Liturgie voor de morgendienst op zondag 21 mei 2017 Sluiting winterwerk Bijbeluitreiking aan de kinderen die de zondagschool en basiscatechese verlaten Thema van de dienst: Een goede investering Voorganger : Ds. M.C. Batenburg Organist : Martin Weppelman en m.m.w. : Combo
Zondagschool Sionskinderen is er elke zondag tijdens het winterseizoen voor alle kinderen van 4 t/m 8 jaar. Tijdens de middagdienst gaan de kinderen uit de basisschoolgroepen 1 en 2 naar Sionskinderen 1 in de kleine zaal beneden. De kinderen uit de basisschoolgroepen 3 en 4 (en soms ook uit groep 5) gaan naar Sionskinderen 2 in de grote zaal beneden. In de nieuwsbrief kun je s morgens lezen welke psalm we die middag gaan leren, wie er leiding heeft in de groepen en waar het verhaal over gaat. De zondagschool gaat na de zomervakantie weer beginnen op D.V. 28 augustus. Kindercatechese & Jeugdclub Benjamin is er elke woensdag tijdens het winterseizoen voor alle kinderen van 8 t/m 12 jaar (groep 5 t/m 8 van de basisschool). De avonden beginnen om 18.45 uur en zijn om 20.00 uur afgelopen. We luisteren naar een Bijbelverhaal (of in de oudste groep basiscatechese) en doen daarna een spel of zijn creatief bezig. Gedurende het seizoen verzorgt de dominee of kerkelijk werker 6 avonden van de basiscatechese in de oudste groep. Het is de bedoeling dat kinderen hierbij geholpen worden om hun plek in de eredienst te kunnen innemen. Mentor Catechese In het winterwerk seizoen komen alle jongeren van 12-16 jaar bij elkaar voor de mentorcatechese. Dit is op donderavond, we beginnen om 19.00, en verzamelen als één groep in de bovenzaal van de Ark. We heten elkaar welkom en beginnen met zingen van een Psalm of een lied en daarna een gebed. Het thema van de avond wordt gepresenteerd op Power Point. Hierna volgt de verwerking in groepen in verschillende zalen en ruimtes van de Ark. Elke groep bestaat uit ongeveer uit 6-8 jongeren onder leiding van een mentor. Hierbij wordt gewerkt aan verdieping van het thema en spreken met elkaar over wat het geloof voor ons betekend en inhoud. De afsluiting gebeurt door de mentor van de groep en is om 20.00 uur.
Waarom deze dienst? Graag willen we in deze afsluitingsdienst van het winterwerk de kinderen uit onze gemeente een bijzondere plek geven. Voor de oudste kinderen van de zondagschool is dit het moment waarop ze afscheid nemen van de zondagschool. Tegelijkertijd willen we ze van harte uitnodigen voor de Benjamin/basiscatechese. Ook wordt er afscheid genomen van de kinderen die de Benjamin/basiscatechese verlaten. Hen nodigen we uit voor de mentorcatechese in het volgende seizoen. De kinderen die de zondagschool gaan verlaten zijn: Simon Schouten Katarina Milanovic Remco van Dalen Daan de Jong Lennart van Erk Kiki van de Graaf Sem de Kluijver Abel de Kluijver De kinderen die de Benjamin/basiscatechese gaan verlaten zijn: Luuk Bakker Aron van Dijk Joëlle van der Duijn-Schouten Rosalie Hardam Max Hofman Michael Rijkee Judith Schreuders Joël van der Stelt Thijmen Venema Thomas Vermeulen Linde van Erk
Inleidend orgelspel Afkondigingen Zingen: Lied 229 (OTH) Here Jezus, om uw woord zijn wij hier bijeengekomen. Laat in 't hart dat naar U hoort uw genade binnenstromen. Heilig ons, dat wij U geven hart en ziel en heel ons leven. Ons gevoel en ons verstand zijn, o Heer, zo zonder klaarheid, als uw Geest de nacht niet bant, ons niet stelt in 't licht der waarheid. 't Goede denken, doen en dichten moet Gij zelf in ons verrichten. O Gij glans der heerlijkheid, licht uit licht, uit God geboren, maak ons voor uw heil bereid, open hart en mond en oren, dat ons bidden en ons zingen tot de hemel door mag dringen. De handdruk 1) Stil gebed 2) Votum en groet 3) 1) de ouderling van dienst geeft de predikant een hand en draagt daarmee de verantwoordelijkheid voor de dienst aan hem over. Ook wenst hij hem Gods zegen bij het leiden van de dienst 2) een ieder bidt in stilte om een zegen voor deze kerkdienst 3) votum betekent wijding. De dominee spreekt namens de gemeente uit dat wij alles voor deze dienst van God verwachten. Daarna spreekt hij een groet van God voor de gemeente uit. God belooft ons daarin Zijn zegen.
