Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Vergelijkbare documenten
Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Handleiding

Cursorbesturing en toetsenbord

Aanwijsapparaten en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Touchpad en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION DV6500 CTO

Aanwijsapparaten en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Uw gebruiksaanwijzing. HP PAVILION DV9870EA

Touchpad en toetsenbord

Cursorbesturing en toetsenbord

Toetsenbord en cursorbesturing

Toetsenbord en cursorbesturing

Touchpad en toetsenbord

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Handleiding

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

HP Mobile Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Toetsenbord en cursorbesturing

Externe apparaten Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt het gebruik van optionele externe apparaten beschreven.

HP ScrollSmart Mobile Remote Control (afstandsbediening, alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur Gebruikershandleiding

Externe apparatuur. Handleiding

HP Media Remote Control (alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Afstandsbediening (alleen bepaalde modellen)

Toetsenbord en cursorbesturing

Software-updates Gebruikershandleiding

Touchpad en toetsenbord

Externe apparatuur. Gebruikershandleiding

Geheugenmodules Gebruikershandleiding

Software-updates Handleiding

Schijfeenheden. Artikelnummer van document:

Setupprogramma Gebruikershandleiding

HP Mini Remote Control (afstandsbediening, alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

HP Media Remote Control (afstandsbediening, alleen bepaalde modellen) Gebruikershandleiding

Software-updates Gebruikershandleiding

Setupprogramma. Gebruikershandleiding

Externe-mediakaarten Gebruikershandleiding

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Externe-mediakaarten Gebruikershandleiding

Externe-mediakaarten Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Handleiding

Externemediakaarten Gebruikershandleiding

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Software-updates Handleiding

Multimedia Gebruikershandleiding

Multimedia Gebruikershandleiding

Multimedia Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Geheugenmodules. Artikelnummer van document: In deze handleiding wordt uitgelegd hoe u geheugen in de computer kunt vervangen en upgraden.

Externemediakaarten Gebruikershandleiding

Computer Setup (Computerinstellingen) Handleiding

Afstandsbediening. Gebruikershandleiding

Schijfeenheden. Gebruikershandleiding

Back-up en herstel Gebruikershandleiding

Notebookcomputer in vogelvlucht Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Schijfeenheden Gebruikershandleiding

Geheugenmodules. Gebruikershandleiding

Energiebeheer Gebruikershandleiding

Energiebeheer Gebruikershandleiding

Setupprogramma. Gebruikershandleiding

Transcriptie:

Cursorbesturing en toetsenbord Gebruikershandleiding

Copyright 2010 Hewlett-Packard Development Company, L.P. Microsoft en Windows zijn in de Verenigde Staten gedeponeerde handelsmerken van Microsoft Corporation. De informatie in deze documentatie kan zonder kennisgeving worden gewijzigd. De enige garanties voor HP producten en diensten staan vermeld in de expliciete garantievoorwaarden bij de betreffende producten en diensten. Aan de informatie in deze handleiding kunnen geen aanvullende rechten worden ontleend. HP aanvaardt geen aansprakelijkheid voor technische fouten, drukfouten of weglatingen in deze publicatie. Kennisgeving over het product In deze handleiding worden de voorzieningen beschreven die op de meeste modellen beschikbaar zijn. Mogelijk zijn niet alle voorzieningen op uw computer beschikbaar. Eerste editie, januari 2010 Artikelnummer: 606077-331

Inhoudsopgave 1 Cursorbesturing gebruiken Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen... 2 Touchpad gebruiken... 2 Muisbesturing gebruiken... 2 Externe muis aansluiten... 2 2 Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken... 3 Systeeminformatie weergeven (fn+esc)... 4 Slaapstand activeren (fn+f3)... 4 Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4)... 5 Oplaadinformatie accu weergeven (fn+f8)... 5 Helderheid van het scherm verlagen (fn+f9)... 5 Helderheid van het scherm verhogen (fn+f10)... 5 Omgevingslichtsensor instellen... 5 3 HP Quick Launch Buttons gebruiken Configuratiescherm Quick Launch Buttons openen... 9 Q-menu weergeven... 9 4 HP QuickLook 2 gebruiken QuickLook 2 configureren... 10 Handmatig informatie verzamelen... 11 QuickLook 2 gebruiken... 11 Meer informatie... 11 5 Toetsenblok gebruiken Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken... 13 Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen... 13 Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok... 13 Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken... 13 6 Touchpad en toetsenbord reinigen Index... 15 iii

