Gasabsorptiewarmtepomp 6 720 802 507-00.1O 6 720 808 005 (2013/12) BE Aanwijzingen voor de rookgasafvoer voor de installateur ogatherm Voor montage a.u.b. zorgvuldig lezen.
Inhoudsopgave Inhoudsopgave 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsinstructies.......... 3 1.1 Uitleg van de symbolen........................... 3 1.2 Veiligheidsaanwijzingen.......................... 3 2 Gebruik.............................................. 3 2.1 Algemeen...................................... 3 2.2 Gasabsorptiewarmtepompen...................... 3 2.3 Combinatie met rookgastoebehoren................ 3 2.4 Classificatie van de rookgasafvoertypen conform CEN................................... 4 3 Montage............................................. 6 3.1 Algemeen...................................... 6 3.2 Rookgasafvoer verticaal met basistoebehoren DO, DO-S...................................... 6 3.2.1 Uitbreiding met rookgastoebehoren................ 6 3.2.2 Rookgasafvoer op het dak........................ 6 3.2.3 Opstellingsplaats en lucht-/rookgasafvoersysteem.... 6 3.2.4 Opstelling van de inspectieopeningen............... 6 3.2.5 Afstandsmaten op het dak........................ 6 3.3 Rookgasafvoersysteem horizontaal met basistoebehoren WH, WS........................ 7 3.3.1 Uitbreiding met rookgastoebehoren................ 7 3.3.2 ucht-/rookgasafvoer C 13 via buitenmuur............ 7 3.3.3 ucht-/rookgasafvoer C 33 op het dak............... 7 3.3.4 Opstelling van de inspectieopeningen............... 7 3.4 Parallel aansluiting met basistoebehoren GA-K...... 7 3.5 Verbrandingslucht-/rookgasafvoerbuis op de gevel met basistoebehoren GAF-K................. 7 3.6 Rookgasafvoerbuis in schacht..................... 8 3.6.1 Inspectieopeningen.............................. 8 3.6.2 Eisen aan het rookgasafvoersysteem................ 8 3.6.3 Controle van de schachtmaten..................... 9 3.6.4 Reinigen van bestaande schachten en schoorstenen... 9 3.6.5 Bouwkundige eigenschappen van de schacht......... 9 4 Inbouwmaten (in mm)............................... 10 4.1 Horizontale aansluiting rookgasafvoerbuis......... 10 4.2 Verticale aansluiting rookgasafvoerbuis........... 11 5 engten rookgasafvoerbuis........................... 12 5.1 Algemeen.................................... 12 5.2 Bepaling van de lengten van de rookgasafvoerbuis.. 12 5.2.1 Analyse van de inbouwsituatie................... 12 5.2.2 Bepalen van de kengetallen..................... 12 5.2.3 Controle van de horizontale rookgasafvoerbuislengte (niet bij alle rookgasafvoersituaties!).............. 12 5.3 Rookgasafvoersituaties......................... 13 5.4 Voorbeeld voor de berekening van de rookgasafvoerbuislengten en met GA-K..................................... 23 2 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
Uitleg van de symbolen en veiligheidsinstructies 1 1 Uitleg van de symbolen en veiligheidsinstructies 1.1 Uitleg van de symbolen Waarschuwing Veiligheidsinstructies in de tekst worden aangegeven met een gevarendriehoek. Het signaalwoord voor de waarschuwing geeft het soort en de ernst van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd. De volgende signaalwoorden zijn vastgelegd en kunnen in dit document worden gebruikt: OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan. VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar lichamelijk letsel kan optreden. WAARSCHUWING betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichamelijk letsel kan optreden. GEVAAR betekent dat zwaar tot levensgevaarlijk lichamelijk letsel zal optreden. Belangrijke informatie Belangrijke informatie zonder gevaar voor mens of materialen wordt met het nevenstaande symbool gemarkeerd. Aanvullende symbolen Symbool Betekenis Handeling Verwijzing naar een andere plaats in het document Opsomming Opsomming (2 e niveau) Tabel 1 1.2 Veiligheidsaanwijzingen Alleen wanneer deze installatiehandleiding wordt gerespecteerd, is een optimale werking gewaarborgd. Wijzigingen voorbehouden. Inbouw door een erkend installateur. Respecteer bij de montage van de ketel de bijbehorende installatiehandleiding. Gevaar bij rookgaslucht Ketel uitschakelen. Ramen en deuren openen. Informeer een erkend installateur. Opstelling, ombouw Ketel alleen door een erkende installateur laten opstellen en ombouwen. Rookgasafvoerende delen niet wijzigen. 