Regeling uitvoering Honden- en kattenbesluit

Vergelijkbare documenten
Nadere regelgeving Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Gwwd) REGELING UITVOERING HONDEN- EN KATTENBESLUIT 1999

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Honden- en kattenbesluit '99

VERSIE INTERNETCONSULTATIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

2. In afwijking van het eerste lid, onder a, bedraagt de retributie indien het de invoercontrole betreft van:

Wijziging Regeling identificatie en registratie van dieren

Regeling agressieve dieren

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Gelet op artikel 73 en artikel 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren (Stb. 1992, 585);

Implementatie van het Honden- en Kattenbesluit Grietje Hovens

Datum van Terugwerkende kracht Betreft Ondertekening Bekendmaking Kamerstukken Ondertekening Bekendmaking

Regeling houdende wijziging van enkele regelingen in verband met de ontkoppeling van de duplicaatcodes op het kentekenbewijs en op de kentekenplaat

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van..., no. trcjz..., Directie Juridische Zaken;

Kwaliteitsregister Apothekersassistenten (KAA) REGISTRATIEBESLUIT oktober 2011

Regeling vaststelling modellen en aanvraagformulieren

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport controle gezondheid en welzijn van dieren. Artikelen 36 en 37 GWWD Bevindingen Toelichting / opmerkingen. Toelichting / opmerkingen

Regeling afgifte en kenmerken gesloten pootringen en andere merktekens

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Voorstel aan de raad. Beoogd effect

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Gelet op artikel 673e, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

BESLUIT. Besluit van de Minister van Economische Zaken als bedoeld in artikel 95d van de

Wijziging Regeling aanvullende bekostiging voor visueel gehandicapte leerlingen in het voortgezet onderwijs voor de Bve-sector

Toelichting nieuwe wet- en regelgeving Besluit houders van dieren

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Overdracht verlengingsaanvragen verblijfsvergunning regulier

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Uitvoeringsregeling Vrijstellingen Brandweeronderwijs

BESLUIT. Juridisch kader

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds van haar overeenkomst tussen handelaren in gewasbeschermingsmiddelen;

Artikel 1 Voor de toepassing van deze algemene voorwaarden wordt verstaan onder: 1. CBD : CoMore Bedrijfsdiensten B.V. ;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds handelende in overeenstemming met de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport;

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Concept Besluit, houdende de algemeenverbindendverklaring van een overeenkomst tussen handelaren in gewasbeschermingsmiddelen

Meldmanier Melddatum donderdag 10 juli :01 Gegevens klager (Mag naam klager genoemd worden: Zie ingevuld formulier)

Autoriteit Consument & Markt

Citeertitel: Retributie- en legesbesluit Bureau Burgerlijke Stand en Bevolkingsregister

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

Regeling financiële ondersteuning bestuurders JongerenOrganisatie Beroepsonderwijs (JOB)

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Directie Financiële Markten. 26 mei 2008 FM M Stcrt. nr Erkenningsregeling permanente educatie Wft. De Minister van Financiën,

1 Juridisch kader BESLUIT ENERGIEKAMER

BESLUIT _6-5 Besluit tot het verlenen van een vergunning voor de levering van elektriciteit aan

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Datum 24 september Kenmerk

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aanvragen Vrijstelling Vakbekwaamheid

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

BESLUIT. I. Juridisch kader. Dienst uitvoering en toezicht Energie

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

I. Aanvraag en procedure

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten. Artikel 1

1 Juridisch kader BESLUIT. Directie Toezicht Energie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties;

BESLUIT. Nummer 274/34. Betreft zaak: Nawijn vs SRGN. I Inleiding

Pagina 1/8 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Pagina BESLUIT. Besluit. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/201473_OV Zaaknummer:

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Regeling structurele gegevenslevering Wet op het primair onderwijs (WPO) en Wet op de expertisecentra (WEC)

Het handelen in strijd met de voorschriften uit onderhavige regeling levert op grond van de Wet op de economische delicten een economisch delict op.

