de aanwezige historische onderzoeken en aanvullend onderzoek hebben we Lingewaard verdeeld in kans van aantreffen gebieden. 4.1.1 Werkwijze gemeente Lingewaard De gemeente voert een passief beleid in de opsporing en ruiming van NGE. Dit houdt in dat NGE pas geruimd wordt wanneer dat als gevolg van een ontwikkelingsproject noodzakelijk is. NGE die in de bodem liggen en niet aangeraakt worden, vormen (in beginsel) geen risico. Er zijn in het verleden een aantal inventarisaties en historische onderzoeken uitgevoerd naar de aanwezigheid van NGE in Lingewaard en buurtgemeente Overbetuwe. Ook zijn er meerdere opsporingsacties uitgevoerd door de diverse gecertificeerde bedrijven en heeft de EODD meer dan 4000 opdrachten uitgevoerd binnen beide gemeenten. In opdracht van beide gemeenten is een gezamenlijke risicokaart NGE samengesteld op basis van alle beschikbare gegevens. Dit heeft geresulteerd in een totaal overzicht van alle gebeurtenissen in en na de Tweede Wereldoorlog. Alle herleidbare gegevens van naoorlogse bodemingrepen zijn verwerkt in een risicokaart die raadpleegbaar is voor de gemeente in de Blind Guide applicatie en netbrowser. Voor inwoners wordt verwezen naar bijlage 4. Blind Guide is een up-to-date kaart van de gemeente waarop is aangegeven: welke gebieden verdacht zijn op de mogelijke aanwezigheid van NGE; welke gebieden niet verdacht zijn; welke gebieden zijn vrij gegeven na NGE onderzoek. Indien werkzaamheden zijn gepland, is op de kaart de nodige informatie snel te vinden om vast te stellen of extra onderzoek moet worden uitgevoerd in het veld voordat met de werkzaamheden kan worden aangevangen. 4.1.2 Wie doet wat binnen de gemeente Lingewaard De verschillende activiteiten binnen de gemeente Lingewaard met betrekking tot NGE zijn onder te verdelen in: 1. Ontwikkelen, evalueren en actualiseren beleid. 2. Advies geven en beantwoorden van vragen van B&W en de gemeenteraad (art. 44 RvO). Toetsen en beoordelen van het projectplan - plan van aanpak van het WSCS-OCE gecertificeerde bedrijf. 3. Uitvoering bijvoorbeeld projectgebonden bij een nieuwe ontwikkeling. Daarnaast kan er een melding (bijvoorbeeld van burgers) binnenkomen over de mogelijke aanwezigheid van NGE. In dit geval gaat het niet om een ontwikkeling. De uitvoering is ook het aanvragen van subsidie. 4. Handhaving, beoordelen of de werkzaamheden volgens het projectplan worden uitgevoerd. Op het gebied van bodem- milieu worden de activiteiten door verschillende sectoren binnen de gemeente uitgevoerd. Bij een voorgenomen project door de gemeente, particulier, bedrijfsmatig of uit hoofde van een andere overheid wordt door de beheerder van de risicokaart getoetst of een gebied verdacht is (=controleverzoek zie 5.2). Bij een verdacht gebied adviseert de gemeente een Projectleiderssamenvatting NGE (PLS-NGE) te maken (zie 5.2.1). Bij grotere projecten kan en verdere verdieping noodzakelijk zijn. Dan wordt een Risico Analyse Conventionele Explosieven (RA-CE) opgesteld (zie 5.2.2). 9

De volgende uitkomsten zijn mogelijk: Project Controle verzoek PLS-NGE RA-NGE Verdacht X X-met specificatie van noodzakelijke vervolgstappen X-met uitgebreide effectstudie en proces stappen wat kan resulteren in een verkleining van het verdachte gebied Onverdacht X Alleen bij de stelling verdacht (bij een controle verzoek) wordt doorverwezen naar een PLS-NGE of een RA- NGE. Als de stelling onverdacht wordt geconcludeerd kunnen de werkzaamheden normaal worden uitgevoerd. Van de stelling onverdacht wordt een gemotiveerde memo opgenomen in het projectdossier. Een vastgesteld risico wordt door de initiatiefnemer aan de uitvoerende partij bekend gemaakt (toesturen van PLS-NGE of advies RA-NGE). De uitvoerder/aannemer moet op grond van de Arbowet een Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E zie 5.2.3) maken. Praktisch betekent dit dat de NGE zal gaan worden opgespoord. Het College van B&W wordt ingelicht i.v.m. de