Zingen: Psalm 92: 1, 2 en 3 (NB) Waarlijk, dit is rechtvaardig / dat men den HERE prijst, dat men Hem eer bewijst: / zijn naam is eerbied waardig. Wij loven in de morgen / uw goedertierenheid, ook als de nacht zich spreidt / houdt ons uw hand geborgen. Gezegend zal Hij wezen / die ons bij name riep, die zelf de adem schiep / waarmee Hij wordt geprezen; laat alom musiceren, / met stem en instrument, maak wijd en zijd bekend / de grote naam des HEREN. Gij hebt mij door uw daden, / o HERE God, verheugd. Mijn hart is vol van vreugd, / ik juich om uw genade. Hoe groot zijn uwe werken, / de werken uwer hand, Gij houdt het volk in stand. / Gij zult hun hart versterken. Lezing van Gods gebod 4) Zingen: Lied 243 (OTH) Heer, ik kom tot U, hoor naar mijn gebed. Vergeef mijn zonden nu en reinig mijn hart. Met Uw liefde, Heer, kom mij tegemoet, nu ik mij tot U keer, en maak alles goed. Zie mij voor U staan, zondig en onrein. O Jezus raak mij aan, van U wil ik zijn. Jezus, op Uw Woord, vestig ik mijn hoop. U leeft en U verhoort mijn bede tot U. 4) Elke zondagmorgen horen we de Tien geboden. Die laten ons zien hoe het leven er uit ziet, zoals God dat bedoelt. We worden ons dan ook weer bewust hoe vaak we daarin tekortschieten. Maar we mogen weten dat er bij God vergeving is door Jezus Christus.
Gebed om verlichting met de Heilige Geest 5) Bijbellezing Jeremia 32: 1-27 Jeremia koopt een akker 1 Het woord dat van de HEERE tot Jeremia gekomen is in het tiende regeringsjaar van Zedekia, de koning van Juda. Dit jaar was het achttiende jaar van Nebukadnezar. 2 Het leger van de koning van Babel hield toen Jeruzalem belegerd, en de profeet Jeremia zat opgesloten op het binnenplein van de wacht dat bij het huis van de koning van Juda ligt, 3 waar Zedekia, de koning van Juda, hem had opgesloten en had gezegd: Waarom profeteert u: Zo zegt de HEERE: Zie, Ik ga deze stad in de hand van de koning van Babel geven en hij zal haar innemen, 4 en Zedekia, de koning van Juda, zal aan de hand van de Chaldeeën niet ontkomen, want hij zal zeker in de hand van de koning van Babel gegeven worden. Hij zal van mond tot mond met hem spreken en oog in oog met hem staan. 5 Hij zal Zedekia naar Babel doen gaan. Daar zal hij blijven, totdat Ik naar hem zal omzien, spreekt de HEERE. Wanneer u tegen de Chaldeeën strijdt, zult u niet voorspoedig zijn. 6 Jeremia zei: Het woord van de HEERE kwam tot mij: 7 Zie, Hanameël, de zoon van uw oom Sallum zal naar u toe komen en zeggen: Koop voor uzelf mijn akker die in Anathoth is, want u hebt het recht van lossing om hem te kopen. 8 Hanameël, de zoon van mijn oom, kwam, overeenkomstig het woord van de HEERE, naar mij toe op het binnenplein van de wacht. Hij zei tegen mij: Koop toch mijn akker die in Anathoth is, dat in het land van Benjamin is, want u hebt het recht van bezit en u hebt het recht van lossing. Koop hem voor uzelf! Toen wist ik dat dit het woord van de HEERE was. 9 Dus kocht ik van Hanameël, de zoon van mijn oom, de akker die in Anathoth is. Ik woog voor hem het geld af, zeventien sikkel zilver. 10 Ik ondertekende de koopbrief en verzegelde die, en liet door getuigen bevestigen dat ik het geld op een weegschaal had afgewogen. 11 Ik nam de koopbrief, die volgens het gebod en de verordeningen verzegeld was, en de opengelaten brief, 12 en gaf de koopbrief aan Baruch, de zoon van Neria, de zoon van Machseja, voor de ogen van Hanameël, de zoon van mijn oom, voor de ogen van de getuigen die de koopbrief hadden ondertekend, en voor de ogen van alle Judeeërs die op het binnenplein van de wacht zaten. 5) We vragen of God ons wil helpen met Zijn Geest bij het preken en luisteren.