Regeling tachograafkaarten

1 Juridisch kader BESLUIT

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BESLUIT OPGAVE BEDRIJFSGEGEVENS OP ELEKTRONISCHE WIJZE (PPE) 2005

PROVINCIAAL BLAD VAN LIMBURG 2012/14

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Autoriteit Consument & Markt

DE MINISTER VAN LANDBOUW, NATUUR EN VOEDSELKWALITEIT,

A 2004 N 65 PUBLICATIEBLAD

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Langdurige ggz: De zorg geleverd aan verzekerden als bedoeld in artikel van de Wet langdurige zorg (Wlz).

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

WIJ BEATRIX, BIJ DE GRATIE GODS, KONINGIN DER NEDERLANDEN, PRINSES VAN ORANJE-NASSAU, ENZ. ENZ. ENZ.

op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan SEPA Green Energy B.V.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, Besluit:

25 APRIL Koninklijk besluit betreffende de identificatie en registratie van honden

Subsidieregeling abortusklinieken

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Controlevoorschriften arbeidsongeschiktheidswetten 2018

Pagina 1/9 BESLUIT. Ons kenmerk: ACM/DE/2016/ Zaaknummer:

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Regeling publicatie modellen Dienst Wegverkeer 2014

BESLUIT. op grond van artikel 95d, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 aan DGB Energie B.V.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Transcriptie:

LNV Regeling uitvoering Honden- en kattenbesluit 1999 26 februari 2002/ Nr. TRCJZ/2001/16084 Directie Juridische Zaken De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, Gelet op de artikelen 7, eerste lid, 20, vijfde lid, 25, eerste en derde lid, van het Honden- en kattenbesluit 1999 en artikel 94, eerste lid, onder h, van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren; Besluit: Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder: a. besluit: Honden- en kattenbesluit 1999; b. SRGN: Stichting Registratie Gezelschapsdieren Nederland; c. Bureau I&R-HKB: Bureau Identificatie & Registratie van het Honden- en kattenbesluit 1999; d. deelkwalificatie: combinatie van eindtermen, vastgesteld voor een bepaalde beroepsopleiding, bedoeld in artikel 7.2.3. van de Wet educatie beroepsonderwijs; e. UBN: uniek bedrijfsnummer, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van het besluit. Artikel 2 1. Een erkend bewijs van vakbekwaamheid als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het besluit, omvat ten minste de volgende deelkwalificaties: a. Voeren van (gezelschaps)dieren; b. Verzorgen van (gezelschaps)dieren; c. Begeleiding voortplanting (gezelschaps)dieren, en d. Nemen van hygiënische maatregelen. 2. De deelkwalificaties, bedoeld in het eerste lid, kunnen met ingang van 1 augustus 2001 worden behaald. 3. Tot 1 januari 2007 wordt een door de Stichting Examens Vakbekwaamheid afgegeven bewijs van vakbekwaamheids, aangemerkt als het bewijs van vakbekwaamheid, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het besluit. Artikel 3 1. Een identificatie als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder a, van het besluit is een door het Bureau I&R- HKB uitgegeven tatoeagenummer dat op aanvraag wordt verstrekt. 2. Onder de identificatie, bedoeld in het eerste lid, wordt tevens begrepen de in het kader van het Honden- en kattenbesluit 1981 door de SRGN uitgegeven of geaccepteerde identificatienummers, mits de tekens nog duidelijk zijn te onderscheiden. 3. Onder een identificatie als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onder b, van het besluit wordt verstaan een transponder dat voldoet aan de norm ISO-11784 en ISO-11785 en waarvan na de melding, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onder c, een bewijs van registratie van het Bureau I&R-HKB wordt ontvangen. Artikel 4 1. Ter uitvoering van artikel 25 van het besluit worden de volgende formulieren vastgesteld: a. in bijlage 1, het formulier bestemd voor de aanmelding van de inrichting, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van het besluit; b. in bijlage 2, het formulier, bestemd voor de melding, bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 7, tweede lid, van het besluit; c. in bijlage 3, het formulier, bestemd voor de melding, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het besluit. 2. De melding, bedoeld in het eerste lid, onder c, kan tevens geschieden door middel van een elektronisch bestand dat voldoet aan de daartoe op aanvraag te verkrijgen beschrijving. Artikel 5 1. De aanvragen, bedoeld in de artikelen 3, eerste lid en 4, tweede lid, worden gedaan bij het Bureau I&R- HKB, Postbus 2082, 7420 AB Deventer. 2. De formulieren, bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden verzonden aan Bureau I&R-HKB, Postbus 2082, 7420 AB Deventer. 3. De melding, bedoeld in artikel 4, tweede lid, wordt verzonden aan BureauI&R-HKB@gvdieren.nl. Artikel 6 In het kader van deze regeling zijn de navolgende bedragen verschuldigd: a. Met betrekking tot de aanmelding en registratie van de inrichting, bedoeld in artikel 4 van het besluit: 1 o. 28,49 voor de verwerking van de aanmelding; 2 o. jaarlijks 6,78 per toegekend UBN. b. Voor de verwerking van de melding van de gegevens, bedoeld in artikel 23, eerste lid, van het besluit: 1 o. 1,42 voor een melding anders dan door middel van een elektronisch bestand; 2 o. 1,11 voor een melding door middel van een elektronisch bestand; 3 o. 1,11 voor een melding van gegevens die ten opzichte van een eerdere melding niet zijn gewijzigd; 4 o. een door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij te bepalen bedrag als opslag van het bedrag, bedoeld onder 1 o en 2 o, voor de verificatie van een melding van een nieuw te registreren identificatienummer als bedoeld in artikel 20, eerste lid, onderdeel b, van het besluit. c. 56,70 voor het op aanvraag verstrekken van een tatoeagenummer, bedoeld in artikel 3, eerste lid. d. Voor het op aanvraag verstrekken van de navolgende extra bescheiden: 1 o. registratiebewijs: 1,19; 2 o. mutatieoverzicht: 10,81. Artikel 7 Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag waarop het Honden- en kattenbesluit 1999 in werking treedt. Artikel 8 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling uitvoering Honden- en kattenbesluit 1999. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, overeenkomstig het door de Minister genomen besluit: De secretaris-generaal, C.J. Kalden. Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 1