openbare orde en veiligheid. Voorwaarden kunnen worden gesteld aan de wijze van opsporen bij het toetsen van het door een opsporingsbedrijf in te dienen projectplan. Bij een beslissing NIET opsporen is er tijdelijk geen goedkeuring voor bouw en sloop activiteiten (Art. 175 Gemeentewet). Bij de beslissing WEL opsporen moet een gecertificeerd OCE-bedrijf de opsporing uitvoeren. Het geselecteerde bedrijf maakt een projectplan en legt dit voor aan de gemeente. Als het projectplan wordt goedgekeurd, wordt dit getekend door de Burgemeester of zijn/haar gemandateerde. Als het projectplan niet wordt goedgekeurd moet het worden aangepast en opnieuw worden aangeboden. De opsporingswerkzaamheden worden uitgevoerd conform het door bevoegd gezag ondertekende projectplan (zie 5.2.11). Toezicht en handhaving is een verantwoordelijkheid van de gemeente, wanneer het de openbare veiligheid betreft. De ervaringen vanuit Park Lingezegen hebben geleerd dat dit kostenbesparend kan werken. Na beëindiging van de werkzaamheden wordt een proces-verbaal met een vrijgave terrein opgemaakt en aangeboden aan de opdrachtgever. Deze gegevens worden jaarlijks verwerkt in de risicokaart en Blind Guide. Een steeds groter gedeelte van de gemeente wordt op deze manier gecontroleerd veilig. 4.2 Kans van aantreffen Er is altijd een kans dat er in Lingewaard NGE worden aangetroffen. Na de Tweede Wereldoorlog is veel oorlogspuin geruimd maar ook binnen Lingewaard verplaatst. Daarom is er een protocol Toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog opgesteld (bijlage 5). Op basis van het detaileringsonderzoek van BeoBOM (oorlogshandelingen tijdens de Tweede Wereldoorlog) kunnen we wat zeggen over de kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden. Voor bepaalde delen van Lingewaard is die kans groter dan voor andere delen. De kans van aantreffen gebieden kaart (bijlage 4) is gebaseerd op het verzamelen van historisch feitenmateriaal. Dit historische feitenmateriaal vormt de probleeminventarisatie en is een onderdeel van het in de WSCS-OCE genoemde vooronderzoek. Aan de hand hiervan wordt Lingewaard verdeeld in kans van aantreffen gebieden. De kans van aantreffen gebieden kaart kan gebruikt worden om een quickscan te doen naar de mogelijke aanwezigheid van NGE binnen een projectgebied. Binnen bepaalde projecten kan het wenselijk zijn om een PLS-NGE of een RA-NGE op te maken. Middels PLS- NGE of RA-NGE wordt het gebied naast horizontaal ook verticaal afgebakend. Dat wil zeggen; tot welke diepte is er een kans van aantreffen. Voor wat betreft de kans van aantreffen onderscheiden we de volgende gebieden: o hoge kans van aantreffen NGE rood o verhoogde kans van aantreffen NGE oranje o verlaagde kans van aantreffen NGE geel o lage kans van aantreffen NGE groen 4.2.1 Hoge kans van aantreffen NGE rood Op basis van het vooronderzoek zijn voor bepaalde delen van Lingewaard aangeven dat de kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden hoog is. Dit zijn de gebieden waar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden en na de Tweede Wereldoorlog geen grootschalige grondroerende werkzaamheden. In deze gebieden moeten voor en tijdens grondroerende werkzaamheden altijd maatregelen met betrekking tot NGE worden getroffen. 10

Kenmerken: o oorlogshandelingen o geen grootschalige grondroerende werkzaamheden na de Tweede Wereldoorlog o onbebouwd gebied extra maatregelen met betrekking tot NGE 4.2.2 Verhoogde kans van aantreffen NGE oranje Dit zijn de gebieden waar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. Tevens hebben we te maken met bebouwd gebied (vooroorlogse wijk) waar na de Tweede Wereldoorlog geen grootschalige grondroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden. In deze gebieden wordt per project gekeken welk deel van de bodem na- oorlogs is geroerd. Wanneer blijkt dat er nog geen grondroerende werkzaamheden hebben plaatsgevonden wordt het