iv

1 Cursorbesturing gebruiken Onderdeel Beschrijving (1) Muisbesturing Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. (2) Middenknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de middenknop op een externe muis. (3) Rechterknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. (4) Schuifzone van het touchpad Hiermee schuift u omhoog of omlaag. (5) Rechterknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de rechterknop op een externe muis. (6) Middenknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de middenknop op een externe muis. (7) Linkerknop van het touchpad Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. (8) Touchpad Hiermee kunt u de aanwijzer (cursor) verplaatsen en onderdelen op het scherm selecteren of activeren. 1

Onderdeel Beschrijving (9) Linkerknop van de EasyPoint-muisbesturing Deze knop heeft dezelfde functie als de linkerknop op een externe muis. OPMERKING: In deze tabel worden de fabrieksinstellingen beschreven. Als u de voorkeuren voor cursorbesturing wilt weergeven of wijzigen, selecteert u Start > Apparaten en printers. Klik daarna met de rechtermuisknop op het apparaat dat uw computer vertegenwoordigt en selecteer Muisinstellingen. Voorkeuren voor aanwijsapparaten instellen Selecteer Start > Apparaten en printers om Eigenschappen voor Muis te openen. Klik daarna met de rechtermuisknop op het apparaat dat uw computer vertegenwoordigt en selecteer Muisinstellingen. Via de eigenschappen voor de muis in Windows kunt u de instellingen voor cursorbesturingsapparaten aanpassen aan uw wensen. U kunt bijvoorbeeld de knopconfiguratie, kliksnelheid en opties voor de aanwijzer instellen. Touchpad gebruiken Als u de aanwijzer wilt verplaatsen, schuift u uw vinger over het oppervlak van het touchpad in de richting waarin u de aanwijzer wilt bewegen. Gebruik de knoppen van het touchpad zoals u de knoppen op een externe muis zou gebruiken. Als u omhoog en omlaag wilt schuiven met de verticale schuifzone van het touchpad, schuift u met uw vinger omhoog en omlaag over de lijnen. OPMERKING: Als u het touchpad gebruikt om de aanwijzer te verplaatsen, haalt u eerst uw vinger van het touchpad voordat u uw vinger op de schuifzone plaatst. Als u uw vinger doorschuift van het touchpad naar de schuifzone, wordt de schuiffunctie niet geactiveerd. Muisbesturing gebruiken Druk de EasyPoint-muisbesturing in de richting waarin u de aanwijzer op het scherm wilt verplaatsen. Gebruik de linker-, midden- en rechterknop van de EasyPoint-muisbesturing net zoals u de knoppen op een externe muis gebruikt. Externe muis aansluiten U kunt een externe USB-muis aansluiten op de computer via een van de USB-poorten op de computer. U kunt ook een externe muis aansluiten op het systeem via de poorten op een optioneel dockingapparaat. 2 Hoofdstuk 1 Cursorbesturing gebruiken

2 Toetsenbord gebruiken Hotkeys gebruiken Hotkeys zijn combinaties van de fn-toets (1) met de esc-toets (2) of met een van de functietoetsen (3). De pictogrammen op de toetsen f3, f4 en f8 tot en met f11 geven de functies van de hotkeys weer. Hotkeyfuncties en procedures voor hotkeys worden beschreven in de volgende gedeelten. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Functie Hotkey Systeeminformatie weergeven Slaapstand activeren Schakelen tussen het beeldscherm van de computer en een extern beeldscherm Informatie over accu weergeven Helderheid van het beeldscherm verlagen Helderheid van het beeldscherm verhogen Omgevingslichtsensor activeren fn+esc fn+f3 fn+f4 fn+f8 fn+f9 fn+f10 fn+f11 Hotkeys gebruiken 3

