zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

Vergelijkbare documenten
Het Gerechtshof s-gravenhage, kamer MC-5, heeft het volgende arrest gewezen in de zaak van:

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis in het incident tot schorsing van 28 september 2011

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

De rechtbank heeft kennis genomen van de volgende stukken:

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:GHSHE:2017:3619

vonnis ~~.., RECHTBANK DEN HAAG

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid FUTURECARE WORLDWIDE B.V., tevens handelend onder de naam PG WORLDWIDE,

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

De zaak is voor Majestic behandeld door mrs. M.H.L. Hemmer en R.T. Tjemkes, advocaten te Breda.

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna Henkel en Dramers genoemd worden.

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / HA ZA Partijen zullen hierna Stichting de Thuiskopie en [X] genoemd worden.

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Vonnis in incident van 25 april 2012 in de zaak van

vonnis Vonnis in incident van 8 februari De procedure RECHTBANK DEN HAAG Team handel zaaknummer I rolnummer: C/09/ I HA ZA

LJN: AO9357, Rechtbank Arnhem, Print uitspraak

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBMID:2012:BX7952

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:RBROT:2017:3261

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

vonnis RECHTBANK S-GRAVENHAGE Sector civiel recht Enkelvoudige Kamer zaaknummer / rolnummer: / HA ZA 08-84

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

Partijen worden hierna aangeduid als Mundipharma en OPG.

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:RBAMS:2013:6267

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Partijen zullen hierna Tangent en Cool Summer genoemd worden.

ECLI:NL:GHAMS:2014:2893

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA 07-29

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

ECLI:NL:GHARL:2014:10207

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBROT:2011:BP3927

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

Uitspraak. Vindplaatsen Rechtspraak.nl NJF 2013/114 S&S 2013/98 GERECHTSHOF AMSTERDAM DERDE MEERVOUDIGE BURGERLIJKE KAMER BESCHIKKING.

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA Partijen zullen hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd worden.

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

Partijen zullen hierna ook [X] en Slamdam genoemd worden.

ECLI:NL:GHDHA:2014:3066

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:GHLEE:2007:BB0648 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

sss^v v^nnis m&,o J NAAM PER KQNINGISM RECHTBANK ZWOLLE-LELYSTAD Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / HA ZA 08-49

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8805 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer 1659/05

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

LJN: AP7705, Rechtbank 's-hertogenbosch, / HA ZA Print uitspraak

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBROT:2016:229

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

zaaknummer / rolnummer: / HA ZA

de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid BECKERS BENELUX BV, gevestigd te Breda, eiseres, advocaat mr. W.J.G. Maas te Eindhoven,

L.Net s88sd16-n aansluitingen en programmering.

in de zaak met zaak- / rolnummer / HA ZA van

ECLI:NL:RBZLY:2007:BC5305

ECLI:NL:RBROT:2016:4320

LJN: BZ5157, Rechtbank Rotterdam, C/10/ / HA ZA

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2061

RECHTBANK MIDDEN-NEDERLAND. Afdeling civielrecht Zittingsplaats Lelystad. zaaknummer / rolnummer: C/16/ / HL ZA

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

Transcriptie:

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: 238788 / HA ZA 05-822 Vonnis van in de zaak van 1. de rechtspersoon naar vreemd recht TECHNISCHES BÜRO STEUR GMBH, gevestigd te Sittensen, Duitsland, 2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ONLINE SERVICES B.V., gevestigd te Dinxperlo, eiseressen in conventie, verweersters in reconventie, procureur mr. H.C. Grootveld, advocaat mrs. F.I.S.A.L. van Velsen en F.S.G. Westerhuis te Rottterdam, tegen 1. FRANCIS ZILKA, 2. TIMOTHY ZILKA, beiden wonende Saratoga, New York, Verenigde Staten van Amerika, gedaagden in conventie, eisers in reconventie, procureur mr. W. Taekema, advocaat mrs. P. Burgers en F.W. Gerritzen te Amsterdam. Partijen zullen hierna Steur c.s. en Gebroeders Zilka genoemd worden. 1. De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - de dagvaarding, - het anticipatie-exploit van Gebroeders Zilka, - de akte houdende rectificatie tevens houdende overlegging producties van Steur c.s., - de conclusie van antwoord in conventie en van eis in reconventie, met producties, - de conclusie van repliek in conventie en van antwoord in reconventie, tevens houdende akte met betrekking tot geheimhoudingsregime, met producties,