gebied behandeld als een hoge kans van aantreffen NGE gebied. Een uitzondering hierop zijn de grondroerende werkzaamheden waarbij het grondverzet gering is waardoor de kans op het aantreffen van NGE ook klein is. Voorbeelden hiervan zijn boringen ten behoeve van bodemonderzoeken of grondverzet voor het plaatsen van bijvoorbeeld een bushokje. Over het algemeen gaat het hierbij om werkzaamheden waarbij minder dan 100 m3 grond wordt verzet (kleinschalige projecten). In dit geval worden er geen extra maatregelen getroffen maar wordt het protocol Toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog gevolgd. Wordt er meer dan 100 m3 grond verzet dan is het afhankelijk van de mogelijkheden en/of het project of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Dit betekent dat het binnen het gebied verhoogde kans van aantreffen NGE vooral gaat om maatwerk. Per project wordt zo bekeken of er en zo ja welke maatregelen moeten worden getroffen. Kenmerken: o oorlogshandelingen o geen grootschalige grondroerende werkzaamheden na de Tweede Wereldoorlog o stedelijk gebied (vooroorlogse wijk) extra maatregelen met betrekking tot NGE (uitzondering hierop bij grondverzet van minder dan 100 m3 grond, geen extra maatregelen en het protocol Toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog volgen) bij meer dan 100 m3 grondverzet maatwerk per project Voorbeeld van maatwerk; Vervanging van de oude riolering. Deze oude riolering is na de Tweede Wereldoorlog in de grond gekomen. Het gaat dus om naoorlogs grondverzet. Op basis hiervan is niet nodig om extra maatregelen te treffen. De nieuwe riolering komt echter een halve meter lager in de grond te liggen. In dit geval betekent het dat er voor die extra halve meter maatregelen moeten worden getroffen. 4.2.3 Verlaagde kans van aantreffen NGE geel Dit zijn gebieden waar oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden. Tevens hebben we te maken met bebouwd gebied (naoorlogse wijk). Na de Tweede Wereldoorlog hebben hier grootschalige grondroerende werkzaamheden plaatsgevonden. Het gebied wordt vervolgens behandeld als een lage kans van aantreffen gebied. Wel kunnen er NGE worden aangetroffen. Dus het protocol toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog wordt gevolgd. Kenmerken: o oorlogshandelingen o grootschalige grondroerende werkzaamheden na de Tweede Wereldoorlog o stedelijk gebied (naoorlogse wijk) geen extra maatregelen met betrekking tot NGE protocol Toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog 4.2.4 Lage kans van aantreffen NGE groen Op basis van het vooronderzoek kunnen we voor bepaalde delen van Lingewaard aangeven dat de kans van aantreffen van NGE tijdens grondroerende werkzaamheden laag is. Dit zijn de gebieden waar uit het vooronderzoek volgt dat er geen oorlogshandelingen hebben plaatsgevonden of gebieden die eerder zijn onderzocht en zijn vrijgegeven of volledig op de schop gegaan zijn. In deze gebieden worden geen extra maatregelen getroffen. Wel kunnen er NGE voorkomen. In dit geval wordt het protocol Toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog gevolgd. Kenmerken: o geen oorlogshandelingen geen extra maatregelen met betrekking tot NGE protocol Toevalsvondst NGE uit de Tweede Wereldoorlog 11

4.3 Beslisboom kans van aantreffen Oorlogshandelingen nee ja Vrijgegeven gebied ja nee nee Bebouwd gebied ja Vooroorlogse wijk nee ja Hoog Verhoogd Verlaagd Laag <100m3 nee ja Maatwerk per project Extra maatregelen Geen extra maatregelen Protocol toevalsvondst In bijlage 4 is een kaart van de gemeente Lingewaard opgenomen met hierop de verschillende kans van aantreffen gebieden. Op basis van de huidige (2016) gegevens is voor ongeveer 80% van het oppervlak van Lingewaard de kans van aantreffen NGE hoog of verhoogd, voor ongeveer 5% is deze kans laag. Voor de overige 15% is deze kans verlaagd. 4.4 Extra maatregelen Bij extra maatregelen gaat het erom dat de grondroerende werkzaamheden worden uitgevoerd door een WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf. Het gecertificeerde bedrijf zal op basis van het vooronderzoek, conform de WSCS- OCE, een projectplan opstellen. Dit projectplan moet in het kader van de openbare orde en veiligheid door het bevoegde gezag (gemeente Lingewaard) worden goedgekeurd. Daarna kan er met de opsporingswerkzaamheden worden gestart. In dit projectplan staan onder andere de maatregelen die moeten worden genomen in het kader van veiligheid. 12