U voert als volgt een hotkeyopdracht uit met het toetsenbord van de computer: Druk kort op de fn-toets en druk vervolgens kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht. of Houd de fn-toets ingedrukt, druk kort op de tweede toets van de hotkeyopdracht en laat vervolgens beide toetsen tegelijk los. Systeeminformatie weergeven (fn+esc) Druk op fn+esc om informatie weer te geven over de hardwareonderdelen en het versienummer van het BIOS van het systeem. In de Windows-weergave van fn+esc wordt de versie van het BIOS (Basic Input-Output System) van het systeem weergegeven als de BIOS-datum. Bij sommige computermodellen wordt de BIOS-datum weergegeven in decimale notatie. De BIOS-datum wordt ook wel het versienummer van het systeem- ROM genoemd. Slaapstand activeren (fn+f3) VOORZICHTIG: te beperken. Sla uw werk op voordat u de slaapstand activeert, om het risico van gegevensverlies Druk op fn+f3 om de slaapstand te activeren. Wanneer de slaapstand wordt geactiveerd, worden de gegevens in het systeemgeheugen opgeslagen, wordt het scherm leeggemaakt en energie bespaard. Wanneer de computer in de slaapstand staat, knipperen de aan/uit-lampjes. De computer moet zijn ingeschakeld om de slaapstand te kunnen activeren. OPMERKING: Als de acculading een kritiek laag niveau bereikt terwijl de computer in de slaapstand staat, wordt automatisch de hibernationstand geactiveerd en worden de gegevens die zich in het geheugen bevinden op de vaste schijf opgeslagen. Standaard is ingesteld dat de hibernationstand wordt geactiveerd als de acculading kritiek laag is, maar u kunt deze instelling wijzigen met behulp van de optie Energiebeheer in het Configuratiescherm van Windows. Druk op Druk op de aan/uit-knop. om de slaapstand te beëindigen. De functie van de hotkey fn+f3 kan worden gewijzigd. U kunt bijvoorbeeld de hotkey fn+f3 zodanig instellen dat u hiermee de hibernationstand activeert in plaats van de slaapstand. OPMERKING: In alle vensters in het besturingssysteem Windows verwijst de term slaapstandknop naar de hotkey fn+f3. 4 Hoofdstuk 2 Toetsenbord gebruiken

Schakelen tussen beeldschermen (fn+f4) Druk op fn+f4 om te schakelen tussen de weergaveapparaten die op het systeem zijn aangesloten. Als bijvoorbeeld een monitor op de computer is aangesloten, wordt de weergave iedere keer dat u op fn +f4 drukt, overgeschakeld tussen het scherm van de computer, de monitor, en zowel het computerscherm als de monitor tegelijk. De meeste externe monitoren maken gebruik van de externe-vga-videostandaard om videogegevens van de computer te ontvangen. De hotkey fn+f4 kan ook de weergave overschakelen van en naar tussen andere apparaten die van de computer weergavegegevens ontvangen. De volgende video-overdrachtstypen (inclusief voorbeelden van de apparaten die deze gebruiken) worden ondersteund door de hotkey fn+f4: LCD (beeldscherm van de computer) externe VGA (de meeste externe monitoren) HDMI (televisies, camcorders, dvd-spelers, videorecorders en video-opnamekaarten met een HDMI-poort) OPMERKING: S-Video of samengestelde video wordt niet ondersteund, ook niet bij aansluiting op oudere dockingstations. Oplaadinformatie accu weergeven (fn+f8) Druk op fn+f8 om oplaadinformatie weer te geven over alle geïnstalleerde accu s. Op het scherm wordt zowel weergegeven welke accu s worden opgeladen als de resterende lading van elke accu. Helderheid van het scherm verlagen (fn+f9) Druk op fn+f9 om de helderheid van het scherm te verlagen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verlagen. Helderheid van het scherm verhogen (fn+f10) Druk op fn+f10 om de helderheid van het scherm te verhogen. Houd beide toetsen ingedrukt om de helderheid steeds verder te verhogen. Omgevingslichtsensor instellen De computer is voorzien van een ingebouwde lichtsensor die de helderheid van het beeldscherm automatisch aanpast aan het licht in de omgeving. U kunt de omgevingslichtsensor op twee manieren in- en uitschakelen: Door op fn+f11 te drukken. Door met de rechtermuisknop op het softwarepictogram voor de HP Quick Launch Buttons in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk te klikken en vervolgens op Sensor omgevingslicht in-/uitschakelen te klikken. Hotkeys gebruiken 5