2 Gebruik 2.1 Algemeen Informeer voor de inbouw van de cv-ketel en de rookgasafvoerbuizen bij de verantwoordelijke autoriteiten of er bezwaren bestaan. De rookgastoebehoren zijn onderdeel van de CE-toelating. Daarom mogen alleen originele rookgastoebehoren worden gebruikt. De oppervlaktetemperatuur op de verbrandingsluchtbuis is minder dan 85 C. Conform TRGI respectievelijk TRF zijn geen minimale afstanden tot brandbare bouwstoffen nodig. De voorschriften (BO, FeuVO) van de afzonderlijke deelstaten kunnen hiervan afwijken en wel minimale afstanden tot brandbare bouwstoffen voorschrijven. De toegestane maximale verbrandingslucht-/rookgasafvoerbuislengte is afhankelijk van de gasabsorptiewarmtepomp en het aantal bochten in de verbrandingslucht-/rookgasafvoerbuis. De berekening vindt u in hoofdstuk 5 vanaf pagina 12. De opstellingsruimte moet een opening naar buiten hebben met een vrije doorlaat van 150 cm 2 of 2 75 cm 2 plus zelfsluitende en afsluitbare, dichte deuren (TRGI2008). Een gesloten deurvlak en een kozijndichting rondom verdienen aanbeveling. 2.2 Gasabsorptiewarmtepompen Gasabsorptiewarmtepompen Artikelnummer G20/G25 7 738 100 302 Tabel 2 De genoemde toestellen zijn conform de EG-gastoestelrichtlijnen (90/396/EG, 92/42/EWG, 2006/95/EG, 2004/108/EG) en EN677 getest en toegelaten. 2.3 Combinatie met rookgastoebehoren Voor de rookgasafvoer van de gasabsorptiewarmtepompen kunnen de volgende rookgastoebehoren worden gebruikt: Rookgastoebehoren concentrische buis Ø 80/125 mm Rookgastoebehoren parallelle buis Ø 80 mm Rookgastoebehoren parallelle buis Ø 110 mm Voor de rookgasafvoer cascade van de gasabsorptiewarmtepompen kunnen de volgende rookgastoebehoren worden gebruikt: Rookgastoebehoren concentrische buis Ø 110 mm Rookgastoebehoren concentrische buis Ø 125 mm Rookgastoebehoren concentrische buis Ø 160 mm De identificatie van de rookgastoebehoren en de bestelnummers van de originele rookgastoebehoren zijn opgenomen in de actuele prijslijst. De rookgasadapter Ø 80/80 mm op concentrische buis Ø 80/125 mm ([2] in afb. 7 op pagina 10) en de concentrische buis met meetopening Ø 80/125 mm ([3] in afb. 7 op pagina 10) zijn niet meegeleverd met de gasabsorptiewarmtepomp en kunnen afzonderlijk worden besteld. ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 3
2 Gebruik 2.4 Classificatie van de rookgasafvoertypen conform CEN Rookgasafvoer met concentrische buis Rookgasafvoer met parallelle buizen C 13 WH/WS (beperkte installatieomstandigheden) C 33 DO DO-S C 43 AS-K C 53 GA-K GAF-K C 83 Tabel 3 4 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
Gebruik 2 Rookgasafvoer met concentrische buis Rookgasafvoer met parallelle buizen C 93 GA-K B 23 B 23p GA GN B 33 Tabel 3 GA-X met GA-K GA-X met AS-K ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 5
3 Montage 3 Montage 3.1 Algemeen Installatiehandleidingen van de rookgastoebehoren respecteren. Horizontale rookgasafvoerbuis met 3 stijging (= 5,2 %, 5,2 cm per meter) in de rookgasdoorstroomrichting installeren. In vochtige ruimten de verbrandingsluchtbuis isoleren. Inspectieopeningen zodanig inbouwen, dat deze goed toegankelijk zijn. Bij gebruik van boilers de afmetingen daarvan voor de installatie van de rookgastoebehoren respecteren. Voor de montage van de rookgastoebehoren: dichtingen op de moffen met oplosmiddelvrij vet (bijvoorbeeld Controcerin) licht invetten. Bij de montage van de rookgasafvoer-/verbrandingsluchtbuis rookgastoebehoren altijd tot aan de aanslag in de moffen schuiven. De opstellingsruimte moet een opening naar buiten hebben met een vrije doorlaat conform tab. 4 plus zelfsluitende en afsluitbare, dichte deuren (TRGI2008). Een gesloten deurvlak en een kozijndichting rondom verdienen aanbeveling. Aantal / Vrije doorlaag beluchtingsopening 1 150 cm 2 of 2 75 cm 2 2 180 cm 2 of 2 90 cm 2 3 220 cm 2 of 2 110 cm 2 Tabel 4 3.2 Rookgasafvoer verticaal met basistoebehoren DO, DO-S 3.2.1 Uitbreiding met rookgastoebehoren De rookgastoebehoren lucht-/rookgasafvoerbuis verticaal kan tussen de cv-ketel en de dakdoorvoer op iedere willekeurige plaats met de rookgastoebehoren concentrische buis, concentrische bocht (15-87 ) of concentrische buis met inspectieopening worden uitgebreid. 