Inspectierapport BSO Leidsche-Rijn Passiebloem (BSO) Passiebloemweg 5 3452CZ VLEUTEN Registratienummer 161257070 Toezichthouder: Gemeente Utrecht, Volksgezondheid In opdracht van gemeente: Utrecht Datum inspectie: 25-06-2015 Type onderzoek : Nader onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 29-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Personeel en groepen... 4 Veiligheid en gezondheid... 5 Inspectie-items... 7 Gegevens voorziening... 8 Gegevens toezicht... 8 2 van 8
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 5 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd nader onderzoek. Beschouwing BSO Leidsche-Rijn Passiebloem ( Het Paleis ) is een particuliere BSO. De BSO is sinds maart 2011 gevestigd op de begane grond van een pand aan de Passiebloemweg in Vleuten. De BSO is met 60 kindplaatsen opgenomen in het Landelijk Register Kinderopvang. De opvang vindt plaats in drie ruim opgezette groepsruimtes: de Lakeien (4-6jr), de Prinsen en Prinsessen (6+) en de Queens and Kings (8+). De inrichting van de ruimtes is afgestemd op de leeftijd van de kinderen. Inspectiegeschiedenis: In februari 2015 is er een jaarlijks onderzoek geweest. Daarbij zijn overtredingen geconstateerd op de volgende items: 1. Pedagogisch beleidsplan 2. Verklaring omtrent het gedrag 3. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid 4. Meldcode kindermishandeling 5. Informatie 6. Oudercommissie Op 23 juni 2015 heeft er een onaangekondigd onderzoek plaats gevonden na aanleiding van een handhavingstraject. De overtredingen die in het handhavingstraject vallen zijn opgenomen in dit nader onderzoek. Tijdens dit onderzoek heeft de toezichthouder ook andere overtredingen geconstateerd die niet zijn opgenomen in het handhavingstraject. Deze voorwaarden zijn in een incidenteel rapport opgenomen. Tijdens dit nader onderzoek zijn de volgende items getoetst: 1. Verklaring omtrent het gedrag 2. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. Huidig Inspectie onderzoek Op 25 juni 2015 heeft er een onaangekondigd nader onderzoek plaats gevonden na aanleiding van een handhavingstraject. De overtredingen die in het handhavingstraject vallen zijn opgenomen in dit nader onderzoek. Tijdens dit nader onderzoek zijn de volgende items getoetst: 1. Verklaring omtrent het gedrag 2. Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid. 3. Meldcode kindermishandeling. Op deze 3 items zijn wederom overtredingen geconstateerd. Toelichting treft u in het achterliggende rapport. Tijdens deze inspectie is geconcludeerd dat alle getoetste items voldoen aan de kwaliteitseisen van de Wet Kinderopvang en Peuterspeelzalen. Advies aan College van B&W De toezichthouder adviseert het college om te handhaven conform handhavingsbeleid. 3 van 8
Observaties en bevindingen Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Medewerkers in de kinderopvang moeten een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben. Een VOG toont aan dat hun gedrag in het verleden geen bezwaar oplevert voor het werken met kinderen. BSO Leidsche-Rijn Passiebloem Tijdens de inspectie zijn de VOG s getoetst van de medewerkers en houders die aanwezig waren tijdens het inspectiebezoek. Hierbij is gebleken dat: Er een administratief medewerker is die niet beschikt over een VOG. Conclusie Er is niet voldaan aan de eisen die gesteld worden betreffende de verklaringen omtrent het gedrag. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties 4 van 8
Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid BSO Leidsche-Rijn Passiebloem Ten tijde van het onderzoek in februari 2015 zijn o.a. de volgende veiligheids / gezondheidsrisico s waargenomen: In de toilet voor de volwassenen staan chemische schoonmaakmiddelen. Beroepskrachten geven aan dat de kinderen hier niet in komen. Echter is de toilet direct toegankelijk voor de kinderen. Deze is in de gang waar de kinderen doorheen lopen. Er zit op een aantal stopcontacten geen beveiliging. In de keuken staan ook schoonmaakmiddelen en is het scherpe bestek ook bereikbaar voor kinderen. De deur naar de keuken is niet dicht en er is ook geen beveiliging op de deur. In de keuken is ook een kantoor en een tafel waar de persoonlijke eigendommen van de beroepskrachten staan. Dit ook in het bereik van het kind. Inspectie van 23 juni 2015 Tijdens de inspectie van 23 juni 2015 zijn de o.a. de volgende veiligheids /gezondheidsrisico s