Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 5 december 2018 Betreft Beantwoording vragen over natuurvernietiging die het gevolg is van de delving van mineralen voor energietransitie

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 19 november Betreft MVO Sector Risico Analyse

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Internationaal ondernemen: maatschappelijk verantwoord met de OESO-richtlijnen

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 11 november 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Veldhoven (D66) over het rapport Dirty Diesel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Relatie Tussen de OESO Richtlijnen voor Multinationale Bedrijven en de Sustainable Development Goals verwachting vs uitnodiging

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Sigrid A.M. Kaag. De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

MVO en OR. Welke rol voor de OR? Maatschappelijk verantwoord ondernemen met de OESO-richtlijnen. Catelene Passchier, Lid NCP Nederland

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

10254/16 ons/zr/as 1 DGC 2B

2 Politieke ontwikkelingen

Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkoolketen

Achtergrondinformatie rondetafelgesprek IMVO-convenanten 13 februari

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 2 juli 2014 Betreft Nieuw Instellingsbesluit NCP

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MVO-beleid Human Rights Supplement

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkolenketen

Nederlands Nationaal Contactpunt voor de OECD Richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen. Lodewijk de Waal Voorzitter NCP 16 november 2016

PK Benelux BV. Plan van aanpak maatschappelijk verantwoord ondernemen

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

PostNL Business Principles

Aan de voorziter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Actiepunten 2018 van de overheid m.b.t. de uitvoering van het Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkoolketen

Datum 4 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen van de leden Van Laar en Vos over de bosbranden in Indonesië en het streven naar duurzame palmolie

IMVO-convenant: van papier naar praktijk 12 maart 2019

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, De Minister van Buitenlandse Zaken, Bert Koenders.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Enkele kernelementen nader toegelicht

Den Haag, 31 januari Aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking Mevr. S.A.M Kaag MA MPA te Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Actiepunten 2016 van de overheid m.b.t. de uitvoering van het Convenant ten aanzien van de verbeteringen in de steenkoolketen

TruStone Stakeholders werken samen aan een verantwoorde natuursteensector

34776 Homogene Groep Internationale samenwerking 2018

e) Nr. impact assessment Commissie en Opinie Impact-assessment Board n.v.t.

De Nederlandse overheid ziet de OESO-richtlijnen als het normatieve kader

Meer transparantie in de wereldwijde kledingindustrie!

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA 'S-GRAVENHAGE

Code VINCI Leveranciers Global Performance Commitment

ISO 26000, wereldwijde MVO richtlijn

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanleiding MVO MODELCODE. 0&7 In&uitleiding. 6 Conflicten. 5 Structuur MVO in taken Mz. 1 Begrippenkader

Datum 3 maart 2014 Betreft Beantwoording vragen van het lid Voordewind over het rapport Working on the Right Shoes

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 15 juni 2016 Betreft Beantwoording vragen van het lid Van Veldhoven over import en inkoop van steenkool

Stichting bedrijfstakpensioenfonds voor de Houthandelindustrie september 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

IORP II-proof vanuit een ESG perspectief 2 7 S E P T E M B E R

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA s-gravenhage

2012D19702 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Actiepunten energiebedrijven m.b.t. uitvoering van het kolenconvenant

Consultatie criteria Trancparantiebenchmark 2013

33625 Hulp, handel en investeringen Maatschappelijk verantwoord ondernemen

Datum 17 maart 2017 Betreft Appreciatie onderzoek geschillenbeslechting duurzaamheidshoofdstuk in handelsakkoorden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag. Datum 23 augustus 2017 Betreft Werken aan Eerlijk Werk

Datum 10 januari 2014 Onderwerp Antwoorden kamervragen over het rapport van Amnesty International over etnisch profileren

Hierbij doe ik u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Merkies (SP) over belastingparadijzerij (ingezonden 21 februari 2013).