Toelichting 1. Inleiding De onderhavige Regeling uitvoering Honden- en kattenbesluit 1999 (hierna: de regeling) geeft uitvoering aan de voorschriften van het Honden- en kattenbesluit 1999 (hierna: het besluit) met betrekking tot de registratie van inrichtingen, de identificatie en registratie van de daarin bedrijfsmatig gehouden honden en katten en de vereiste vakbekwaamheid van de beheerder van een inrichting. Tevens voorziet de regeling in de vaststelling van de voor de meldingen verschuldigde tarieven. Ten behoeve van de registraties zijn de in de bijlage bij deze regeling opgenomen formulieren vastgesteld. Met de inwerkingtreding van het besluit op 1 maart 2002 komt het Honden- en kattenbesluit 1981 te vervallen. Ten opzichte van het Hondenen kattenbesluit 1981 introduceert het besluit een aantal wijzigingen, zoals de verplichting tot aanmelding en registratie van de inrichting, de melding per kwartaal van de diervoorraad, de identificatie voor katten naast de reeds bestaande identificatieplicht voor honden. De onder het Honden- en kattenbesluit 1981 geldende vergunningplicht voor het kopen, het ten verkoop voorradig hebben, het verkopen, het in bewaring nemen of het africhten van honden of katten komt te vervallen. 2. Centrale registratie inrichtingen Om een centrale registratie van de bedrijfsmatig gehouden honden en katten mogelijk te maken, is een centrale registratie van de inrichtingen noodzakelijk. Door deze centrale registratie is het vergunningstelsel overbodig. Met behulp van het daartoe in bijlage 1 vastgestelde formulier kan een inrichting worden aangemeld. Aan de geregistreerde inrichtingen wordt een uniek bedrijfsnummer (UBN) toegekend. Ter bevestiging van de registratie van de inrichting ontvangt de exploitant een aanmeldingsbewijs als bedoeld in artikel 5, derde lid, van het besluit. Naar verwachting bedraagt het aantal te registreren inrichtingen ongeveer 1775. Hieronder vallen circa 100 asiels, 175 dierenpensions, 1100 fokkers en 400 overige inrichtingen zoals dierenspeciaalzaken en hondencrèches etc. 3. Kwartaalmelding diervoorraad Artikel 23 van het besluit introduceert de verplichting tot melding van het aantal honden en katten dat in het achterliggende kwartaal in de inrichting aanwezig is geweest of ten tijde van de melding nog is. De gegevens die per kwartaal dienen te worden gemeld, zien op de aanvoer, de afvoer, de geboorte, het overlijden, de inentingen, de identificatienummers van de desbetreffende honden en katten. Op basis van de aangeleverde en geregistreerde gegevens kunnen controles worden uitgevoerd op de naleving van onder andere de voorschriften met betrekking tot de nestfrequentie, de vaccinatieplicht, de identificatie en het aantal honden en katten. Het formulier dat ten behoeve van de kwartaalmelding in bijlage 3 is vastgesteld, bestaat uit twee delen. Het eerste deel, de zogenaamde Inventarislijst dient voor de melding van de gegevens van de honden en katten die reeds zijn aangemeld. Het tweede deel, het formulier Nieuw te registreren, dient voor de aanmelding van nieuw in de inrichting binnengekomen honden en katten. Na registratie van deze gegevens ontvangt de beheerder een Kopie-Inventarislijst, waarop zowel de gegevens van de inrichting als de gemelde gegevens zijn weergegeven. Met behulp van deze Kopie-inventarislijst kan de volgende kwartaalmelding worden gedaan en kunnen de gegevens van reeds gemelde honden en katten indien nodig worden aangevuld. 