Wijziging Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen en Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van

Vergelijkbare documenten
Nieuwsbrief. Europese harmonisatie

Nieuwsbrief. Europese harmonisatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen radioapparatuur, NEN

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Vergunningsvrije radiotoepassingen

A 2015 N 3 PUBLICATIEBLAD

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Vergunning voor frequentieruimte ten behoeve van trunking (Entropia Digital B.V.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Vergunningsvrije radiotoepassingen

Zenderfrequenties, de stand van zaken

Geconsolideerde GSM900 vergunning T-Mobile Netherlands B.V. kenmerk HDTP/98/596/DCS137u

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning 2008

Gebruikersbepalingen en procedures Maritiem mobiele radiocommunicatie

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Zenderfrequenties, de stand van zaken

Rapport Veldsterktemeting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B17.1 tot B17.3 ONTWERP

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds De Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie,

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Bekendmaking normen radioapparatuur, NEN

Telecommunicatie Autoriteit Suriname Nationaal Frequentie Plan Suriname NFPS

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

bijlage B Gegevens locatie 2 Gegevens t.b.v. zendsysteem 99.6 MHz ROTTERDAM / 51N Gegevens internationale coördinatie frequentiegebruiksrecht

Rapport Veldsterktemeting

Wijziging Nationaal Frequentieplan

Rapport Veldsterktemeting

Geconsolideerde GSM900/DCS1800 vergunning T-Mobile Netherlands B.V. (HDTP/98/595/DCS136U)

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Regeling vergoedingen telecommunicatievoorzieningen BES

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Antwoordtermijn: tot 14 oktober 2015 Aanspreekpunt: Michaël Vandroogenbroek ( )

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Rapport Veldsterktemeting

De toekomst van onze zenders

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Regeling vergoedingen Agentschap Telecom 2007

Rapport Veldsterktemeting

ONTWERPBESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN XX JUNI 2013 BETREFFENDE

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds ARTIKEL I VERLENGING FM-VERGUNNINGEN STICHTING NEDERLANDSE PUBLIEKE OMROEP

/mob/ 4 Mobiele communicatie, SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CONCEPT ( ) Besluit: Artikel 1

Rapport Veldsterktemeting

De toekomst van onze zenders

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 29 NOVEMBER 2016 MET BETREKKING TOT RADIO-INTERFACES B27-01 TOT B27-06 EN E27-02

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Examenregeling frequentiegebruik

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Telecommunicatie Autoriteit Suriname Aanvraagformulier vergunning voor het aanleggen, in stand houden en exploiteren van een draadloos netwerk.

Regeling zendvoorwaarden radioamateurs

Rapport Veldsterktemeting

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN 13 AUGUST 2013 BETREFFENDE

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Vergunning voor digitale radio-omroep voor kavel 11C onder dossiernummer <dossiernummer> Groningen Verleend op <datum verlening> AT-EZ/<nummer>

Rapport Veldsterktemeting

BELGISCH INSTITUUT VOOR POSTDIENSTEN EN TELECOMMUNICATIE

Rapport Veldsterktemeting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Verlengbaarheidsbesluit GSM-vergunningen 2013

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Toelichting bij het NATIONAAL FORMULIER VOOR DE AANVRAAG VAN EEN STRAALVERBINDING

Rapport Veldsterktemeting

BESLUIT VAN DE RAAD VAN HET BIPT VAN DAG MAAND 2011 MET BETREKKING TOT RADIOINTERFACES B14.01 tot B14.07 en B21.2 ONTWERP

Rapport Veldsterktemeting

Rapport Veldsterktemeting

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Registratie van persoonlijke gegevens: 1. Welke vorm heeft de machtiging aanvrager? 2a. Natuurlijk persoon Naam: Adres: Woonplaats:

Transcriptie:

Wijziging Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen en Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang VW «Telecommunicatiewet» 25 oktober 1999/Nr. DGTP/RDR/489912.JZ Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, Gelet op artikel 3.4 van de Telecommunicatiewet, artikel 18 van het Frequentiebesluit en de artikelen C.1.1 en C.2.1 van het Besluit radioelektrische inrichtingen; Besluit: Artikel I Artikel 8 van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt een 1 geplaatst. 2. Het eerste lid, onderdeel f komt te luiden: f. mobiele UHF radiotelefonen, werkend in de frequentieband 446 MHz, bedoeld voor algemeen gebruik ten behoeve van spraak over korte afstand (PMR 446); 3. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd dat komt te luiden: g. de in bijlage 2 bedoelde categorieën radiozendapparaten, mits de in die bijlage aangegeven frequentiebanden en de daarbij behorende gebruiksvoorschriften in acht worden genomen en de in die bijlage aangegeven markering is aangebracht. 4. Toegevoegd wordt bijlage 1, behorend bij deze regeling. 5. Toegevoegd wordt een derde lid, dat komt te luiden: 3. Radiozendapparaten als bedoeld in het eerste lid, onder f en g, welke vanwege een in het buitenland gevestigde conformiteitsbeoordelingsautoriteit zijn voorzien van een keurmerk als bedoeld in bijlage 3 behorend bij de Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen, behoeven niet van een toegelaten type te zijn. Artikel II De Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen wordt als volgt gewijzigd: A. Bijlage 2 wordt vervangen door bijlage 2 behorende bij deze regeling. B. Artikel 9,eerste lid, onder d, komt te luiden: d. Het deel rechts onder op het merk is bedoeld voor aanvullende informatie, voorgeschreven overeenkomstig bijlage 3 behorend bij deze regeling. C. Toegevoegd wordt een nieuwe bijlage die komt te luiden: Bijlage 3 1. Op Mobiele UHF radiotelefonen (PMR 446) zijnde handgedragen radiozendapparaten in de 446 MHz-band bedoeld voor algemeen gebruik ten behoeve van spraak over korte afstand, wordt rechts onder op het merk de volgende aanduiding aangebracht: Rxxxx PMR 446 waarbij xxxx staat voor het nummer van de verantwoordelijke conformiteitsbeoordelingsautoriteit. 2. Op SRD apparatuur wordt rechts onder op het merk de volgende aanduiding aangebracht: Rxxxx SRD Aa waarbij xxxx staat voor het nummer van de verantwoordelijke conformiteitsbeoordelingsautoriteit, en waarbij A staat voor het nummer van de relevante categorie als bedoeld in bijlage 2 behorende bij de Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang en waarbij a staat voor de letter van de meest linkse kolom in bovendbedoelde categorie en waarbij a kan staan voor meer dan één letter in geval van multiband apparatuur. Artikel III Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tot wijziging van de regeling toelating radio-elektrische inrichtingen en de regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang. Artikel IV Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Deze regeling zal met de bijlagen en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries. Toelichting Algemeen In deze regeling worden de volgende regels vastgesteld: a. technische voorschriften inzake straalverbindingsapparatuur, b. technische voorschriften inzake mobiele UHF radiotelefonen voor algemeen gebruik ten behoeve van spraak over korte afstand (PMR 446), c. het wijzigen van de technische voorschriften inzake klein vermogens apparatuur d. het onder voorwaarden vrijstellen van het vergunningsvereiste voor de apparatuur als bedoeld onder b en c, e. het vaststellen van een markering voor de apparatuur als bedoeld onder b en c, f. het vrijstellen van het vereiste van typetoelating van apparatuur als bedoeld onder b en c welke in het buitenland is goedgekeurd door een aldaar gevestigde conformiteitsbeoordelingsautoriteit en de in deze regeling voorgeschreven aanduiding is aangebracht. Artikel I, onder 1 Voor het eerste lid ontbrak een 1. Door deze wijziging wordt dat gerepareerd. Artikel I, onder 2 en 3 Op grond van artikel 3.4, eerste lid, onder a, van de Telecommunicatiewet is geen vergunning vereist voor gebruik van in het frequentieplan aangewezen frequentieruimte die al dan niet tezamen met bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van radiozendapparaten voor een in het frequentieplan aangegeven bestemming door eenieder mag worden gebruikt. Een dergelijke aanwijzing geschiedt alleen voorzover het radiozendapparaten betreft die door de aard van de toepassing alsmede door de technische constructie geen Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 1

