ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Vergelijkbare documenten
Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene plaatselijke verordening.

vervallen ongeregeldheden

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

vergunning of ontheffing

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen [gereserveerd]

Transponeringstabel. behorende bij APV APV S.R. Boelens, afdeling Staf

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2009 LEIDEN. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

ORGANISATIEINDEX A.P.V. (vastgesteld door het college op 4 september 2012)

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Gemeente Nissewaard - Eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

D. Deelnemen (aan verboden optocht)... 2:3 Dieren (gevaarlijke)... 2:59;2:60 Doelloos rondhangen... 2:47;2:49

AANVRAAGFORMULIER Exploitatievergunning horecabedrijf

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

Bijlage 3 Wijziging Algemene plaatselijke verordening 2017

Voorstel van het college inzake wijziging artikelnummering van de APV.

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Algemene plaatselijke verordening (APV) van de gemeente Berg en Dal

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2010 (APV 2010)

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 6

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2014;

openbaar water: wateren die voor het publiek

De wijzigingen zijn cursief en dikgedrukt in het gewijzigde artikel weergegeven.

Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2015 I

Artikel Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie (huidig artikel)

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Opmeer 2012

VNG Model Algemene plaatselijke verordening Laatst gewijzigd:

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Inspraak concept Algemene plaatselijke verordening (APV) gemeente Berg en Dal

GEMEENTE LOPIK. Gemeente Lopik

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009 (APVG 2009)

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

Algemene Plaatselijke Verordening Oostzaan 2011 [Inhoudsopgave TEKST]

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Opmeer 2016

Besluit raad verordening

Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente

Algemene Plaatselijke Verordening 2014

Algemene plaatselijke verordening 2010

Toelichting op de model APV

BIJLAGE I Algemene plaatselijke verordening gemeente Doetinchem 2016

Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente

Overzicht voorgestelde wijzingen

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Algemene Plaatselijke Verordening Schagen 2016

AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden (blz. 9)

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 5 Artikel 1:1 Begripsbepalingen... 5 Artikel 1:2 Beslistermijn... 5 Artikel 1:3 Indiening

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

De raad van de gemeente Giessenlanden; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 25 oktober 2011;

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Gemeente Leidschendam-Voorburg - Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Leidschendam-Voorburg

Algemene Plaatselijke Verordening B E L E I D S R E G E L S

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden (blz. 9)

Algemene Plaatselijke Verordening Renswoude 2015

Gereserveerd [Van toepassing verklaren paragraaf Awb]

Algemene Plaatselijke Verordening

Algemene Plaatselijke Verordening Vught 2016

Algemene Plaatselijke Verordening Renswoude 2015

APV Olst-Wijhe. APV Olst-Wijhe 1. 1 De tekst van het raadsbesluit/de 1 e wijziging is aan het eind van de verordening integraal opgenomen.

Algemene plaatselijke verordening

Algemene Plaatselijke Verordening

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2006

Algemene plaatselijke verordening 2016

Algemene plaatselijke verordening gemeente Renkum 2013

Onderwerp : Algemene Plaatselijke Verordening Hof van Twente gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Drank- en Horecawet;

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer: Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

Cindy Bogisch

APV. Algemene plaatselijke verordening Venray

Nr. 6, afdeling BC. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...

BESLUIT: Artikel I Wijzigingen van de Algemene plaatselijke verordening 2011

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VASTSTELLEN ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Algemene Plaatselijke Verordening

CVDR. Nr. CVDR61574_8. Algemeen Plaatselijke Verordening. 17 mei Officiële uitgave van Almelo.

Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Waalwijk 2016

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Verordening tot wijziging van de algemene plaatselijke verordening

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013

Algemene Plaatselijke Verordening. gemeente Leerdam

Algemene. Plaatselijke Verordening. gemeente Oldambt

Algemene plaatselijke Verordening gemeente Scherpenzeel 2017

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009 (APVG 2009)

West Maas en Waal 2017 Vastgesteld bij besluit van 26 januari 2017, kenmerk Z/16/001472/1472

Verordening van de raad van Waalwijk houdende bepalingen te verzekering van de openbare orde en veiligheid (Algemene plaatselijke verordening

Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Waalwijk 2017

Gemeente Woerden. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

Algemene Plaatselijke Verordening Gemeente Waalwijk 2015

Algemene Plaatselijke Verordening. gemeente Cuijk

INHOUDSOPGAVE: ORDE EN VEILIGHEID OP DE WEG

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2016 (APV 2016)

Algemene Plaatselijke Verordening 2012 gemeente Zederik. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2012;

gemeen.e QOStefhOUt ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING OOSTERHOUT 2014

Transcriptie:

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING (26 e WIJZIGING) Vastgesteld op 28 maart 2011 Bekendgemaakt op 31 maart 2011 In werking getreden op 5 april 2011 APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 1

APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 2

Geel: nieuw t.o.v. vorige APV, 25 e wijziging (zie Toelichting) ------ : al eerder niet meer opgenomen in APV Heerenveen Algemene Plaatselijke Verordening (op basis van nieuwste VNG model versie geldig vanaf 03-02-2009) Inhoudsopgave pagina: Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1:1 Begripsbepalingen. 8 Artikel 1:2 Beslistermijn Artikel 1:3 Indiening aanvraag Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing. 9 Artikel 1:7 Termijnen Artikel 1:8 Weigeringsgronden Artikel 1:9 Lex silencio positivo toepassen Artikel 1:10 Lex silencio positivo niet toepassen Hoofdstuk 2 Openbare orde Afdeling 1 Bestrijding van ongeregeldheden Artikel 2:l Samenscholing en ongeregeldheden. 10 Artikel 2:1a Vermommingen Afdeling 2 Artikel 2:2 Artikel 2:3 Artikel 2:4 Artikel 2:5 Betoging Optochten Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen Afwijking termijn Te verstrekken gegevens Afdeling 3 Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 11 Afdeling 4 Artikel 2:7 Artikel 2:8 Artikel 2:9 Vertoningen e.d. op de weg Feest, muziek en wedstrijd e.d. Dienstverlening Straatartiest e.d. Afdeling 5 Bruikbaarheid en aanzien van de weg Artikel 2:10a Vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie ervan Artikel 2:10b Afbakeningsbepalingen en uitzonderingen Artikel 2:10c Beslistermijn en silencio positivo. 12 Artikel 2:10d Vrij te stellen categorieën Artikel 2:11 Aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg Afdeling 6 Veiligheid op de weg Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid Artikel 2:14 Winkelwagentjes. 13 Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp Artikel 2:20 Vallende voorwerpen Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 3

Afdeling 7 Evenementen Artikel 2:24 Begripsbepaling.. 14 Artikel 2:25 Evenement Afdeling 7a Voetbalwedstrijden Artikel 2:25a Begripsbepalingen Artikel 2.25b Voetbalwedstrijd organiseren 15 Artikel 2.25c Indienen aanvraag Artikel 2:26a Ordeverstoring evenement en voetbalwedstrijd Artikel 2:26b Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d. bij een voetbalwedstrijd Artikel 2:26c Stadionomgevingsverbod Artikel 2:26d Verwijderingsplicht voetbalsupporters Afdeling 8 Toezicht op horecabedrijven Artikel 2:27 Begripsbepalingen.. 16 Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting Artikel 2:29 Sluitingstijd 17 Artikel 2:30 Tijdelijke afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting Artikel 2:31 Verboden gedragingen Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven Artikel 2:33 Ordeverstoring Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan Afdeling 9 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Artikel 2:35 Begripsbepaling Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie 18 Artikel 2:37 Nachtregister Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister Afdeling 10 Artikel 2:39 Artikel 2:40 Toezicht op speelgelegenheden Speelgelegenheden Speelautomaten Afdeling 11 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Artikel 2:41 Betreden gesloten woning of lokaal Artikel 2:42 Plakken en kladden. 19 Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen Artikel 2:44a Verplichte route Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op openbare plaatsen Artikel 2:48 Verboden drankgebruik. 20 Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. Artikel 2:53 Bespieden van personen Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren Artikel 2:56 Alarminstallaties Artikel 2:57 Loslopende honden 21 Artikel 2:58 Verontreiniging door honden Artikel 2:59 Gevaarlijke honden Artikel 2:60 Houden van hinderlijke of schadelijke dieren Artikel 2:61 Wilde dieren Artikel 2:62 Loslopend vee. 22 Artikel 2:63 Duiven Artikel 2:64 Bijen Artikel 2:65 Bedelarij APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 4

Afdeling 12 Artikel 2:66 Artikel 2:67 Artikel 2:68 Artikel 2:69 Artikel 2:70 Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen Begripsbepalingen Verplichtingen met betrekking tot het verkoopregister Voorschriften als bedoeld in artikel 437ter van het Wetboek van Strafrecht Vervreemding van door opkoop verkregen goederen Handel in horecabedrijven Afdeling 13 Vuurwerk Artikel 2:71 Begripsbepalingen Artikel 2:72 Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk tijdens de verkoopdagen. Artikel 2:73 Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling Artikel 2:73a Bezigen en bezitten van carbid tijdens de jaarwisseling..23 Afdeling 14 Drugsoverlast Artikel 2:74 Drugshandel op straat Artikel 2:74a Verzamelingen van personen in verband met drugs Artikel 2:74b Verboden drugsgebruik Artikel 2:74c Weggooien van spuiten e.d. Afdeling 15 Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen Artikel 2:75 Bestuurlijke ophouding. 24 Artikel 2:76 Artikel 2:77 Veiligheidsrisicogebieden Cameratoezicht op openbare plaatsen Hoofdstuk 3 Seksinrichtingen, sekswinkels, straatprostitutie e.d. Afdeling 1 Begripsbepalingen Artikel 3:l Begripsbepalingen. 25 Artikel 3:2 Bevoegd bestuursorgaan Artikel 3:3 Nadere regels Afdeling 2 Seksinrichtingen, straatprostitutie, sekswinkels en dergelijke Artikel 3:4 Seksinrichtingen Artikel 3:5 Gedragseisen exploitant en beheerder. 26 Artikel 3:6 Sluitingstijden Artikel 3:7 Tijdelijke afwijking sluitingstijden; (tijdelijke) sluiting. 27 Artikel 3:8 Aanwezigheid van en toezicht door exploitant en beheerder Artikel 3:9 Straatprostitutie Artikel 3:10 Sekswinkels Artikel 3:11 Tentoonstellen, aanbieden en aanbrengen van erotisch-pornografische goederen, afbeeldingen en dergelijke Afdeling 3 Beslissingstermijn; weigeringsgronden Artikel 3:12 Beslissingstermijn Artikel 3:13 Weigeringsgronden 28 Afdeling 4 Artikel 3:14 Artikel 3:15 Afdeling 5 Artikel 3:16 Beëindiging exploitatie; wijziging beheer Beëindiging exploitatie Wijziging beheer Overgangsbepaling Overgangsbepaling Hoofdstuk 4 Bescherming van het milieu en het natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Afdeling 1 Geluidhinder en verlichting Artikel 4:1 Begripsbepalingen. 29 Artikel 4:2 Aanwijzing collectieve festiviteiten Artikel 4:3 Kennisgeving incidentele festiviteiten Artikel 4:4 Verboden incidentele festiviteiten 30 Artikel 4:5 Onversterkte muziek Artikel 4:6 Overige geluidhinder APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 5