4. Identificatie en registratie bedrijfsmatig gehouden honden en katten Voor een sluitende centrale registratie van de bedrijfsmatig gehouden honden en katten is het noodzakelijk dat de honden en katten zijn voorzien van een identificatienummer. Op grond van artikel 20, eerste lid, van het besluit dienen honden en katten die in een asiel of een bedrijfsinrichting verblijven binnen vijf dagen na ontvangst te zijn voorzien van een uniek identificatienummer dat door middel van een tatoeage of een transponder kan worden aangebracht. Deze identificatienummers worden door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij op aanvraag verstrekt. Tatoeagenummers kunnen slechts worden aangevraagd bij het Bureau Identificatie en Registratie Hondenen kattenbesluit (hierna: Bureau I&R- HKB). De tatoeagenummers worden aan de aanvrager toegezonden. Nadat de aanvrager dit nummer op de binnenkant van het oor van de desbetreffende hond of kat heeft laten tatoeëren, wordt de toegezonden bijlage door zowel de tatoeëerder als de aanvrager ondertekend en geretourneerd aan het Bureau I&R-HKB. Transponders met unieke identificatienummers worden niet rechtstreeks door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij uitgegeven, maar kunnen worden verkregen bij een dierenarts of leverancier. De transponders kunnen worden aangebracht door een dierenarts of een andere persoon die het aanbrengen van identificatiemiddelen als beroep verricht. Onderhavige regeling stelt slechts de eis dat het identificatienummer van de transponder voldoet aan de norm ISO-11784 en ISO-11785. Bij de melding per kwartaal van de diervoorraad wordt het identificatienummer van de desbetreffende hond of kat gemeld en zal het Bureau I&R- HKB verifiëren of het opgegeven identificatienummer daadwerkelijk uniek is. Ter bevestiging van de uniciteit van het gemelde nummer ontvangt de beheerder binnen 5 werkdagen een registratiebewijs. Met dit bewijs kan worden aangetoond dat is voldaan aan de identificatieverplichting die voortvloeit uit artikel 20 van het besluit. Ook de identificatienummers van reeds geïdentificeerde honden en katten die in bedrijfsinrichtingen terecht komen, moeten voldoen aan de in deze regeling gestelde eisen. Oude nummers, zoals de tatoeagenummers die door SRGN zijn uitgegeven, maar ook de nummers die door de SRGN werden geaccepteerd, blijven gelden als unieke identificatienummers. Voorwaarde hierbij is dat de nummers en de tekens nog leesbaar zijn. Door de SRGN geaccepteerde nummers zijn de identificatienummers uitgegeven door een in het buitenland erkende organisaties die onder toevoeging van het SRGN-teken zijn geaccepteerd en de door de Raad van Beheer erkende identificatienummers die door de SRGN zonder enige toevoeging zijn geaccepteerd. Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 2