2 - de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, met een productie, - de conclusie van dupliek in reconventie, - de pleidooien en de ter gelegenheid daarvan overgelegde stukken. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2. De feiten 2.1. Gebroeders Zilka zijn houders van Europees octrooi nr. 1 067 349 (hierna: het octrooi), dat betrekking heeft op Device, system and method for on-line explosive slagging (in vertaling: Inrichting, systeem en werkwijze voor het tijdens de werking explosief ontslakken ). De verlening van het octrooi is gepubliceerd op 21 januari 2004, naar aanleiding van een aanvraag gedateerd 14 januari 1998, onder inroeping van prioriteit van 17 januari 1997. Het octrooi heeft onder meer gelding in Nederland. De conclusies van het octrooi luiden (in de originele Engelse taal) als volgt: 1. A method for deslagging a hot, heat-exchange device (31), comprising the steps of: delivering a coolant to an explosive device (101), said coolant thereby cooling said explosive device (101) via a coolant-delivery apparatus (12, 106, 109); moving said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) and the explosive device (101) cooled thereby into said hot, heat exchange device (31), while so-cooling said explosive device (101) and thereby preventing the heat of said heat exchange device (31) from detonating said explosive device (101); and detonating said explosive device (101) at will, once said cooled explosive device (101) has been moved into a proper position, characterized in that said coolant cools said explosive device (101 ) wherever said explosive device (101) is moved within said heat exchange device (31), and in that said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) and the explosive device (101) cooled thereby are freely moved within said hot heat exchange device to a freely chosen position for detonation of the explosive device (101) within said heat-exchange device (31), and in that said detonation is effected while freely maintaining the explosive device in the desired position within the hot heat-exchange device. 2. The method of claim 1, wherein the step of delivering said coolant to said explosive device (101) comprises delivering said coolant to said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) through said explosive positioning system (12, 106, 112). 3. The method of claim 1, said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) comprising a semipermeable (105) cooling envelope (104, 104'), whereby the step of delivering the coolant flow thereby further comprises enabling said coolant to enter the envelope (104,104') through a coolant entry opening of the envelope (104, 104') and exit the envelope (104, 104') through the permeations (105) in said envelope (104, 104'), resulting in a steady flow of coolant to and past said explosive device (101). 4. The method of claim 3, wherein said cooling envelope (104, 104') is semipermeable (105) in the region surrounding the explosive device (101) and impermeable in the region

3 proximate said coolant entry opening; whereby relatively hotter coolant which has been in the envelope (104,104') for a relatively longer time will exit the envelope (104, 104') before relatively cooler coolant which has been in the envelope (104, 104') for a relatively shorter time, thereby enhancing the step of delivering the coolant flow. 5. The method of claim 3 or 4, wherein said cooling envelope (104, 104') is wider in the region surrounding the explosive device (101) and narrower in all other regions; whereby the explosive device (101) is properly cooled while the weight of coolant within the envelope (104, 104') is maintained as low as possible, thereby making easier the step of moving and freely maintaining said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) in a manner that enables proper positioning of the explosive device (101) for deslagging. 6. The method of claim 3, 4 or 5, wherein said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) further comprises a coolant delivery pipe (106) coincident with a second end thereof, and is connected at said second end to and within said cooling envelope (104, 104'), and wherein the step of delivering the coolant flow into the envelope (104,104') further comprises said coolant entering said coolant delivery pipe (106) from a section of the pipe (106) residing outside the envelope (104, 104'), flowing through the pipe (106) to a remaining section within said cooling envelope (104, 104'), and then exiting said remaining section into the envelope (104, 104'). 7. The method of one of claims 1-6, wherein said explosive device (101) is connected via an explosive connector (112) in a substantially fixed position relative to said coolantdelivery apparatus (12, 106, 109). 8. The method of one of claims 1-7, wherein a cap (102) is affixed to the explosive device (101), and wherein the step of detonating said explosive device (101) at will comprises the steps of activating an initiator (103), said initiator (103) in turn activating said cap (102), and said cap (102) in turn detonating the explosive device (101). 9. The method of claim 8, wherein the step of said initiator (103) activating said cap (102) comprises sending a remote control, wireless signal (401) from said initiator (103) to said cap (102). 10. The method of claim 6, further comprising the step of delivering said coolant to said explosive device (101) using coolant delivery apertures (109) of said coolant delivery pipe (106), wherein said explosive device (101) and said coolant delivery apertures (109) are also thereby maintained in a substantially fixed position relative to one another. 11. The method of one of claims 1-10, further comprising the step of substantially fixing said explosive device (101) relative to said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109), such that said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) and said explosive device (101) are together freely movable relative to and within said heat exchange device (31). 12. The method of claim 1, further comprising the step of delivering said coolant to said explosive device (101) using coolant delivery apertures (109) of a coolant delivery pipe (106) of said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109). 13. An explosives-based system for deslagging a hot, heat-exchange device (31) according to the method of one of the preceding claims, comprising: an explosive device (101); a coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) delivering a coolant to said explosive device (101), said coolant thereby cooling said explosive device (101);