3.2.2 Rookgasafvoer op het dak Conform TRGI 2008 is een afstand van 0,4 m tussen de uitmonding van de rookgastoebehoren en het dakoppervlak voldoende, omdat het nominale warmtevermogen van de genoemde gasabsorptiewarmtepomp Buderus minder is dan 50 kw. 3.2.3 Opstellingsplaats en lucht-/rookgasafvoersysteem Conform TRGI 2008 gelden de volgende voorschriften: Opstelling van de gasabsorptiewarmtepomp in een ruimte, waarbij boven het plafond alleen nog de dakconstructie aanwezig is: Wanneer voor het plafond een brandweerstandsduur wordt vereist, dan moeten de leiding voor verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer in het gebied tussen de bovenkant van het plafond en de dakhuid een bekleding hebben, die ook deze brandweerstandsklasse heeft en bestaat uit niet brandbare bouwstoffen. Wanneer voor het plafond geen brandweerstandsduur wordt vereist, dan moeten de leiding voor verbrandingsluchttoevoer en rookgasafvoer van de bovenkant van het plafond tot de dakhuid in een schacht van niet-brandbaar, vormvast bouwstof worden opgenomen of in een metalen beschermbuis (mechanische bescherming). Wanneer door de leidingen voor de verbrandingsluchtaanvoer en de rookgasafvoer in het gebouw verdiepingen worden overbrugd, dan moeten de leidingen buiten de opstellingsruimte in een schacht met een brandweerstandsklasse van minimaal 90 minuten worden geïnstalleerd en bij woongebouwen van geringe hoogte van minimaal 30 minuten. In gebouwen van klasse 1 en 2 met slechts één wooneenheid is voor de schacht geen brandweerstandsklasse nodig. 3.2.4 Opstelling van de inspectieopeningen Bij samen met de gasvuurhaard geteste rookgasafvoersystemen tot 4 m lengte is een inspectieopening voldoende. De onderste inspectieopening van het verticale deel van de rookgasafvoerbuis mag als volgt worden opgesteld: in het verticale deel van de rookgasafvoer direct boven de aansluiting met het verbindingsstuk of aan de zijkant in het verbindingsstuk ten hoogste op 0,3 m afstand van de bocht naar het verticale deel van de rookgasafvoer of op de kopse kant van een recht verbindingsstuk ten hoogste op 1 m afstand van de bocht naar het verticale deel van de rookgasafvoer. Rookgasafvoersystemen, die niet vanuit de uitmonding kunnen worden gereinigd, moeten een extra bovenste inspectieopening hebben tot max. 5 m onder de uitmonding. Verticale delen van rookgasafvoerbuizen, die schuin verlopen meer dan 30 tussen de horizontaal en de verticaal, hebben op een afstand van maximaal 0,3 m tot de knikpunten inspectieopeningen nodig. Bij verticale delen kan de bovenste inspecie-opening komen te vervallen, wanneer: het verticale deel van het rookgasafvoersysteem ten hoogste eenmaal tot 30 schuin wordt geïnstalleerd en de onderste inspectieopening niet meer dan 15 m van de uitmonding verwijderd ligt. Inspectieopeningen zodanig inbouwen, dat deze goed toegankelijk zijn. 3.2.5 Afstandsmaten op het dak Plat dak Afb. 1 Voor het aanhouden van de minimale afstanden op het dak bestaat er bij Buderus een uitvoering met een uitmonding op 1 m afstand van het dak. Respecteer hier de nationale voorschriften. Brandbare bouwstoffen Niet-brandbare bouwstoffen X 1500 mm 500 mm Tabel 5 X 6 720 612 662-16.1O 6 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