of vrijwel geen storing of belemmering kunnen veroorzaken in elektrische of elektronische apparaten. Voorts bepaalt artikel 18 van het Frequentiebesluit dat bij ministeriële regeling regels worden gesteld ter zake van het gebruik van frequentieruimte waarvoor geen vergunning is vereist. Deze regels kunnen betrekking hebben op het doelmatig gebruik van de desbetreffende frequentieruimte en de aard van de te gebruiken radiozendapparaten en de daartoe behorende antenne-inrichting, alsmede het vermogen waarmee mag worden uitgezonden. In dit artikel, alsmede de bijbehorende bijlage, is aan de bovengenoemde bepalingen uitvoering gegeven. In dit artikel I, onder 2, worden PMR 446 apparaten vrijgesteld van het vergunnings-vereiste. PMR 446 betreft handgedragen radiozendapparaten in de 446 MHz-band bedoeld voor algemeen gebruik ten behoeve van spraak over korte afstand. Er kan slechts één persoon tegelijk spreken over een kanaal (dit in tegenstelling tot een mobiele telefoon). Het element handgedragen houdt in dat zendapparatuur in de vorm van een basisstation niet onder de PMR 446 valt. Het bereik van de zendapparaten is om deze reden beperkt (naar schatting maximaal drie kilometer). Het gaat dus om een nieuwere versie van wat ook wel een walkie talkie wordt genoemd. In artikel I, onder 3, worden kleinvermogenstoepassingen vrijgesteld van het vergunningsvereiste. Hieronder vallen onder andere garage-openers, bewegingsdetectie, alarmering (sociale alarmering, persoonsbeveiliging en goederenbewaking), apparatuur ten behoeve van tolheffing, modelbesturing, en draadloze audio-overdracht. Onder deze laatste categorie vallen onder andere: luidsprekersystemen, hoofdtelefonen (bijvoorbeeld in combinatie met: een draagbare CD speler, een op het lichaam gedragen radio of cassetterecorder, een autoradio, een mobiele telefoon), oortelefonen voor bijvoorbeeld monitoringsystemen, concerten of theaterprodukties. Ook bepaalde inductieve systemen worden aangewezen als vergunningsvrij. Dit zijn systemen waarbij de zendsignalen starten indien er een aktivering van deze systemen heeft plaats gevonden. Onder deze induktieve systemen vallen onder meer induktieve alarmering, anti-diefstal poortjes en automatische artikelherkenning in supermarkten, dierherkenning, kabeldetectie, persoonsidentificatie, draadloze spraakverbindingen, toegangscontrole en benaderingssensoren, en het immobiel maken van auto s. In artikel 8, eerste lid, onder f, zoals dat onderdeel luidde voor de inwerkingstreding van de onderhavige regeling, waren reeds een aantal kleinvermogenstoepassingen vrijgesteld van het vergunningsvereiste. Aan deze vrijstelling worden thans een aantal voorwaarden verbonden. Deze vloeien voort uit het multilateraal overleg tussen de landen welke deelnemen aan de CEPT (Conférence Européenne des Postes et des Telecommunications) waarin is afgesproken dat ten behoeve van het vrije verkeer van deze zendinrichtingen het gebruik vrijgesteld moet worden mits bijbehorende gebruiksvoorschriften in acht worden genomen. De categorie-indeling van bijlage 2 behorend bij dit artikel is overgenomen uit de desbetreffende recommandatie 70-03 van de European Radio Committee (ERC), dat een onderdeel vormt van het overlegorgaan CEPT. Dit betekent dat in de bijlage categorie 10 niet vóórkomt, omdat in CEPT verband de voorbereiding van deze categorie nog niet gereed is. Naar de mening van ondergetekende vallen storingen niet te verwachten voorzover de apparatuur voldoet aan de hierboven genoemde technische voorschriften. Gelet hierop kunnen deze categorieën radiozendapparaten worden aangewezen als categorieën waarvan het gebruik is vrijgesteld van het vergunningvereiste. Artikel I, onder 4 Hierbij wordt bijlage 2, behorend bij de Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang toegevoegd. In deze bijlage worden de categorieën radiozendapparaten aangewezen welke zijn vrijgesteld van het vergunningsvereiste, mits de gebruiker zich houdt aan de eveneens in die bijlage aangegeven frequentiebanden en gebruiksvoorschriften. Artikel I, onder 5 De hiervoor genoemde radiozendapparaten behoeven, voor zover zij door een buitenlandse conformiteitsbeoordelingsautoriteit zijn gekeurd en dientengevolge zijn voorzien van de voorgeschreven markering, niet opnieuw door een Nederlandse autoriteit te worden toegelaten. Op grond van artikel C.2.1 van het Besluit radio-elektrische inrichtingen kan de minister in de vergunningsvrijstelling bepalen dat radiozendapparaten niet van een toegelaten type behoeven te zijn. Aangezien de vrijstelling van een vergunning is geregeld in artikel 8 van de Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang, dient de vrijstelling van het vereiste van typetoelating eveneens in dit artikel te zijn neergelegd. Om deze reden wordt een derde lid aan artikel 8 toegevoegd. Deze vrijstelling van het typetoelatingsvereiste laat onverlet dat de gebruiker van in het buitenland goedgekeurde apparaten slechts dan tevens vrijgesteld is van het vergunningsvereiste indien hij zich houdt aan de voor dat gebruik toegewezen frequentieruimte alsmede aan de vastgestelde gebruiksvoorschriften. Artikel II, onder A Op grond van artikel C.1.1. van het Besluit radio-elektrische inrichtingen stelt de minister technische eisen vast waaraan zendinrichtingen voor gebruik in het etherverkeer dienen te voldoen. Overeenkomstig artikel 8 van de Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen zijn deze technische eisen neergelegd in bijlage 2 bij die regeling. Gelet op artikel 20.4, eerste lid, van de Telecommunicatiewet, welke per 15 december 1998 in werking is getreden, wordt het bepaalde bij of krachtens het Besluit radio-elektrische inrichtingen, gelijkgesteld met regels vastgesteld krachtens hoofdstuk 10 van de Telecommunicatiewet. Aan deze bijlage 2 behorende bij de Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen worden de navolgende technische voorschriften voor straalverbindingsapparatuur toegevoegd: 1. De technische eis SV 04-9, betrekking hebbende op de straalverbindingsapparatuur bedoeld voor Point-Multipoint, werkend in de 2,5 GHz-band (uitgave 17 mei 1999); 2. De technische eis SV 04-10, betrekking hebbende op de straalverbindingsapparatuur bedoeld voor Point- Multipoint werkend in de 3,5 GHz-band (uitgave 17 mei 1999); 3. De technische eis SV 04-11, betrekking hebbende op de straalverbindingsapparatuur beoeld voor Point-Multi- Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 2