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Ontwikkelingssamenwerking hv123

Datum 14 september 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over een bericht over geluidsopnamen contact tussen reddingsschip en mensensmokkelaars

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Datum 16 november 2018 Betreft Beantwoording vragen van de leden Geurts en Amhaouch over toename import in de EU van legbatterijeieren

CleanLease International Business principles: onze normen en waarden

Hierbij doen wij u de antwoorden toekomen op de vragen van het lid Smaling inzake wildlife crime.

Verantwoord beleggen beleid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Tweede Kamer der Staten-Generaal

28 juni EZ-B-012 OI/O /

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

Hierbij bied ik de antwoorden aan op de Becker over het bericht: Oxfam Novib: seksrapport ook

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2016 2017 Aanhangsel van de Handelingen Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden 1855 Vragen van de leden Hijink en Karabulut (beiden SP) aan de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over de aandacht die corruptie krijgt in de convenantenaanpak (ingezonden 20 april 2017). Antwoord van Minister Ploumen (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) (ontvangen 15 mei 2017). Vraag 1 Kunt u een reactie geven op de recente zaak waarbij ook de bestuurlijke top van Shell op de hoogte zou zijn geweest van een omkoopaffaire in Nigeria? 1 Antwoord 1 Instellingen uit diverse landen, waaronder de FIOD, doen onderzoek naar deze zaak. Lopende het onderzoek van het Openbaar Ministerie kan niet inhoudelijk worden gereageerd. Vraag 2 Zijn u andere gevallen bekend van multinationals die bij corruptieaffaires in Nigeria betrokken zijn geweest? Zo ja, welke en wat is de afloop van die affaires geweest? Antwoord 2 Er zijn gevallen bekend van multinationals (niet Nederlands) die bij corruptieaffaires in Nigeria betrokken zijn geweest en veroordeeld zijn tot het betalen van een geldsom. Er zijn geen meldingen geweest over Nederlandse bedrijven in Nigeria. Vraag 3 Op welke wijze krijgt omgang met corruptie door Nederlandse bedrijven aandacht in het convenantenbeleid en in het bijzonder in het convenant over de energiesector? Vraag 4 Wat is uw beleid ten aanzien van corruptiebestrijding in relatie tot ontwikkelingshulp en handel? 1 https://www.rtlnieuws.nl/nederland/top-shell-wist-van-corruptie-van-beurden-afgeluisterd-doorpolitie ah-tk-20162017-1855 ISSN 0921-7398 s-gravenhage 2017 Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, Aanhangsel 1