Montage 3 Schuin dak 3.3.2 ucht-/rookgasafvoer C 13 via buitenmuur De verschillende voorschriften voor wat betreft max. toegestaan cvvermogen (bijvoorbeeld TRGI 2008, TRF 1996, BO, FeuVo) respecteren. De minimale afstandsmaten tot vensters, deuren, uitstekende wanden en onder elkaar aangebrachte rookgasuitmondingen respecteren. De uitmonding van de concentrische buis mag conform TRGI en BO niet in een schacht onder het maaiveld worden gemonteerd. 3.3.3 ucht-/rookgasafvoer C 33 op het dak Bij lokale bedekking moeten de minimale afstanden conform TRGI worden aangehouden. Een afstand van 0,4 m tussen de uitmonding van de rookgastoebehoren en het dakoppervlak is voldoende, omdat het nominale warmtevermogen van de genoemde gasabsorptiewarmtepomp op gas minder is dan 50 kw. De uitmonding van de rookgastoebehoren moet ten opzichte van dakelementen, openingen naar ruimten en niet beschermde bouwdelen van brandbare bouwstoffen, uitgezonderd dakbedekkingen, minimaal 1 m uitsteken of op minimaal 1,5 m afstand daarvan liggen. Afb. 2 A B 400 mm, in sneeuwrijke gebieden 500 mm 667 mm (afhankelijk van de toebehoren) 45,in sneeuwrijke gebieden 30 Tabel 6 De schuine dakpannen zijn voor dakhellingen tussen 15 en 55 geschikt, afhankelijk van de variant. 1 < 1,5 Afb. 3 Minimale afstanden tot vensters bij bouwset DO (voorbeelden conform de MuFeuVO); (maten in m) * Geen bijzondere afstand nodig 3.3 Rookgasafvoersysteem horizontaal met basistoebehoren WH, WS 3.3.1 Uitbreiding met rookgastoebehoren De rookgastoebehoren WH/WS kan tussen de cv-ketel en de muurdoorvoer op iedere willekeurige plaats met de rookgastoebehoren concentrische buis, concentrische bocht (15-87 ) of concentrische buis met inspectieopening worden uitgebreid. * > 1,5 1 < 1,5 6 720 619 379-68.3O 3.3.4 Opstelling van de inspectieopeningen Bij samen met de gasvuurhaard geteste rookgasafvoersystemen tot 4 m lengte is een inspectieopening voldoende. In horizontale delen van rookgasafvoerbuizen/verbindingsstukken moet minimaal één inspectie-opening worden uitgevoerd. De maximale afstand tussen de inspectie-openingen is 4 m. Inspectie-openingen moeten op bochten groter dan 45 worden voorzien. Voor horizontale delen/verbindingsstukken is in totaal één inspectieopening voldoende, wanneer het horizontale deel voor de inspectieopening niet langer is dan 2 m en de inspectieopening zich in het horizontale deel op maximaal 0,3 m afstand van het verticale deel bevindt, en in het horizontale deel voor de inspectieopening niet meer dan twee bochten aanwezig zijn. Eventueel is een extra inspectieopening in de nabijheid van de vuurhaard nodig, wanneer veegresten niet in de vuurhaard terecht mogen komen. 3.4 Parallel aansluiting met basistoebehoren GA-K De parallelle aansluiting bij de genoemde ketels is met rookgastoebehoren GA-K mogelijk. De verbrandingsluchtbuis wordt met een buis Ø 80 mm uitgevoerd. Een montagevoorbeeld wordt getoond in Afb. 18 op pagina 19. 3.5 Verbrandingslucht-/rookgasafvoerbuis op de gevel met basistoebehoren GAF-K De rookgastoebehoren GAF-K kan tussen de verbrandingsluchtaanzuiging en de dubbele steekmof of de uitmondingsafsluiting op iedere willekeurige plaats met de rookgastoebehoren concentrische buis, concentrische bocht (15-87 ) worden uitgebreid wanneer de vergbrandingsluchtbuis daarvan wordt omgestoken. Ook kan de rookgastoebehoren inspectieopening worden toegepast. Een montagevoorbeeld wordt getoond in Afb. 19 op pagina 20. ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 7
3 Montage 3.6 Rookgasafvoerbuis in schacht 3.6.1 Inspectieopeningen Conform DIN 18160-1 en DIN 18160-5 moeten rookgasafvoersystemen voor open bedrijf gemakkelijk en goed te controleren en eventueel te reinigen zijn. Hiervoor moeten inspectieopeningen worden ingepland ( afb. 4). Bij de opstelling van de inspectieopeningen (reinigingsopeningen) moeten behalve de eisen conform DIN 18160-5 ook de geldende nationale bouwverordeningen worden aangehouden. Hiervoor adviseren wij overleg te plegen met de verantwoordelijke autoriteiten. Opstelling van de bovenste inspectie-opening Een bovenste inspecie-opening kan komen te vervallen, wanneer: de onderste inspectieopening niet meer dan 15 m van de uitmonding verwijderd ligt, het verticale deel van de rookgasafvoerbuis maximaal eenmaal met 30 schuin is geïnstalleerd, de onderste inspectieopening conform DIN 18160-1 en 18160-5 is uitgevoerd ( afb. 4). Voor en na iedere bocht van meer dan 30 is een extra inspectieopening nodig. Voor de bovenste inspectieopening moet een staplateau van minimaal 0,5 m 0,5 m conform DIN 18160-5 worden uitgevoerd. Inspectieopeningen voor de bouwsets DO en AS-K Bij voldoende montageplaats moet een inspectieopening worden voorzien. Wanneer de montageruimte niet