4 an explosive positioning system (12, 106, 112) enabling a force applied to said explosive positioning system (12, 106, 112) to move said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) and the explosive device (101) cooled thereby into said hot, heat exchange device (31) while so-cooling said explosive device (101), thereby pre-venting the heat of said heat exchange device (31) from detonating said explosive device (101); and detonating means for detonating said explosive device (101) at will; characterized in that said coolant cools said explosive device (101) wherever said explosive device (101) is moved within said heat exchange device (31), and in that said explosive positioning system (12, 106, 112) enables said force applied to said explosive positioning system (12, 106, 112) to freely move said coolantdelivery apparatus (12,106, 109) and the explosive device (101) cooled 50 thereby into a proper position for deslagging the heat exchange device (31) by detonation of said explosive device (101), and in that said explosive device (101) is adapted, while it is being cooled, to be freely positioned and held for detonation within said heat-exchange device (31) as desired. 14. The system of claim 13, wherein said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) and said explosive positioning system (12, 106, 112) coincide such that said coolant is sodelivered to said coolant-delivery apparatus (12,106,109) through said explosive positioning system (12, 106, 112). 15. The system of claim 13, said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) comprising a semipermeable (105) cooling envelope (104, 104'); whereby coolant entering the envelope (104, 104') through a coolant entry opening of the envelope (104, 104') exits the envelope (104, 104') through the permeations (105) in the envelope (104, 104'), resulting in a steady flow of coolant to and past said explosive device (101). 16. The system of claim 15, wherein said cooling envelope (104, 104') is semipermeable (105) in the region surrounding the explosive device (101) and impermeable in the region proximate said coolant entry opening; whereby relatively hotter coolant which has been in the envelope (104, 104') for a relatively longer time exits the envelope (104, 104') before relatively cooler coolant which has been in the envelope (104, 104') for a relatively shorter time, resulting in more effective cooling of the explosive device (101). 17. The system of claim 15, wherein said cooling envelope (104, 104') is wider in the region surrounding the explosive device (101) and narrower in all other regions; whereby the explosive device (101) is properly cooled while the weight of coolant within the envelope (104, 104') is maintained as low as possible, therefore making it easier to properly position the explosive device (101) for deslagging detonation. 18. The system of claim 15, wherein said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) comprises a coolant delivery pipe (106) coincident with a second end thereof, and is connected at said second end to and within said cooling envelope (104, 104') such that a section of said coolant delivery pipe (106) resides outside said cooling envelope (104, 104') and a remaining section of said pipe (106) resides within said cooling envelope (104, 104'), and wherein the coolant flow into the envelope (104, 104') is realized by said coolant entering the section of the pipe (106) residing outside the envelope (104, 104'), flowing through the pipe (106) to said remaining section within the envelope (104, 104'), and then exiting said remaining section into the envelope (104, 104').

5 19. The system of claim 13, further comprising an explosive connector (112) connecting said explosive device (101) in a position relative to said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109), wherein said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) further comprises a coolant delivery pipe (106) coincident with a second end thereof, wherein said explosive connector (112) is affixed to the explosive device (101) and the pipe (106) so as to maintain the ex-plosive device (101) and the pipe (106) in position relative to one another, and hence the explosive device (101) in a substantially fixed position relative to said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109). 20. The system of claim 13, further comprising an explosive connector (112) connecting said explosive device (101) in a substantially fixed position relative to said coolantdelivery apparatus (12, 106, 109). 21. The system of claim 13, further comprising a cap (102) affixed to the explosive device (101), and an initiator (103), wherein activation of said initiator (103) activates said cap (102), and the activation of said cap (102) in turn detonates the explosive device (101). 22. The system of claim 21, wherein the cap (102) is so-activated by the initiator (103) via a remote control, wireless signal (401). 23. The system of claim 13, said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) comprising a hydraulic tube (122) attached to a separate coolant delivery pipe (106), wherein each of said explosive device (101), said coolant delivery pipe (106), explosive connector (112) connecting said explosive device (101) in a position relative to said coolant delivery pipe (106), and said hydraulic tube (122) is a separate module of said system prior to the assembly of these modules into said system, and wherein subsequent to said assembly, the resulting configuration is such that: a cap (102) is affixed to the explosive device (101); a signal connection is established between an initiator (103) and said cap (102); the pipe (106) and the explosive device (101) are affixed in substantially fixed position relative to one another, via said explosive connector (112); said explosive device (101) is substantially fixed thereby, relative to said coolant delivery pipe (106) such that said coolant delivery pipe (106) and said explosive device (101) therein are so-together freely movable relative to and within said heat exchange device (31); and the hydraulic tube (122) is affixed to a second of said two ends of the pipe (106). 24. The system of claim 13, wherein said explosive device (101) is substantially fixed relative to said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109), such that said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109) and said explosive device (101) are together freely movable relative to and within said heat exchange device (31). 25. The system of claim 13, wherein said explosive device (101) is substantially fixed relative to said coolant-delivery apparatus (12, 106, 109), such that said coolant-delivery apparatus (12,106,109) and said explosive device (101) are together freely movable relative to and within said heat exchange device (31). 26. The system of claim 13, said coolant-delivery apparatus (12,106,109) further comprising a coolant delivery pipe (106) in turn comprising coolant delivery apertures (109) delivering said coolant to said explosive device (101).