Afdeling 2 Artikel 4:7 Artikel 4:8 Artikel 4:9 Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Straatvegen Natuurlijke behoefte doen Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen Afdeling 3 Het bewaren van houtopstanden Artikel 4:10 Begripsbepalingen. 31 Artikel 4:11 (Omgevings)vergunning voor het vellen van houtopstanden Artikel 4:11a Aanvraag vergunning Artikel 4:11b Weigeringsgronden. 32 Artikel 4:11c Geldigheid van de vergunning Artikel 4:11d Bijzondere vergunningvoorschriften Artikel 4:11e Herplant-/instandhoudingsplicht Artikel 4:11f Bestrijding boomziekten Artikel 4:12 Vergunning van rechtswege. 33 Afdeling 4 Artikel 4:13 Artikel 4:14 Artikel 4:15 Artikel 4:16 Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. Stankoverlast door gebruik van meststoffen Verbod hinderlijke of gevaarlijke reclame Vergunningsplicht lichtreclame Afdeling 5 Kamperen buiten kampeerterreinen Artikel 4:17 Begripsbepaling Artikel 4:18 Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen Artikel 4:19 Aanwijzing kampeerplaatsen 34 Hoofdstuk 5 Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente Afdeling 1 Parkeerexcessen Artikel 5:l Begripsbepalingen. 35 Artikel 5:2 Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. Artikel 5:3 Te koop aanbieden van voertuigen Artikel 5:4 Defecte voertuigen Artikel 5:5 Voertuigwrakken Artikel 5:6 Kampeermiddelen e.a. Artikel 5:7 Parkeren van reclamevoertuigen Artikel 5:8 Parkeren van grote voertuigen.. 36 Artikel 5:9 Parkeren van uitzichtbelemmerende voertuigen Artikel 5:10 Parkeren van voertuigen met stankverspreidende stoffen Artikel 5:11 Aantasting groenvoorzieningen door voertuigen Artikel 5:12 Overlast van fiets of bromfiets Afdeling 2 Artikel 5:13 Collecteren Inzameling van geld of goederen Afdeling 3 Venten Artikel 5:14 Begripsbepaling.. 37 Artikel 5:15 Ventverbod Artikel 5:16 Vrijheid van meningsuiting Afdeling 4 Standplaatsen Artikel 5:17 Begripsbepaling Artikel 5:18 Standplaatsvergunning en weigeringsgronden Artikel 5:19 Toestemming rechthebbende Artikel 5:20 Afbakeningsbepalingen Artikel 5:21 Aanhoudingsplicht. 38 Afdeling 5 Artikel 5:22 Artikel 5:23 Afdeling 6 Artikel 5:24 Snuffelmarkten Begripsbepaling Organiseren van een snuffelmarkt Openbaar water Voorwerpen op, in of boven openbaar water APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 6

Artikel 5:25 Ligplaats woonschepen en overige vaartuigen Artikel 5:26 Aanwijzingen ligplaats Artikel 5:27 Verbod innemen ligplaats Artikel 5:28 Beschadigen van waterstaatswerken Artikel 5:29 Reddingsmiddelen.. 39 Artikel 5:30 Veiligheid op het water Artikel 5:31 Overlast aan vaartuigen Artikel 5:31a Overlast motorvaartuigen Heidemeer Afdeling 7 Artikel 5:32 Artikel 5:33 Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden Crossterreinen Beperking verkeer in natuurgebieden Afdeling 8 Verbod vuur te stoken Artikel 5:34 Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken.. 40 Afdeling 9 Artikel 5:35 Artikel 5:36 Artikel 5:37 Verstrooiing van as Begripsbepaling Verboden plaatsen Hinder of overlast Hoofdstuk 6 Straf-, overgangs- en slotbepalingen Artikel 6:l Strafbepaling 41 Artikel 6:2 Toezichthouders Artikel 6:3 Binnentreden woningen Artikel 6:4 Inwerkingtreding nieuwe en intrekking oude verordening Artikel 6:5 Overgangsbepaling Artikel 6:6 Citeertitel Toelichting bij 26 e wijziging APV.. 42 APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 7

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Artikel 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: a. openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen: o al dan niet met enige beperking voor het publiek toegankelijke pleinen en open plaatsen, parken, plantsoenen, speelweiden, bossen en andere natuurterreinen, ijsvlakten en aanlegplaatsen voor vaartuigen, o de voor het publiek toegankelijke stoepen, trappen, portieken, gangen, passages en galerijen die uitsluitend tot voor bewoning in gebruik zijnde ruimte toegang geven en niet afsluitbaar zijn, o andere voor het publiek toegankelijke, al dan niet afsluitbare stoepen, trappen, portieken, gangen passages en galerijen; de afsluitbare alleen gedurende de tijd dat zij niet door of vanwege degene die daartoe naar burgerlijk recht bevoegd is, zijn afgesloten en de weg als bedoeld onder b; b. weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet 1994 zijnde alle voor het openbaar verkeer openstaande wegen of paden met inbegrip van de daarin liggende bruggen en duikers en de tot die wegen behorende paden en bermen of zijkanten; c. openbaar water: wateren die feitelijk voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn in de zin van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek; d. bebouwde kom: de bebouwde kom of kommen waarvan gedeputeerde staten de grenzen hebben vastgesteld overeenkomstig artikel 27, tweede lid, van de Wegenwet ; e. rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of persoonlijk recht; f. bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1 van de Bouwverordening zijnde elke constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, welke op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond; g. gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder c, van de Woningwet zijnde elk bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt; h. handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen; i. bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. Artikel 1:2 Beslistermijn 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen. 3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:10, vierde lid, artikel 2:11 of artikel 4:11. Artikel 1:3 Indiening aanvraag 1. Indien een aanvraag voor een vergunning of ontheffing wordt ingediend minder dan drie weken vóór het tijdstip waarop de aanvrager de vergunning of ontheffing nodig heeft, kan het bestuursorgaan besluiten de aanvraag niet te behandelen. 2. Voor bepaalde door het bestuursorgaan aan te wijzen vergunningen of ontheffingen kan de in het eerste lid genoemde termijn worden verlengd tot ten hoogste acht weken. Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van vergunning of ontheffing Elke vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 8

Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de ontheffing of vergunning, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder dit verzoekt. Artikel 1:7 Termijnen De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. Artikel 1:8 Weigeringsgronden De vergunning of ontheffing kan door het bevoegd gezag of het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. Artikel 1:9 Lex silencio positivo toepassen Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening: a. artikel 2:10a vergunning plaatsen voorwerpen op of aan de weg b. artikel 2:12 melding maken of veranderen van een uitweg c. artikel 5:23 vergunning organisatie snuffelmarkt. Artikel 1:10 Lex silencio positivo niet toepassen Paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing voor de volgende artikelen in deze verordening: a. artikel 2:25 vergunning evenementen; b. artikel 2:25b vergunning voetbalwedstrijd; c. artikel 2:28 exploitatievergunning horeca; d. artikel 2:39 exploitatievergunning speelgelegenheid; e. artikel 3:4 vergunning sex-inrichting. f. artikel 4:18 ontheffing van het verbod tot recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen. g. artikel 5:18 standplaatsvergunning APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 9

Hoofdstuk 2 Openbare orde Afdeling 1 Artikel 2:l Bestrijding van ongeregeldheden Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden. 2. Hij die op een openbare plaats aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, of hij een tot toeloop van publiek aanleiding gevende gebeurtenis waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan, dan wel zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing, is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het is verboden zich te begeven of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege het bevoegde bestuursorgaan in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden geldt niet voor betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. Artikel 2:la Vermommingen Het is verboden zich vermomd, gemaskerd of op andere wijze onherkenbaar gemaakt op een openbare plaats te bevinden met het kennelijke doel de openbare orde te verstoren. Afdeling 2 Artikel 2:2 Betoging Optochten Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 1. Hij die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, geeft daarvan voor de openbare aankondiging en ten minste 48 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester. 2. De kennisgeving bevat: a. naam en adres van degene die de betoging houdt, b. het doel van de betoging; c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en van beëindiging, d. de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging, e. voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling en f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloop te bevorderen. 3. Hij die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld. 4. Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk 12.00 uur op de aan de dag van dat tijdstip voorafgaande werkdag. 5. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen. Artikel 2:4 Afwijking termijn Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 10

Afdeling 3 Artikel 2:6 Verspreiden van gedrukte stukken Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen dan wel handelsreclame onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden, aan te bevelen of bekend te maken op of aan door het college aangewezen openbare plaatsen. 2. Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. 3. Daarnaast is het verboden op andere openbare plaatsen te flyeren van maandag t/m vrijdag van 00.00 tot 09.00 uur en 18.00 en 00.00 uur en op zaterdag en zondag de gehele dag. 4. Het verbod geldt niet voor het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen. 5. Het college kan ontheffing verlenen van het in het eerste lid gestelde verbod. Afdeling 4 Artikel 2:7 Vertoningen e.d. op de weg Feest, muziek en wedstrijd e.d. Artikel 2:8 Dienstverlening Artikel 2:9 Straatartiest e.d. Afdeling 5 Artikel 2:10a: Bruikbaarheid en aanzien van de weg (Omgevings)vergunning voor het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie van de weg 1. a. Het is verboden zonder vergunning van het college de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. b. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het bevoegd gezag de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j. of onder k. van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan een vergunning bedoeld in het eerste lid ook worden geweigerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt aan de weg, gevaar oplevert voor de bruikbaarheid van de weg en/of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg; b. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 3. Het bevoegd bestuursorgaan kan in het belang van de openbare orde of de woon- en leefomgeving nadere regels stellen ten aanzien van terrassen en uitstallingen Artikel 2:10b: Afbakeningsbepalingen en uitzonderingen 1. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor: a. evenementen als bedoeld in artikel 2:24; b. terrassen als bedoeld in artikel 2:28, zesde lid; c. standplaatsen als bedoeld in artikel 5:18. 2. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt tevens niet voor voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard. 3. Het verbod in het eerste lid van het vorige artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal wegenreglement. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 11

4. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder a, van het vorige artikel geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet. 5. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder b,van het vorige artikel geldt niet voor bouwwerken; 6. De weigeringsgrond van het tweede lid, onder c, van het vorige artikel geldt niet voorzover in het geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer. Artikel 2:10c: Beslistermijn en silencio positivo Artikel 2:10d: Vrij te stellen categorieën Het bevoegd gezag kan categorieën van voorwerpen aanwijzen waarvoor het verbod in het eerste lid van artikel 2:10a niet geldt. Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 1. Het is verboden zonder of in afwijking van een vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderzins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2. Indien de vergunning wordt verleend dan wel geweigerd, dan wordt die verleend dan wel geweigerd: a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan, beheersverordening, exploitatieplan of voorbereidingsbesluit; b. door het college in overige gevallen. 3. Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder weg verstaan hetgeen is bepaald in artikel 1:1b en tevens alle niet-openbare ontsluitingswegen van gebouwen; 4. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor het Rijk, de provincie, de gemeente of het waterschap bij het uitvoeren van hun publieke taak. 5. Het verbod geldt voorts niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer rijkswaterstaatswerken, het Provinciaal wegenreglement, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening. Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg: a. indien degene die voornemens is een uitweg te maken naar de weg of verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg daarvan niet van tevoren melding heeft gedaan aan het college, onder indiening van een situatieschets van de gewenste uitweg en een foto van de bestaande situatie; b. indien het college het maken of veranderen van de uitweg heeft verboden. Het college verbiedt het maken of veranderen van de uitweg: a. indien daardoor het verkeer op de weg in gevaar wordt gebracht; b. indien de weg niet meer doelmatig kan worden gebruikt; c. indien dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; d. indien het openbaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; e. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen. 2 De uitweg kan worden aangelegd indien het college niet binnen 6 weken na ontvangst van de melding heeft beslist dat de gewenste uitweg wordt verboden. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of het Provinciaal wegenreglement. Afdeling 6 Artikel 2:13 Veiligheid op de weg Veroorzaken van gladheid APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 12

Artikel 2:14 Winkelwagentjes Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of voorwerp Het is verboden beplanting of een of meer voorwerp(en) aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of daarvoor op andere wijze hinder of gevaar oplevert Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken. Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp 1. Het is verboden op, aan of boven het voor voetgangers of (brom)fietsers bestemde deel van de weg op enigerlei wijze prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe voorwerpen aan te brengen of te hebben hangen lager dan 2,2 meter boven dat gedeelte van de weg. 2. Het verbod geldt niet voor prikkeldraad, schrikdraad, puntdraad of andere scherpe voorwerpen die op grotere afstand van 0,25 m uit de uiterste boord van de weg, op van de weg af gerichte delen van een afscheiding zijn aangebracht. 3. Het verbod in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. Artikel 2:20 Vallende voorwerpen Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet of de Belemmeringenwet Privaatrecht. Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn Artikel 2:23 Veiligheid op het ijs APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 13

Afdeling 7 Artikel 2:24 Evenementen Begripsbepaling (evenement) 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet en als bedoeld in artikel 5:22 van deze verordening (snuffelmarkten); c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. het in een inrichting in de zin van de Drank en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. reguliere sportactiviteiten in en op sportaccommodaties; g. reguliere activiteiten in een cultureel centrum (zoals dorpshuizen, wijkgebouwen, enzovoort) h. activiteiten als bedoeld in artikel 2:39 van deze verordening. i. voetbalwedstrijden zoals bedoeld in afdeling 7a van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een herdenkingsplechtigheid; b. een braderie; c. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3 van deze verordening, op de weg; d. een feest, muziekvoorstelling of wedstrijd of recreatieve tocht op of aan de weg, voor zover in het geregelde onderwerp niet wordt voorzien door artikel 10 juncto 148, van de Wegenverkeerswet 1994. 3. Onder A-evenement wordt verstaan een evenement dat op basis van een door het college vast stellen risicoanalysemodel wordt omschreven als een regulier evenement; 4. Onder B-evenement wordt verstaan een evenement dat op basis van een door het college vast te tellen risicoanalysemodel wordt omschreven als een evenement met verhoogde aandacht; 5. Onder C-evenement wordt verstaan een evenement dat op basis van een door het college vast te stellen risicoanalysemodel wordt omschreven als een grootschalig evenement/risico-evenement. Artikel 2:25 Evenement 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een C-evenement te organiseren. 2. De vergunning wordt verleend voor de duur van het C-evenement. 3. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een B-evenement te organiseren. 4. De vergunning wordt verleend voor de duur van het B-evenement voor een periode van maximaal drie jaar. 5. Aan de vergunning voor maximaal drie jaar kunnen door de burgemeester ook tussentijds voorschriften worden verbonden. 6. Geen vergunning is vereist voor een A-evenement, indien a. de organisator van een A-evenement tenminste binnen 10 werkdagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester met een door de burgemeester vastgesteld meldingsformulier en b. binnen 10 werkdagen na ontvangst van het meldingsformulier geen tegenbericht is verzonden aan de organisator dat alsnog een vergunning nodig is dan wel dat het evenement alsdan niet vergund kan worden op grond van artikel 1:8 van deze verordening. Afdeling 7a Artikel 2:25a Voetbalwedstrijden Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. organisator: degene die een voetbalwedstrijd organiseert waarbij ten minste één betaald voetbalorganisatie is betrokken b. voetbalwedstrijd: een voetbalwedstrijd georganiseerd door een organisator als bedoeld onder a; c. stadion: het voetbalstadion gelegen aan de Abe Lenstra Boulevard 19 te Heerenveen; d. stadionomgeving: het gebied in het centrum van Heerenveen en in De Knipe zoals dat is vastgelegd op de gewaarmerkte tekening stadionomgeving ingevolge artikel 2:25a van de APV behorende bij en deel uit makende van deze verordening. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 14