13 Ik gaf Baruch voor hun ogen deze opdracht en zei: 14 Zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Neem deze brieven, deze koopbrief de verzegelde en deze opengelaten brief en doe ze in een aarden pot, zodat ze vele dagen in goede staat blijven. 15 Want zo zegt de HEERE van de legermachten, de God van Israël: Er zullen weer huizen en akkers en wijngaarden gekocht worden in dit land. Gebed van Jeremia 16 Ik bad tot de HEERE, nadat ik de koopbrief aan Baruch, de zoon van Neria, had gegeven: 17 Ach, Heere HEERE! Zie, Ú hebt de hemel en de aarde gemaakt door Uw grote kracht en door Uw uitgestrekte arm. Niets is voor U te wonderlijk. 18 U, Die goedertierenheid bewijst aan duizenden, Die de ongerechtigheid van de vaderen vergeldt in de schoot van hun kinderen na hen, U, grote, machtige God HEERE van de legermachten is Zijn Naam 19 groot van raad en machtig van daad (want Uw ogen zijn open over alle wegen van de mensenkinderen, om eenieder te geven overeenkomstig zijn wegen en overeenkomstig de vrucht van zijn daden), 20 U, Die tekenen en wonderen verricht hebt in het land Egypte tot op deze dag, in Israël en onder de andere mensen, en U hebt Uzelf een Naam gemaakt, zoals het heden ten dage is. 21 U leidde Uw volk Israël uit het land Egypte, met tekenen en met wonderen, met sterke hand, met uitgestrekte arm en grote ontzagwekkende daden. 22 U gaf hun dit land, dat U hun vaderen gezworen had hun te zullen geven, een land dat overvloeit van melk en honing. 23 Zij kwamen en namen het in bezit, maar zij hebben niet geluisterd naar Uw stem en hebben niet volgens Uw wet gewandeld. Alles wat U hun geboden had om te doen, hebben zij niet gedaan. Daarom hebt U al dit onheil over hen doen afroepen. 24 Zie de belegeringsdammen! Zij zijn bij de stad gekomen om haar in te nemen, en de stad is, vanwege het zwaard, de honger en de pest, in de hand van de Chaldeeën gegeven, die tegen haar strijden. Wat U gesproken hebt, is gebeurd. En zie, U ziet het. 25 Toch hebt U Zelf tegen mij gezegd, Heere HEERE: Koop voor uzelf die akker voor geld en laat het door getuigen bevestigen. De stad is echter in de hand van de Chaldeeën gegeven. Het antwoord van de HEERE 26 Toen kwam het woord van de HEERE tot Jeremia: 27 Zie, Ik ben de HEERE, de God van alle vlees. Zou ook maar iets voor Mij te wonderlijk zijn?
Zingen: Lied 186 (OTH) God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt, maakt Hij mij zijn wil bekend. Hij geeft elke dag nieuwe liefde, nieuwe kracht. Als ik mijn hand in zijn hand leg, wijst Hij mij de weg, wijst Hij mij de weg. Al moet ik door de wildernis Hij leidt mij. Hij toont mij een rivier in de woestijn. Alles zal ooit vergaan maar zijn liefde blijft bestaan en Hij maakt iets heel nieuws vandaag. -Refrein- God wijst mij een weg als ik zelf geen uitkomst zie. Langs wegen die geen mens bedenkt, maakt Hij mij zijn wil bekend. Hij geeft elke dag nieuwe liefde, nieuwe kracht. Als ik mijn hand in zijn hand leg, wijst Hij mij de weg, wijst Hij mij de weg. 2 e Bijbellezing Jeremia 32: 36-44 Het antwoord van de Heere 36 Welnu, daarom, zo zegt de HEERE, de God van Israël, van deze stad, waar u van zegt: Zij is door het zwaard, door de honger en door de pest in de hand van de koning van Babel gegeven: 37 Zie, Ik ga hen bijeenbrengen uit al de landen waarheen Ik hen in Mijn toorn, in Mijn grimmigheid en in grote verbolgenheid verdreven zal hebben, en Ik zal hen terugbrengen naar deze plaats en hen onbezorgd doen wonen. 38 Zij zullen Mij tot een volk zijn, en Ík zal hun tot een God zijn. 39 Ik zal hun één hart en één weg geven om Mij te vrezen, alle dagen, hun ten goede, en hun kinderen na hen.