5. Uitvoering 5.1 Algemeen Binnen de gemeente Lingewaard vinden allerlei grondroerende werkzaamheden plaats. De gemeente Lingewaard of het ingenieursbureau geeft op basis van deze handleiding een advies over de kans van aantreffen van NGE binnen een bepaald gebied. Gaat het om een hoge, verhoogde, lage of verlaagde kans van aantreffen. Naar aanleiding hiervan wordt aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Als er vervolgens tijdens de grondroerende werkzaamheden daadwerkelijk een NGE wordt aangetroffen dan is de burgemeester in het kader van de openbare orde en veiligheid verantwoordelijk. 5.2 Advisering kans van aantreffen niet gesprongen explosieven Bij ruimtelijke ontwikkelingen is de projectleider van het betreffende project verantwoordelijk voor de toetsing van de werkzaamheden aan de risicokaart. Indien de (bouw) locatie als verdacht wordt aangemerkt, kan in een vroeg stadium een PLS-NGE door een van de teams worden opgesteld. Bij grotere projecten kan een RA-NGE noodzakelijk zijn. Valt de locatie binnen een niet verdacht gebied of een eerder onderzocht en vrijgegeven gebied dan kan worden gewezen naar het Protocol Toevalsvondst (bijlage 5). 5.2.1 Projectleiderssamenvatting NGE (PLS-NGE) Een projectleiderssamenvatting NGE is de uitkomst van een toets aan de risicokaart NGE verwerkt in een rapportage. De PLS-NGE omvat ten minste de afbakening van het projectgebied, de uit te voeren werkzaamheden, de aan te treffen NGE met maximale diepte ligging. Aansluitend worden in de PLS-NGE de uit te voeren werkzaamheden beschreven en de raakvlakken met de te verwachten NGE. Hieruit volgt een opsporingsadvies. (Momenteel wordt het grootste gedeelte van de PLS-NGE uitgevoerd door een extern ingehuurde partij. Mogelijk wordt dit in de toekomst intern opgepakt). 5.2.2 Risico Analyse Niet Gesprongen Explosieven (RA-NGE) Bij grote projecten kan een verdere verdieping noodzakelijk zijn. Dan wordt een RA-NGE opgesteld. Hierbij zal in de regel een externe adviseur worden ingeschakeld. Een RA-NGE geeft inzicht in de aard en omvang van de risico's voor uitvoerend personeel en de directe omgeving tijdens de realisatie van het project. De uitkomst van de analyse is een gegronde conclusie aangaande de risico's die de mogelijke aanwezigheid van NGE vormt in relatie tot de geplande werkzaamheden en het toekomstig gebruik van het gebied. De gedetailleerde benadering van het project en de risico's leidt tot maatwerk op het gebied van explosieven detectie. Dat bespaart in veel gevallen tijd en geld! Op basis van een RA-NGE kan ook besloten worden af te wijken van het bestaande plan en alleen daar te gaan ontwikkelen in het gebied dat vrij is van explosieven. Op deze manier wordt efficiënter en kostenbesparend te werk gegaan. 5.2.3 Opstellen Risico Inventarisatie en Evaluatie (RIE) Indien uit voorgaande onderzoeken blijkt dat er risico is op het aantreffen van explosieven dan moet door een opsporingsbedrijf een RI&E worden opgesteld. De projectgebonden risico-evaluatie bestaat uit een adequate risico-inventarisatie en evaluatie voor de opsporing. Hieruit volgen ten minste de benodigde acties gericht op: - de te treffen (persoonlijke) beschermende maatregelen voor personen op de projectlocatie en de omgeving; - het tijdelijk veiligstellen van de situatie van NGE; - de toegangsregeling en bewaking van de projectlocatie; - de verkeersmaatregelen en begaanbaarheid van de projectlocatie. Het betreffende opsporingsbedrijf moet beschikken over een schriftelijke procedure voor de uitvoering van de projectgebonden risico-evaluatie, met expliciet daarin opgenomen de herleidbaarheid en volledigheid van de evaluatie. 5.2.4 Uitzonderingen In afwijking met de regelgeving zoals verwoordt in de WSCS-OCE kennen we binnen de gemeente een aantal afwijkingen en uitzonderingen die het proces van opsporing door een gecertificeerd bureau versnellen. 13