6 27. The system of claim 19, said coolant delivery pipe (106) in turn comprising coolant delivery apertures (109) delivering said coolant to said explosive device (101), wherein said explosive device (101) and said coolant delivery apertures (109) are also thereby maintained in a substantially fixed position relative to one another. 28. The system of claim 19, said coolant delivery pipe (106) in turn comprising coolant delivery apertures (109) delivering said coolant to said explosive device (101), wherein said explosive device (101) and said coolant delivery apertures (109) are also thereby maintained in a substantially fixed position relative to one another. 29. The system of claim 13 or 15, wherein the deslagging position within said hot heat exchange device (31) is within a furnace region of said hot heat exchange device (31). 30. The system of claim 13 or 15, wherein the deslagging position within said hot heat exchange device (31) is outside of a furnace region of said hot heat exchange device (31). 31. The system of claim 26, said coolant delivery pipe (106) in turn comprising coolant delivery apertures (109) delivering said coolant to said explosive device (101), wherein said explosive device (101) and said coolant delivery apertures (109) are also thereby maintained in a substantially fixed position relative to one another. In de Nederlandse vertaling: 1. Een werkwijze voor het onslakken van een hete warmtewisselinginrichting (31) voorzien van de stappen van: het leveren van een koelmiddel aan een explosieveninrichting (101), waardoor het koelmiddel de explosieven inrichting (101) koelt via een koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109); het bewegen van de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) en de daardoor gekoelde explosieveninrichting (101) tot in de hete warmtewisselingsinrichting (31), terwijl de explosieveninrichting (101) aldus wordt gekoeld en daardoor wordt verhinderd dat de hitte van de warmtewisselingsinrichting (31) de explosieveninrichting (101) doet ontploffen; en het naar wens tot ontploffing brengen van de explosieveninrichting (101) zodra de gekoelde explosieveninrichting (101) tot in een juiste stand is bewogen, met het kenmerk, dat het koelmiddel de explosieveninrichting (101) koelt ongeacht waar deze explosieveninrichting (101) binnen de warmtewisselingsinrichting (31) wordt bewogen, en dat de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) en de daardoor gekoelde explosieveninrichting (101) vrij worden bewogen binnen de warmtewisselingsinrichting naar een vrij gekozen stand voor het tot ontploffing brengen van de explosieveninrichting (101) binnen de warmtewisselingsinrichting (31), en dat de ontploffing tot stand wordt gebracht terwijl de explosieveninrichting vrij in de gewenste stand binnen in de hete warmtewisselingsinrichting wordt gehouden. 2. De werkwijze van conclusie 1, waarbij de stap van het leveren van het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) omvat het leveren van het koelmiddel aan de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) via het explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112). 3. De werkwijze van conclusie 1, waarbij de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) is voorzien van semipermeabele (105) koelomhulling (104, 104'), waarbij de stap van het leveren van de koelmiddelstroom daardoor verder is voorzien van het binnentreden van het koelmiddel in de omhulling (104, 104') via een koelmiddel ingangsopening van de