Point werkend in de 26 en 28 GHz-band (uitgave 17 mei 1999) en 4. De technische eis SV 04-12, betrekking hebbende op de straalverbindingsapparatuur bedoeld voor dataverbindingen tussen twee punten met een transmissiesneldheid tot 34 Mbit/s werkend in de 13, 15 en 18 GHz-banden (uitgave 18 juni 1999). Voorts worden technische voorschriften toegevoegd voor mobiele UHF radiotelefonen (PMR 446). Met betrekking tot deze apparatuur is op 23 november 1998 een ERC Decision (ERC/DEC/(98)25 tot stand gekomen met betrekking tot de harmonisatie van frequenties inzake PMR 446, welke op 1 december 1998 in werking is getreden. Nederland heeft aan de ERC meegedeeld deze Decision toe te zullen passen. Om de gemaakte afspraken te implementeren worden technische voorschriften vastgesteld voor zogenaamde PMR446 apparatuur door middel van een wijziging van technisch voorschrift R 10-01 (uitgave 18 juni 1999). In de nieuwe uitgave van dit voorschrift wordt vastgesteld dat de PMR 446 apparatuur gebruik moet maken van de volgende frequenties: 446,00625 MHz, 446,01875 MHz, 446,03125 MHz, 446,04375 MHz, 446,05625 MHz, 446,06875 MHz, 446,08125 MHz en/of 446,09375 MHz. Het zendvermogen mag maximaal 500 mwatt ERP bedragen. Gelet op de leesbaarheid van de bijlage wordt de oude bijlage vervangen door een nieuwe. Artikel II, onderdelen B en C Op PMR 446 radiozendapparaten en de kleinvermogenstoepassingen die voldoen aan de gestelde technische voorschriften, wordt een NL-markering aangebracht. Daarnaast moet in de rechter onderhoek van deze NL-markering een CEPT aanduiding worden opgenomen. Deze aanduiding wordt voorgeschreven door middel van een wijziging van artikel 9 van de Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen. In de nieuwe bijlage 3 wordt aangegeven hoe deze aanduiding er uit moet zien. De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries. Bij age 1, behorende bij het bes uit tot wijziging van de Rege ing toe ating radio-elektrische inrichtingen en Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang Bijlage 2, bedoeld in artikel 8, onder g. Categorie 1 Radiozendapparaten bestemd voor telemetrie, telecommand, alarmering, data in het algemeen, en andere soortgelijke toepassingen Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel a 6765-6795 khz 1 2 1 of 2 13 1 [-] b 13.553-13.567 MHz 1 2 1 of 2 13 1 [-] c 26.957-27.283 MHz 1 2 of 8 2 1 of 2 13 1 [-] d 40.660-40.700 MHz 1 8 2 1 of 2 13 1 [-] e 433.050-434.790 MHz 1, 3 8 2 1 of 2 13 1 [-] f 868.000-868.600 MHz 4 9 2 1 of 2 6 5,6 1 2 g 868.700-869.200 MHz 9 2 1 of 2 6 5,6 1 1 i 869.400-869.650 MHz 12 2 1 of 2 6 7 1 3 k 869.700-870.000 MHz 7a 2 1 of 2 6 of 7 5 1 4 l 2400-2483.5 MHz 1 8 8 1 of 2 13 1 [-] m 5725-5875 MHz 1 9 8 1 of 2 13 1 [-] n 24.00-24.25 GHz 1 11 8 1 of 2 13 1 [-] o 61.0-61.5 GHz 1, 9 11 8 1 of 2 13 2 [-] p 122-123 GHz 1, 9 11 8 1 of 2 13 2 [-] q 244 246 GHz 1,9 11 8 1 of 2 13 2 [-] 1 ) De band is eveneens beschikbaar gesteld voor industriële, wetenschappelijke en medische toepassingen (ISM). 2 ) Onder het vermogen wordt het effectief uitgestraald vermogen van de zender verstaan, het ERP. 3 ) Toepassingen met als doel de overdracht van audio en/of spraaksignalen worden ten sterkste afgeraden. 4 ) Om wederzijdse beïnvloeding tussen CT2 en SRD inrichtingen te voorkomen wordt beneden 868,5 MHz het gebruik van SRD s welke gebruik maken van vaste frequentiekanalen ontraden. Het wordt aanbevolen om daar een techniek te gebruiken, welke binnen de beschikbare band automatisch een vrij frequentiekanaal kiest. 5 ) De frequentieband mag eveneens gebruikt worden voor breedband dataoverdracht ( in frequentie variërende zendinrichtingen). 6 ) De frequentieband mag eveneens worden gebruikt voor spread spectrum technologie met een maximale bandbreedte van ongeveer 100 khz. 7 ) De gehele frequentieband mag eveneens worden gebruikt als 1 enkel kanaal voor dataoverdracht met hoge transmissiesnelheid. 8 ) Onder het vermogen wordt hier het effectief uitgestraald vermogen ten opzicht van een isotrope straler bedoeld (e.i.r.p.). 9 ) Hiervoor is op dit moment nog geen ETSI norm beschikbaar. Categorie 2 Radiozendapparaten bestemd voor het detecteren van lawineslachtoffers Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel a 2275 Hz 2 1 12 1 1 4 b 457 khz 1 1 12 1 1 4 Noot: 1 ) Continue draaggolf ( CW ) zonder modulatie. Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 3