Antwoord 3 en 4 Corruptie, waaronder omkoping van ambtenaren in binnen- en buitenland, is strafbaar voor de Nederlandse wet. Het tegengaan van corruptie is onderdeel van de agenda voor hulp, handel en investeringen. Nederland draagt in lageen middeninkomenslanden bij aan het transparanter opereren van de overheid door publieke instituties en het maatschappelijke middenveld te helpen versterken. Goed bestuur en het bestrijden van corruptie is essentieel voor politieke en economische stabiliteit, een duurzame sociaaleconomische ontwikkeling en een aantrekkelijk ondernemingsklimaat. Tegelijkertijd is het bedrijfsleven gebaat bij transparante regelgeving die geldt voor alle betrokkenen. Corruptie ondermijnt dit en zorgt voor een ongelijker speelveld. Maatschappelijk verantwoord en integer ondernemen is dan ook een basisvoorwaarde binnen de hulp en handel agenda. Het kabinet stimuleert het Nederlandse bedrijfsleven op een verantwoorde manier zaken te doen, met respect voor mens en milieu. De OESO-richtlijnen voor Multinationale Ondernemingen vormen hiervoor het kader (Kamerstuk 26 485, nr. 164), en omvatten diverse thema s zoals mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieu en corruptie. De bestrijding van corruptie is onderdeel van de OESO-richtlijnen. Voor de IMVO-convenanten vormen de OESO-richtlijnen en de UN Guiding Principles on Business and Human Rights de basis. Voor de IMVOconvenanten wordt het SER-advies gevolgd en hebben een tweeledig doel. Te weten, op specifieke risico s binnen een ambitieuze en realistische termijn van 3 5 jaar substantiële stappen van verbetering te bereiken voor groepen die negatieve effecten ervaren, en om een gezamenlijke oplossing te bieden voor problemen die bedrijven zelf niet geheel op kunnen lossen. De partijen die betrokken zijn bij (de totstandkoming van) een convenant bepalen gezamenlijk op welke specifieke risico s zij zich willen richten. Binnen de energiesector heeft de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie (NVDE) aangegeven de stap te willen zetten richting een IMVO-convenant. De convenantbesprekingen zijn nog niet van start gegaan en de focus van het convenant is nog niet bepaald. De olie- en gassector overweegt geen initiatief richting een IMVO-convenant. Het kabinet heeft het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen verzocht onderzoek te doen naar de mate waarin de energiesector de OESO-richtlijnen implementeert. De uitkomsten van dit onderzoek worden in het najaar van 2017 verwacht. Vraag 5 Welke non-gouvernementele organisaties die corruptie bestrijden in Nigeria steunt u en met welk bedrag? Antwoord 5 Via het zogenoemde Accountability Fonds van Buitenlandse Zaken wordt de NGO Niger Delta Stakeholders Initiative for Community Development Empowerment (NDSICDE) gesteund, onder andere op het gebied van goed bestuur en anticorruptie. De Nederlandse bijdrage aan dit project betreft 1,7 miljoen voor de periode 2016 2020. Daarnaast draagt Nederland bij aan een programma van Oxfam Nigeria om in samenwerking met enkele lokale NGO s het beheer, controle en management van overheidsinkomsten en -uitgaven te helpen verbeteren. Het budget voor Oxfam Nigeria bedraagt 1.2 miljoen voor de periode 2016 2018, waarvan onder andere dit programma wordt gefinancierd. Vraag 6 Op welke wijze werkt u samen met de Nigeriaanse overheid om corruptie te bestrijden? Vindt deze corruptiebestrijding plaats in het kader van een hulpprogramma? Welk bedrag besteedt Nederland hieraan? Vraag 7 Wordt corruptie in Nigeria ook via andere wegen, zoals de Europese Unie of de Verenigde Naties, met Nederlands geld aangepakt? Op welke manier gebeurt dit en welk bedrag besteedt Nederland hieraan? Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, Aanhangsel 2