In alle uitzonderingsgevallen dient er in het V&G-plan ontwerp- en uitvoeringsfase aandacht aan de kans op het aantreffen NGE worden besteed. Al het uitvoerende personeel dient vooruitlopend op de uitvoering aantoonbaar door een NGE-deskundig persoon geïnstrueerd te zijn over het werken in verdacht gebied en zich bewust te zijn van het bewerken van grond die NGE verdacht is. 5.2.5 Vrijstelling Oppervlakte De risicokaart NGE geeft aan dat het grootste gedeelte van de gemeenten verdacht is op het aantreffen van NGE. Een klein deel is verdacht op het aantreffen van afwerpmunitie (bommen). Gebieden die na de Tweede Wereldoorlog niet aantoonbaar zijn gewijzigd of geroerd dienen altijd onderzocht te worden. Gebieden van maximaal 100m² die op basis van de risicokaart of anderszins aantoonbaar geroerd zijn en gemotiveerd is in een PLS-NGE zijn met uitzondering van de gebieden die ook verdacht zijn op het aantreffen van bommen vrij van NGE onderzoek. De 100m² dient aaneengesloten binnen een projectgebied te zijn. Meerdere delen van 100m² vrijstelling binnen een projectgebied is niet mogelijk. 5.2.6 Vrijstelling sonderingen en boringen Het uitvoeren van sonderingen anders dan sonderingen specifiek voor NGE onderzoek worden vrijgesteld van onderzoek in het veld voor zo ver de sonderingen ten minste een onderlinge afstand hebben van 50m 1. Indien de sonderingen worden uitgevoerd in een van bommen verdacht gebied dient er wel NGE-onderzoek plaats te vinden Bij handmatige boringen voor bijvoorbeeld archeologie of milieukundig onderzoek hoeft geen NGEonderzoek plaats te vinden voor zo ver deze boringen niet in van bommen veracht gebied geprojecteerd zijn. Bij machinale boringen dient eerst een NGE-onderzoek plaats te vinden of er op de locatie een object in de bodem aanwezig is. 5.2.7 Verkort projectplan; detecteren In de regelgeving is verwoord onder paragraaf 6.6.2.1 van het WSCS-OCE dat volstaan kan worden met een verkort projectplan en melding aan de gemeente indien er alleen sprake is van detectie. Binnen de gemeente dienen alle aanvragen en projectplannen te worden aangeboden via www.lingewaard.nl melding woon- en leefomgeving via onderstaande link (http://www.lingewaard.nl/portal-lingewaard/producten-endiensten_41537/product/melding-woon-en-leefomgeving_65.html). De kosten van de beoordeling van het projectplan worden tegen een tarief van 380,00 aan de aanvrager of externe opdrachtgever belast als leges. Een projectplan dient ten minste 10 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden te zijn ingediend. Pas na een ontvangstbevestiging mogen de werkzaamheden starten. 5.2.8 Volledig projectplan; detecteren en benaderen In de regelgeving is verwoord onder paragraaf 6.6.2.1 van het WSCS-OCE dat er voor de werkzaamheden waarbij detectie en benaderingen worden uitgevoerd een volledig projectplan moet worden opgesteld. Binnen de gemeente dienen alle aanvragen en projectplannen te worden aangeboden via www.lingewaard.nl melding woon- en leefomgeving via onderstaande link (http://www.lingewaard.nl/portallingewaard/producten-en-diensten_41537/product/melding-woon-en-leefomgeving_65.html). De kosten van de beoordeling van het projectplan worden tegen een tarief van 570,0 (medium) of 760,00 (large) aan de aanvrager of externe opdrachtgever belast als leges. Het projectplan dient ten minste 15 werkdagen voor aanvang van de werkzaamheden te zijn ingediend. Pas na een goedkeuring van het projectplan en startwerkbrief van de gemandateerde van de gemeente mogen de werkzaamheden starten. NOOT: indien het detecteren aaneensluitend door dezelfde partij worden uitgevoerd kan voor beide werkzaamheden één projectplan worden opgesteld. 