Liturgie voor de leerdienst op zondagavond 3 september 2017 in de Gereformeerde Kerk te Den Ham, aanvang 19.00 uur. Voorganger: Ds. G. de Goeijen Lied: ELB 184 1. Ik wandel in het licht met Jezus. Het donk re dal ligt achter mij en k weet mij in zijn trouw geborgen; welk een liefdevolle vriend is Hij. Refrein: Ik wandel in het licht met Jezus, en k luister naar zijn dierb re stem en niets kan m ooit van Jezus scheiden, sinds ik wandel in het licht met Hem. 2. Ik wandel in het licht met Jezus, geen duist re wolk bedekt de zon. en k kan niet anders, k moet Hem prijzen, die de zonde in mij overwon. Refrein. 3. Ik wandel in het licht met Jezus, mijn ziel is Hem gans toegewijd, Met Hem verrezen tot nieuw leven, volg k mijn Heiland tot in eeuwigheid. Refrein. 4. Ik wandel in het licht met Jezus, o mocht ik zelf een lichtje zijn, dat straalt temidden van de wereld, die gebukt gaat onder zorg en pijn. Refrein. Welkom
Lied: Psalm 33: 5 en 7 5. Van waar Hij woont, in t licht verheven, ziet God op deze aarde neer. Al wat door mensen wordt bedreven, een open boek is t voor de Heer. Woord voor woord te lezen / is voor Hem hun wezen, want Hij vormt hun hart. Wat zij ook verzinnen, / heimelijk beginnen, wordt door Hem ontward. 7. Heil hem, die hoopt in vrees en beven op Gods genadig aangezicht. Wie op zijn gunst vertrouwt zal leven, God houdt het oog op hem gericht. Ja, Hij kent de zijnen, / Hij laat niet verkwijnen wie zijn hulp verbeidt. Koninklijk van gaven / wil de Here laven wie ontbering lijdt. Stil gebed, Votum en Groet Gezongen geloofsbelijdenis: ELB 274a Ik geloof in God de Vader, de Almachtige, Schepper des hemels en der aarde. En in Jezus Christus, Zijn eniggeboren Zoon, onze Heere; die ontvangen is van de Heilige Geest, geboren uit de maagd Maria; Die geleden heeft onder Pontius Pilatus, is gekruisigd, gestorven en begraven, nedergedaald ter helle; ten derde dage wederom opgestaan van de doden; opgevaren ten hemel, zittende ter rechterhand Gods, des almachtigen Vaders; vanwaar Hij komen zal om te oordelen de levenden en de doden. Ik geloof in de Heilige Geest. Ik geloof één heilige, algemene, christelijke kerk, de gemeenschap der heiligen; vergeving der zonden; wederopstanding des vlezes; en een eeuwig leven. Amen Gebed
Schriftlezingen: Jesaja 55: 6-9; Matteüs 4: 12-17 en 2 Korinthe 7: 8-11 (HSV) Jesaja 55: 6 9 6 Zoek de HEERE terwijl Hij te vinden is, roep Hem aan terwijl Hij nabij is. 7 Laat de goddeloze zijn weg verlaten, de man van ongerechtigheid zijn gedachten. Laat hij zich bekeren tot de HEERE, dan zal Hij Zich over hem ontfermen, tot onze God, want Hij vergeeft veelvuldig. 8 Want Mijn gedachten zijn niet uw gedachten, en uw wegen zijn niet Mijn wegen, spreekt de HEERE. 9 Want zoals de hemel hoger is dan de aarde, zo zijn Mijn wegen hoger dan uw wegen en Mijn gedachten dan uw gedachten. Matteüs 4: 12-17 12 Toen Jezus gehoord had dat Johannes overgeleverd was, keerde Hij terug naar Galilea. 13 Hij verliet Nazareth en ging wonen in Kapernaüm, dat aan de zee lag, in het gebied van Zebulon en Naftali, 14 opdat vervuld zou worden wat door de profeet Jesaja gesproken werd toen hij zei: 15 Land Zebulon en land Naftali, gebied aan de weg naar de zee en over de Jordaan, Galilea van de volken, 16 het volk dat in duisternis zat, heeft een groot licht gezien; en voor hen die zaten in het land en de schaduw van de dood, is een licht opgegaan. 17 Van toen af begon Jezus te prediken en te zeggen: Bekeer u, want het Koninkrijk der hemelen is nabijgekomen. 2 Korinthe 7: 8-11 8 Want al heb ik u in de brief bedroefd, ik heb er geen berouw van. Hoewel ik er wel berouw van gehad heb, want ik zie dat die brief, ook al is het voor een korte tijd, u bedroefd heeft. 9 Nu verblijd ik mij, niet omdat u bedroefd bent geweest, maar omdat u bedroefd bent geweest tot bekering. Want u bent bedroefd geweest overeenkomstig de wil van God, zodat u in geen enkel opzicht door ons schade hebt geleden. 10 Want de droefheid die overeenkomstig de wil van God is, brengt een onberouwelijke bekering tot zaligheid teweeg, maar de droefheid van de wereld brengt de dood teweeg.
