ECLI:NL:RBGEL:2016:2569

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBGEL:2016:7158

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBNNE:2014:1383 Rechtbank Noord-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HA ZA

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBONE:2013:BZ0282

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBLIM:2017:2309

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752


ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBROT:2010:BN8300

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845

ECLI:NL:RBMNE:2014:4000 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C HL ZA 12-86

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBMNE:2017:2000

ECLI:NL:RBROT:2015:4468

ECLI:NL:RBROT:2012:BV6392

ECLI:NL:RBLIM:2017:1672

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

vonnis in naam van de Koning 2. de stichting STICHTING WOONBEDRIJF IEDER1, gevestigd te Deventer, gedaagde, advocaat mr. F.A.M. Knüppe te Arnhem.

ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ9384

ECLI:NL:RBZWB:2013:11405

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBGEL:2017:4300


Rechtbank Amsterdam CV EXPL Civiel recht. Eerste aanleg - enkelvoudig. Rechtspraak.nl

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

ECLI:NL:RBARN:2011:BP6133

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBUTR:2010:BN1218

ECLI:NL:RBASS:2011:BQ7650

ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8812

ECLI:NL:RBOVE:2014:5435

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:RBZWB:2013:11284

ECLI:NL:RBROT:2017:3541

ECLI:NL:RBMNE:2013:BY8980

ECLI:NL:RBROT:2011:BQ7057

ECLI:NL:RBOVE:2016:4562

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

vonnis In naam des Konings RECHTBANK AMSTERDAM Vonnis van 6 augustus De procedure Sector civiel recht

ECLI:NL:RBGEL:2013:4571

ECLI:NL:RBMID:2006:AY9168

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBMNE:2015:6266

ECLI:NL:RBGEL:2013:2662

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:RBMID:2006:AY5851

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBMID:2010:BP5101

ECLI:NL:RBLIM:2017:1301

ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

ECLI:NL:RBROT:2017:886

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBLIM:2014:7733

ECLI:NL:RBMNE:2016:6222

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBOVE:2014:4818

ECLI:NL:RBLIM:2014:7598

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBGEL:2013:6443

EJEA ECLI:NL:RBAMS:2017:1109 Rechtbank Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer C/13/ / KG ZA

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBALK:2011:BR4675

ECLI:NL:RBHAA:2008:BC3422

EJEA ECLI:NL:RBDHA:2015:15544 Rechtbank Den Haag Datum uitspraak Datum publicatie ZaaknummerC/09/ / KG ZA 15/1545

ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBARN:2012:BW6293

ECLI:NL:RBLIM:2014:6224

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:RBNHO:2017:3627

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBDHA:2017:9453

"In naam des Konings!" vonnis. Team kanton en handelsrecht. Zittingsplaats Arnhem. zaaknummer I rolnummer: CI I KG ZA 15-67

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:RBZWB:2014:7352

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

Rechtbank Rotterdam 27 april 2011; pitbull bijt vierjarig kind in het gezicht. Smartengeld 7.000,00

ECLI:NL:RBOVE:2014:3703

ECLI:NL:RBMID:2008:BD7099

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBROT:2012:BY3179

ECLI:NL:GHLEE:2007:BA7844 Gerechtshof Leeuwarden Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBNNE:2017:2814

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

Transcriptie:

ECLI:NL:RBGEL:2016:2569 Instantie Rechtbank Gelderland Datum uitspraak 23-03-2016 Datum publicatie 11-05-2016 Zaaknummer 288917 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Eerste aanleg - enkelvoudig Vordering op grond van onrechtmatige daad jegens gemeente. De buurwoningen van eisers zijn aangekocht door de gemeente, maar de woning van eisers niet. Eisers achten dit onder de gegeven omstandigheden onrechtmatig. Eisers vorderen dat de gemeente meewerkt aan de koop en levering van hun woning aan de gemeente. De vordering wordt afgewezen op het ontbreken van causaal verband waarbij de vraag of er sprake is van onrechtmatig handelen in het midden wordt gelaten. Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak vonnis RECHTBANK GELDERLAND Team kanton en handelsrecht Zittingsplaats Arnhem zaaknummer / rolnummer: C/05/288917 / HA ZA 15-502 / 115/871 Vonnis van 23 maart 2016 in de zaak van 1 [eiser],