Categorie 3 Radiozendapparaten bestemd voor Loca Area Netwerken, RLANs en HIPERLANs Local Area Netwerken (RLANs) Voor de betekenis van de codering: zie Aanhangsel a 2400 2483.5 MHz 6 11 1,2 1 of 2 13 3 1 - High Performance Local Area Networks ( HIPERLANs) Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel. b 5150 5250 MHz 13 1 2 13 1 - c 5250 5300 MHz 4 13 1 2 13 2 - d 17.1 17.3 GHz 5 11 1 2 13 2-1 ) Onder het vermogen wordt hier het effectief uitgestraald vermogen ten opzicht van een isotrope straler bedoeld (e.i.r.p.). 2 ) Voor direct sequence spread spectrum is de maximum spectrale vermogensdichtheid begrensd op -20 dbw/1 MHz. Voor frequency hopping spread spectrum is de maximale vermogensdichtheid begrensd op -10 dbw/100 khz. 3 ) Minimum data rate: 250 kbit/s. 4 ) Slechts in enkele CEPT lidstaten beschikbaar. 5 ) Hiervoor is op dit moment nog geen ETSI norm beschikbaar. 6 ) Uitsluitend voor gebruik binnenshuis. Categorie 5 Radiozendapparaten bestemd voor wegtransport en verkeerstelematica Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel. a 5795-5805 MHz 1 14 of 15 2 1 of 2 12 3 1 - c 63-64 GHz 5 16 2 2 13 1 - d 76-77 GHz 6 16 2 2 13 1-1 ) De frequentieband van 5795 MHz tot 5805 MHz is beschikbaar gesteld voor communicatiesystemen van weg naar voertuig, hoofdzakelijk (maar niet exclusief ) ten behoeve van tolheffing. 2 ) Onder het vermogen bedoelt men hier het effectief uitgestraald vermogen ten opzicht van een isotrope straler. (e.i.r.p.). 3 ) Voor 5 MHz kanaalafstanden zijn de werkfrequenties: 5800 MHz -2.5 MHz 5800 MHz +2.5 MHz 5810 MHz - 2.5 MHz 5810 MHz + 2.5 MHz Voor 10 MHz kanaalafstanden zijn de werkfrequenties: 5800 MHz 5810 MHz 5 ) Beschikbaar voor voertuig naar voertuig systemen. 6 ) Beschikbaar voor voertuig radarsystemen. Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 4

Categorie 6 Radiozendapparaten bestemd voor bewegingsdetectie en signalering Voor de betekenis van de codering: zie Aanhangsel. a 2400-2483,5 MHz 3 9 1 1 of 2 13 2 - b 9200-9500 MHz 9 1 1 of 2 13 2 - c 9500-9975 MHz 9 1 1 of 2 13 1 - e 13,4-14,0 GHz 9 1 1 of 2 13 1 - f 24,05-24,25 GHz 11 1 1 of 2 13 1-1 ) Onder het vermogen bedoelt men hier het effectief uitgestraald vermogen ten opzicht van een isotrope straler. (e.i.r.p.). 3 ) Uitsluitend beschikbaar voor gebruik binnenshuis. Categorie 7 Radiozendapparaten bestemd voor alarmering Voor de betekenis van de codering: zie Aanhangsel. Alarmering in het algemeen a 868,60-868,70 MHz 1 8 2 1 of 2 6 1 1 b 869,25-869,30 MHz 8 2 1 of 2 6 1 1 c 869,65-869,70 MHz 9 2 1 of 2 6 1 3 Sociale Alarmering d 869,20-869,25 MHz 8 2 1 of 2 6 1 1 1 ) Men moet er rekening mee houden dat de frequentieband van 868,600 tot 868,700 MHz ook gebruikt kan (gaan) worden voor data-uitzendingen met een hoge transmissiesnelheid. 2 ) Onder het vermogen bedoelt men hier het effectief uitgestraald vermogen, het ERP. Categorie 8 Radiozendapparaten bestemd voor modelbesturing Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabellen: zie Aanhangsel Beschikbaar in Nederland en in de meeste overige CEPT landen Frequentieband Vermogen Antenne Kanaal- Toelating Duty- MHz afstand a 26,995 27,045 27,095 27,145 27,195 MHz 11 1 2 3 1 - b 34,995-35,225 MHz 2 11 1 2 3 1 - c 40,665 40,675 40,685 40,695 MHz 11 1 2 3 1 - Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 5

Uits uitend in Neder and toegewezen frequenties Frequentieband Vermogen Antenne Kanaal- Toelating Duty- MHz afstand [d] 30,085 30,095 30,105 11 1 2 3 2-30,115 30,185 30,195 [e] 40,715 40,725 40,735 11 1 2 3 2-40,765 40,775 40,785 40,815 40,825 40,835 40,865 40,875 40,885 40,915 40,925 40,935 40,965 40,975 40,985 1 ) Onder het vermogen bedoelt men hier het effectief uitgestraald vermogen, het ERP. 2 ) Het gebruik van deze frequentieband is exclusief voorbehouden aan de besturing van vliegende modellen. Categorie 9 Radiozendapparaten bestemd voor inductieve systemen Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabellen: zie Aanhangsel a 9-70 khz 3 1,2 of 3 2 13 1 [-] b 70-119 khz 2 1,2,of 3 2 13 1 [-] c 119-135 khz 3 1,2 of 3 2 13 1 [-] Het maximaal toegestane H - veld is in figuur 1 weergegeven. Frequentieband 3 Vermogen Antenne Kanaal- Toelating Dutyafstand d 6765-6795 khz 2 1, 2 of 3 2 13 1 [-] e 7400-8800 khz 5 1, 2 of 3 2 13 1 [-] f 13,553-13,567 MHz 2 1, 2 of 3 2 13 1 [-] g 26,957-27,283 MHz 2 1, 2 of 3 2 13 1 [-] 1 ) Anderssoortige anti-diefstal systemen kunnen werken in overeenstemming met andere relevante annexen. 2 ) In het geval antenne type 3 van toepassing is ( externe antenne ), moet deze van het soort loop coil zijn. 3 ) De mogelijkheid om aanvullende frequentiebanden binnen het frequentiegebied van 1650 khz tot 30 MHz beschikbaar te stellen is momenteel in onderzoek. Figuur 1 9-135 khz, magnetisch veld limieten op 10 meter meetafstand Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 6