7 omhulling (104, 1.04') en de omhulling (104, 104') verlaat via de doorgangsopeningen (105) in de omhulling (104, 104'), hetgeen resulteert in een gelijkmatige stroom van koelmiddel naar en voorbij de explosieveninrichting (101). 4. De werkwijze van conclusie 3, waarbij de koelomhulling (104, 104') semipermeabel (105) is in het gebied dat de explosieveninrichting (101) omgeeft en impermeabel is in het gebied nabij de koelmiddeltoegangsopening; waardoor relatief heet koelmiddel dat zich gedurende een relatief langere tijd in de omhulling (104, 104') heeft bevonden de omhulling (104, 104') eerder zal verlaten dan relatief koeler koelmiddel dat zich gedurende een relatief kortere tijd in de omhulling (104, 104') heeft bevonden, hetgeen de stap van het leveren van de koelmiddelstroom verbetert. 5. De werkwijze van conclusie 3 of 4, waarbij de koelombulling (104, 104') breder is in het gebied dat de explosieveninrichting (101) omgeeft en smaller is in alle andere gebieden; waardoor de explosieveninrichting (101) goed wordt gekoeld terwijl het gewicht van. koelmiddel binnen de omhulling (104, 1.04') zo laag mogelijk wordt gehouden, voor het vergemakkelijken van de stap van, het bewegen en vrij vasthouden van de koelmiddel leverende inrichting (102, 106, 109) op een wijze die het goed plaatsen van de explosieveninrichting (101) voor het onslakken mogelijk maakt. 6. De werkwijze van conclusie 3, 4 of 5 waarbij de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) voorts is voorzien van een koelmiddel leverende pijp (106) die samenvalt met zijn tweede uiteinde, en bij zijn tweede uiteinde is verbonden met en binnen de koelomhulling (104, 104') en waarbij de stap van het leveren van de koelmiddelstroom tot in de omhulling (104, 104') voorts omvat het binnentreden van het koelmiddel in de koelmiddelleverende pijp (106) vanuit een sectie van de pijp (106) die buiten de omhulling (104, 104') blijft, het stromen door de pijp (106) naar een overblijvende sectie binnen de koelomhulling (104, 104') en het dan verlaten van de overblijvende sectie tot in de omhulling (104, 104'). 7. De werkwijze van één van de conclusies 1-6, waarbij de explosieveninrichting (1.01) via een explosievenaansluitmiddel (112) is aangesloten in een vaste stand ten opzichte van de koelmiddelleverende inrichting (12, 15 106, 109). 8. De werkwijze van één van de conclusies 1-7, waarbij een ontstekingsdop (102) wordt bevestigd aan de explosieveninrichting (101) waarbij de stap van het naar wens tot ontploffing brengen van de explosieveninrichting (101) omvat de stappen van het activeren van een initiator (103), welke initiator (103) op zijn beurt de ontstekingsdop (102) activeert en de ontstekingsdop (102) op zijn beurt de explosieveninrichting (101) doet ontploffen. 9. De werkwijze van conclusie 8, waarbij de stap van het activeren van de ontstekingsdop (102) door de initiator (103) omvat het zenden van een van afstand gegeven draadloos signaal (401) vanuit de initiator (103) naar de ontstekingsdop (102). 10. De werkwijze van conclusie 6, voorts voorzien van de stap van het leveren van het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) onder gebruikmaking van koelmiddel leverende openingen (109) van de koelmiddelleverende pijp (106), waarbij de explosieveninrichting (101) en de koelmiddel leverende openingen (109) daardoor ook in een althans ongeveer openingen (109) daardoor ook in een althans ongeveer vaste stand ten opzichte van elkaar worden gehouden. 11. De werkwijze van een van de conclusies 1-10, voorts voorzien van de stap van het althans ongeveer vastzetten van de explosieveninrichting (101) ten opzichte van de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109), zodanig dat de koelmiddel leverende

8 inrichting (12, 106, 109) en de explosieveninrichting (101) tezamen vrij beweegbaar zijn ten opzichte van en binnen de warmtewisselingsinrichting (31). 12. De werkwijze van conclusie 1, voorts voorzien van de stap van het leveren van het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) onder gebruikmaking van koelmiddel leverende openingen (109) van een koelmiddelleverende pijp (106) van de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109). 13. Een op explosieven gebaseerd systeem voor het onslakken van een hete warmtewisselingsinrichting (31) volgens de werkwijze van een van voorgaande conclusies, voorzien van: een explosieveninrichting (101); een koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) die een koelmiddel levert aan de explosieveninrichting (101), welk koelmiddel daardoor de explosieveninrichting (101) koelt. een explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112) dat mogelijk maakt dat een op het explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112) uitgeoefende kracht de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) en de daardoor gekoelde explosieveninrichting (101) tot in de hete warmtewisselingsinrichting (31) doet bewegen terwijl de explosieveninrichting (101) zo wordt gekoeld, waardoor wordt verhinderd dat de hitte van de warmtewisselingsinrichting (31) de explosieveninrichting (101) doet ontploffen; een ontstekingsmiddelen voor het naar wens tot ontploffing brengen van de explosieveninrichting (101); met het kenmerk, dat het koelmiddel de explosieveninrichting (101) koelt ongeacht waar de explosieveninrichting (101) binnen de warmtewisselingsinrichting (31) wordt bewogen, en dat het explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112) toestaat dat de op het explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112) uitgeoefende kracht de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) en de daardoor gekoelde explosieveninrichting (101) vrij doet bewegen tot in een juiste stand voor het onslakken van de warmtewisselingsinrichting (31) door het tot ontploffing brengen van de explosieveninrichting (101), en dat de explosieveninrichting (101) is ingericht teneinde vrijelijk te worden gepositioneerd en wordt vastgehouden voor het naar wens doen ontploffen binnen de warmtewisselingsinrichting (31), terwijl deze wordt gekoeld. 14. Het systeem van conclusie 13, waarbij de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) en het explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112) zodanig samenvallen dat het koelmiddel zodanig wordt geleverd aan de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) via het explosievenpositioneersysteem (12, 106, 112). 15. Het systeem van conclusie 13, waarbij de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) is voorzien van een semipermeabele (105) koelomhulling (104, 104'); waardoor koelmiddel dat de omhulling (104, 104'),binnentreedt via een koelmiddeltoegangsopening van de omhulling (104, 104') de omhulling (104, 104') verlaat door de doorgangsopeningen (105) in de omhulling (104, 104') hetgeen resulteert in een gelijkmatige stroom van koelmiddel naar en voorbij de explosieveninrichting (101). 16. Het systeem van conclusie 15, waarbij de koelomhulling (104, 104') semipermeabel (105) is in het gebied dat de explosieveninrichting (101) omgeeft en impermeabel is in het gebied nabij de toegangsopening; waardoor relatief heter koelmiddel dat zich gedurende een relatief langere tijd in de omhulling (104, 104') heeft bevonden de omhulling (104, 104') eerder verlaat dan relatief koeler koelmiddel dat zich gedurende kortere tijd in de omhulling (104, 104') heeft