2. [eiseres], beiden wonende te [woonplaats], eisers, advocaat mr. R.M. Terrahe te Apeldoorn, tegen de publiekrechtelijke rechtspersoon GEMEENTE NIJMEGEN, zetelend te Nijmegen, gedaagde, advocaat mr. S.G. Blasweiler te Ede (Gelderland). Partijen zullen hierna [eisers] (in mannelijk enkelvoud) en Gemeente Nijmegen genoemd worden. 1 De procedure 1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit: - - - het tussenvonnis van 2 december 2015 de op 28 januari 2016 namens [eisers] toegezonden producties 14 tot en met 17 de comparitie van partijen van 12 februari 2016. 1.2. Ten slotte is vonnis bepaald. 2 De feiten 2.1. [eisers] heeft in 1999 grond aangekocht. In 2001 heeft [eisers] de op deze grond gebouwde (tussen)woning aan de [adres] te [woonplaats] betrokken. De woning maakt onderdeel uit van een bouwperceel met drie woningen. 2.2. Gemeente Nijmegen heeft, met het oog op wenselijke ruimtelijke ontwikkelingen, de hoekwoning op nummer [ 1] op 8 november 2006 gekocht voor 490.000,00 en de hoekwoning op nummer [ 2] op 6 februari 2007 gekocht voor 525.000,00. 2.3. De woning van [eisers] is, in opdracht van Gemeente Nijmegen, getaxeerd; - op 23 augustus 2006 door Strijbosch Thunnissen Makelaardij B.V. op 300.000,00, en - op 13 december 2006 door Hans Janssen Garantiemakelaars op 348.500,00. Beide bedragen betreffen de onderhandse verkoopwaarde. 2.4. [eisers] heeft Adviesburo Duiker B.V. (hierna: Duiker) opdracht gegeven tot begroting van een schadeloosstelling op basis van de Onteigeningswet. Op 6 augustus 2007 heeft Duiker de onderhandse verkoopwaarde begroot op 395.000,00 en de totale schade op 540.000,00.

2.5. Gemeente Nijmegen heeft de woning van [eisers] in 2010 opnieuw laten taxeren. Beaufort Makelaars heeft de onderhandse verkoopwaarde van de woning op 15 oktober 2010 vastgesteld op 390.000,00. 2.6. Naar aanleiding van deze taxatie heeft Gemeente Nijmegen bij brief van 11 no-vember 2010 aan [eisers] aangeboden om de woning voor 390.000,00 te kopen. 2.7. Bij brief van 17 november 2010 heeft [eisers] gereageerd dat hij bereid is de woning te verkopen voor 460.000,00 plus de vergoeding van 5% courtage te vermeerderen met btw, welke kosten [eisers] heeft moeten voldoen voor het in de arm nemen van een makelaar/onteigeningsdeskundige. 2.8. Bij brief van (vermoedelijk) 9 december 2010 heeft Gemeente Nijmegen aan [eisers] geschreven dat zij niet ingaat op zijn voorstel en dat zij bereid is de aanbieding van 11 november 2011 tot 5 januari 2011 te handhaven. 2.9. Bij brief van 20 december 2010 heeft [eisers] Gemeente Nijmegen bericht dat het aanbod van Gemeente Nijmegen niet acceptabel is. 2.10. Bij brief van 13 januari 2011 heeft Gemeente Nijmegen [eisers] meegedeeld dat de aankooponderhandelingen worden gestaakt. 2.11. Bij brief van 9 januari 2015 aan Gemeente Nijmegen is namens [eisers] de verjaring gestuit en heeft [eisers] zich het recht op nakoming van een verbintenis uit onrechtmatige daad voorbehouden. 2.12. Bij brief van 9 februari 2015 heeft Gemeente Nijmegen deze aansprakelijkstelling afgewezen en aan [eisers] geschreven dat geen aanbod voor verwerving van de woning zal worden gedaan nu de plannen voor de ontwikkeling van het gebied zijn veranderd en er geen noodzaak meer is tot verwerving. 3 Het vordering en het verweer 3.1. [eisers] vordert, na wijziging van eis ter comparitie; I. een verklaring voor recht dat Gemeente Nijmegen onrechtmatig en in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur heeft gehandeld door niet in 2006/2007 ook de woning van [eisers] te kopen; II. primair, veroordeling van Gemeente Nijmegen tot medewerking aan de verkoop en levering van de woning tegen een door een deskundige vast te stellen waarde, rekening houdend met desgewenst te verstrekken afschriften van de aankopen van nr. [ 1] en nr. [ 2] en het prijsniveau/marktomstandigheden in 2006/2007 alsmede het strategisch publiekrechtelijke doel van de aankoop en de omstandigheid dat nr. [ 3] onderdeel is van een gemeenschap met nr. [ 1] en nr. [ 2] ; subsidiair, op een bij door de rechtbank in goede justitie te bepalen wijze, een en ander onder verbeurte van een dwangsom; III. voor het geval het ten tweede gevorderde mocht worden afgewezen veroordeling van Gemeente Nijmegen tot betaling van een door een deskundige vast te stellen schadevergoeding; IV. veroordeling van Gemeente Nijmegen in de proceskosten en de nakosten. 3.2. Het onrechtmatig handelen is volgens [eisers] daarin gelegen dat Gemeente Nijmegen meermaals kenbaar heeft gemaakt, onder andere tijdens besprekingen op 14 november 2006 en op 20 december 2007, dat ook de woning van [eisers] zou worden aangekocht, dat dit niet is gebeurd