40 Ik zal een eeuwig verbond met hen sluiten, dat Ik Mij van achter hen niet zal afwenden, opdat Ik hun goeddoe. En Ik zal Mijn vreze in hun hart geven, zodat zij niet van Mij afwijken. 41 Ik zal Mij over hen verblijden en hun goeddoen. En Ik zal hen in getrouwheid in dit land planten, met heel Mijn hart en met heel Mijn ziel. 42 Want zo zegt de HEERE: Zoals Ik al dit grote onheil over dit volk gebracht heb, zo zal Ik ook al het goede over hen brengen dat Ik over hen uitspreek. 43 Er zullen akkers gekocht worden in dit land, waarvan u zegt: Het is een woestenij, zodat er geen mens en geen dier meer is; het is in de hand van de Chaldeeën gegeven. 44 Men zal akkers kopen voor geld, de koopbrieven ondertekenen en verzegelen, en die door getuigen laten bevestigen in het land van Benjamin, in de omstreken van Jeruzalem, in de steden van Juda, in de steden van het Bergland, in de steden van het Laagland, en in de steden van het Zuiderland. Ik zal namelijk een omkeer brengen in hun gevangenschap, spreekt de HEERE. Moment voor de kinderen 6) De jongste kinderen gaan naar de oppas Zingen: Psalm 85: 1 en 4 Gij hebt Uw land, o HEER, die gunst betoond, Dat Jacobs zaad opnieuw in vrijheid woont; De schuld Uws volks hebt G' uit Uw boek gedaan; Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan; Gij vindt in gunst, en niet in wraak, Uw lust; De hitte van Uw gramschap is geblust. O heilrijk God, weer verder ons verdriet, Keer af Uw wraak, en doe Uw toorn te niet. Dan wordt genâ van waarheid blij ontmoet; De vrede met een kus van 't recht gegroet; Dan spruit de trouw uit d' aarde blij omhoog; Gerechtigheid ziet neer van 's hemels boog; Dan zal de HEER ons 't goede weer doen zien; Dan zal ons 't land zijn volle garven biên; Gerechtigheid gaat voor Zijn aangezicht, Hij zet z' alom, waar Hij Zijn treden richt. 6) De dominee richt zich in het kort tot de kinderen van de gemeente om uit te leggen waar het in de preek over gaat.
Verkondiging Een goede investering Vragen voor de kinderen 1. Hoe heet de profeet?... 2. Wat moet hij van God kopen?...... 3. Is het voor de profeet makkelijk om Gods woorden te geloven?...... 4. Wat doet de profeet als hij God niet begrijpt?......... 5. In de preek wordt het voorbeeld van een tegoedbon gebruikt. Weet je nog wat de dominee daarmee bedoelt?......... Zingen: Lied 167 (OTH) Zegen mij op de weg die ik moet gaan Zegen mij op de plek waar ik zal staan Zegen mij in alles, wat U van mij verlangt O God zegen mij alle dagen lang! Vader maak mij tot een zegen Ga mij niet voorbij Regen op mij met uw Geest Heer Jezus kom tot mij Als de Bron van leven Die ontspringt diep in mij Breng een stroom van zegen Waarin U zelf steeds mooier wordt voor mij
Zegen ons waar we in geloof voor leven Zegen ons waar we hoop en liefde geven Zegen om de ander tot zegen te zijn! O God zegen ons tot in eeuwigheid Vader maak ons tot een zegen Hier in de woestijn Wachtend op Uw milde regen Om zelf een bron te zijn Met een hart vol vrede Zijn wij zegenend nabij Van uw liefde delend Waarin wij zelf tot bron van zegen zijn Kinderen die de zondagschool gaan verlaten worden naar voren geroepen en krijgen een bijbel uitgereikt door Miranda Venema. Kinderen die de basiscatechese gaan verlaten worden naar voren geroepen en krijgen een geschenk uitgereikt door Monique Bouter. Gemeente zingt hen (staande) toe: Lied 159 (OTH) Ga met God en Hij zal met je zijn jou nabij op al je wegen met Zijn raad en troost en zegen. Ga met God en Hij zal met je zijn. Ga met God en Hij zal met je zijn bij gevaar, in bange tijden over jou Zijn vleugels spreiden Ga met God en Hij zal met je zijn Ga met God en Hij zal met je zijn tot wij weer elkaar ontmoeten in Zijn naam elkaar begroeten Ga met God en Hij zal met je zijn
Dankgebed en voorbede Inzameling van de gaven (muzikaal intermezzo tijdens collecte) Zingen: Lied 354 (OTH) Heer, wat een voorrecht om in liefde te gaan, schouder aan schouder in uw wijngaard te staan; samen te dienen, te zien wie U bent, want uw woord maakt uw wegen bekend. Refrein: Samen op weg gaan, dat is ons gebed, als een volk, dat juist daarvoor door U apart is gezet. Vol van uw liefde, genade en kracht, als een lamp die nog schijnt in de nacht. Samen te strijden in woord en in werk. Eén zijn in U, dat alleen maakt ons sterk, delen in vreugde, in zorgen, in pijn, als uw kerk, die waarachtig wil zijn. Refrein Zegen 7) Uitleidend orgelspel 7) De predikant geeft ons namens God de zegen mee. Deze woorden zijn een vaste wens en belofte van God, die geloofd wil worden: Hij gaat met ons mee.