voldoende is, kan bij bouwlengten minder dan 4 m na overleg met de autoriteiten de inspectieopening komen te vervallen. In dit geval zijn de meetopeningen aan het aansluitstuk voldoende. De gebruiksgereedheid van de rookgasafvoerinstallatie is met metingen aantoonbaar. Via de meetopeningen op het aansluitstuk kan ook een endoscoop voor visuele controle worden gebruikt. Wanneer geen inspectie-opening aanwezig is, moet bij een benodigde reiniging de rookgasafvoerinstallatie met veel extra inspanning worden gedemonteerd. < 15 30 Opstelling van de onderste inspectie-opening Bij aansluiting van de gasabsorptiewarmtepompen en op een rookgasafvoerleiding moet een onderste inspectie-opening worden uitgevoerd in het verticale deel van de rookgasafvoerbuis direct boven de rookgasbocht, op de kopse kant in het rechte, horizontale deel van de rookgasafvoerbuis ten hoogte op 1 m afstand van de bocht naar het verticale deel, voor zover daartussen geen bocht aanwezig is ( afb. 4) of aan de zijkant in het horizontale deel van de rookgasafvoerbuis ten hoogte op 30 cm afstand van de bocht naar het verticale deel. Bij de aansluiting van de gasabsorptiewarmtepomp op een vochtongevoelig rookgasafvoersysteem (AS) moet de onderste inspectieopening onder de onderste aansluiting op de bodem van het verticale deel van het vochtongevoelige rookgasafvoersysteem (AS) worden opgenomen. Voor de onderste inspectieopening moet een staplateau van minimaal 1 m 1 m conform DIN 18160-5 worden uitgevoerd. Afb. 4 PR 1 Voorbeeld voor de opstelling van de inspectieopening (maten in m) Inspectie-opening 3.6.2 Eisen aan het rookgasafvoersysteem Wanneer de rookgasafvoerbuis in een bestaande schacht wordt ingebouwd, dan moeten eventueel aanwezige aansluitopening dicht worden afgesloten. De schacht moet bestaan uit niet-brandbare, vormvaste bouwstoffen en een brandweerstandsduur van minimaal 90 minuten hebben. Bij gebouwen met geringe hoogte is een brandweerstandsduur van 30 minuten voldoende. In gebouwen van klasse 1 en 2 met slechts één wooneenheid is voor de schacht geen brandweerstandsklasse nodig. PR 6 720 800 507-20.2O 8 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
Montage 3 3.6.3 Controle van de schachtmaten Voor de installatie van de rookgasafvoerbuis Controleer of de schacht voldoet aan de maatvoering voor de voorgeschreven toepassing. Wanneer de maten a min of D min worden onderschreden, is de installatie niet toegestaan. De maximale schachtmaten mogen niet overschreden worden, omdat anders de rookgastoebehoren in de schacht niet meer bevestigd kunnen worden. Afb. 5 Afb. 6 Rechthoekige doorsnede Rookgasafvoer a min a max Ø 80 mm 120 mm 350 mm Ø 80/125 mm 160 mm 400 mm Tabel 7 Ronde doorsnede Rookgasafvoer D min D max Ø 80 mm 140 mm 400 mm Ø 80/125 mm 160 mm 450 mm Tabel 8 a Ø D 6 720 603 557-02.3O 6 720 603 557-03.3O Om een behandeling van de schacht te vermijden: open bedrijf kiezen of verbrandingslucht via concentrische buis in de schacht respectievelijk parallelle buis van buiten aanzuigen. 3.6.5 Bouwkundige eigenschappen van de schacht Rookgasafvoerbuis naar schacht als enkele buis met basisbouwset GN, GA (B 23, B 23p ) ( afb. 10, afb. 11, afb. 12) De rookgasafvoerbuis moet binnen de schacht over de gehele hoogte verlucht zijn. De inlaatopening van de verluchting (minimaal 75 cm 2 ) moet in de opstellingsruimte van de stookinstallatie worden voorzien en worden afgedekt met een luchtrooster. Rookgasafvoerbuis naar schacht als concentrische buis met basispakket GA-X (B 33 ) ( afb. 13, afb. 14) De rookgasafvoerbuis moet binnen de schacht over de gehele hoogte verlucht zijn. De inlaatopening van de verluchting (minimaal 75 cm 2 ) moet in de opstellingsruimte van de stookinstallatie worden voorzien en worden afgedekt met een luchtrooster. Verbrandingsluchttoevoer via concentrische buis in de schacht met basisbouwset DO, DO-S (C 33 ) ( afb. 15, afb. 16) De verbrandingslucht wordt toegevoerd via de ringspleet van de concentrische buis in de schacht. De schacht is niet meegeleverd. Er mag geen opening voor de verluchting van de schacht worden aangebracht. Een luchtrooster is niet nodig. Rookgasafvoerbuis