U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing Gebruikershandleiding Handleiding Bedieningshandleiding Instructiehandleiding
Handleiding samenvatting: 2 2 2 3 3 5 Uitrustings overzicht. Belangrijke aanwijzingen...... Diefstal veiligheid.... Basisafstelling voorbereiden........ Radiomodus.... CD-speler......... 7 7 Bediening....... 2 Algemene aanwijzingen Algemene aanwijzingen Uitrustings overzicht 1 A Bedieningsknop Het hoofdstuk gaat op de volgende bladzijde verder. Aanwijzing Deze handleiding beschrijft de functies op het moment van uitgave. De afbeeldingen kunnen in enkele onbelangrijke details afwijken van de uitvoering van uw apparaat. Radio in- en uitschakelen Volumeregeling (draaien) 2 A Menu-bedieningsknop Opvragen van de menu-instellingen van de parameters voor radio of cd-speler 3 A 4 A 5 A Activering van de functie Scan Toets MEDIA om de weergave van audiobronnen te activeren Druk RADIO om de radio operatie te activeren Toetsen Snelzoeken zenders in de radiomodus Titels kiezen in de CD-modus, snel vooruit en achteruit in de CD-modus Druk INFO Weergave radio-tekstinformatie Weergave van aanvullende informatie voor mp3-cd's Toets voor het instellen van de klank Toets AS voor het automatisch opslaan van de zenders Druk TP om de ontvangst van verkeersmeldingen te activeren CD-lade Cd-uitwerptoets Zendertoetsen opslaan en selecteren van de radiozenders Cd-selectie* Code invoeren Belangrijke aanwijzingen Garantie Dezelfde garantiecondities gelden voor de uitrusting als voor nieuwe voertuigen. Na afloop van de garantie wordt een apparaat dat moet worden gerepareerd, vervangen door een algemeen nagekeken apparaat dat zo goed als nieuw is en met onderdelengarantie. Een voorwaarde is evenwel dat geen schade aan de behuizing aanwezig is en dat geen onbevoegden hebben geprobeerd om het apparaat te repareren. 6 A 7 A 8 A 9 A 10 A 11 A 12 A Aanwijzing Een schade in de zin van de garantie mag niet ontstaan zijn door een verkeerde behandeling van het systeem of door onvakkundige reparatiepoingen. Bovendien mogen geen uiterlijke schades aanwezig zijn. Bediening van het apparaat Het apparaat mag alleen gebruikt worden, als het verkeer het werkelijk toelaat. Het volume van de luidsprekers moet dusdanig ingesteld zijn, dat akoestische signalen van buiten, zoals b.v. een alarm hoorn van regeringsvoertuigen (Politie, ambulance en brandweer), altijd goed te horen zijn. Symboolverklaring de uitrustingen die zo gemarkeerd zijn worden standaard alleen in bepaalde modellen gemonteerd of worden als speciale uitrusting geleverd. Eind van een hoofdstuk. Algemene aanwijzingen 3 ATTENTIE! Gelieve in de eerste plaats aandacht te besteden aan het besturen van uw voertuig! Als bestuurder draagt u de volle verantwoordelijkheid voor de verkeersveiligheid. @@Hierdoor wordt het automatisch gedecodeerd (Comfort-codering). @@@@ Schakel bij ingeschakeld contact de radio in. @@ Bevestig de veiligheidscode door de zendertoets 6 in te drukken. Als een verkeerd ingevoerde code wordt bevestigd kan de complete procedure nog eenmaal worden herhaald. Indien de code voor een tweede keer verkeerd is ingevoerd, wordt de uitrusting voor ca. een uur geblokkeerd. Als een uur verstreken is, terwijl het apparaat en het contact ingeschakeld waren, is het mogelijk om de invoer van de veiligheidscode te herhalen. De cyclus - twee pogingen, een uur geblokkeerd - is hierna opnieuw geldig. Aanwijzing Gebruik geen oplosmiddels zoals benzine of terpentine, omdat deze de oppervlakte van de display kunnen beschadigen. Diefstal veiligheid Anti-diefstal-codering Uw radio is uitgerust met een Comfort codering. Bij het eerste gebruik wordt de veiligheidscode niet alleen in de radio, maar ook in het voertuig opgeslagen. Na het af- en opnieuw aansluiten van de batterij schakelt u eerst de ontsteking aan en daarna de radio. Als u de radio wilt inbouwen in een ander voertuig, moet u de veiligheidscode invoeren. In dit geval neemt u contact op met uw erkende Skoda service partner of een Skoda importeur. Omdat de uitrusting slechts na het invoeren van de veiligheidscode functioneert, is het gebruik na diefstal praktisch uitgesloten - een bijdrage voor verhoogde diefstal beveiliging. Basisafstelling voorbereiden Apparaat in- en uitschakelen 1 Door de bedieningsknop A kort in te drukken wordt het systeem in- en uitgeschakeld. Als de sleutel bij een ingeschakeld apparaat uit het contactslot wordt betrokken, schakelt het apparaat automatisch uit.