Artikel 2.25b Voetbalwedstrijd organiseren 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een voetbalwedstrijd te houden of te doen houden. 2. Een vergunning als bedoeld in het eerste lid kan meerdere wedstrijden betreffen. Artikel 2.25c Indienen aanvraag 1. In de aanvraag om een vergunning en in de vergunning wordt in ieder geval vermeld: a. de gegevens van de organisator; b. de deelnemende voetbalorganisaties; c. de geplande datum, tijdstip en locatie van de wedstrijd. 2. De burgemeester kan een vergunning als bedoeld in artikel 2.25b in het belang van de openbare orde en veiligheid weigeren indien: a. de vrees bestaat voor het ontstaan van een ernstige verstoring van de openbare orde; b. het aannemelijk is dat de aan de vergunning verbonden voorschriften niet zullen worden nageleefd; c. de organisator onvoldoende waarborgen biedt voor een goed verloop van de voetbalwedstrijd. Artikel 2:26a Ordeverstoring evenement en voetbalwedstrijd Het is verboden bij een evenement als bedoeld in afdeling 7 en voetbalwedstrijden als bedoeld in afdeling 7a de orde te verstoren. Artikel 2:26b Onnodig opdringen, uitdagend gedrag e.d. bij een voetbalwedstrijd 1. Het is verboden bij een voetbalwedstrijd onnodig op te dringen, door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden of wanordelijkheden te veroorzaken. 2. Het is verboden bij een voetbalwedstrijd messen, knuppels, slagwapens of andere voorwerpen die als wapen kunnen worden gebruikt, op een zodanige wijze mee te voeren dat de openbare orde of veiligheid in gevaar komt of kan komen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod geldt niet voor wapens die behoren tot categorie I, II, III en IV Wet wapens en munitie. 4. Een ieder is verplicht bij een voetbalwedstrijd alle aanwijzingen van ambtenaren van politie en brandweer in het belang van openbare orde of veiligheid terstond en stipt op te volgen. Artikel 2:26c Stadionomgevingsverbod 1. De burgemeester kan aan een persoon schriftelijk het verbod opleggen zich op te houden in de stadionomgeving vanaf 4 uur voor het vastgestelde aanvangstijdstip tot 4 uur na afloop van voetbalwedstrijden van organisator. Het verbod geldt voor een bepaalde periode welke niet langer is dan 2 jaar. 2. De burgemeester kan overgaan tot het opleggen van het in het eerste lid bedoeld verbod, indien de persoon de openbare orde in of in de omgeving van het stadion in ernstige mate heeft verstoord op een dag dat een wedstrijd van de organisator in het stadion is gespeeld. Artikel 2:26d Verwijderingsplicht voetbalsupporters Personen die zich door kleding, uitrusting of gedraging manifesteren als voetbalsupporters en niet in het bezit zijn van een geldig toegangsbewijs voor de wedstrijd dan wel tegen wie het vermoeden bestaat dat zij voornemens zijn de orde te verstoren, zijn verplicht zich op een daartoe strekkend bevel van een ambtenaar van politie met inachtneming van diens aanwijzingen, naar een in het bevel aangegeven plaats, dan wel buiten de gemeentegrenzen te begeven. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 15

Afdeling 8 Artikel 2:27 Toezicht op horecabedrijven Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: a. openbare inrichting: de voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid. Onder een openbare inrichting wordt in ieder geval verstaan: een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis. Onder openbare inrichting wordt tevens verstaan een bij deze inrichting behorend terras en andere aanhorigheden; b. terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. c. onder houder wordt in deze paragraaf verstaan: degene die een horecabedrijf exploiteert op grond van het bepaalde in artikel 2:28; d. deze paragraaf verstaat niet onder bezoekers: 1. de gezinsleden van de houder, alsmede zijn elders wonende bloed en aanverwanten, in de rechte lijn onbeperkt, in de zijlijn tot en met de derde graad; 2. de personen die voorkomen in het register als bedoeld in artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht, alsmede personen bedoeld in artikel 438, derde lid van het Wetboek van Strafrecht; 3. de personen wier aanwezigheid in het horecabedrijf wegens dringende redenen noodzakelijk is; e. stadionomgeving: het gebied dat wordt begrensd door Nieuwburen, Stadionweg, Oranje Nassaulaan, Alma Tademaweg, Karst de Jongweg en de waterloop Atalantastraat en Nieuwburen te Heerenveen. Artikel 2:28 Exploitatievergunning openbare inrichting 1. Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester, tenzij voor het horecabedrijf een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend. 2. De burgemeester weigert de vergunning indien de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met het geldend bestemmingsplan. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de burgemeester de vergunning geheel of gedeeltelijk weigeren, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van het horecabedrijf of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. 4. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning indien de aanvrager geen verklaring omtrent gedrag overlegt die uiterlijk drie maanden voor de datum waarop de vergunningaanvraag is ingediend, is afgegeven. 5. Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting die zich bevindt in a. een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover de activiteiten van de openbare inrichting een nevenactiviteit vormen van de winkelactiviteit; b. een zorginstelling; c. een museum; d. een bedrijfskantine of restaurant; e. een snackbar of cafetaria. 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 2.10b beslist de burgemeester in geval van een vergunningaanvraag die ook betrekking heeft op een of meer bij de openbare inrichting behorende terras(sen) voor zover deze zich op de weg bevinden, over de ingebruikneming van die weg ten behoeve van het terras. 7. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan een toestemming voor ingebruikneming zoals bedoeld in het 6e lid ook worden geweigerd op grond van de overwegingen genoemd in artikel 2:10a. Artikel 2:29 Sluitingstijd 1. Het is de houder van het horecabedrijf aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend, verboden bezoekers toe te laten tot het horecabedrijf inclusief het terras zoals bedoeld in artikel 2:27 lid b tussen 03.00 en 08.00 uur met inachtneming van het bepaalde in lid 4 en in lid 5. 2. Het is de houder van het horecabedrijf aan wie geen vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend, verboden het horecabedrijf inclusief het terras zoals bedoeld in artikel 2:27 lid b voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 04.00 en 08.00 uur met inachtneming van het bepaalde in lid 4 en in lid 5. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 16