naar de schacht als concentrische buis met basisbouwsets GA-K en GA-K (C 53 ) ( afb. 19) De rookgasafvoerbuis moet binnen de schacht over de gehele hoogte verlucht zijn. De inlaatopening van de verluchting (minimaal 75 cm 2 ) moet in de opstellingsruimte van de stookinstallatie worden voorzien en worden afgedekt met een luchtrooster. Verbrandingsluchttoevoer door de schacht in tegenstroomprincipe basisbouwset GA-K (C 93 ) ( afb. 20, afb. 21) De verbrandingslucht wordt toegevoerd als tegenstroom langs de rookgasafvoerbuis in de schacht. De schacht is niet meegeleverd. Er mag geen opening voor de verluchting van de schacht worden aangebracht. Een luchtrooster is niet nodig. 3.6.4 Reinigen van bestaande schachten en schoorstenen Rookgasafvoer in verluchte schacht Wanneer de rookgasafvoer in een verluchte schacht wordt uitgevoerd (afb. 10, afb. 11, afb. 13, afb. 14, afb. 18), dan is reiniging niet nodig. ucht-, rookgasafvoer in tegenstroom Wanneer de verbrandingsluchttoevoer door de schacht in tegenstroom plaatsvindt (afb. 20, afb. 21), dan moet de schacht als volgt worden gereinigd: Vroeger gebruik van de schoorsteen/schacht Ventilatieschacht Rookgasafvoer bij gasverbranding Rookgasafvoer bij olie of vaste brandstof Tabel 9 Benodigde reiniging Grondige mechanische reiniging Grondige mechanische reiniging Grondige mechanische reiniging; het dichtmaken van de oppervlakken, om uitwaseming van de verbrandingsresten (bijvoorbeeld zwavel) in de verbrandingslucht te voorkomen ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 9
4 Inbouwmaten (in mm) 4 Inbouwmaten (in mm) 4.1 Horizontale aansluiting rookgasafvoerbuis Voor afvoer van het condenswater: Horizontale rookgasafvoerbuis met 3 stijging (= 5,2 %, 5,2 cm per meter) in de rookgasdoorstroomrichting installeren. De horizontale rookgasafvoerbuisaansluiting wordt gebruikt bij: Rookgasafvoer in de schacht conform B 23, B 23p, B 33, C 33, C 53, C 93 Horizontale rookgasafvoer conform C 13, C 33 Cascade 50 1 5,2 % K S 4 450 210 120 913 3 1278 935 5 6 690 800 1 2 450 848 450 6 720 802 507-01.1O Afb. 7 Rookgasafvoer Ø 80/125 mm of Ø 80 mm (maten in mm) [1] Bocht 87 Ø 80/125 mm [2] Rookgasadapter Ø 80/80 mm op concentrische buis Ø 80/ 125 mm [3] Concentrische buis met meetopeningen Ø 80/125 mm [4] Concentrische buis Ø 80/125 mm [5] Rookgasaansluiting Ø 80 mm [6] Verbrandingsluchtaansluiting Ø 80 mm S Rookgasafvoer Ø 80 mm K Rookgasafvoer Ø 80/125 mm 15-24 cm 110 mm 155 mm 24-33 cm 115 mm 160 mm 33-42 cm 120 mm 165 mm 42-50 cm 125 mm 170 mm Tabel 10 10 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
Inbouwmaten (in mm) 4 4.2 Verticale aansluiting rookgasafvoerbuis 4 450 210 120 913 3 1278 935 5 6 690 800 1 2 450 848 450 6 720 802 507-02.2T Afb. 8 Plat dak 4 450 210 120 913 3 935 1278 5 6 690 1 2 800 450 848 450 6 720 802 507-03.2T Afb. 9 Schuin dak egenda bij afb. 8 en 9: [1] Bocht 87 Ø 80/125 mm [2] Rookgasadapter Ø 80 mm op concentrische buis Ø 80/125 mm [3] Concentrische buis met meetopeningen Ø 80/125 mm [4] ucht-/rookgasafvoersysteem verticaal Ø 80/125 mm [5] Rookgasaansluiting Ø 80 mm [6] Verbrandingsluchtaansluiting Ø 80 mm ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 11
5 engten rookgasafvoerbuis 5 engten rookgasafvoerbuis 5.1 Algemeen De gasabsorptiewarmtepomp zijn uitgevoerd met een ventilator, die de rookgassen door de rookgasafvoerbuis transporteert. Stromingsweerstanden remmen de rookgassen af in de rookgasafvoerbuis. Daarom mogen de rookgasafvoerbuizen een bepaalde lengte niet overschrijden, om een veilige afvoer naar buiten toe te waarborgen. Deze lengte is de maximale, equivalente buislengte equiv,max. Deze is afhankelijk van de cv-ketel, de rookgasafvoer en de rookgasafvoerbuizen. In bochten is de stromingsweerstand groter dan in rechte lengte. Daarom wordt daar een equivalente lengte aan toegekend, die groter is dan de fysische lengte. Uit de som van de horizontale en verticale buislengte en de equivalente lengten van de gebruikte bochten resulteert de equivalente lengte van een rookgasafvoer equiv. Deze totale lengte moet kleiner zijn dan de maximale equivalente buislengte e,max. Bovendien mag in vele rookgassituaties de lengte van de horizontale rookgasafvoerbuisdelen 1 een bepaalde waarde 1,max niet overschrijden. 