5.2.9 Controle verzoek, PLS- NGE of RA- NGE Binnen het opsporingsveld van de gemeenten Lingewaard kennen we een drietal producten op basis van de risicokaart NGE Controle verzoek; PLS-NGE; RA-NGE. De vraag bepaald de vorm van product dat geleverd wordt. In de financiële paragraaf worden de interne en externe kosten van de producten uitgewerkt en onderbouwd. Het uitvoeren van een controle verzoek duurt doorgaans niet langer dan enkele minuten. Een controle verzoek kan door iedere medewerker die met NedBrowser om kan gaan worden uitgevoerd. Het verdient echter aanbeveling om ten minste de 14

gecommuniceerde uitkomst van een controle verzoek centraal te registreren via www.lingewaard.nl melding woon- en leefomgeving via onderstaande link (http://www.lingewaard.nl/portal-lingewaard/producten-endiensten_41537/product/melding-woon-en-leefomgeving_65.html). Voor het opmaken van een PLS-NGE hanteren we een drietal gebiedsgroten, te weten: Projecten tot 1 hectare, uitvoeringsduur gemiddeld 6 uur; Projecten tussen 1 en 5 hectare, uitvoeringsduur gemiddeld 12 uur; Projecten groter dan 5 hectare, uitvoeringsduur gemiddeld 24 uur. Een PLS-NGE kan opgemaakt worden voor alle projecten en uit te besteden werkzaamheden die besteksmatig worden uitgevoerd. Voor Projecten die onder een andere aanbestedingsvorm worden uitgevraagd zoals bijvoorbeeld een UAV-GC of een DBFM 5 contract wordt een RA-NGE opgemaakt. De RA- NGE wordt extern uitgevoerd. Voor externe partijen wordt doorverwezen naar een aantal bekende adviesbureaus van de Explosieven Adviseurs Nederland (EAN) 5.2.10 Ruimtelijk planproces In het ruimtelijke planproces kan op verschillende momenten advies nodig zijn over de mogelijke aanwezigheid van niet gesprongen explosieven tijdens grondroerende werkzaamheden. Naast het ontwikkelen van een terrein voor bijvoorbeeld woningbouw (ontwerptraject) moet een ruimtelijk planproces juridisch worden verankerd in een bestemmingsplan (planologisch traject). Deze trajecten lopen vaak tegelijkertijd. Het ruimtelijke planproces bestaat uit verschillende fasen. Eerst is er de initiatieffase, dan de definitiefase, ontwerpfase, voorbereiding/uitvoering fase en als laatste de beheer/nazorg fase. Het advies in de initiatief-, definitie- en ontwerpfase zal vooral betrekking hebben op het gebied waarbinnen de ontwikkeling is gepland. Hebben we te maken met een hoog, verhoogde, laag of verlaagde kans van aantreffen gebied. Ingenieursbureau De werkzaamheden voor het ingenieursbureau liggen vooral in de voorbereiding/ uitvoeringsfase. In de voorbereidingsfase worden adviezen opgesteld, werkwijzen bepaald, bestekken geschreven en vergunningen aangevraagd. Voor zowel het schrijven van een bestek als het toetsen van een bouwaanvraag moet een advies over de kans van aantreffen worden gevraagd. Op basis van de beslisboom (paragraaf 4.3) kan dan worden aangegeven of er extra maatregelen moeten worden getroffen. Het advies maakt onderdeel uit van de werkomschrijving als onderdeel van het bestek. De uitvoeringsfase is de fase waarin daadwerkelijk door een WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf preventief naar NGE wordt gezocht. Op basis van het Arbobesluit mogen alleen WSCS-OCE gecertificeerde bedrijven preventief naar NGE zoeken. De WSCS-OCE gecertificeerde aannemer is vervolgens verantwoordelijk voor de uit te voeren werkzaamheden met betrekking tot NGE. Het bedrijf heeft hiervoor speciaal opgeleid en gediplomeerd personeel in dienst. Wordt er daadwerkelijk een NGE gevonden dat onschadelijk moet worden gemaakt dan ligt de verantwoordelijkheid in het kader van openbare orde en veiligheid bij de burgemeester. 