Woningstichting Beter Wonen Vechtdal Stelling ND HARDENBERG. Datum 24 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vergelijkbare documenten
Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Burgers' Zoo B.V. E. Peeters Antoon van Hooffplein SH ARNHEM. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Hurks Vastgoedontwikkeling Eindhoven B.V. J. van Daal Postbus AR EINDHOVEN

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Provincie Groningen Afdeling Omgeving & Milieu R.W.G. van der Zwaag Postbus AP GRONINGEN

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

U verzoekt mij om de ontheffingstermijn te wijzigen in 18 oktober 2016 tot en met 17 oktober 2021.

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Een kopie van deze brief en de ontheffing wordt verstuurd aan Arcadis Nederland B.V.

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

Gemeente Rotterdam O. van Velthuijsen Posbus KP ROTTERDAM. Datum 12 april 2016 Betreft Wijziging ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Gemeente Apeldoorn A.A.B. Klein Goldewijk Postbus ES APELDOORN. Datum 25 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

Gemeente Deventer E.T.M. Masman Postbus GC DEVENTER. Datum 17 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

GDF SUEZ Energie Nederland N.V. P. Verstappen Grote Voort BL ZWOLLE. Datum 27 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

Stichting Actium Postbus AM ASSEN. Datum 16 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Buro Bakker Adviesburo voor Ecologie B.V. H.J. Steendam Weiersloop DZ ASSEN

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stadhuis Gemeente Tiel B. Jagt Postbus HH TIEL. Datum 4 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jagt,

TU/e Dienst Huisvesting Mw.ir. V.H.H. Marks Postbus MB EINDHOVEN. Datum 24 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Bouwbedrijf Kolthof B.V. H. van der Meulen It Achterbosk 1 C 9051 CS STIENS. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Kickersvoet B.V. J.M. Borstlap Carrouselweg LN HELLEVOETSLUIS. Datum 12 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Noord B.V. P.W.L. Hutten Postbus AB GORREDIJK

Van den Berg Lopik B.V. W.T. van den Berg Handelsweg NZ LOPIK. Datum 17 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningbouwvereniging Beter Wonen G. Moerkerk Postbus ZG GOEDEREEDE. Datum 7 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J.M. Stam Postbus BV AMSTERDAM

Woningbouwvereniging Anna Paulowna L.G.M. Roozendaal Molenvaart AC ANNA PAULOWNA

Innovatiekracht b.v. S. Verwaijen Oudhuizerstraat BS KLARENBEEK. Datum 20 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat A. Thielking Postbus MA MAASTRICHT. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Stam + De Koning Bouw B.V. R. Thijssen Postbus JB EINDHOVEN. Datum 22 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Noordwijk W.J. Groenendijk Postbus AG NOORDWIJK ZH. Datum 13 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Waterschap Rijn en IJssel M. Schaap Postbus AC DOETINCHEM. Datum 20 april 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Combinatie Mouterijnoort VOF Postbus AC WAGENINGEN. Datum 30 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

F.H. Nauta Van Hogendorplaan JM AMERSFOORT. Datum 10 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Nauta,

Stichting Openbare Scholengemeenschap Vlaardingen Schiedam (OSVS) W.C.M. Kokx Postbus DA VLAARDINGEN

Gemeente Groningen Directie Ontwikkeling en Uitvoering G. Lieffering Postbs JB GRONINGEN

Waterschap Rijn en IJssel M.T. de Vos Postbus AC DOETINCHEM. Datum 11 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Rotterdam M. Meyer Postbus BE Rotterdam. Datum 23 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Beweging 3.0 D. J. van Wijk Postbus GD Amersfoort. Datum 11 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Bots Bouwmanagement B.V. M.B.M. Bots Postbus AB DEURNE. Datum 12 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Zaans Medisch Centrum Koningin Julianaplein DV ZAANDAM. Datum 1 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Servatius L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Ecoresult M. Kaales Schipbeekstraat AS DORDRECHT. Datum 23 september 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van der Leden Schilders B.V. R. Nolkes Engeringstraat DN DEN HAAG. Datum 12 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Brinkstad Holding B.V. J.C. van de Wetering Emmalaan 33 A 2405 GA ALPHEN AAN DEN RIJN

Stichting Woonbedrijf SWS.Hhvl P. Adriaanse Willemstraat AG EINDHOVEN. Datum 6 maart 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Nederlandse Hervormde Kerk te Meerkerk M. van Leeuwen Postbus BB MEERKERK