3. Het is de houder van het horecabedrijf aan wie geen vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet is verleend, maar aan wie wel een gedoogbeschikking voor het verstrekken van zogenaamde softdrugs is verstrekt, verboden het horecabedrijf zoals bedoeld in artikel 2:27 lid b voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 00.00 en 12.00 uur. 4. Het is de houder van het horecabedrijf verboden bezoekers op het terras toe te laten of te laten verblijven op maandag, dinsdag en woensdag tussen 00.00 en 08.00 uur en op donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag tussen 01.00 en 08.00 uur. 5. Het is de houder van het horecabedrijf op 31 december resp. 1 januari verboden bezoekers het horecabedrijf inclusief het terras voor bezoekers geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 20.00 en 24.00 uur resp. 00.00 en 08.00 uur. 6. De burgemeester kan van het in het vijfde lid bepaalde geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen. 7. a. de burgemeester kan door middel van een vergunningvoorschrift andere sluitingstijden vaststellen voor een afzonderlijk horecabedrijf of een daartoe behorend terras; b. in afwijking van het gestelde in lid 1 is het de houder van een openbare inrichting dat gelegen is de stadionomgeving zijnde het gebied dat wordt begrensd door Nieuwburen, Stadionweg, Oranje Nassaulaan, Alma Tademaweg, Karst de Jongweg en de waterloop Atalantastraat en Nieuwburen te Heerenveen en aan wie een vergunning als bedoeld in artikel 3 van de Drank- en Horecawet of een vergunning ingevolge artikel 2:28 lid 1 is verleend, verboden het horecabedrijf inclusief terras geopend te hebben of aldaar bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 01.00 tot 08.00 uur c. het gestelde in lid 7b geldt niet voor bezoekers met een lidmaatschap van de Ondernemers Sociëteit Sportclub Heerenveen. 8. Het in het eerste tot en met het zevende lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door op de Wet milieubeheer gebaseerde voorschriften. Artikel 2:30 Tijdelijke afwijking sluitingstijd; tijdelijke sluiting 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, veiligheid, zedelijkheid of gezondheid of in geval van bijzondere omstandigheden voor een of meer inrichtingen tijdelijk andere dan de krachtens artikel 2:29 geldende sluitingstijden vaststellen of tijdelijk sluiting bevelen. 2. Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 13b van de Opiumwet. Artikel 2:31 Verboden gedragingen Het is in een openbare inrichting: a. bezoekers verboden zich te bevinden gedurende de tijd dat de openbare inrichting krachtens artikel 2:29 of ingevolge een op grond van artikel 2:30 genomen besluit gesloten dient te zijn; b. verboden de orde te verstoren. Artikel 2:32 Handel in horecabedrijven Artikel 2:33 Ordeverstoring Artikel 2:34 Het college als bevoegd bestuursorgaan Indien een openbare inrichting geen voor het publiek openstaand gebouw of bijbehorend erf is in de zin van artikel 174 van de Gemeentewet, treedt het college op als bevoegd bestuursorgaan voor de toepassing van artikel 2:28 tot en met 2:30 op als bevoegd bestuursorgaan. Afdeling 9 Artikel 2:35 Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Begripsbepaling APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 17

Artikel 2:36 Kennisgeving exploitatie Artikel 2:37 Nachtregister Artikel 2:38 Verschaffing gegevens nachtregister Afdeling 10 Artikel 2:39 Toezicht op speelgelegenheden Speelgelegenheden 1. Dit artikel verstaat onder speelgelegenheid: een voor het publiek toegankelijke gelegenheid waar bedrijfsmatig of in een omvang alsof deze bedrijfsmatig is de mogelijkheid wordt geboden enig spel te beoefenen, waarbij geld of in geld inwisselbare voorwerpen kunnen worden gewonnen of verloren. 2. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een speelgelegenheid te exploiteren of te doen exploiteren. Het verbod is niet van toepassing op: a. speelautomatenhallen waarvoor op grond van artikel 30c, eerste lid, onder b van de Wet op de Kansspelen vergunning is verleend; b. speelgelegenheden waarvoor de minister van Justitie bevoegd is vergunning te verlenen; c. speelgelegenheden waar de mogelijkheid wordt geboden om het kleine kansspel als bedoeld in artikel 7c van de Wet op de kansspelen te beoefenen of te spelen op speelautomaten als bedoeld in artikel 30 van de Wet op de kansspelen of de handeling als bedoeld in artikel l, onder a, van de Wet op de kansspelen te verrichten. 3. De burgemeester weigert de vergunning: a. indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de speelgelegenheid of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig worden beïnvloed door de exploitatie van de speelgelegenheid; b. indien de exploitatie van de speelgelegenheid in strijd is met een geldend bestemmingsplan. Artikel 2:40 Speelautomaten 1. In dit artikel wordt verstaan onder: a. Wet: de Wet op de kansspelen; b. kansspelautomaat: automaat als bedoeld in artikel 30, onder c. van de Wet; c. hoogdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder d, van de Wet; d. laagdrempelige inrichting: inrichting als bedoeld in artikel 30, onder e, van de Wet. 2. In hoogdrempelige inrichtingen zijn maximaal twee kansspelautomaten toegestaan. 3. In laagdrempelige inrichtingen zijn kansspelautomaten niet toegestaan. Afdeling 11 Artikel 2:41 Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Betreden gesloten woning of lokaal 1. Het is verboden een krachtens artikel 174a van de Gemeentewet gesloten woning, een niet voor publiek toegankelijk lokaal of een bij die woning of dat lokaal behorend erf te betreden. 2. Het is verboden een krachtens artikel 13b van de Opiumwet gesloten woning, een niet voor het publiek toegankelijk lokaal, een bij die woning of dat lokaal behorend erf, een voor het publiek toegankelijk lokaal of bij dat lokaal behorend erf te betreden. 3. Deze verboden gelden niet voor personen wier aanwezigheid in de woning of het lokaal wegens dringende reden noodzakelijk is. 4. De burgemeester is bevoegd van de in het eerste en tweede lid bedoelde verboden ontheffing te verlenen. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 18