U kunt de radio door het indrukken van de bedie1 ningsknop A weer inschakelen. Bij uitgeschakeld contact schakelt het apparaat zich (bescherming tegen ontladen van de accu) na ca. een uur automatisch uit. Als de radio door het uit het contactslot trekken van de contactsleutel is uitgeschakeld, schakelt deze bij het opnieuw inschakelen van het contact weer in. 4 Algemene aanwijzingen Met behulp van de station toetsen kiest u de individuele functies van het menu. 2 Via de menu-bedieningsknop A of met behulp van de station toetsen stelt u de gewenste waarde in. Toon instellingen 12 Druk de toets en vervolgens de zendertoets A in en selecteer de gewenste parameter. 2 Door aan de manu-bedieningsknop A te draaien stelt u de gewenste waarde in. AUX* In- of uitschakelen van de functies van de externe audiobron. Instelling van de ingangsgevoeligheid AUX LEV: U kunt kiezen uit de volgende parameters: BASS - instelling lage tonen; MIDDLE - instelling middentonen; TREBLE - instelling hoge tonen; BALANCE - Instelling tussed de linkse en rechtse luidsprekers; FADER* - instelling van de volumeverhouding tussen voor en achter; ON VOL PDC VOL GALA AUX LEV 1 - hoog niveau, gebruik vooral voor notebooks; AUX LEV 2 - middenniveau, gebruik voor cassettes of cd-speler; AUX LEV 3 - laag niveau, gebruik voor mp3-speler; PHONE* Als uw auto met een handsfreesysteem is uitgerust, kunt u de monofone weergave van de telefoongesprekken via de luidsprekers van uw auto in- of uitschakelen. BEEP In- of uitschakelen van het toonsignaal bij het opslaan van radiozenders. ILLUM Inschakelen (waarde 2) of uitschakelen (waarde 1) van de achtergrond verlichting van de bedieningsknoppen. AF De functie van de alternatieve frequenties (AF) zorgt voor een automatische instelling van de best te ontvangen frequentie van de gekozen zender. Het geluid van de radioweergave kan tijdens het zoeken naar de best te ontvangen frequentie gedurende zeer korte tijd worden onderdrukt. Als er geen alternatieve frequentie kan worden gevonden voor de ingestelde zender en de ontvangstkwaliteit van de zender niet meer bevredigend is, moet een andere zender worden gekozen. REG Een aantal programma's van de radiostations worden op bepaalde tijdstippen in regionale programma's opgedeeld. Daarom kunnen in afzonderlijke regio's regionale programma's met een verschillende inhoud worden uitgezonden. Het apparaat probeert eerst alleen alternatieve frequenties van de gekozen zender in te stellen.