U kunt de functie voor het in- en uitschakelen van de omgevingslichtsensor ook als volgt toevoegen aan het Q-menu: 1. Open het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons. 2. Klik op het tabblad Q Menu. 3. Selecteer de optie Toggle ALS (Sensor omgevingslicht in/uitschakelen) in de lijst Items to display on Q Menu (In Q-menu weer te geven onderdelen). 6 Hoofdstuk 2 Toetsenbord gebruiken

3 HP Quick Launch Buttons gebruiken Met HP Quick Launch Buttons kunt u snel veelgebruikte programma's, bestanden of websites openen. U kunt de fabrieksinstellingen gebruiken, die in de volgende tabel worden beschreven. U kunt de knoppen ook anders programmeren door het Q-menu in het configuratiescherm Quick Launch Buttons te openen. De Quick Launch-knoppen zijn onder andere de infoknop (1) en de presentatieknop (2). In de volgende tabel worden de fabrieksinstellingen voor de Quick Launch-knoppen beschreven. OPMERKING: De functies van de knoppen verschillen, afhankelijk van de software die op de computer is geïnstalleerd. Onderdeel Beschrijving (1) Infoknop Hiermee opent u het Informatiecentrum, dat sneltoetsen bevat voor voorzieningen als de volgende: OPMERKING: Sommige vermelde voorzieningen zijn mogelijk niet aanwezig op uw computermodel. HP Wireless Assistant HP ProtectTools Suite HP 3D DriveGuard HP Recovery Manager 7

Onderdeel Beschrijving HP Help en ondersteuning Accessoires voor HP notebookcomputer in vogelvlucht HP notebookcomputer in vogelvlucht Gebruikershandleidingen voor HP producten HP Connection Manager HP Software Setup Presto! BizCard 5 (2) Presentatieknop Hiermee opent u het venster Presentation Options (Opties voor presentatie), waarin u veelgebruikte presentaties, bestanden, programma's of websites kunt openen. U kunt ook de beeldscherminstellingen aanpassen voor een optimale weergave. 8 Hoofdstuk 3 HP Quick Launch Buttons gebruiken

Configuratiescherm Quick Launch Buttons openen Met het Q-menu in het configuratiescherm Quick Launch Buttons kunt u eigen voorkeuren instellen voor de infoknop en de presentatieknop. Met beide knoppen kunt u veelgebruikte programma's openen. U kunt het configuratiescherm HP Quick Launch Buttons op de volgende manieren openen: Selecteer Start > Configuratiescherm > Hardware en geluiden > HP Quick Launch Buttons. of Klik op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik daarna met de rechtermuisknop op het pictogram HP Quick Launch Buttons en klik op Launch Q Menu (Q-menu openen). Adjust HP Quick Launch Button Properties (Eigenschappen HP Quick Launch Buttons aanpassen) Launch Q Menu (Q-menu openen) Turn Presentation On (Presentatie inschakelen) Turn Ambient Light Sensor Off (Omgevingslichtsensor uitschakelen) Q-menu weergeven Met het Q-menu heeft u snel toegang tot tot de instellingen van de Quick Launch Buttons. U geeft als volgt het Q-menu weer op het bureaublad: Klik op het pictogram Verborgen pictogrammen weergeven in het systeemvak aan de rechterkant van de taakbalk. Klik daarna met de rechtermuisknop op het pictogram HP Quick Launch Buttons en klik op Launch Q Menu (Q-menu openen). OPMERKING: Als u meer informatie wilt bekijken over een item in het Q-menu, klikt u op de knop Help in de rechterbovenhoek van het venster. Configuratiescherm Quick Launch Buttons openen 9

4 HP QuickLook 2 gebruiken Met HP QuickLook 2 kunt u de e-mailberichten, agenda, contactgegevens en taakgegevens in Microsoft Outlook bekijken zonder het besturingssysteem te openen. Nadat QuickLook 2 is geconfigureerd, krijgt u snel toegang tot belangrijke informatie wanneer de computer uit staat of in de hibernationstand staat, door op de infoknop te drukken. QuickLook 2 configureren Ga als volgt te werk om QuickLook 2 te configureren: 1. Open Microsoft Outlook. Voor QuickLook 2 zijn er twee pictogrammen op de werkbalk van Outlook: Via het pictogram QuickLook 2 Preferences (QuickLook 2 voorkeuren) kunt u voorkeuren instellen voor automatische verzameling van gegevens. Via het pictogram QuickLook Capture (QuickLook vastleggen) kunt u handmatig QuickLook 2-informatie vastleggen. OPMERKING: Voor de meeste taken zult u het pictogram QuickLook 2 Preferences gebruiken. 2. Klik op het pictogram QuickLook 2 Preferences (QuickLook 2 voorkeuren) op de werkbalk van Outlook. Het dialoogvenster QuickLook 2 Preferences verschijnt. 3. Stel de volgende voorkeuren in: Wanneer QuickLook 2 informatie van Outlook moet vastleggen en op de vaste schijf moet opslaan Welke typen gegevens moeten worden weergegeven voor uw kalender, contactpersonen, e- mail en taken 4. Schakel desgewenst de beveiliging in en stel een pincode (persoonlijk identificatienummer) in. 10 Hoofdstuk 4 HP QuickLook 2 gebruiken