5.2 Bepaling van de lengten van de rookgasafvoerbuis 5.2.1 Analyse van de inbouwsituatie Uit de aanwezige inbouwsituatie de volgende grootheden bepalen: Soort rookgasafvoerbuisinstallatie Uitvoering conform CEN Gasabsorptiewarmtepomp Horizontale rookgasafvoerbuislengte 1 Verticale rookgasafvoerbuislengte s Aantal extra 87 -bochten in rookgasafvoerbuis Aantal 15 -, 30 - en 45 -bochten in rookgasafvoerbuis 5.2.2 Bepalen van de kengetallen De volgende rookgasafvoersystemen kunnen aanwezig zijn: Rookgasafvoer in schacht ( tab. 11, 12, 13, 15, 16, 17, 19) Rookgasafvoer horizontaal/verticaal ( tab. 14) Rookgasafvoer op de gevel ( tab. 18) Rookgasafvoer bij cascade ( tab. 20) Uit de betreffende tabel afhankelijk van het rookgasafvoersysteem conform CEN, gasabsorptiewarmtepomp en diameter rookgasafvoerbuis de volgende waarden bepalen: Maximale equivalente buislengte equiv,max Equivalente buislengten van de bochten Eventueel maximale horizontale buislengte 1,max 5.2.3 Controle van de horizontale rookgasafvoerbuislengte (niet bij alle rookgasafvoersituaties!) De horizontale rookgasafvoerbuislengte w moet kleiner zijn dan de maximale horizontale rookgasafvoerbuislengte 1,max : 1 1,max 12 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
A engten rookgasafvoerbuis 5 5.3 Rookgasafvoersituaties Rookgasafvoer in schacht conform B23, B 23p Ketel Met starre rookgasafvoerbuis ( afb. 10) Met flexibele rookgasafvoerbuis ( afb. 11) max Equivalente lengten van de extra bochten 1) 87 15-45 1,max 35 3 1 0,5 27 3 3 1,5 Tabel 11 Buislengten bij C 23 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80 Ø 80 Ø 80 Ø 80 1 1 6 720 802 507-06.1O 6 720 802 507-07.1O Afb. 10 Montagevarianten met de bouwset GA Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Afb. 11 Montagevarianten met de bouwset GA + UB-flex Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 13
5 engten rookgasafvoerbuis Rookgasafvoer in schacht (ander fabrikaat) conform B 23 Equivalente lengten van de extra bochten Ketel Tabel 12 Buislengten bij C 23 max Moet afzonderlijk worden berekend: bij 10 m lange verbindingsbuis met 4 90 -bochten en 2 45 -bochten blijft 40 Pa restopvoerhoogte aan de schachtingang 87 15-45 1,max 10 max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80 1 Afb. 12 Montagevarianten met de bouwset GN Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis 6 720 802 507-22.2T 14 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
A engten rookgasafvoerbuis 5 Rookgasafvoer in schacht conform B 33 Ketel Met starre rookgasafvoerbuis ( afb. 13) Met flexibele rookgasafvoerbuis ( afb. 14) max Equivalente lengten van de extra bochten 1) 87 15-45 1,max 30 3 2 1 22 3 3 1,5 Tabel 13 Buislengten bij B 33 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80 Ø 80 Ø 80/125 Ø 80/125 1 1 6 720 647 921-08.1O 6 720 802 507-09.1O Afb. 13 Montagevarianten met de bouwset GA-X Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Afb. 14 Montagevarianten met de bouwset GA-X + ÜB-Flex Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 15
5 engten rookgasafvoerbuis Rookgasafvoersysteem verticaal Ø 80/125 mm conform C 33 Ketel verticaal max Equivalente lengten van de extra bochten 1) 87 15-45 17,5 2 1 Tabel 14 Buislengten bij C 33 1) Met 87 -bochten op de ketel en de steunbochten in schacht is al in de maximale lengte rekening gehouden. max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 6 720 802 507-10.1O Afb. 15 Montagevarianten met de bouwset DO Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 16 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
engten rookgasafvoerbuis 5 Rookgasafvoer met concentrische buis in schacht conform C 33 Equivalente lengten van de extra bochten 1) Ketel max 87 15-45 1,max 13 3 2 1 Tabel 15 Buislengten bij C 33 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80/125 Ø 80/125 1 6 720 802 507-11.2O Afb. 16 Montagevarianten met de bouwset DO-S Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 17