Emmtec Services bv D. van der Meer Postbus CA EMMEN. Datum 25 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wonen Noordwest Friesland J. Boelens Postbus ZN ST ANNAPAROCHIE. Datum 9 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Thuisvester Projectontwikkeling B.V. E.J.C. Hartman Rucphensebaan RE SPRUNDEL

Provincie Gelderland E.A.E Geelhoed Postbus GX ARNHEM. Datum 6 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van der Molen Groenconsult J. van der Molen Walhof AV LOBITH. Datum 17 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Amstelveen S. Kuijs Postbus BA AMSTELVEEN. Datum 20 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksvastgoedbedrijf Directie Transactie en Ontwikkeling J. de Lange Postbus BS DEN HAAG

Rijkswaterstaat C.D. Hus Postbus AN ROTTERDAM. Datum 14 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen.

Bestuurscommissie Sarsven en de Banen I.J. Orbons-Hettema Postbus MA MAASTRICHT

Mebin B.V. M. Molenaar Postbus DE S-HERTOGENBOSCH. Datum 8 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dura vermeer Divisie Infra BV R. Schunk Taurusavenue 100 Postbus AC Hoofddorp

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 40225 8004 DE Zwolle Woningstichting Beter Wonen Vechtdal Stelling 7 7773 ND HARDENBERG Postbus 40225 8004 DE Zwolle mijn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2015/0583.toek.td Bijlagen 3 Geachte heer/mevrouw, Naar aanleiding van uw verzoek van 15 december 2015 en de aanvulling hierop van 11 januari 2016 en 16 februari 2016, geregistreerd onder aanvraagnummer, om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet te krijgen, deel ik u het volgende mee. Ik verleen u ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de huismus. De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project Complex 18 en 26 Beter Wonen Vechtdal Hardenberg, gelegen in de gemeente Hardenberg. Het project betreft het onderhoud aan woningen. De werkzaamheden bestaan uit renovatie- en dakwerkzaamheden en het verwijderen van asbest. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en de huismus (Passer domesticus), voor de periode van 1 maart 2016 tot en met 31 december 2019. Overwegingen Wettelijk kader Beschermde soorten De gewone dwergvleermuis is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a, van de Flora- en faunawet en is tevens opgenomen in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn, dier- en plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. De huismus is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder b, van de Flora- en faunawet. Voor vogels is alleen ontheffing nodig indien het nest valt onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Hieronder zal dit nader worden toegelicht. Pagina 1 van 7

Verbodsbepalingen Op grond van artikel 11 van de Flora- en faunawet is het verboden om nesten, holen of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. Voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen Tot voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Flora- en faunawet worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwinteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Essentiële migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen (bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van instandhouding van een soort op populatieniveau of per exemplaar hieronder. Ontheffing Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt voor soorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn, ontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. De belangen waarnaar verwezen wordt, zijn genoemd in artikel 2, lid 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. Instandhouding van de soorten Gewone dwergvleermuis De gewone dwergvleermuis is in het plangebied aangetroffen. In de flatgebouwen zijn vijf zomer- en paarverblijfplaatsen van de soort vastgesteld, welke tevens een functie vervullen als winterverblijfplaats, voor één of enkele exemplaren van de gewone dwergvleermuis. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis worden beschadigd, vernield en verstoord. Pagina 2 van 7

Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de gewone dwergvleermuis tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op de pagina s 21 en 22 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan Flora- en Faunawet van 18 november 2015 en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 16 februari 2016. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. U dient er aanvullend zorg voor te dragen dat er, drie maanden voorafgaand aan de overwinteringsperiode van de gewone dwergvleermuis, voldoende geschikte permanente alternatieve verblijfplaatsen voor de exemplaren van de soort zijn gerealiseerd. Tevens dient u rekening te houden met een gewenningstijd van drie maanden na het realiseren van de permanente verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis, voordat de tijdelijke vleermuiskasten worden verwijderd. Ter aanscherping heb ik hiervoor in de ontheffing aanvullende voorschriften opgenomen. Door de werkzaamheden gaan vijf zomer-, paar- en winterverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis tijdelijk verloren. Er worden tijdig voldoende alternatieve verblijfplaatsen gerealiseerd in de vorm van vleermuiskasten. Vleermuiskasten zijn niet geschikt ter mitigatie van winterverblijfplaatsen. Echter, de werkzaamheden zijn voorafgaand aan de eerstvolgende overwinteringsperiode van de gewone dwergvleermuis afgerond, waardoor de permanente alternatieven tijdig in gebruik kunnen worden genomen door de soort. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats voor de aanwezige populatie van de gewone dwergvleermuis. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis blijft hierdoor behouden. Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis verstoord. Immers, de gewone dwergvleermuis wordt gedwongen om de huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de gewone dwergvleermuis derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de gewone dwergvleermuis wel in de omgeving aanwezig blijft komt de gunstige staat van instandhouding niet in het geding. Na afloop van de werkzaamheden zijn de oorspronkelijke verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis, tijdig voorafgaand aan de eerstvolgende winterperiode van de soort, weer beschikbaar. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. De zorgplicht genoemd in artikel 2 van de Flora- en faunawet blijft van toepassing. In de ontheffing is dan ook een aanvullend voorschrift opgenomen. Pagina 3 van 7