Antwoord 6 en 7 In de dialoog die Nederland heeft met de Nigeriaanse overheid komt bestrijding van corruptie op alle niveaus ter sprake. De Nigeriaanse overheid geeft toe dat corruptie een groot probleem is en onderneemt anticorruptiemaatregelen. Nederland heeft geen bilaterale hulprelatie met Nigeria, maar via de multilaterale organisaties en internationale financiële instellingen waaraan Nederland bijdraagt, en die projecten in Nigeria financieren, wordt aandacht besteed aan de strijd tegen corruptie. Binnen de VN is de United Nations Office on Drugs and Crime (UNODC) hoeder van de UN Convention against Corruption (UNCAC) en verantwoordelijk voor het stimuleren van ratificatie en implementatie, onder andere via het verlenen van technische assistentie. UNODC heeft sinds 2001 een kantoor in Nigeria. Nederland is actief in het UNCAC-evaluatieproces en de plenaire vergaderingen waaruit aanbevelingen komen die lidstaten beter in staat moeten stellen anticorruptiemaatregelen te implementeren. Vanuit het Europees Ontwikkelingsfonds (EOF), waar Nederland aan bijdraagt, is voor de periode 2012 2017 88 miljoen euro vrijgemaakt voor 3 projecten van UNODC op dit gebied in Nigeria. De projecten hebben tot doel: 2 het bevorderen van anticorruptie coördinatie en het ontwikkelen van beleid en wetgeving; 3 capaciteitsopbouw van de belangrijkste instituties die zich in Nigeria met corruptiebestrijding bezighouden, waaronder de politie, rechtbanken en anti corruptie commissies; 4 het vergroten van capaciteit van non-gouvernementele organisaties. Nederland en Nigeria zijn lid van het Extractives Industries Transparency Initiative (EITI), waar beide landen dit jaar een zetel in het internationaal bestuur hebben. Voor de periode 2017 2020 draagt Nederland totaal 1 miljoen US-dollar bij aan het Internationaal Secretariaat van het EITI. Het EITI is de wereldwijde vrijwillige standaard voor het goed bestuur van de exploitatie van olie, gas en minerale hulpbronnen. In 51 landen, waaronder Nigeria, wordt de standaard toegepast. Toepassing van de standaard draagt onder meer bij aan vermindering van corruptie en verbeterd financieel beheer in de geldstromen afkomstig uit de grondstofwinning en aan het publiek debat over deze geldstromen. Bovendien ondersteunt het de ontwikkeling van overheidssystemen gericht op verbetering van fiscale transparantie. Vraag 8 Bent u van mening dat het op corrupte wijze zaken doen in Nigeria door Nederlandse multinationals contraproductief werkt voor corruptiebestrijdingsprogramma s? Antwoord 8 Ja. Corruptie ondermijnt de economische ontwikkeling van een land, de effectiviteit van ontwikkelingsprogramma s en de mogelijkheden voor duurzame handels- en investeringsrelaties met Nederland. Vraag 9 Welk beleid hanteert u ten aanzien van Nederlandse bedrijven die profiteren van corruptie in door Nederland via ontwikkelingshulp gesteunde landen? Vraag 10 Hoeveel meldingen zijn de afgelopen jaren van dergelijke situaties bij u gedaan? Vraag 11 Welke mogelijkheden heeft u om Nederlandse bedrijven die gebruik maken van en/of profiteren van corruptie in deze landen te bewegen hiermee te stoppen en hoe vaak en op welke manier heeft u hiervan gebruik gemaakt? 2 https://www.rtlnieuws.nl/nederland/top-shell-wist-van-corruptie-van-beurden-afgeluisterd-doorpolitie 3 https://www.rtlnieuws.nl/nederland/top-shell-wist-van-corruptie-van-beurden-afgeluisterd-doorpolitie 4 https://www.rtlnieuws.nl/nederland/top-shell-wist-van-corruptie-van-beurden-afgeluisterd-doorpolitie Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, Aanhangsel 3