LOUD - bij een laag volume versterkt deze functie het gebied van de lage en hoge frequenties. ON VOL Uw radio bewaart het volume dat het laatst voor de uitschakeling werd ingesteld. Als deze waarde groter is, wordt het volume na het opnieuw inschakelen van de radio verlaagd naar de waarde van de parameter ON VOL. GALA Uw radio verhoogt bij toenemende rijsnelheid automatisch het volume. Een hogere instelwaarde veroorzaakt een sterkere toename van het volume. PDC VOL* Als uw voertuig met 'parkeerhulp' is uitgeust, wordt het volume automatisch op een vooraf ingestelde waarde gelagerd, wanneer de 'parkeerhulp' actief is. Instelling van de speciale functies 2 Druk lang op de menu-bedieningsknop A. Algemene aanwijzingen Als de kwaliteit echter zo slecht wordt, dat een 'programmaverlies' dreigt op te treden, aanvaardt de radio 'verwante' frequenties. 5 Zoeken en opslaan van radiozenders Handmatig zoeken 2 Door aan de manu-bedieningsknop A te draaien, kunt u de frequentie van de gewenste radiozender zoeken. FIX - de ontvanger schakelt over naar een regionale 'gebruikte' zender, wanneer de ontvangst van de actuele zender onderbroken zou kunnen worden; AUTO - de ontvanger zal op de regionale 'gebruikte' zender zonder beperking af stellen. BT-AUDIO* Maakt een draadloze overdracht van MP3-bestanden uit de telefoonvoorbereiding mogelijk. Zenders opslaan 12 Na het selecteren van de radiozender moet de zendertoets A waarop deze zender moet worden opgeslagen, zo lang worden ingedrukt dat deze even wordt stomgeschakeld en er een kort signaal hoorbaar is. Radiomodus Frequentiebandomschakeling Druk lang op de toets RADIO. Uw radio is voorzien van een FM- en AM-frequentieband. Deze zijn onderverdeeld in 6 geheugenniveaus d.w.z. @@Per niveau kunnen 6 radiozenders worden opgeslagen. @@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@@Als u de ontvangst van verkeersmeldingen wilt deactiveren, moet opnieuw de toets TP worden ingedrukt, op de display verschijnt de melding TP. CD-speler 7 CDspeler Bediening CD insteken Druk de toets MEDIA, om de audio bron te kiezen: CD (interne cd-speler), CDC (externe cd-wisselaar), AUX (externe ingang) en BT-AUDIO (draadloze overdraging van de MP3-bestanden uit de telefoonvoorbereiding). 10 Schuif voorzichtig een cd in de cd-gleuf A, taat niet ondersteund. @@@@@@@@@@Dit kan weergave sprongen veroorzaken of de weergave verhinderen. @@@@@@@@ De MDI ingang wordt geactiveerd door de toets MEDIA en vervolgens de functietoets PD in te drukken. Audiobestanden van op de MDIingang aangesloten externe datadragers kan in MP3-, WMA-, OGG-Vorbis- en AAC-formaat via de radio worden afgespeeld. Externe audiobronnen die op de MDI-ingang zijn aangesloten, kan men via de radio bedienen. Het is mogelijk, externe audiobronnen in de auto via de luidsprekers van de radio weer te geven. U kunt altijd een andere audiobron kiezen op de radio. Zolang u de externe audiobron niet uitschakelt, blijft deze op de achtergrond altijd actief. Raadpleeg voor de bediening van de externe audiobron de bedieningshandleiding van de respectievelijke fabrikant. Weergave volume van de externe audiobron aanpassen Het weergavevolume van de externe audiobron kan door de volumeregelaar van de radio worden veranderd. Volgens de aangesloten audiobron kan het uitgangsvolume aan de externe audiobron worden veranderd. U kunt bovendien de ontvangstgevoeligheid van de externe radiobron veranderen bladzijde 4, om zodoende het volume van de extern radiobron aan te passen aan de andere audiobronnen of om distorties te vermijden. Adapter Voor het aansluiten van externe audiobronnen via de AUX-IN ingang is een 3,5 mm stekker nodig. Heeft de externe audiobron deze klinkstekker niet, dan moet u een adapter gebruiken. Om audiobronnen via de MDI-ingang te kunnen aansluiten, heeft u een speciale adapter