en dat Gemeente Nijmegen heeft nagelaten te onderbouwen waarom zij destijds wel de hoekwoningen heeft gekocht en niet de woning van [eisers] Vóór 2010 heeft [eisers] nimmer een concreet voorstel van Gemeente Nijmegen ontvangen. Met het bod in 2010 van 390.000,00 heeft Gemeente Nijmegen uit het oog verloren dat de woningmarkt op dat moment wezenlijk veranderd was ten opzichte van 2006/2007 en het prijsniveau van die tijd. Gelet op de taxatiewaarde in 2010 vermoedt [eisers] dat de lager getaxeerde waardes in 2006 niet marktconform waren nu de woningmarkt in 2010 beduidend slechter was dan in 2006. Kortom, er is sprake van evidente schending van de algemene beginselen van behoorlijk bestuur nu Gemeente Nijmegen volstrekt willekeurig, ongelijk, onzorgvuldig en in strijd met opgewekt vertrouwen heeft gehandeld. Gelet hierop moet het voor rekening en risico van Gemeente Nijmegen blijven dat de verkoopwaarde uit 2006/2007 niet meer realistisch was. [eisers] stelt dat Gemeente Nijmegen geen oog heeft voor zijn gerechtvaardigde belangen en [eisers] voelt zich gekneveld. Hij meent dat zijn woning praktisch gezien onverkoopbaar is gelet op de projectontwikkelingsplannen van Gemeente Nijmegen, de onduidelijk status van de hoekwoningen en het achterstallig onderhoud van die hoekwoningen. 3.3. Gemeente Nijmegen voert gemotiveerd verweer en betwist, kort samengevat, dat sprake is van onrechtmatig handelen, alsmede dat [eisers] geen schade heeft geleden door het niet kopen van de woning. 3.4. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan. 4 De beoordeling 4.1. Met zijn stelling, kort gezegd, dat Gemeente Nijmegen onrechtmatig heeft gehandeld door in 2006/2007 wel de hoekwoningen aan te schaffen maar niet de (tussen)woning van [eisers], beroept [eisers] zich op artikel 6:162 BW. Dit artikel bepaalt dat hij die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt, welke hem kan worden toegerekend, verplicht is de schade die de ander dientengevolge lijdt, te vergoeden. 4.2. Nu een onrechtmatige daad op grond van voornoemd artikel leidt tot een verplichting tot het vergoeden van geleden schade en op het bepaalde in artikel 6:103 BW geen beroep is gedaan, wijst de rechtbank de vordering van [eisers], inhoudende een veroordeling van Gemeente Nijmegen tot het verlenen van medewerking aan verkoop en levering van de woning (vordering II primair), af. 4.3. Vervolgens ligt de subsidiaire vordering onder II ter beoordeling voor. Zoals uit voornoemd artikel 6:162 BW voortvloeit is een causaal verband vereist tussen de onrechtmatige daad en de schade. Naar het oordeel van de rechtbank ontbreekt dit causaal verband en daartoe overweegt de rechtbank als volgt. 4.4. Hoewel gelet op de uiteenlopende verklaringen van partijen hieromtrent, niet komt vast te staan of Gemeente Nijmegen in 2006/2007 een bod heeft gedaan op de woning van [eisers], staat vast (overweging 2.6.) dat Gemeente Nijmegen dit in 2010 wel heeft gedaan. Op basis van het taxatierapport van Beaufort Makelaars heeft Gemeente Nijmegen een bod van 390.000,00 op de woning uitgebracht. [eisers] heeft dit bod niet geaccepteerd (overweging 2.9.). Met de enkele stelling van [eisers] dat Gemeente Nijmegen uit het oog zou hebben verloren dat de waarde van de woning in 2010 aanmerkelijk was gedaald ten opzichte van 2006/2007, stelt [eisers] niet de door Beaufort Makelaars vastgestelde taxatiewaarde in 2010 ter discussie maar de taxatiewaarde die de woning in 2006 zou hebben gehad. Ook de (verder niet onderbouwde) stelling van [eisers] dat hij voor het in 2010 aangeboden bedrag van 390.000,00 geen vergelijkbare woning zou kunnen kopen, maakt niet dat de taxatiewaarde van de woning in 2010 onjuist zou zijn. Voor zover [eisers] heeft beoogd te stellen dat de verkoopprijzen van de hoekwoningen in 2006 en