Huismus Het nest van een vogel is de plaats of ruimte die een vogel gebruikt voor het leggen en uitbroeden van de eieren en, voor zover het geen nestvlieders betreft, het grootbrengen van de jongen. In de context van artikel 11 van de Flora- en faunawet moet onder nest ook de inhoud en de functionele omgeving daarvan, voor zover het broedsucces van vogels daarvan afhankelijk is, worden begrepen. Daartoe zijn alle activiteiten begrepen die het broedsucces negatief beïnvloeden of teniet doen. Artikel 11 van de Flora- en faunawet is gedurende het broedseizoen van toepassing op alle in gebruik zijnde nesten van vogels. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn in staat een nieuw nest te maken en gebruiken hun nest niet als vaste rust- of verblijfplaats. Dergelijke nesten voor eenmalig gebruik genieten buiten het broedseizoen niet de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Nesten van de huismus vallen ook buiten het broedseizoen onder de definitie van 'vaste rust- of verblijfplaatsen' in artikel 11 van de Flora- en faunawet. Deze nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. Derhalve is, bij overtreding van de verbodsbepalingen, ontheffing nodig van artikel 11 van de Flora- en faunawet met betrekking tot de vaste rustof verblijfplaatsen van de soort. De huismus is in het plangebied aangetroffen. In de flatgebouwen zijn 13 nestplaatsen van de soort vastgesteld. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de huismus worden beschadigd, vernield en verstoord. Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de huismus tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op de pagina s 21 en 22 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan Flora- en Faunawet van 18 november 2015 en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 16 februari 2016. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. U dient aanvullend rekening te houden met een gewenningstijd van drie maanden na het realiseren van de permanente nestplaatsen van de huismus, voordat de tijdelijke nestkasten worden verwijderd. Ter aanscherping heb ik hiervoor in de ontheffing een aanvullend voorschrift opgenomen. Door de werkzaamheden gaan 13 nestplaatsen van de huismus tijdelijk verloren. Doordat er tijdig voldoende geschikte alternatieve nestplaatsen voor de soort worden gerealiseerd, is het aannemelijk dat deze in gebruik worden genomen door de aanwezige exemplaren van de huismus. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats voor de aanwezige populatie van de huismus. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de huismus blijft hierdoor behouden. Pagina 4 van 7

Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de huismus verstoord. Immers, de huismus wordt gedwongen om de huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de huismus derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de huismus wel in de omgeving aanwezig blijft gaat er geen wezenlijke invloed uit van deze verstoring. Na afloop van de werkzaamheden zijn de oorspronkelijke nestplaatsen van de huismus tijdig weer beschikbaar. De gunstige staat van instandhouding van de huismus komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de belangen: de volksgezondheid of openbare veiligheid en de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Het belang de volksgezondheid of openbare veiligheid is niet van toepassing op uw project. Uit het asbestrapport blijkt niet dat er momenteel sprake is van een direct gevaar voor de volksgezondheid of openbare veiligheid. Daarnaast is slechts in één van de twee complexen hechtgebonden asbest vastgesteld, waardoor het belang niet van toepassing is op het gehele plangebied. De aanvraag is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belang de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling. Voor soorten die zijn opgenomen in bijlage IV van de Habitatrichtlijn kan alleen ontheffing verleend worden ten behoeve van belangen genoemd in de Habitatrichtlijn. Het door u aangevraagde belang de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling is niet genoemd in de Habitatrichtlijn. Het belang genoemd in artikel 2, derde lid, aanhef en onder j, van het Vrijstellingsbesluit kan in dit geval echter wel aan de ontheffingverlening ten grondslag liggen, er is immers geen sprake van verstoring die afbreuk doet aan de gunstige staat van instandhouding. Voor vogels kan alleen ontheffing verleend worden ten behoeve van belangen genoemd in de Vogelrichtlijn. Het door u aangedragen belang de uitvoering van werkzaamheden in het kader van ruimtelijke inrichting of ontwikkeling is niet genoemd in de Vogelrichtlijn. Het belang genoemd in artikel 2, derde lid, aanhef en onder j, van het Vrijstellingsbesluit kan in dit geval echter wel aan de ontheffingverlening ten grondslag liggen, er is immers geen sprake van verstoring met wezenlijke invloed. Pagina 5 van 7