waargenomen: Kinderen lopen op blote voeten in de toilet. In de keuken staan ook schoonmaakmiddelen en is het scherpe bestek ook bereikbaar voor kinderen. De deur naar de keuken is niet dicht en er is beveiliging op de deur, echter werkt deze beveiliging niet. In de keuken is ook een kantoor en een tafel waar de persoonlijke eigendommen van de beroepskrachten staan. Dit is ook in het bereik van het kind. In de keuken ligt paracetamol in de keukenlade, dit is ook in het bereik van de kinderen. Huige inspectie/situatie: Tijdens de huidige inspectie zijn de o.a. de volgende veiligheids /gezondheidsrisico s waargenomen: In de keuken is het scherpe bestek bereikbaar voor kinderen. De deur naar de keuken is niet dicht en er is beveiliging op de deur, echter werkt deze beveiliging niet. In de keuken hangt een white board, hierop hing een strip medicijnen van een kind. In het bereik van kinderen. In de keuken is ook een kantoor en een tafel waar de persoonlijke eigendommen van de beroepskrachten staan. Dit is ook in het bereik van kinderen. In de groepsruimte is een spiegel bevestigd die niet gemaakt is van veiligheidsglas. De kasten zijn niet aan de muur bevestigd in de groepsruimten. In de groepsriuimte hangen ook elektriciteit snoeren vanuit het plafond naar kindhoogte. Er staat in groepsruimte ook een aquarium met daarnaast vissenvoer en schoonmaakmiddel voor het aquarium. Dit is allergie gevoelig. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid voldoet niet aan de gestelde eisen. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 5 van 8
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling Kinderopvangorganisaties spelen een belangrijke rol in de signalering en de melding van kindermishandeling. De kans dat medewerkers, werkzaam bij een kindercentrum, te maken krijgen met (een vermoeden) van kindermishandeling, is aanwezig. Hiervoor dient de houder van een kindercentrum een meldcode kindermishandeling te hebben vastgesteld. BSO Leidsche-Rijn Passiebloem Bij dit kindercentrum is een meldcode opgesteld door de houder van het kindercentrum. De meldcode en de signalenlijst zijn voor de beroepskrachten in het kindercentrum niet inzichtelijk waardoor er bij een vermoeden niet gekeken kan worden of de vermoedens terug te voeren zijn op signalen. De sociale kaart is niet volledig. De landelijke vertrouwensinspecteur is niet in protocol terug te vinden. De houder kan de toezichthouder tijdens de inspectie niet vertellen wat de meldplicht inhoud voor de beroepskrachten en de houder zelf. Conclusie Het gevoerde beleid van de houder omtrent de meldcode kindermishandeling voldoet aan de hieraan gestelde eisen. Op basis hiervan is geconstateerd dat de overtreding van de volgende voorwaarde(n) nog niet is hersteld: De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Risico-inventarisatie veiligheid (September 2014) Risico-inventarisatie gezondheid (September 2014) Actieplan veiligheid (September 2014) Actieplan gezondheid (September 2014) Meldcode kindermishandeling 6 van 8
Inspectie-items Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 2 lid 5 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit registers kinderopvang en peuterspeelzaalwerk) In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico s en de maatregelen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 en 1.51 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 1 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 7 van 8
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : BSO Leidsche-Rijn Passiebloem Website : http://www.bso-leidsche-rijn.nl Aantal kindplaatsen : 60 Gegevens houder Naam houder : Rainer Dennis Chin-A-Sen Website : www.bso-leidsche-rijn.nl KvK nummer : 30281056 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Gemeente Utrecht, Volksgezondheid Adres : Postbus 2423 Postcode en plaats : 3500GK Utrecht Telefoonnummer : 030-2863 227 Onderzoek uitgevoerd door : N. van Straalen K. Wilbrink Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Utrecht Adres : Postbus 2423 Postcode en plaats : 3500GK UTRECHT Planning Datum inspectie : 25-06-2015 Opstellen concept inspectierapport : 29-06-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 29-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 29-06-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : Niet van toepassing gemeente Openbaar maken inspectierapport : 29-06-2015 8 van 8