5.2.11 Mandatering Voordat een WSCS-OCE gecertificeerd bedrijf aan de slag kan moet het bevoegde gezag (gemeente Lingewaard) in het kader van openbare orde en veiligheid het projectplan beoordelen en goedkeuren. De burgemeester dient hierbij een verklaring te ondertekenen dat wordt ingestemd met het projectplan. Het is mogelijk de mandatering hiervan elders in de organisatie neer te leggen. Op grond van het WSCS-OCE dient voor alle opsporingswerkzaamheden een projectplan te worden opgesteld door een opsporingsbedrijf. Dit moet door de gemeente waarbinnen het opsporingsgebied ligt goedgekeurd worden. Dit biedt de gemeente de mogelijkheid om eisen te stellen. Deze taak is gemandateerd aan team Veiligheid, Toezicht en Handhaving (hierna VTH). Naast deze taak heeft het team VTH voor NGE-aangelegenheden de volgende taken: adviseren van het bestuur; controle en goedkeuring van opgestelde documenten in het kader van de beoordelingsrichtlijn; toezicht uitvoeren bij opsporings- en ruimingswerkzaamheden. 5.3 Openbare orde en veiligheid 5 UAV-GC = Uniforme Administratieve Voorwaarden voor Geïntegreerde Contractvormen. DBFM = Design Build Finance Maintain (Ontwerp, Bouw, Financiering en Onderhoud). 15

Als er tijdens werkzaamheden daadwerkelijk een niet gesprongen explosief uit de Tweede Wereldoorlog wordt aangetroffen dat onschadelijk moet worden gemaakt, dan is de burgemeester in het kader van openbare orde en veiligheid verantwoordelijk. Dit betekent dat de gemeente ervoor moet zorgen dat er in het kader van de openbare orde en veiligheid voldoende veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Door de aanwezigheid van dit explosief kan een verstoring van de openbare veiligheid ontstaan. Hierdoor kan het nodig zijn dat er een gecoördineerde inzet van diensten en organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken. Het kan bijvoorbeeld zijn dat een bepaald woongebied moet worden ontruimd omdat een niet gesprongen explosief onschadelijk moet worden gemaakt. Het aantreffen van een niet gesprongen explosief uit de Tweede Wereldoorlog en het onschadelijk maken van dit explosief komt meestal niet verder dan de GRIP 2 fase van het rampenplan (zie bijlage 3). In GRIP fase 2 komen de kernteamleden van het regionaal operationeel team (ROT) en het gemeentelijke beleidsteam (GBT) bijeen. Tot ontploffing gebrachte fosforgranaten (Herckenrathweg te Bemmel) 5.3.1 Inspectie SZW Het toezicht op de naleving van de Arbowet is in handen van de inspectie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) die tot taak heeft misstanden aan te pakken en informatie te verzamelen. Bij misstanden treedt de inspectie SZW hard op. Zij voert een zogenaamd lik op stuk beleid waarbij een boete wordt opgelegd aan opdrachtgevers en opdrachtnemers die de wettelijke regels niet naleven Het WSCS- OCE is voor inspectie SZW de basis voor de handhaving. Voor het toezicht op de naleving van de Arbowet beschikt de inspectie SZW over twee instrumenten: De eis tot naleving (een nadere instructie over de wijze waarop een onderdeel van de wet moet worden nageleefd); Het bevel tot stillegging van het werk bij ernstig gevaar voor personen. 5.4 Communicatie Als er tijdens graafwerkzaamheden een niet gesprongen explosief uit de Tweede Wereldoorlog wordt aangetroffen dat onschadelijk moet worden gemaakt dan zal hierover met omwonenden gecommuniceerd moeten worden. In dit geval spreken we over crisiscommunicatie. Vanuit de Concernstaf van de gemeente Lingewaard vindt de crisiscommunicatie plaats. Naast de crisiscommunicatie is er de risicocommunicatie. Risicocommunicatie gaat over de situatie dat er nog geen ramp of crisis het vinden van een explosief uit de Tweede Wereldoorlog gaande is. Tot op heden communiceert de gemeente Lingewaard niet actief over de mogelijke aanwezigheid van NGE uit de Tweede Wereldoorlog. Naar aanleiding van deze handleiding wordt de plattegrond van Lingewaard met de kans van aantreffen gebieden op de site van de gemeente Lingewaard geplaatst. 6. Opsporingsproces Het opsporen van NGE geschiedt op basis van (historisch) feitenmateriaal, met behulp van hoogwaardige opsporingstechnieken, specifiek civieltechnisch materieel en deskundig personeel. Onderstaand de proces stappen van de uitvoering van werkzaamheden na consultering van de risicokaart NGE van de gemeente. 16