11 Want zie, juist dit, dat u overeenkomstig de wil van God bedroefd bent geworden, wat een grote inzet heeft dat in u teweeggebracht! Ja, wat eenverdediging, ja, wat een verontwaardiging, ja, wat een vrees, ja, wat een vurig verlangen, ja, wat een ijver, ja, wat een bestraffing! In alles hebt u bewezen zelf rein te zijn in deze zaak. Lezing Heidelbergse Catechismus: Zondag 33 88. Waaruit bestaat de ware bekering van de mens? Uit twee dingen: de oude mens sterft, de nieuwe mens staat op. 89. Wat betekent het dat de oude mens sterft? Dat ik oprecht bedroefd ben omdat ik God door mijn zonden toornig gemaakt heb, en dat ik mijn zonden hoe langer hoe meer haat en ontvlucht. 90. Wat betekent het dat de nieuwe mens opstaat? Dat ik door Christus van harte blij ben in God, en ernaar verlang om heel mijn leven goede werken te doen, zoals God het wil. 91. Wat zijn goede werken? Alleen die dingen die we uit een waar geloof, volgens de wet van God en tot Zijn eer doen, niet die op ons eigen inzicht of op regels van mensen gebaseerd zijn. Lied: Psalm 51: 1 en 5 1. Ontferm u God, ontferm u, hoor mijn klacht, ik roep tot U, vergeef, vergeef mijn zonden. Herstel mijn hart, zie, hoe het is geschonden. Door eigen schuld verzink ik in de nacht. Wees mij nabij naar uw barmhartigheid, reinig mij door uw diepe mededogen. Om al mijn kwaad kwelt zich mijn hart en schreit, mijn zonden staan mij dagelijks voor ogen. 5. Schep in mij, God, een hart dat leeft in t licht, geef mij een vaste geest, die diep van binnen zonder onzekerheid U blijft beminnen, verwerp mij niet van voor uw aangezicht. Ontneem mij niet uw heilige Geest, o God, laat in uw heil mijn hart zich nu verblijden, en richt geheel mijn wil op uw gebod, dan zal ik zondaars op uw wegen leiden.
Verkondiging Lied: Weerklank 398 (melodie Psalm 136) 1. Wordt een mens tot God bekeerd, dan verandert zijn bestaan: d oude mens sterft af, verteert en de nieuwe mens treedt aan. 2. D oude sterft af, als het hart dat van God was afgekeerd, Hem vertoornde, vol van smart zonde nalaat meer en meer. 3. Is de nieuwe opgestaan roemend Hem die heeft verzoend, dan vangt de begeerte aan goede werken te gaan doen. 4. Goede werken komen voort uit geloof in God de Heer. Hun norm is zijn Wet, zijn Woord en hun doel zijn lof en eer. Avondgebed Inzameling der gaven Lied: NLB 241 1. Gij die mijn liefste kleinood zijt, Gij allerschoonste kostbaarheid die voor mijn hart ooit telde, o dat Gij mijn geluk wilt zijn, hoe zal ik t U vergelden? 2. Rijk ben ik in uw liefde en trouw; o Here Jezus, zie ik bouw op niets dan uw genade, en nooit in tijd of eeuwigheid wordt mij die schat tot schade.
3. Uw woord is waarheid, Gij berooft mij nooit van wat het heeft beloofd: uw trouw in dood en leven. O Heer, omdat Gij zijt mijn schat, moet ik mijn hart U geven. 4. Nu valt de nacht. O mijn kleinood, verspreid uw glans nog in de dood, parel van grote waarde. Blijf, Jezus, Gij, het licht voor mij, nu t donker wordt op aarde. Zegen