Categorie 12 Radiozendapparaten bestemd voor actieve medische imp antaten met een extreem laag vermogen Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel d 402-405 MHz 5a 1 1 of 2 6 2 1-1 ) Onder het vermogen bedoelt men hier het effectief uitgestraald vermogen, het ERP. 2 ) Individuele zendinrichtingen kunnen aansluitende kanalen samenvoegen om een toename van de bandbreedte te verkrijgen tot een maximum van 300 khz. Categorie 13 Radiozendapparaten bestemd voor draadloze audio-overdracht Voor de betekenis van de codering van de onderstaande tabel: zie Aanhangsel a 863-865 MHz 8 1 13 1 4 1 ) Met het vermogen bedoelt men het effectief uitgestraald vermogen, het ERP. 2 ) In het geval van analoge systemen mag de maximale in beslag genomen bandbreedte de 300 khz niet overschrijden. Digitale systemen zijn nog onder studie. Aanhangsel bij bijlage 2 Tabel 1: Zendvermogen of veldsterkte Maximum zendvermogen 1 7 dbµa/m op 10 meter afstand 2 42 dbµa/m op 10 meter afstand 3 72 dbµa/m op 10 meter afstand (vanaf 30 khz met een afname van 3,5 db/oktaaf) 4 38 dbµa/m op 10 meter afstand (vanaf 135 khz tot 4,78 MHz met een afname van 3,5 db per oktaaf ) 5 9 dbµa/m op 10 meter afstand 5a 25 µw 1 6 1 mw 1 7 2 mw 1 7a 5 mw 1 8 10 mw 1 9 25 mw 1 10 50 mw 1 11 100 mw 1 12 500 mw 1 13 1 W 1 14 2 W 1 15 8 W 1 16 Nog vast te stellen 1 Noot: 1 ) Met het zendvermogen wordt bedoeld: het effectief uitgestraald vermogen (ERP) of het uitgestraalde vermogen ten opzichte van de equivalente waarde van een isotrope straler (EIRP). Dit staat aangegeven bij de relevante categorie. Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 7

Tabe 2: Antennesoort Soort zendantenne 1 Geïntegreerde antenne. (Apparaat en antenne vormen een geheel. Het apparaat bezit geen uitwendige antenne aansluiting.) 2 Voorgeschreven antenne. (Het apparaat bezit een externe antenne aansluiting. Gebruik van het apparaat is toegestaan in combinatie met een antenne van voorgeschreven type.) 3 Externe antenne. (Het apparaat bezit een externe antenne aansluiting. Gebruik van het apparaat is toegestaan in combinatie met ieder type antenne.) Tabel 3: Toegestane kanaalafstand Kanaalafstand 1 5 khz 2 6,25 khz 3 10 khz 4 12,5 khz 5 20 khz 6 25 khz 7 50 khz 8 75 khz 9 100 khz 10 150 khz 11 200 khz 12 Andere kanaal afstand. 13 Geen kanaal afstand. De toegewezen frequentieband mag in zijn geheel worden gebruikt Indien er een kanaalraster binnen een frequentieband van toepassing is, grenst het eerste kanaal aan de laagst genoemde frequentie. De centrale frequentie van het eerste radiokanaal bevindt zich een half rasterkanaal hoger in frequentie. Tabel 4: Conformiteitsbeoordelingen, markeringen en vrije circulatie Conformiteits beoordeling Markering Vrij gebruik en circulatie 1 Wederzijdse erkenning van Rxxxx SRD Aa 1 Ja 2 conformiteits-beoordeling ERC/DEC/(97)10 2 Nationale conformiteits-beoordeling 3 Nationale markering Nee 1 ) xxxx is het identificatie nummer van de verantwoordelijke conformiteitsbeoordelings autoriteit. Een bijgewerkte lijst van deze identificatie nummers is zal via de ERO beschikbaar zijn. A is het nummer van de relevante Categorie behorende bij deze regeling. a is de letter van de meest linkse kolom in de categorieën. Deze geeft de beschikbare frequentieband aan. a kan meer dan één letter zijn in geval van multi-band apparatuur. Alle frequentiebanden waarvoor de radiozendapparatuur bedoeld is, moeten zijn aangegeven. 2 ) Er zijn beperkingen vastgelegd in Appendix 3 behorende bij de recommandatie. 3 ) Nationale conformiteitsbeoordeling kan eveneens gebaseerd zijn op de wederzijdse erkenning van testresultaten. Raadpleeg hiervoor (CEPT/ERC/REC 01-06). Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 8