6.1 Projectplan Eén van de eisen die het WSCS-OCE stelt, is dat het explosieven opsporingsbedrijf de processen die nodig zijn voor een veilige, deskundige en juiste uitvoering van het project moet identificeren en plannen. Dit projectplan omschrijft de werkvoorbereiding van het onderzoek naar NGE. In paragraaf 6.6.2.1 uit WSCS- OCE staat waar een projectplan tenminste uit moet bestaan, de hieronder weergegeven punten zijn niet volledig. In het projectplan wordt o.a. aandacht besteed aan: Projectorganisatie; Taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden; Communicatie; Wijze van uitvoeren; Planning; Veiligheid, gezondheid en milieuplan (VGM-plan); Verzekeringen; Certificaten, vergunningen en ontheffingen. Het projectplan dient te worden opgesteld door de opdrachtnemer en alle bij de uitvoering van een NGEbodemonderzoek betrokken partijen bekend te zijn. Het projectplan voor benaderingen moet worden goedgekeurd door de burgemeester (bevoegd gezag) of gemandateerde die toestemming voor de uitvoering van de werkzaamheden geeft door middel van een brief. Het projectplan zelf wordt niet ondertekend. 6.2 Detecteren, interpreteren en lokaliseren Detecteren is het vaststellen van de aanwezigheid van (mogelijke) NGE door het met behulp van detectieapparatuur door middel van uitvoeren van een al dan niet realtime dan wel non-realtime detectie en de beoordeling van de detectiegegevens. Interpreteren betreft het vakkundig beoordelen van de opgenomen detectieresultaten. Lokaliseren betreft het 3-dimensionaal vaststellen van de ligplaats van gedetecteerde objecten. Van de detectie dient een detectierapportage te worden opgesteld waarin de significante objecten zijn aangegeven die overeenkomsten vertonen gelijkend op een NGE. In de gemeente is het verboden om op een weg of op openbare grond een metaaldetector of enig ander voorwerp bestemd voor het opsporen van metalen te gebruiken (APV 2016 art. 2:19b). Het college kan een ontheffing verlenen (artikel 2:19b lid2 APV 2016) en in artikel 2:19b lid 3 van de APV 2016 staat een vrijstelling voor bedrijven met een WSCS-OCE systeemcertificaat. 6.3 Benaderen en identificeren van de vermoede explosieven Door het benaderen (het op speciale wijze ontgraven van NGE) wordt het gedetecteerde significante object blootgelegd, waardoor dit kan worden geïdentificeerd. Bij het benaderen wordt een NGE niet beroerd waardoor het risico tot een ongecontroleerde explosie nihil is. Als een object is vrij gegraven kan het worden geïdentificeerd. Identificeren betreft het vaststellen of men al dan niet met een explosief te maken heeft en daarna het bepalen van de soort, sub soort, gevaartoestand, kaliber en nationaliteit van het explosief en eventueel geplaatste ontstekers. Bij het benaderen en tijdelijk veiligstellen van (onderdelen van) NGE krijgt het opsporingsbedrijf het beheer over deze voorwerpen. Daarom dient het opsporingsbedrijf te beschikken over een ontheffing krachtens artikel 4, artikel 22, eerste lid en artikel 26, eerste lid van de Wet wapens en munitie. Er moet aantoonbaar worden voldaan aan deze ontheffing. De personen die daadwerkelijk de NGE in beheer krijgen, moeten als beheerder zijn opgenomen in de ontheffing. 6.4 Procesverbaal van oplevering Voordat de opsporing start, wordt met de opdrachtgever bepaald hoe het terrein moet worden opgeleverd. De wijze van opleveren moet worden omschreven in het projectplan. Indien daarin niets is vermeld, moet het terrein in de oorspronkelijke staat worden teruggebracht. Deze oorspronkelijke staat dient in dat geval te zijn 17