9 bevonden, hetgeen resulteert in een meer effectieve koeling van de explosieveninrichting (101). 17. Het systeem van conclusie 15, waarbij de koelomhulling (104, 104') breder is in het gebied dat de explosieveninrichting (101) omgeeft en smaller in alle andere gebieden, waardoor de explosieveninrichting (101) goed wordt gekoeld terwijl bet gewicht van koelmiddel binnen de omhulling (104, 104') zo laag mogelijk wordt gehouden en het derhalve gemakkelijker is de explosieveninrichting (101) juist te plaatsen voor de onslakkingsontploffen. 18. Het systeem van conclusie 15, waarbij de koelmiddel leverende inrichting (112, 106) is voorzien van een koelmiddel leverende pijp (106) die samenvalt met het genoemde tweede uiteinde, en bij het tweede uiteinde is verbonden met en binnen de koelomhulling (104, 104') zodanig dat een sectie van de koelmiddel leverende pijp (106) buiten de koelomhulling (104, 104') blijft en een overblijvende sectie van de pijp (106) binnen de koelomhulling (104, 104') blijft en waarbij de koelmiddel stroom tot in de omhulling (104, 104') wordt bewerkstelligd door het koelmiddel dat de buiten de omhulling (104, 104') blijvende sectie van de pijp (106) binnentreedt, door de pijp (106) stroomt naar de overblijvende sectie binnen de omhulling (104, 104') en dan deze overblijvende sectie uittreedt tot in de omhulling (104, 104'). 19. Het systeem van conclusie 13, voorts voorzien van een explosievenaansluitmiddel (112) dat de explosieveninrichting (101) aansluit in een stand ten opzichte van de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109), waarbij de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) voorts is voorzien van een koelmiddel leverende pijp (106) die samenvalt met zijn tweede uiteinde, waarbij het explosievenaansluitmiddel (112) aan de explosieveninrichting (101) en de pijp (106) is bevestigd teneinde de explosieveninrichting (101) en de pijp (106) in een onderlinge stand en bijgevolg de exp1osieveninrichting (101) in een althans ongeveer vaste stand ten opzichte van de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) te houden. 20. Het systeem van conclusie 13, voorts voorzien van een explosievenaansluitmiddel (112) dat de explosieveninrichting (101) in een althans ongeveer vaste stand ten opzichte van de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) aansluit. 21. Het systeem van conclusie 13, voorts voorzien van een aan de explosieveninrichting (101) bevestigde ontstekingsdop (102) en een ontstekingsinitiator (103), waarbij een activering van de initiator (103) de ontstekingsdop (102) activeert en de activering van de ontstekingsdop (102) op zijn beurt de explosieveninrichting (101) tot ontploffing brengt. 22. Het systeem van conclusie 21, waarbij de ontstekingsdop {102} op deze wijze door de initiator (103) wordt geactiveerd via een van een afstand gegeven draadloos signaal (401). 23. Het systeem van conclusie 13, waarbij de koelmiddel leverende inrichting (12, 106, 109) is voorzien van een hydraulische buis (122) die is bevestigd aan een afzonderlijke koelmiddel leverende pijp (106), waarbij elk van de explosieveninrichting (101), de koelmiddel leverende pijp (106), het explosievenaansluitmiddel (112) dat de explosieveninrichting (101) in een stand binnen de koelmiddel leverende pijp (106) aansluit, en de hydraulische buis (122) een afzonderlijke module van het systeem is, voorafgaande aan het samenvoegen van deze modules tot het systeem, en waarbij na het samenvoegen de resulterende samenstelling zodanig is dat: een ontstekingsdop (102) aan de explosieveninrichting (101) is bevestigd;