2007 veel hoger waren dan de getaxeerde waarde van zijn woning in 2006, overweegt de rechtbank dat de bij de hoekwoningen behorende percelen groter waren en dat een tussenwoning in de regel minder zal opbrengen dan een verder vergelijkbare hoekwoning. Voor zover [eisers] met verwijzing naar het rapport van de onteigeningsdeskundige heeft beoogd te stellen dat het bod in 2010 te laag zou zijn, overweegt de rechtbank dat gesteld noch gebleken is dat van een onteigeningsituatie sprake was. Bovendien heeft Duiker de onderhandse verkoopwaarde in 2007 begroot op 395.000,00 en is het feit van algemene bekendheid dat de woningmarkt nadien in een diepe crisis is beland met prijsdalingen als gevolg. Op die gronden komt de rechtbank de taxatie van Beaufort Makelaars alleszins redelijk voor. 4.5. Nog los van de vraag of sprake is van onrechtmatig handelen is, blijkens hetgeen hiervoor is overwogen, de situatie waar [eisers] thans in verkeert veeleer het gevolg van zijn weigering om het alleszins aanvaardbare bod uit 2010 te accepteren dan van de gestelde onrechtmatigheid dat Gemeente Nijmegen in 2006/2007 geen bod op de woning heeft uitgebracht. 4.6. Nu een causaal verband tussen het gestelde onrechtmatig handelen en de gestelde schade door het eigen gedrag van [eisers] is doorbroken, wijst de rechtbank ook de subsidiaire vordering onder II alsmede de vordering onder III af. 4.7. Nu gesteld noch gebleken is dat [eisers] een belang heeft bij enkel de verklaring voor recht zoals gevorderd onder I, zal de rechtbank ook deze vordering afwijzen en komt de rechtbank niet toe aan beoordeling van de gestelde onrechtmatigheid. 4.8. Voor zover [eisers] heeft beoogd te stellen dat Gemeente Nijmegen gehouden is door te onderhandelen, wijst de rechtbank erop dat Gemeente Nijmegen ter zitting wederom heeft aangeboden de woning van [eisers] te kopen voor de waarde die een taxateur aan de woning toekent. [eisers] gaat ten onrechte uit van de door Duiker getaxeerde waarde inclusief schadevergoedingsposten van 460.000,00. Deze waarde kan niet als uitgangpunt dienen omdat geen sprake is, zoals reeds overwogen, van een onteigeningssituatie. 4.9. Aan bespreking van de overige verweren, waaronder het verjaringsverweer, komt de rechtbank niet toe. 4.10. [eisers] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Gemeente Nijmegen worden begroot op 613,00 aan griffierecht en 904,00 aan salaris voor de advocaat. 5 De beslissing De rechtbank 5.1. wijst de vorderingen af, 5.2. veroordeelt [eisers] in de proceskosten, aan de zijde van Gemeente Nijmegen tot op heden begroot op 1.517,00, 5.3. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. G.J. Meijer en in het openbaar uitgesproken op 23 maart 2016.

Coll: PM