Tabe 5 : Inde ing naar uitzendtijd in verhouding tot een vo e periodetijd (Duty ) Waardering Uitzendtijd in verhouding Uitleg: Voor het overgrote deel van tot een volle periodetijd. de toepassingen is de aan periode (Time/Full ) korter dan de uit periode. Vaak duurt een enkele uitzending slechts enkele milliseconden. 1 Erg kort < 0,1 % Het totaal van de aan perioden binnen een aaneengesloten tijd van 1000 seconden is gelijk aan, of minder dan 1 seconde. 2 Kort < 1,0 % Het totaal van de aan perioden binnen een aaneengesloten tijd van 100 seconden is gelijk aan, of minder dan 1 seconde. 3 Lang < 10 % Het totaal van de aan perioden binnen een aaneengesloten tijd van 100 seconden ligt tussen de 1 en 10 seconden. 4 Erg lang Tot en met 100 % Normaal gesproken betreft het hier continu uitzendingen. Ook uitzendingen waarbij de totale aan periode, per 100 seconden, meer dan 10 seconden bedraagt, worden hierbij ingedeeld. Bijlage 2 behorende bij de Regeling tot wijziging van de Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen en de Regeling aanvraag en toelating vergunningen op volgorde van binnenkomst of bij wijze van voorrang Bijlage 2 van de Regeling toelating radio-elektrische inrichtingen Radiocommunicatietoepassingen R 10-01 Radio-apparatuur (uitgave juni 1998) R 10-02 Radio-apparatuur (uitgave maart 1998) AF 04-1 Modelbesturing in de 13, 27, 35 en 40 MHz-band (uitgave september 1981) AF 04-7 Afstandsbesturing in de 9 GHz-band (uitgave november 1975) AF 04-8 Apparatuur voor inductieve afstandbediening (uitgave februari 1976) AF 04-9 Radio-zend/ontvangapparatuur in de 14 GHz-band (uitgave maart 1977) AF 04-10 Inductieve identificatiesystemen (uitgave oktober 1977) AL 04-17 Radio-alarmeringsinrichtingen in de 30, 74, 154 MHz-band en de frequentieband 433,1-434,7 MHz (uitgave september 1982) AL 04-32 Radio-elektrische alarmeringsinrichtingen in de 2, 10, 13 en 24 GHz-band (uitgave september 1982) AT 04-26 Draadloze afstandbedieningsapparatuur en draadloze telemetrie-apparatuur in de 27, 30, 40 en 153 MHz-band en de frequentieband 450-452 MHz (uitgave juli 1982) ETS 300-135 MARC-apparatuur 40 kanalen, 4 Watt in de 27 MHz-band (uitgave januari 1992) DA 04-1 Draadloze audioverbindingen (uitgave november 1988) DA 04-2 Draadloze intercom systemen (uitgave januari 1992) KR 04-1 HF-radiotelefonen voor landmobiel gebruik ten behoeve van zakelijke radiocommunicatie (uitgave december 1983) KV 04-1 Radio-elektrische zendinrichtingen als bedoeld in de Beschikking Kleinvermogens toepassingen 1981 (Stcrt. 1981. 148) (uitgave september 1985) KV 04-2 Radio-elektrische zendinrichtingen met een zeer gering zendvermogen, bestemd om te worden gebruikt als draadloze individuele alarmeringsinrichtingen voor hulpbehoevenden (uitgave september 1985) KV 04-3 Radio-elektrische zendinrichtingen met een zeer gering zendvermogen, bestemd om te worden gebruikt als radiografisch bestuurd speelgoed (uitgave september 1985) KV 04-4 Radio-elektrische zendinrichtingen voor spraakoverdracht over korte afstanden in de privé-sfeer (uitgave april 1986) KV 04-5 Radio-elektrische zendinrichtingen met een zeer gering zendvermogen, bestemd om te worden gebruikt als mini-hf-oproepinrichtingen (uitgave november 1986) KV 04-6 Draadloze microfonen (uitgave maart 1988) LO 04-1 Lokale radio-omroep (uitgave november 1987) Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 9