10 een signaalverbinding tot stand is gebracht tussen een initiator (103) en de ontstekingsdop (102); de pijp (106) en de explosieveninrichting (101) zijn vastgezet bevestigd in een onderling althans ongeveer vaste stand via het explosievenaansluitmiddel (112); welke explosieveninrichting(101) daardoor althans ongeveer vast is ten opzichte van de koelmiddel leverende pijp (106) zodanig dat de koelmiddel leverende pijp (106) en de explosieveninrichting (101) daarin zo tezamen vrij beweegbaar zijn ten opzichte van en binnen de warmtewisselingsinrichting 15 {31}; en de hydraulische buis (122) is vastgezet aan een tweede van de twee uiteinden van de pijp (106). 24. Het systeem van conclusie 13, waarbij de explosieveninrichting (101) althans ongeveer vast is ten opzichte van de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109), zodanig dat de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) en de explosieveninrichting tezamen vrij beweegbaar zijn ten opzichte van en binnen de warmtewisselingsinrichting (31) 25. Het systeem van conclusie 13, waarbij de explosieveninrichting (101) althans ongeveer vast is ten opzichte van de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109), zodanig dat de koelmiddelleverende inrichting (12, 106, 109) en de explosieveninrichting tezamen vrij beweegbaar zijn ten opzichte van en binnen de warmtewisselingsinrichting (31). 26. Het systeem van conclusie 13, waarbij de koelmiddel leverde inrichting (12, 106, 109) voorts is voorzien van de koelmiddelleverende pijp (106) die op zijn buurt is voorzien van koelmiddel leverende openingen (109) die het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) leveren. 27. Het systeem van conclusie 19, waarbij de koelmiddel leverende pijp (106) op zijn beurt is voorzien van koelmiddel leverende openingen (109) die het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) leveren, waarbij de explosieveninrichting (101) en de koelmiddel leverende openingen (109) daardoor ook in een althans ongeveer vaste stand ten opzichte van elkaar zijn gehouden. 28. Het systeem van conclusie 19, waarbij de koelmiddelleverende pijp (106) op zijn beurt is voorzien van koelmiddelleverende openingen (109) die het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) leveren, waarbij de explosieveninrichting (101) en de koelmiddel leverende openingen (109) daardoor ook in een althans ongeveer vaste stand ten opzichte van elkaar zijn gehouden. 29. Het, systeem van conclusie 13 of 15, waarbij de ontslakkingsstand binnen de hete warmtewisselingsinrichting (31), zich binnen een ovengebied van de hete warmtewisselingsinrichting (31) bevindt. 30. Het systeem van conclusie 13 of 15, waarbij de ontslakkingsstand binnen de hete warmtewisselingsinrichting (31), zich buiten een ovengebied van de hete warmtewisselingsinrichting (31) bevindt. 31. Het systeem van conclusie 26, waarbij de koelmiddelleverende pijp (106) op zijn beurt is voorzien van) 25 koelmiddel leverde openingen (109) die het koelmiddel aan de explosieveninrichting (101) leveren, waarbij de explosieveninrichting (101) en de koelmiddel leverende openingen (109) ook daardoor in een althans ongeveer vaste stand ten opzichte van elkaar worden gehouden. Bij het octrooi zijn de volgende figuren opgenomen:

11

12 2.2. Het octrooi is verleend naar aanleiding van een aanvrage die volgens artikel 76 EOV is afgesplitst van de aanvrage die heeft geleid tot EP 0 974 035. Dit laatste octrooi was onderwerp van de procedure met rolnummer 03/1234 tussen Gebroeders Zilka en Kesselreinigung Rüegg GmbH, waarbij deze rechtbank bij vonnis van 25 februari 2004 (ongepubliceerd) dat octrooi geldig heeft geacht, doch geen inbreuk heeft aangenomen.

13 2.3. Tegen het onderhavige octrooi is op 7 oktober 2004 door Kesselreinigung Rüegg GmbH oppositie ingesteld bij het Europees Octrooibureau (hierna EOB). Bij brief van 4 mei 2005 heeft eiseres sub 1 in de oppositie geïntervenieerd volgens artikel 105 EOV. 3. Het geschil in conventie 3.1. Steur c.s. vorderen samengevat het volgende: Na de conclusie van antwoord c.a. van Gebroeders Zilka een comparitie van partijen te gelasten; De behandeling van het geschil ter zake van EP 1 067 349 te schorsen totdat het Europees Octrooibureau in de oppositieprocedure een eindbeslissing heeft gegeven; Te vernietigen het Nederlands deel van EP 1 067 349 Voorzover EP 1 067 349 althans voor Nederland en Duitsland (gedeeltelijk) van kracht blijft, te verklaren voor recht dat Steur met (bedrijfsmatige hantering van) haar explosieveninrichting in Nederland en Duitsland geen inbreuk pleegt op de Nederlandse en Duitse delen van dit octrooi; Gebroeders Zilka te veroordelen in de kosten van deze procedure. 3.2. Steur c.s. stellen daartoe dat het octrooi nietig is omdat het niet nieuw, niet inventief en niet nawerkbaar is, alsmede dat sprake zou zijn van toegevoegde materie. Voorts stellen zij dat zij op het octrooi geen inbreuk maken, omdat niet aan alle kenmerken van de conclusies is voldaan en omdat zij (een niet-inventieve variant op) de stand van de techniek toepassen. 3.3. Gebroeders Zilka voeren verweer. Op hun stellingen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. in reconventie 3.4. Gebroeders Zilka vorderen - samengevat - dat de rechtbank Steur c.s. verbiedt inbreuk te maken op het octrooi in Nederland en in Duitsland, op straffe van een dwangsom, en voorts diverse aanvullende maatregelen, waaronder een veroordeling de ten gevolge van de gestelde inbreuk geleden schade te vergoeden dan wel de genoten winst af te dragen, een en ander vermeerderd met proceskosten. 3.5. Steur c.s. voeren verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