Antwoord 9, 10 en 11 Nederland kent een integrale aanpak van corruptie, van preventie tot repressie. Dit beleid is uiteengezet in de Kamerbrief van 10 maart 2015 (Kamerstuk 5. Het kabinet wil corruptie zoveel mogelijk voorkomen en waar corruptie ondanks alle preventieve maatregelen toch nog heeft plaatsgevonden, zo effectief mogelijk met alle beschikbare middelen en instrumenten bestrijden. Passieve en actieve omkoping van ambtenaren in binnen- en buitenland zijn strafbaar gesteld voor de Nederlandse wet. Het Nederlandse Openbaar Ministerie, de rijksrecherche en de FIOD zijn belast met de detectie, opsporing en vervolging van omkoping. Naast opsporing en vervolging, is het bevorderen van integriteit en bewustzijn bij het internationaal opererende bedrijfsleven van groot belang als preventieve maatregel om buitenlandse corruptie te bestrijden. In de communicatie tussen de Nederlandse overheid en bedrijven, zoals in de aanloop naar economische missies en rondetafelgesprekken, wordt het bevorderen van maatschappelijk verantwoord ondernemen aan de orde gesteld. Zoals vermeld in de beantwoording op vraag 3 en 4 wordt het Nederlands internationaal opererende bedrijfsleven geacht conform de OESO-richtlijnen te opereren, waar ook ter wereld. Het is de verantwoordelijkheid van bedrijven zelf om risico s, zoals op het gebied van corruptie, te identificeren, voorkomen of mitigeren en rekenschap af te leggen over de wijze waarop zij met de geïdentificeerde risico s omgaan. Deze due diligence (gepaste zorgvuldigheid) is een kernelement van de OESO-richtlijnen. De overheid helpt bedrijven om deze mogelijke risico s te identificeren, bijvoorbeeld door middel van de MVO Risicochecker (http:// www.mvorisicochecker.nl/en), de KPMG Sector Risico Analyse en via informatieverstrekking door de Nederlandse ambassades. Verder hebben ICC-Nederland, VNO-NCW, MKB Nederland onlangs samen met de ministeries van Buitenlandse Zaken, Economische Zaken en Veiligheid en Justitie de brochure «Eerlijk zakendoen zonder corruptie» gepubliceerd, die erop is gericht om corruptie in het buitenland tegen te gaan. In Nederland is het toetsen, verbeteren en monitoren van de naleving van de IMVO-voorwaarden inclusief het tegengaan van corruptie standaard onderdeel van het verstrekken van overheidssteun voor bedrijfsactiviteiten in het buitenland. Indien een bedrijf dat aanspraak maakt op overheidssteun niet voldoet aan de gestelde IMVO-voorwaarden, maar er wel uitzicht is op verbetering, zal een verbetertraject gestart worden waarbij het bedrijf gedurende de uitvoering dient toe te werken naar conformiteit met de OESO-richtlijnen. Indien er geen uitzicht is op verbetering, zal het project en bedrijf worden uitgesloten van overheidssteun. Uitvoerders monitoren de afspraken die met het bedrijf zijn gemaakt. Daarnaast kunnen personen, maatschappelijke organisaties en bedrijven een melding doen van een (vermeende) schending van de OESO-richtlijnen door een bedrijf bij het Nationaal Contactpunt voor de OESO-richtlijnen (NCP). Als een onderneming zich tijdens een lopend project (structureel) niet houdt aan de voorwaarden, kan dit beëindiging van de steun tot gevolg hebben. Het Ministerie van Buitenlandse Zaken is geen meldpunt voor dergelijke situaties. Indien er binnen het postennetwerk signalen worden opgevangen, worden deze via het Ministerie van Buitenlandse Zaken doorgeleid naar het Openbaar Ministerie. Deze combineert dit met andere signalen en bepaalt of er gegronde redenen zijn voor onderzoek. Vraag 12 Welke ondersteuning heeft u Shell sinds 2010 geboden bij de uitoefening van bedrijfsactiviteiten in Nigeria? Kunt u hierbij duidelijk aangeven om wat voor soort hulp het gaat? 5 https://www.rtlnieuws.nl/nederland/top-shell-wist-van-corruptie-van-beurden-afgeluisterd-doorpolitie Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, Aanhangsel 4

Antwoord 12 Shell is verantwoordelijk voor haar eigen bedrijfsactiviteiten. Ondersteuning vindt plaats langs de reguliere kanalen, bijv. informatievoorziening door de Nederlandse vertegenwoordiging in Nigeria en betrokkenheid van Shell bij activiteiten georganiseerd door het Ministerie van Buitenlandse Zaken (zoals economische missies). Met Shell in Nigeria wordt daarnaast samengewerkt bij het vinden van oplossingen voor de problematiek van olievervuiling in de Niger Delta, onder meer in een dialoogproces tussen SPDC («Shell Nigeria») en de lokale gemeenschap en het schoonmaken van olievervuiling rondom Bodo. Vraag 13 Deelt u de mening dat Nederland een extra verantwoordelijkheid heeft ten aanzien van het handelen van Shell gezien de vele Nederlandse aandeelhouders van het bedrijf? Vraag 14 Wat bent u van plan specifiek ten aanzien van Shell te ondernemen naar aanleiding van deze nieuwste omkoopaffaire? Op welke wijze gebruikt u het Nederlandse aandeelhouderschap van Shell in dezen? Antwoord 13 en 14 Shell dient zich als Nederlands bedrijf te houden aan de Nederlandse wet en de OESO-richtlijnen. De staat is geen direct aandeelhouder, daarom is de aandeelhoudersstructuur hierbij niet van belang. Aangezien het een lopend onderzoek betreft, kan hier niet inhoudelijk op worden ingegaan. Tweede Kamer, vergaderjaar 2016 2017, Aanhangsel 5