De werkzaamheden die nodig zijn voor de realisatie van het project worden uitgevoerd in het kader van ruimtelijke inrichting en ontwikkeling. Ten behoeve van dit belang kan ontheffing worden verleend, mits geen benutting of economisch gewin plaatsvindt en zorgvuldig wordt gehandeld. Van benutting of economisch gewin van de gewone dwergvleermuis en de huismus is geen sprake. Ik verwacht dat er door het realiseren van het project geen permanent negatieve effecten optreden ten aanzien van de aanwezige populatie van de gewone dwergvleermuis en de huismus. Andere bevredigende oplossing Het project is locatiegebonden vanwege de renovatie van bestaande bebouwing. De huidige bebouwing is in slechte staat, waardoor het noodzakelijk is om onderhoud te plegen in de vorm van renovatie of sloop en nieuwbouw. Als er geen maatregelen worden genomen voldoen de flats niet meer aan de huidige eisen. Wanneer de renovatie is uitgevoerd zijn de huidige verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de huismus weer beschikbaar. Het alternatief om de bebouwing te slopen zou er voor zorgen dat de verblijfplaatsen voor een langere periode verloren gaan. Doordat vanwege de slechte staat van de bebouwing het dak moet worden verwijderd, is het niet mogelijk de verblijfplaatsen van de soorten tijdens de werkzaamheden te behouden. Door de gekozen inrichting en werkwijze wordt schade aan de gewone dwergvleermuis en de huismus zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Zorgplicht Voor de soorten waarvoor ik u ontheffing verleen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing is op zowel beschermde als onbeschermde dier en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. Vogels U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de in het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebied. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. Conclusie Gelet op het voorgaande verleen ik u ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. De ontheffing en de voorschriften treft u hierbij aan. Pagina 6 van 7

Bezwaar Als u het niet eens bent met deze beslissing, kunt u binnen zes weken na verzending van deze brief digitaal of schriftelijk een bezwaarschrift indienen. De datum bovenaan deze brief is de verzenddatum. Een digitaal bezwaarschrift kunt u indienen via mijn.rvo.nl/bezwaar. Als u schriftelijk bezwaar wilt maken, stuurt u het ondertekende bezwaarschrift naar de, afdeling Juridische Zaken, postbus 40219, 8004 DE Zwolle. Vermeld in uw bezwaarschrift in ieder geval onze referentie, het briefkenmerk en de datum van de beslissing waartegen u bezwaar maakt. U vindt onze referentie en het briefkenmerk in de rechter kantlijn van deze brief. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mijn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 (lokaal tarief). Met vriendelijke groet, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Pagina 7 van 7

ONTHEFFING Naar aanleiding van het verzoek van 15 december 2015, namens Woningstichting Beter Wonen Vechtdal en de aanvullingen hierop van 11 januari 2016 en 16 februari 2016 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris 1 van Economische Zaken hierbij aan: Naam: Woningstichting Beter Wonen Vechtdal (hierna: ontheffinghouder) Adres: Stelling 7 Postcode en woonplaats: 7773 ND HARDENBERG Ontheffing voor het tijdvak van: 1 maart 2016 tot en met 31 december 2019 Van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus) en de huismus (Passer domesticus). Het gebied waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project Complex 18 en 26 Beter Wonen Vechtdal Hardenberg, gelegen aan de Kruserbrink 77 tot en met 139 en 141 tot en met 203 (complexen 18.02 en 18.03) en aan de Spaanskamp 33 tot en met 111 en 113 tot en met 175 (complexen 26.02 en 26.03), één en ander zoals is weergegeven in figuur 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Flora en Faunaonderzoek 5 locaties Beter Wonen Vechtdal/Hardenberg van 9 november 2015. Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Ondernemend Nederland indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld in voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of in opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatie van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 1 Krachtens de wettekst is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ is deze bevoegdheid belegd bij de Staatssecretaris. 1 van 3

6. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar Ondernemend Nederland te zenden. Specifieke voorschriften 7. U dient, met in achtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven op de pagina s 21 en 22 van het bij de aanvraag gevoegde rapport Projectplan Flora- en Faunawet van 18 november 2015 (bijlage 2 bij dit besluit) en zoals beschreven in de aanvulling op de aanvraag van 16 februari 2016 (bijlage 3 bij dit besluit). Gewone dwergvleermuis 8. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met de paar- en overwinteringsperiode van de gewone dwergvleermuis. Deze lopen globaal respectievelijk van half augustus tot en met half oktober en van november tot en met maart. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige 2 op het gebied van de gewone dwergvleermuis. 9. U dient er zorg voor te dragen dat er, minimaal drie maanden voorafgaand aan de eerstvolgende overwinteringsperiode van de gewone dwergvleermuis, per te verstoren verblijfplaats, minimaal vier geschikte permanente alternatieve verblijfplaatsen voor de exemplaren van de soort zijn gerealiseerd. 10. U dient rekening te houden met een gewenningstijd van drie maanden na het realiseren van de permanente verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis, voordat de tijdelijke vleermuiskasten worden verwijderd. Huismus 11. U dient de werkzaamheden uit te voeren buiten de kwetsbare periode waarin het nest van de huismus wordt gebruikt als broedgelegenheid, maar binnen deze periode ook niet tijdens vorstperioden. Per jaar en per broedpaar kan deze periode zowel eerder als later beginnen en eindigen. Ik wijs u erop dat voor het broedseizoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Flora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig is, ongeacht de periode. De geschiktheid van de periode voor de uitvoering van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de huismus. Een deskundige zal bepalen wanneer en hoe de maatregelen daadwerkelijk uitgevoerd gaan worden. 12. U dient rekening te houden met een gewenningstijd van drie maanden na het realiseren van de permanente nestplaatsen van de huismus, voordat de tijdelijke nestkasten worden verwijderd. 2 Het Ministerie van Economische Zaken verstaat onder een deskundige een persoon die voor de situatie en soorten ten aanzien waarvan hij of zij gevraagd is te adviseren en/of te begeleiden, aantoonbare ervaring en kennis heeft op het gebied van soortspecifieke ecologie. De ervaring en kennis dient te zijn opgedaan doordat de deskundige: - op HBO-, dan wel universitair niveau een opleiding heeft genoten met als zwaartepunt (Nederlandse) ecologie; en/of - op MBO niveau een opleiding heeft afgerond met als zwaartepunt de Flora- en faunawet, soortenherkenning en zorgvuldig handelen ten opzichte van die soorten; en/of - als ecoloog werkzaam is voor een ecologisch adviesbureau, zoals bijvoorbeeld een bureau welke is aangesloten bij het Netwerk Groene Bureaus; en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenbescherming en is aangesloten bij en werkzaam voor de daarvoor in Nederland bestaande organisaties (zoals bijvoorbeeld Zoogdiervereniging, RAVON, Stichting Das en Boom, Vogelbescherming Nederland, Vlinderstichting, Natuurhistorisch Genootschap, KNNV, NJN, IVN, EIS Nederland, FLORON, SOVON, STONE, Staatsbosbeheer, Natuurmonumenten, De Landschappen en Stichting Beheer Natuur en Landelijk gebied) en/of - zich aantoonbaar actief inzet op het gebied van de soortenmonitoring en/of - bescherming. 2 van 3

Zorgplicht Ik wijs u er op dat u op grond van artikel 2 van de Flora- en faunawet de volgende maatregelen in acht dient te nemen: 13. U dient de huidige verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis tijdig voorafgaand aan de werkzaamheden ongeschikt te maken middels het verstoren van het microklimaat, door het creëren van tocht. Overige voorschriften 14. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 15. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatie, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 16. Deze ontheffing kan worden ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 17. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, zeker vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 18. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is, Postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Den Haag, De Staatssecretaris van Economische Zaken, namens deze: Marco Klaassen De teammanager Vergunningen 3 van 3