Handmatig informatie verzamelen Ook als u QuickLook 2 heeft geconfigureerd voor het verzamelen van informatie met vaste intervallen, kunt u op elk gewenst moment Outlook-informatie verzamelen en opslaan, zo lang u bent aangemeld bij uw Outlook-account. QuickLook 2 gebruiken De functie van de infoknop verschilt, afhankelijk van de vraag of u QuickLook 2 al dan niet heeft geconfigureerd. Voordat u QuickLook 2 configureert, wordt met een druk op de infoknop het Informatiecentrum geopend, of de computer nu aan staat, is uitgeschakeld of zich in de slaapstand of de hibernationstand bevindt. Nadat u QuickLook 2 heeft geconfigureerd, wordt met een druk op de infoknop het Informatiecentrum of QuickLook 2 geopend, al naar gelang de toestand van de computer. Toestand van de computer Gedrag van de knop Uit Hiermee opent u QuickLook 2 Hibernationstand Hiermee opent u QuickLook 2 Aan Slaapstand Hiermee opent u Informatiecentrum Hiermee herstelt u de eerdere toestand van de computer Meer informatie Raadpleeg de helpfunctie van de QuickLook 2-software voor meer informatie over het configureren en gebruiken van QuickLook 2. Handmatig informatie verzamelen 11

5 Toetsenblok gebruiken De computer heeft een geïntegreerd numeriek toetsenblok en ondersteunt tevens een optioneel extern numeriek toetsenblok of een optioneel extern toetsenbord met een numeriek toetsenblok. OPMERKING: Uw computer kan er iets anders uitzien dan de in dit gedeelte afgebeelde computer. Onderdeel Beschrijving (1) fn-toets Druk op deze toets in combinatie met een functietoets of de esctoets om veelgebruikte systeemfuncties uit te voeren. (2) Geïntegreerd numeriek toetsenblok Deze toetsen kunt u laten werken als de toetsen op een extern numeriek toetsenblok. (3) Num lock-lampje Aan: num lock is aan. (4) nm lk-toets Als u op deze toets drukt in combinatie met de fn-toets, wordt het geïntegreerde numerieke toetsenbord ingeschakeld. 12 Hoofdstuk 5 Toetsenblok gebruiken

Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken U kunt de vijftien toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok op dezelfde manier gebruiken als de toetsen van een extern toetsenblok. Wanneer het geïntegreerde numerieke toetsenblok is ingeschakeld, voert u met elke toets van dit toetsenblok de functie uit die wordt aangegeven door het pictogram in de rechterbovenhoek van de toets. Geïntegreerd numeriek toetsenblok in- en uitschakelen Druk op fn+num lk om het geïntegreerde numerieke toetsenblok in te schakelen. Het num lock-lampje gaat aan.druk nogmaals op fn+num lk om de toetsen weer in hun standaardwerking te gebruiken. OPMERKING: Het geïntegreerde numerieke toetsenblok functioneert niet wanneer een extern toetsenbord of een extern numeriek toetsenblok is aangesloten op de computer of een optioneel dockingapparaat. Schakelen tussen functies van toetsen op het geïntegreerde toetsenblok U kunt tijdelijk schakelen tussen de standaardwerking van de toetsen van het geïntegreerde numerieke toetsenblok en de numerieke functie. Gebruik hiervoor de toets fn of de toetsencombinatie fn+shift. Als u de toetsenblokfunctie van een toetsenbloktoets wilt activeren wanneer het toetsenblok is uitgeschakeld, houdt u de fn-toets ingedrukt terwijl u op de toetsenbloktoets drukt. Wanneer het toetsenblok is ingeschakeld, gebruikt u de toetsenbloktoetsen als volgt tijdelijk als standaardtoetsen: Houd de fn-toets ingedrukt en druk op de toetsenbloktoets om kleine letters te typen. Houd de toetsen fn+shift ingedrukt om hoofdletters te typen. Optioneel extern numeriek toetsenblok gebruiken Voor de meeste externe numerieke toetsenblokken geldt dat de werking van de toetsen afhangt van het wel of niet ingeschakeld zijn van num lock (num lock is standaard uitgeschakeld). Bijvoorbeeld: Wanneer num lock is ingeschakeld, kunt u met de meeste toetsenbloktoetsen cijfers typen. Wanneer num lock is uitgeschakeld, werken de meeste toetsenbloktoetsen als pijltoetsen, page up-toets of page down-toets. Wanneer num lock op een extern toetsenblok wordt ingeschakeld, gaat het num lock-lampje op de computer branden. Wanneer num lock op een extern toetsenblok wordt uitgeschakeld, gaat het num lock-lampje op de computer uit. U schakelt als volgt num lock in of uit tijdens het werken op een extern toetsenblok: Druk op de toets num lk op het externe toetsenblok, niet op het toetsenbord van de computer. Geïntegreerd numeriek toetsenblok gebruiken 13

6 Touchpad en toetsenbord reinigen Als het touchpad vies of vettig wordt, is het mogelijk dat de aanwijzer onverwachte bewegingen gaat maken. U kunt dit vermijden door het touchpad te reinigen met een vochtige doek en uw handen regelmatig te wassen wanneer u met de computer werkt. WAARSCHUWING! Gebruik geen stofzuigeraccessoires om het toetsenbord te reinigen, om het risico van een elektrische schok of schade aan interne onderdelen te beperken. Een stofzuiger kan stofdeeltjes op het oppervlak van het toetsenbord achterlaten. Reinig het toetsenbord regelmatig om te voorkomen dat toetsen blijven steken en om stof, pluisjes en kruimels te verwijderen die onder de toetsen terechtkomen. U kunt een spuitbus met perslucht en een rietje gebruiken om lucht om en onder de toetsen te blazen en vuil te verwijderen. 14 Hoofdstuk 6 Touchpad en toetsenbord reinigen

Index A Aanwijsapparaten voorkeuren instellen 2 Acculading, informatie 5 B Beeldscherm beeld, schakelen 5 helderheid instellen, hotkeys 5 Beeldscherm, schakelen 5 C Cursorbesturing gebruiken 2 herkennen 1 E EasyPoint-muisbesturing gebruiken 2 EasyPoint-muisbesturing, herkennen 1 EasyPoint-muisbesturing, knoppen, herkennen 1, 2 F Fn-toets 3 Functietoetsen 3 H HDMI 5 Helderheid instellen, hotkeys 5 Hotkeys acculading, informatie 5 beschrijving 3 gebruiken 4 helderheid van beeldscherm verhogen 5 helderheid van beeldscherm verlagen 5 omgevingslichtsensor 3 schakelen tussen beeldschermen 5 slaapstand activeren 4 systeeminformatie weergeven 4 Hotkey voor systeeminformatie 4 HP QuickLook 2 10 I Infoknop 7 K Knoppen EasyPoint-muisbesturing 1, 2 infoknop 7 presentatie 8 Quick Launch 7 touchpad 1 M Muis, extern voorkeuren instellen 2 Muis, externe aansluiten 2 N Num lock, extern toetsenblok 13 O Omgevingslichtsensor instellen 3, 5 P Presentatieknop 8 Q Quick Launch Buttons 7 Quick Launch Buttons, configuratiescherm 7 S Schuifzones, van touchpad 1 Slaapstand, hotkey 4 T Toetsenblok, extern gebruiken 13 num lock 13 Toetsenblok, geïntegreerd gebruiken 13 herkennen 12 in- en uitschakelen 13 schakelen tussen functies van toetsen 13 Toetsenbordhotkeys, herkennen 3 Touchpad gebruiken 2 schuifzones 1 Touchpad,herkennen 1 Touchpadknoppen, herkennen 1 V Video-overdrachtstypen 5 Index 15