5 engten rookgasafvoerbuis Rookgasafvoer met AS (ander fabrikaat) conform C 43 Equivalente lengten van de extra bochten Ketel Tabel 16 Buislengten bij C 43 max Moet afzonderlijk worden berekend: bij 10 m lange verbindingsbuis met 4 90 -bochten en 2 45 -bochten blijft 20 Pa restopvoerhoogte aan de schachtingang 87 15-45 1,max 10 max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80/125 1 6 720 802 507-21.2O Afb. 17 Montagevarianten met de bouwset AS-K Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis 18 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
engten rookgasafvoerbuis 5 Parallelle buizen in schacht conform C 53 Ketel Schachtdoorsnede Equivalente lengten van de extra bochten 1) [mm] max 1,max 87 15-45 3,max 120 120 30 3 3 2 1 Tabel 17 Buislengten bij C 53 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis 3,max Maximale horizontale lengte van de toevoerluchtleiding Ø 80 Ø 80 Ø 80 3 1 Afb. 18 Montagevarianten met de bouwset GA-K Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis 3 Horizontale lengte van de toevoerluchtleiding 6 720 802 507-12.2O ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 19
5 engten rookgasafvoerbuis Rookgasafvoersysteem op de gevel conform C 53 Ketel max Equivalente lengten van de extra bochten 1) 87 15-45 1,max 30 3 2 1 Tabel 18 Buislengten bij C 53 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80/125 Ø 80/125 1 1A 6 720 802 507-13.2O Afb. 19 Montagevarianten met de bouwset GAF-K Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis 1A Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis bij alternatieve luchtaanzuiging 20 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
engten rookgasafvoerbuis 5 Rookgasafvoer in schacht conform C 93 Equivalente lengten van de extra bochten 1) 2) max 87 15-45 1,max Ketel Met starre rookgasafvoerbuis Ø 80 mm ( afb. 20) 21 3 2 1 Met starre rookgasafvoerbuis Ø 110 mm ( afb. 20) 40 3 2 1 Met flexibele rookgasafvoerbuis Ø 80 mm ( afb. 21) 14 3 3 1,5 Tabel 19 Buislengten bij C 93 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. 2) min. Schachtmaat 140 mm 140 mm of Ø 160 mm max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Ø 80 Ø 80 Ø 110 Ø 80/125 Ø 80/125 1 1 6 720 802 507-14.2O 6 720 802 507-15.2O Afb. 20 Montagevarianten met de bouwset GA-K Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Afb. 21 Montagevarianten met de bouwset GA-K + ÜB-Flex Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 21
5 engten rookgasafvoerbuis Rookgasafvoer cascade Ketel Aantal toestellen Schacht [mm] D [ ] min max 1,max 2 180 180 of Ø 200 DN 125 5 35 2,5 3 200 200 of Ø 220 DN 160 6 50 2,5 Tabel 20 Buislengten bij cascade 1) Met de twee benodigde 87 -bochten per toestel is in de maximale lengte al rekening gehouden. Equivalente lengten van de extra bochten 1) 87 15-45 A [cm 2 ] 1 180 of 2 90 1 220 of 2 110 2 1 2 1 max Maximale totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1,max Maximale horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis D D 1,3 m 1 1,3 m 1,3 m 1 DN110 DN110 A DN110 A DN110 DN110 450 450 450 6 720 802 507-18.2O 6 720 802 507-23.1O Afb. 22 D Doorlaat rookgasafvoerbuis Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis Afb. 23 D Doorlaat rookgasafvoerbuis Totale bouwlengte van de rookgasafvoerbuis 1 Horizontale lengte van de rookgasafvoerbuis 22 ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12)
engten rookgasafvoerbuis 5 5.4 Voorbeeld voor de berekening van de rookgasafvoerbuislengten en met GA-K 140 45 = 1 m 45 = 1 m Ø 80 1) Ø 80/125 = 12 m 1 = 2 m 6 720 802 507-17.1O Afb. 24 1) Met de drie benodigde 87 -bochten is in de maximale lengte al rekening gehouden. werkelijk = + 45 + 87 = 12 m + (2 1 m)+ (0 2 m) = 14 m werkelijk is met 14 m kleiner dan de maximale totale lengte van de rookgasafvoerbuis max met 21 m ( tab. 19). ogatherm GWPS/W-38 6 720 808 005 (2013/12) 23
Fabrikant Bosch Thermotechnology n.v./s.a. Buderus Ambachtenlaan 42a 3001 Heverlee Tel.: 0032 16 403 020 Fax: 0032 16 400 406 www.buderus.be info@buderus.be Dienst na verkoop (voor onderhoud en reparatie) Tel.: 0032 78 050 780 Fax: 0032 78 050 781 www.myservice.be planning@myservice.be Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.