Orthopedie/verpleegafdeling De totale schouderoperatie
2
Inleiding Uw arts heeft samen met u, aan de hand van uw situatie, beslo-ten om een schouderprothese te plaatsen. Deze folder geeft u informatie over het verloop van de totale schouderoperatie. De dag van opname Op de dag van opname wordt u door een verpleegkundige geïn-formeerd over de periode rondom de operatie. De verpleegkundi-ge zal een opname gesprek met u voeren en u vragen stellen over uw medicijngebruik en uw thuissituatie (welke opvang u thuis heeft). De anesthesioloog komt bij u langs op de afdeling om met u de verdoving te bespreken. U krijgt een algehele narcose (dat wil zeggen dat u gaat slapen) en daarbij een schouder-block (hierbij worden de schouder en de arm verdoofd). In de namiddag (met uitzondering van zondag) wordt u op de poli orthopedie verwacht, om vast te stellen of er nog wijzigingen zijn sinds uw laatste poli bezoek. De laatste foto s worden bekeken en u kunt nog vragen stellen. Er wordt ook een pijl op uw te ope-reren arm getekend. Ook start u deze dag met fraxiparine, een spuitje tegen trombose. U krijgt hiervan, tijdens uw verblijf in het ziekenhuis, dagelijks een spuitje in de buik. Alle informatie over uw operatie vindt u in de folder Operatie in Reinier de Graaf zoals: preoperatieve screening anesthesie voorbereiding thuis en informatie over uw verblijf in het ziekenhuis vindt u in de folder Opname in Reinier de Graaf, zoals voorbereiding verblijf nazorg. 3
Registratie Uw operatiegegevens zullen worden geregistreerd in de Landelijke Registratie Orthopaedische Implantaten. Indien u hier bezwaar tegen heeft, kunt u dit kenbaar maken aan u specialist. De dag van de operatie De schouder/oksel wordt, zo nodig, kort voor de operatie ont-haard. Als de anesthesist dit heeft afgesproken, krijgt u ongeveer een half uur voor de operatie een tabletje Dormicum, ter inleiding van de narcose. Tijdens de operatie wordt er een snede in de voorzijde van de schouder gemaakt en wordt het schouderge-wricht geopend. De arts bekijkt ter plaatse hoe de toestand van het gewricht is en of ook de kom moet worden vervangen, soms is dit niet nodig. Direct na de operatie Na de operatie komt u in de uitslaapkamer, hier blijft u enkele uren ter controle en observatie. U heeft nog geen gevoel in de arm en u kan uw arm niet bewegen door de schouder-block. Dit kan zestien-vierentwintig uur duren en is van tijdelijke aard. U heeft een infuus in uw arm om extra vocht en nog drie maal antibiotica toe te dienen. De antibiotica dient ter voorkoming van infecties. Meestal worden één of twee slangetjes (drains) achter gelaten in de wond, om bloed en wondvocht af te voeren. Deze worden meestal de eerste dag na de operatie verwijderd. Uw arm hangt in een sling (soort mitella). Deze dient u dag en nacht om te houden. Als uw toestand stabiel is en u goed wakker bent, komt een verpleegkundige van de afdeling u halen om terug te gaan naar de afdeling. De verpleegkundige belt de eerste contactpersoon om hen over u te informeren. Er bestaat een kans dat u tijdens of na de operatie veel bloed verliest, het kan dan noodzakelijk zijn om u een bloedtransfusie te geven. Als de schouder-block gaat uitwerken kunt u pijn verwachten, hiervoor kunt u van de verpleegkundigen Dipidolor krijgen om de pijn te verminderen. Dit gaat door middel van een prik in het bo-venbeen. 4
Hoe verder na de operatie De eerste dag na de operatie wordt er altijd een controle foto van uw schouder gemaakt om te kijken of de prothese goed geplaatst is. De zaalarts komt na de operatie iedere dag langs om te informe-ren hoe het met u gaat. De drains worden verwijderd. De fysiotherapeut zal u instructies geven over de oefeningen die u dagelijks moet doen voor een goede revalidatie. Het infuus wordt verwijderd, indien u voldoende kunt drinken, u geen medicijnen meer nodig heeft via het infuus en het ijzerge-halte (Hb) in uw bloed goed is. De opname duurt ongeveer vijf tot zeven dagen. Hoe verder na ontslag Het is nog ver weg, maar toch is het belangrijk om nu al na te denken over de situatie na ontslag uit het ziekenhuis. Omdat u zes weken uw arm moet ontzien en drie maanden niet mag tillen, heeft u hulp nodig bij de lichamelijke verzorging en de huishou-ding. Wanneer u thuis geen hulp heeft van bijvoorbeeld partner, familie of vrienden, kan via Careyn hulp geregeld worden. De transferverpleegkundige zal proberen de juiste zorg voor u te re-gelen. Dit geldt ook voor het verstrekken van een warme maaltijd. Na ontslag gaat u door met fysiotherapie. U krijgt hiervoor een machtiging mee, maar u dient zelf een fysiotherapeut te benade-ren. Als u naar huis gaat krijgt u diverse papieren mee, waaronder een brief voor de huisarts, fysiotherapeut en eventueel voor de verpleegkundige van de thuiszorg. Complicaties Zoals bij iedere operatie kunnen er ook bij deze operatie compli-caties optreden, gelukkig komen deze zelden voor. Uw arts kan u hier meer informatie over geven. 5
Vragen Mocht u na het lezen van deze folder nog vragen hebben dan kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts, de zaalarts, de fysiotherapeut, orthopedieconsulenten of de verpleegkundigen op de afdeling. 6
7
foldernr.000 versie november 2012 8