5. Vakbekwaamheid beheerder Op grond van artikel 7, eerste lid, van het besluit, dient de beheerder van een bedrijfsmatige inrichting waar honden en katten worden gehouden, in het bezit te zijn van een bewijs van vakbekwaamheid. Het in het kader van het besluit relevante bewijs van vakbekwaamheid wordt onder de reikwijdte van de Wet educatie beroepsonderwijs gebracht. Dit houdt in dat bij de erkenning van de vakbewaamheidsbewijzen wordt aangesloten bij de kwalificatiestructuren die voor de verschillende opleidingen door de verantwoordelijke minister worden vastgesteld. De deelkwalificaties, genoemd in artikel 2, eerste lid, van deze regeling zijn opgenomen in de kwalificatiestructuur 2000+ en geven het recht op het bewijs van vakbekwaamheid dat in het kader van het besluit relevant is. De Stichting Examens Vakbekwaamheid Honden- en kattenbesluit (SEV) die in het kader van het Honden- en kattenbesluit 1981 was belast met het afnemen van examens en het uitgeven van het relevante bewijs van vakbekwaamheid, zal haar taken afbouwen. De SEV zal in de jaren 2002 en 2003 voor het laatst examens afnemen en zal tot het jaar 2007 de laatste vakbekwaamheidsbewijzen uitgeven. Artikel 2, derde lid, van deze regeling voorziet tot 1 januari 2007 in een gelijkstelling van het door de SEV uitgegeven bewijs van vakbekwaamheid met het vakbekwaamheidsbewijs als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het besluit. 6. Bedrijfseffecten 6.1. Financiële lasten De bedrijfseffecten van de voorschriften voor de inrichtingen die onder de reikwijdte van het besluit vallen, zijn bij het opstellen van het besluit reeds in kaart gebracht. Zo is in de toelichting op het besluit ingegaan op de gevolgen van de voorschriften met betrekking tot de huisvesting, de nestfrequentie, de verplichte inentingen, de aanmelding van de inrichting en de identificatie en registratie. In deze paragraaf zal slechts worden ingegaan op de kwantificering van de bedrijfseffecten die de onderhavige regeling bewerkstelligt. De grondslag voor de doorberekening van de kosten die verband houden met de aanmeldingen en de centrale registratie van de inrichting alsmede met het registreren van de honden en katten worden doorberekend, is gelegen in artikel 94, eerste lid, onderdeel h, juncto artikel 96 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren. De kosten zullen steeds worden doorberekend in de vorm van retributies gebaseerd op de kosten van concreet verrichte handelingen. Verwacht wordt dat de kosten de eerste jaren het hoogst zijn, hetgeen derhalve consequenties heeft voor de tarieven die door middel van deze regeling voor het eerste jaar worden vastgesteld. De kosten die in rekening worden gebracht zullen er niet toe leiden dat de totale kosten per hond of kat zodanig hoog uitvallen dat deze kosten, in verhouding tot de totale kosten die ingevolge het Honden- en kattenbesluit 1981 voor een hond of kat moesten worden gemaakt, redelijkerwijs niet meer kunnen worden doorberekend aan de toekomstige eigenaar. Om de doorberekening van de kosten met waarborgen te omkleden, zal er ieder kwartaal een evaluatie plaatsvinden en zullen de tarieven ieder jaar door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij worden vastgesteld. 