14 4. De beoordeling in conventie en in reconventie Grensoverschrijdende bevoegdheid voor Duitsland 4.1. Ambtshalve wordt overwogen dat ingevolge het arrest van het HvJ EG in de zaak tussen Gat en LuK (C-4/03), gewezen op 13 juli 2006 derhalve nadat de pleidooien in deze zaak waren gehouden de rechtbank geen grensoverschrijdende bevoegdheid toekomt in conventie noch in reconventie, gelet op het in artikel 22 lid 4 EEX-verordening (Vo. 44/2001) bepaalde. Vast staat immers dat in deze zaak zowel in conventie als in reconventie een rechtens relevant beroep wordt gedaan op de ongeldigheid van het octrooi, waarover de Duitse rechter bij uitsluiting bevoegd is te oordelen voor zover het Duitsland betreft. 4.2. Dit geldt ook voor de in conventie gevorderde verklaring voor recht van geen inbreuk, voor zover deze op Duitsland betrekking heeft. Die vordering wordt immers ingesteld onder de voorwaarde voorzover EP 1 067 349 althans voor Nederland en Duitsland (gedeeltelijk) van kracht blijft, de voldoening waarvan slechts door de Duitse rechter voor Duitsland kan worden beoordeeld. Dit geldt temeer nu deze verklaring voor recht blijkens de tekst daarvan ook zou moeten zien op het geval dat het octrooi gedeeltelijk in stand zou blijven. De vragen of van een partiële nietigheid van het octrooi voor Duitsland sprake is en tot welke aanpassing dat zou moeten leiden, zijn evenzeer aan de Duitse rechter voorbehouden. Schorsing 4.3. De rechtbank ziet aanleiding de onderhavige procedure zowel in conventie als in reconventie te schorsen op de voet van artikel 83, vierde lid, Row 1995, hangende de oppositieprocedure bij het EOB. Tot die beslissing is het volgende redengevend. 4.4. In de onderhavige procedure en in de oppositieprocedure bij het EOB zijn dezelfde nietigheidsargumenten aan de orde terwijl die niet reeds op voorhand kansloos lijken. Steur c.s. verwijzen zelfs naar de tijdens de oppositie door hen en de oorspronkelijke opposant ingediende documenten onder gebruikmaking van dezelfde argumentatie. Indien bovendien het EOB het octrooi in gewijzigde vorm in stand zou laten, is het a fortiori zinnig eerst de uitkomst van de oppositieprocedure af te wachten, opdat niet de onwenselijke situatie kan ontstaan dat verschillende sets conclusies door enerzijds de rechtbank (of in appèl door het hof) en anderzijds het EOB (door de oppositie- en eventueel nadien nog de beroepsafdeling) zouden worden vastgesteld en moeten worden beoordeeld op geldigheid en inbreuk. Na afloop van de procedure bij het EOB kan door de rechtbank worden getoetst of het octrooi, indien en voor zover gehandhaafd en inclusief de eventueel gewijzigde conclusies, geldig is (voor Nederland) en of sprake is van inbreuk.

15 4.5. De klacht van Gebroeders Zilka dat de oppositieprocedure nog geruime tijd in beslag kan nemen en zij bij schorsing al die tijd de facto verstoken zullen blijven van octrooibescherming, weegt tegen het bovenstaande onvoldoende op. Ter verlichting van dit nadeel en indachtig artikel 20 Rv, zal het EOB bericht worden gedaan terzake versnelde behandeling van de ingestelde oppositieprocedure (inclusief de beroepsprocedure), zoals bedoeld in de Notices van 19 mei 1998, OJ EPO 1998, 360 en 361, betreffende respectievelijk artikelen 99 en 106 EOV. 5. De beslissing De rechtbank in conventie en in reconventie 5.1. verklaart zich onbevoegd van de vorderingen kennis te nemen voor zover deze betrekking hebben op Duitsland, 5.2. schorst het geding op de voet van artikel 83, vierde lid, Row 1995, zulks totdat in de ten processe bedoelde, bij het EOB aanhangige, oppositieprocedure een eindoordeel is geveld over de vraag of het octrooi in stand kan blijven en zo ja, in welke vorm, dan wel totdat deze oppositieprocedure zal zijn ingetrokken, en totdat de meest gerede partij de zaak nadien weer op de rol heeft doen plaatsen, 5.3. houdt iedere verdere beslissing aan. Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.J. de Heij, mr. E.F. Brinkman en mr. R.C.D.E. Hasekamp en in het openbaar uitgesproken op. Br