Artikel 2:42 Plakken en kladden 1. Het is verboden een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is te bekrassen of te bekladden. 2. Het is verboden zonder schriftelijke toestemming van de rechthebbende op een openbare plaats of dat gedeelte van een onroerende zaak dat vanaf die plaats zichtbaar is: a. een aanplakbiljet of ander geschrift, afbeelding of aanduiding aan te plakken, te doen aanplakken, op andere wijze aan te brengen of te doen aanbrengen; b. met kalk, krijt, teer of een kleur of verfstof een afbeelding, letter, cijfer of teken aan te brengen of te doen aanbrengen. 3. Het in het tweede lid gestelde verbod is niet van toepassing indien gehandeld wordt krachtens wettelijk voorschrift. 4. Het college kan aanplakborden aanwijzen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen. 5. Het is verboden de in het vierde lid bedoelde aanplakborden te gebruiken voor bet aanbrengen van handelsreclame. 6. Het college kan nadere regels stellen voor het aanbrengen van meningsuitingen en bekendmakingen,die geen betrekking mogen hebben op de inhoud van de meningsuitingen en bekendmakingen. 7. De houder van de in het tweede lid bedoelde schriftelijke toestemming is verplicht die aan een opsporingsambtenaar op diens eerste vordering terstond ter inzage af te geven. Artikel 2:43 Vervoer plakgereedschap e.d. Artikel 2:44 Vervoer inbrekerswerktuigen 1. Het is verboden op een openbare plaats inbrekerswerktuigen (zoals lopers, valse sleutels, touwladders, lantaarns of enig ander gereedschap, voorwerp of middel) te vervoeren of bij zich te hebben. 2. Het verbod is niet van toepassing indien de bedoelde gereedschappen, voorwerpen of middelen niet zijn gebruikt of niet zijn bestemd voor de in het eerste lid bedoelde handelingen. Artikel 2:44a Verplichte route Het is de door de burgemeester aangewezen groepen van personen verboden de op de door hem aangewezen tijdstippen van een door hem aangegeven route af te wijken. Artikel 2:45 Betreden van plantsoenen e.d. Artikel 2:46 Rijden over bermen e.d. Artikel 2:47 Hinderlijk gedrag op of aan openbare plaatsen 1. Het is verboden: a. op of aan een openbare plaats te klimmen of zich te bevinden op een beeld, monument, overkapping, constructie, openbare toiletgelegenheid, voertuig, hekheining of andere afsluiting, verkeersmeubilair en daarvoor niet bestemd straatmeubilair; b. zich op of aan een openbare plaats zodanig op te houden dat aan weggebruikers of bewoners van nabij de weg gelegen woningen onnodig overlast of hinder wordt veroorzaakt. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door artikel 424, 426bis of 431 van het Wetboek van Strafrecht of artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994. APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 19

Artikel 2:48 Verboden drankgebruik 1. Het is verboden op een openbare plaats die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, alcoholhoudende drank te gebruiken of aangebroken flessen, blikjes en dergelijke met alcoholhoudende drank bij zich te hebben. 2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor: a. een terras dat behoort bij een openbare inrichting als bedoeld in artikel 2:27 van deze verordening b. de plaats niet zijnde een openbare inrichting, als bedoeld onder a, waarvoor een ontheffing geldt krachtens artikel 35 van de Drank en Horecawet. Artikel 2:49 Verboden gedrag bij of in gebouwen 1. Het is verboden: a. zich zonder redelijk doel in een portiek of poort op te houden; b. zonder redelijk doel in, op of tegen een raamkozijn of een drempel van een gebouw te zitten of te liggen. 2. Het is aan anderen dan bewoners of gebruikers van flatgebouwen, appartementsgebouwen en soortgelijke meergezinshuizen en van gebouwen die voor publiek toegankelijk zijn, verboden zich zonder redelijk doel te bevinden in een voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van zo'n gebouw. Artikel 2:50 Hinderlijk gedrag in voor het publiek toegankelijke ruimten Het is verboden zich zonder redelijk doel op een voor anderen hinderlijke wijze op te houden in of op een voor het publiek toegankelijk portaal, telefooncel, wachtlokaal voor een openbaar vervoermiddel, parkeergarage, rijwielstalling of een andere soortgelijke, voor het publiek toegankelijke ruimte dan wel deze te verontreinigen of te bezigen voor een ander doel dan waarvoor de desbetreffende ruimte is bestemd. Artikel 2:51 Neerzetten van fietsen e.d. Het is verboden op of aan een openbare plaats een fiets of een bromfiets te plaatsen of te laten staan tegen een raam, een raamkozijn, een deur, de gevel van een gebouw dan wel in de ingang van een portiek indien: a. dit in strijd is met de uitdrukkelijk verklaarde wil van de gebruiker van dat gebouw of dat portiek, of b. daardoor die ingang versperd wordt. Artikel 2:52 Overlast van fiets of bromfiets op markt en kermisterrein e.d. Artikel 2:53 Bespieden van personen Artikel 2:54 Bewakingsapparatuur Artikel 2:55 Nodeloos alarmeren Artikel 2:56 Alarminstallaties APV 26e wijziging + toelichting raad 28 maart 2011 20