6.1.1. Financiële lasten aanmelding en registratie inrichtingen De financiële lasten die de verplichting tot de aanmelding en centrale registratie van de inrichting met zich brengen, betekenen een lastenverlichting voor de sector. De kosten voor de aanmelding van de inrichting bedragen eenmalig 28,49. De jaarlijks terugkerende kosten van de automatisering van het centrale UBN-registratiesysteem zijn voor het eerste jaar vastgesteld op 6,78. Gelet op het aantal inrichtingen dat naar verwachting ongeveer 1775 bedraagt, komen de totale kosten voor de sector in het eerste jaar op 62.604,25. In de daarop volgende jaren zullen de financiële lasten aanzienlijk lager liggen, aangezien slechts de vaste kosten per toegekend UBN zullen worden doorberekend. Daarentegen bedragen de kosten die door de gemeenten in rekening werden gebracht voor de afgifte van een vergunning op grond van het Honden- en kattenbesluit 1981, gemiddeld f 350,- / 158,82 per drie jaar. Uitgaande van hetzelfde aantal inrichtingen bedroegen de financiële lasten iedere drie jaar 281.910,95. 6.1.2. Financiële lasten identificatie en registratie honden en katten De kosten voor de identificatie en registratie van de honden en katten vormen ten opzichte van de oude situatie een lastenverzwaring voor de sector. Deze verzwaring van de financiële lasten wordt veroorzaakt door de toename van de kosten voor het verkrijgen van een tatoeagenummer. Voor de uitgifte van een tatoeagenummer wordt een bedrag van 56,70 in rekening gebracht. Deze kosten worden veroorzaakt door het omvangrijke en gecompliceerde systeem dat voor een relatief gering aantal aan te vragen tatoeagenummers is gebouwd en in gebruik dient te blijven. De lastenverzwaring is echter voornamelijk gelegen in de kosten die in rekening worden gebracht voor het verwerken van de gegevens die ieder kwartaal dienen te worden gemeld. Deze lasten zullen in het bijzonder drukken op de bedrijfsinrichtingen met een grote hoeveelheid honden of katten, zoals asiels, of met een omvangrijke dierstroom, te denken valt aan grote fokkers. Per jaar wordt het totaal aantal meldingen geschat op 600.000. Dit aantal is vastgesteld op basis van de geschatte hoeveelheid honden en katten in de verschillende inrichtingen. Bij de vaststelling van het tarief dat wordt doorberekend voor de verwerking van de gegevens, is onderscheid aangebracht tussen de wijze waarop wordt gemeld. Verwacht wordt dat het eerste jaar slechts 10% van alle meldingen door middel van een elektronisch bestand zal geschieden en dat het overgrote deel (90%) van de meldingen zal geschieden door toezending van de ingevulde formulieren. Naar verwachting zullen de totale kosten voor de verwerking van de meldingen, uitgaande van 10% elektronische meldingen ( 66.600,-) en 90% niet-elektronische meldingen ( 766.800,-) uitkomen op 833.400,-. 6.1.3. Financiële lasten opslag uniciteitscontrole Naast deze tarieven voor de meldingen zullen extra kosten in rekening worden gebracht voor ieder nieuw te registreren identificatienummer dat door middel van een transponder is aangebracht (artikel 6, onderdeel b, Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 3