nodig. Een adapter om USB apparaten, apparaten met een mini USB uitgang of een ipod aan te sluiten raden wij aan, bij een erkende Skoda dealer te kopen. Gebruik nooit vloeistoffen zoals benzine, verf verdunner of platen reiniger, omdat de oppervlakte van de CD beschadigd zou kunnen worden! Voorzichtig! Plaats de cd nooit in direct zonlicht! SVP schrijf nooit of kleef nooit iets op de CD! Aanwijzing Elke verontreiniging of beschadiging van een CD kan tot moeilijkheden leiden bij het 'lezen' van de informatie. De graad van de fout in het lezen is afhankelijk van de vervuiling respectievelijk van de graad van de mechanische beschadiging. Grote krassen veroorzaken fouten in het lezen, die sprongen in de CD veroorzaken, of waardoot de CD 'vast komt te zitten'. Alle CD's moeten zorgvuldig worden behandeld en altijd in een beschermhoes worden gehouden. Externe bronnen* Ingang AUX-IN De ingang voor externe audiobronnen AUX-IN bevindt zich onder de leuning van de voorstoelen. De AUX-IN ingang wordt geactiveerd door de toets MEDIA en vervolgens de functietoets AUX in te drukken. Externe audiobronnen die op de AUX-IN ingang zijn aangesloten, kan men niet via de radio bedienen. 10 CD-speler Voorwaarden voor het correct aansluiten Er kunnen alleen USB-apparaten met de specificatie 2.0 worden aangesloten. De versie van de tabel voor de toewijzing van de bestanden, de FAT (File Allocation Table) van het aangesloten apparaat moet FAT16 (< 2 GB) of FAT32 (> 2 GB) zijn. Bij de weergave van een apparaat met een harde schijf (HDD) met een zeer groot datavolume kan er een vertraging optreden bij het inlezen van de overzicht van muziekbestanden. Is er via AUX-IN een externe audiobron aangesloten, die met een adapter voor externe stroomvoorziening is uitgerust, dan kan het voorkomen dat het audiosignaal verstoord wordt. Dat hangt van de kwaliteit van de gebruikte adapter af. De luidsprekers in de auto zijn afgestemd op een uitgangsvermogen van 4x20 W. Bij de uitrusting Soundsystem* zijn de luidsprekers voor een uitgangsvermogen van de versterker 4x40 W + 6x20 W afgestemd. Bij de weergave van een apparaat met een ingewikkelde mapstructuur kan er een vertraging ontstaan bij het inlezen van de overzicht van muziekbestanden. De mapstructuur op het aangesloten apparaat mag een diepte van meer dan acht niveau's niet overschrijden. Een map mag niet meer dan 1000 bestanden bevatten. Om het apparaat aan te sluiten, mag geen USB verlengkabel of USB-verdeler (HUB) worden gebruikt. ATTENTIE! Plaats de extern audiobron in geen enkel gaval op het instumentenpaneel. @@Externe audiobronnen in geen enkel geval in de buurt van de airbags plaatsen. Ze kunnen bij het activern van de airbags in de passagiersruimte worden geslingerd en zouden de inzittenden kunnen verwonden. @@@@@@@@De gegevens met betrekking tot de leveringsomvang, het voorkomen, de prestaties, maten, gewichten, brandstofverbruik, normen en functies van de auto beantwoorden aan de stand van de informatie op het moment van sluiting van de redactie.
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org) Enkele van de uitvoeringen zijn mogelijkerwijs pas later leverbaar (informatie geeft uw Skoda-dealer) of worden slechts in bepaalde exportuitvoeringen aangeboden. Daarom is geen reclame mogelijk naar aanleiding van de aanduidingen, afbeeldingen en beschrijvingen in deze gebruiksaanwijzing. Nadruk, reproductie, vertaling of een ander gebruik van dit instructieboekje, ook van gedeelten, is zonder schriftelijke toestemming van Skoda Auto niet toegestaan. Alle rechten volgens het auteursrecht blijven uitdrukkelijk aan Skoda Auto voorbehouden. Wijzigingen voorbehouden. Uitgegeven door: SKODA AUTO a.s. SKODA AUTO a.s. 2010 www.skoda-auto.com Autorádio Swing Fabia, Roomster, Yeti, Octavia, Superb holandsky 03.10 S00. 5610.71.32 1Z0 012 101 DQ.