LV 04-1 Specificatie van technische eis voor radioapparatuur (niet in luchtvaartuigen ingebouwd) voor de luchtvaartmobiele dienst werkend in de frequentieband 118-137 MHz (uitgave 28 maart 1995) LV 04-2 Specificaties van technische eisen voor rondstralende radiobakens (non directionele radio beacons) werkend in de LF/MF banden (uitgave 3 november 1995) MB 04-1 Toepassingen voor landmobiele radio-apparatuur en -systemen (algemeen) (uitgave februari 1992) MB 04-2 Toepassingen voor landmobiele radio-apparatuur voor on-site datacommunicatie (uitgave juli 1991) MB 04-3 Toepassingen voor landmobiele radio-apparatuur voor grondstations (MES) (uitgave januari 1991) OS 04-2 HF-oproepinrichtingen in de 26/27 MHz-band (uitgave augustus 1978) OS 04-3 Terugspreekapparatuur bij oproepinrichtingen (uitgave januari 1968) OS 04-4 Inductieve oproepinrichtingen (uitgave januari 1969) OS 04-5 HF-oproepinrichtingen zonder permanente opstellingsplaats (uitgave december 1971) OS 04-6 HF-oproepinrichtingen in de 450-470 MHz-band (uitgave januari 1978) RL 04-1 Radio Local Area Networks (RLAN's) werkend tussen 2400 en 2483,5 MHz (uitgave 13 juni 1994) SP 04-1 Satellietplaatsbepalingssystemen werkend op 401,650 MHz (uitgave 2 september 1994) SV 04-2 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentiebanden 57,2-58,2 GHz (uitgave 19 december 1995) SV 04-3 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor Straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentiebanden 37-39,5 GHz (uitgave 29 juni 1995) SV 04-4 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentiebanden 40,5-42,5 GHz (uitgave 27 september 1995) SV 04-5 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentieband 23 GHz (uitgave 19 oktober 1995) SV 04-6 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentieband 13, 15 en 18 GHz (uitgave maart 1998) SV 04-7 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentieband 4, 6, 7, 8, 11, 13 en 15 GHz (uitgave 23 september 1997) SV 04-8 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur werkend in de frequentieband 25 GHz (uitgave september 1997) SV 04-9 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur bedoeld voor Point-Multipoint werkend in de 2,5 GHz-band (uitgave 17 mei 1999) SV 04-10 Specificatie van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur bedoeld voor Point-Multipoint werkend in de 3,5 GHz-band (uitgave 17 mei 1999) SV 04-11 Specificaties van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur bedoeld voor Point-Multi-Point werkend in de 26 en 28 GHz-band (uitgave 17 mei 1999) SV 04-12 Specificaties van technische eisen voor radio-apparatuur voor straalverbindingsapparatuur bedoeld voor dataverbindingen tussen twee punten met een transmissiesneldheid tot 34 Mbit/s werkend in de 13, 15 en 18 GHz-banden (uitgave 18 juni 1999) SV 04-32 Straalverbindingen met een beperkt afstandsbereik in de 10 GHz-band (uitgave oktober 1983) TL 04-1 Medische telemetrie (uitgave januari 1992) TL 04-2 Telemetrie t.b.v. energietransport-metingen (uitgave januari 1992) TL 04-5 Radio-zend/ontvangapparatuur voor ISM in de 433,92 MHz-band (uitgave juli 1972) TS 04-1 RF-transpondersystemen werkend tussen 2,4 en 2,5 GHz (uitgave 3 november 1994) VE 04-1 Inductieve vertaalinrichtingen (uitgave januari 1969) A. Maritieme toepassingen (RDR) KSR 137 Technische specificatie voor VHF/UHF-portofoon (uitgave juni 1985) KSR 141 Technische specificatie voor MF/HF radiotelefonie-installaties (pleziervaart) (uitgave november 1987) Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 10

KSR 142 Technische specificatie voor radar pleziervaart (uitgave juni 1989) KSR 148 Technische specificatie voor marifooninstallaties VHF (uitgave januari 1989) KSR 151 Technische specificatie voor VHF-Antennes (uitgave september 1987) KSR 154 Technische specificatie voor radarinstallatie voor Rijnvaart en binnenvaart (uitgave januari 1990) KSR 155 Technische specificatie voor bochtaanwijzers (uitgave januari 1990) ETS 300 065 + Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur voor EN 301 011 of de ontvangst van veiligheidsberichtgeving in het systeem NAVTEX, werkend op IEC 61097-6 518 khz (NAVTEX-ontvanger) ETS 300 067 en Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, ETS 300 067/ radiotelexapparatuur werkend in de MF en HF-banden A1 ETS 300 152 Technische specificatie voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, satelliet noodradiobakens (EPIRB'S) werkend op 121,5 MHz of 121,5 MHz en 243 MHz voor richtingbepaling ETS 300 162 + Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie, VHF zenders en ETS 300 828 of ontvangers, werkend tussen 156 en 174 MHz IEC 61097-7 ETS 300 225 of Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, draagbar IEC 61097-12 VHF radio-installaties voor gebruik in groepsreddingsmiddelen (GMDSS portofoon) ETS 300 338 of Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, IEC 61097-3 Digital Selective Calling (DSC) voor VHF en MF/HF- apparatuur ETS 300 373 Technische specificatie voor SSB/MF/HF radiotelefonie-installaties (uitgave december 1987) ETS 300 441 + Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, EN 301 090 2182 khz luisterwachtontvanger ETS 300 698 Technische specificatie voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, VHF-zenders en ontvangers ten behoeve van gebruik op binnenwateren ETS 300 698 Technische specificaties voor automatische zenderidentificatie (ATIS) Annex B (uitgave juli 1987) ETS 300 720 Technische specificatie voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur, draagbare ETS 300 829 UHF- radio-installaties voor gebruik aan boord IEC 61097-4 INMARSAT en EGC EN 301 025 Technische specificatie voor VHF radiotelefonie + DSC, klasse D, pleziervaart EN 301 033 of Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur werkend IEC 61097-8 in de MF, MF/HF en VHF-band, DSC-wachtontvanger IEC 6109-7 of Technische specificaties voor MF/HF zenders en ontvangers SSB/DSC/NBDP ETS 300 067 + ETS 300 338 + ETS 300 373 TS 101 089 Technische specificatie voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur werkend in de VHF-luchtvaartband voor gebruik in noodsituaties B. Maritieme toepassingen (SI) HD 551 S1 Specificaties voor radar-installatie zeevaart (IEC 936) HD 526 S1 Specificaties voor automatische radar-plot-apparatuur (ARPA) (IEC 872) IEC 61097-1 Specificatie voor radartransponder (SART) ETS 300 066 of Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur IEC 61097-2 satelliet-noodradiobakens (EPIRB s) werkend binnen het COSPAS-SARSAT-satellietsysteem ETS 300 372 of Technische specificaties voor maritieme radiocommunicatie-apparatuur IEC 61097-5 voor L-band-noodradiobaken De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.M. de Vries. Uit: Staatscourant 1999, nr. 212 / pag. 8 11