onder 4 o ). Deze extra kosten worden veroorzaakt door de noodzaak van een uniciteitscontrole op de ISO-nummers op de transponders. Deze controle vindt plaats in een databank die beschikt over een overzicht van het geheel van enerzijds door fabrikanten uitgegeven transponders met ISOnummers en anderzijds de daadwerkelijk in gebruik genomen ISO-nummers. De hoogte van deze opslag zal afzonderlijk door de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij worden vastgesteld. 6.2. Administratieve lasten Onderhavige regeling bevat met betrekking tot de aanmelding en de registratie van de inrichting een verlichting van de administratieve lasten, maar met betrekking tot de melding en registratie van de diervoorraad per kwartaal en de aanvraag van een tatoeagenummer een verzwaring van de administratieve lasten. 6.2.1. Administratieve lasten aanmelding en registratie inrichtingen In verhouding tot het aanvragen van een vergunning betekent de aanmelding en registratie van de inrichting een verlichting van de administratieve lasten. Het aanvragen van een vergunning diende eens per drie jaar plaats te vinden, het aanvragen van een UBN is een eenmalige verplichting. Het invullen van het UBN aanmeldingsformulier is betrekkelijk eenvoudig. Naar verwachting zal een beheerder hooguit tien tot vijftien minuten nodig hebben om het formulier in te vullen. Uitgaande van een uurloon van 35,- levert dit voor de sector eenmalig 62.125,- aan lasten op. Deze lasten werden in het kader van het HKB 81 iedere drie jaar gemaakt, maar in het onderhavige stelsel drukken deze lasten slechts eenmalig op de sector. Na de aanmelding van de inrichting behoeven slechts de wijzigingen te worden gemeld. Het invullen van het UBN mutatieformulier, dat bijna identiek is aan het UBN aanmeldingsformulier, kost naar verwachting hooguit tien minuten, aangezien het een mutatie van eenvoudige gegevens betreft. Op dit moment is het nog niet mogelijk om de administratieve lasten die zijn verbonden aan de verplichting tot melding van de mutaties te kwantificeren. Evaluatie zal moeten uitwijzen hoe vaak dergelijke mutaties voorkomen. 6.2.2 Administratieve lasten kwartaalmelding dierinventaris Het periodiek verstrekken van gegevens houdt een verzwaring van de administratieve lasten in voor de beheerders van de inrichtingen. Overigens is alleen het feit dat de gegevens dienen te worden gemeld nieuw. In het kader van de in het Honden- en kattenbesluit 1981 bestond reeds de verplichting om een administratie bij te houden. Hiertoe was een modelregister vastgesteld. De gegevens die in het kader van deze registratie diende te worden bijgehouden, komen overeen met de gegevens die per kwartaal dienen te worden gemeld. Het bijhouden van de administratie op de inrichting levert derhalve geen nieuwe administratieve lasten op. Verwacht wordt dat de meldingen in de eerste periode vooral schriftelijk zullen geschieden. Bij de kwantificering van de administratieve lasten wordt uitgegaan van de situatie dat de administratie niet direct op de voor de melding bestemde formulieren wordt bijgehouden, maar dat alle gegevens pas aan het einde van het kwartaal op de formulieren (zie bijlage 3) zullen worden ingevuld. Een beheerder van een kleine tot middelgrote inrichting zal per kwartaal een tot enkele uren nodig hebben om de formulieren in te vullen. Een beheerder van een grotere inrichting met een grote dierstroom zal hiervoor per kwartaal enkele tientallen uren voor nodig hebben. Uitgaande van 7100 formulieren per jaar en een gemiddelde tijdsbesteding van zes uur per formulier zullen de administratieve lasten van deze verplichting tot melding per kwartaal, jaarlijks voor de sector ongeveer 1.491.000,- bedragen. 6.2.3. Administratieve lasten aanvraag tatoeagenummer De lastenverzwaring die het invullen van een aanvraagformulier voor een tatoeagenummer met zich brengt, is gering, aangezien het aanvraagformulier betrekkelijk eenvoudig is. Het invullen van dit formulier zal de aanvrager dan ook niet meer dan enkele minuten tijd kosten. Deze aanvraag kan eveneens telefonisch worden gedaan. Het kwantificeren van de administratieve lasten van de aanvraag is op dit moment onmogelijk, aangezien geen inzicht bestaat in het aantal te verwachten aanvragen. Deze regeling is afgestemd met het Adviescollege toetsing administratieve lasten (ACTAL). ACTAL heeft geadviseerd om deze regeling vast te stellen. Om de administratieve lasten verder terug te dringen en te vereenvoudigen, zullen meer alternatieven worden gezocht. Hierbij kan worden gedacht aan een toenemende automatisering, waarbij de mogelijkheid van elektronische meldingen verder zal worden uitgebreid. De evaluatie die ieder kwartaal zal plaatsvinden, zal hieraan een belangrijke bijdrage leveren. ACTAL zal bij deze evaluaties worden betrokken. De Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, overeenkomstig het door de Minister genomen besluit: De secretaris-generaal, C.J. Kalden. Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 4

Bijlage 1 Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 5

Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 6

Bijlage 2 Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 7

Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 8

Bijlage 3 Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 9

Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 10

Uit: Staatscourant 27 februari 2002, nr. 41 / pag. 14 11