Ecclesia Twente, De Grundel, 15 juni 2014 ds. Johan Meijer, Borne (cursieve teksten zijn teksten van Huub Oosterhuis) drempeltekst (Psalm 121, vrij) Kom jij hoog van de bergen mij helpen wat zien mijn ogen? De schepper van hemel en aarde, mijn helper, dat weet mijn ziel, dat weet mijn voet die niet wankelt. Hij zal niet slapen, Israëls behoeder. Hij zal mij hoeden, ik ga in zijn schaduw, geen zonnesteek overdag, en 's nachts geen tik van de maan. Hij zal je ziel bewaren is mij gezegd. Ik ga mijn weg, kom veilig aan. Mijn helper is de Naam, de schepper van hemel en aarde. Gebed O God, maak ons wakker, wrijf de slaap uit onze ogen, wis boze dromen uit onze gedachten
en zet al onze zintuigen aan. Dat er liefde ervaarbaar mag zijn dat wij U daarin herkennen mogen, dat er ontmoeting mag zijn met verwondering. Verfris ons met uw Adem, Geestkracht, waai waarheen U wilt, en laat mij U ontmoeten vandaag, hier, nu, dit uur en alle uren dat ik leven mag als uw kind van licht. Amen gelezen I Thessalonsenzen 5, 1-8. 19-21 overweging lieve mensen van God, Uit op liefde was je niet, toen je die morgen naar het ziekenhuis moest voor dat onderzoek, maar in de wachtkamer wachtte jou die ontmoeting, zomaar. Een gesprek van hart tot hart opeens, verwondering die je bij bleef heel de rest van die dag en daarna. Uit op liefde was je niet, liefde was op zoek naar jou. Uit op liefde was je niet, toen je die avond naar Ikea ging om daar je maaltijd te gebruiken. Met het dienblad in je hand, zoekend naar een plaats in die grote ruimte, zei daar iemand: komt u hier maar zitten, bij ons. Uit op liefde was je niet, liefde wachtte jou. Niet die liefde van die pijlen en die mollige engeltjes, maar liefde die zich openbaart als aandacht, belangstelling, openheid. Liefde die je uitnodigt. Tot gesprek, tot samen eten, tot ontmoeten hoe dan ook. Liefde die belangstelling heeft en zegt: kom jij vandaag in onze kring. Niet die liefde die bezit van je wil nemen, of die je najaagt, maar liefde die jou ruimte biedt en in het licht zet. Die jou ontmoeten wil en die er is als je het wilt zien.
Grijpgrage liefde is er ook, die is uit op jou omdat je interessant bent, naam hebt, aantrekkelijk bent, omdat er met je te pronken is. Dan geldt er een waakzaamheid en scherpzinnigheid, want voor je het weet ben je bezit. Maar echte liefde wil niet hebben, die wil zijn. Echte liefde is zo ruim als de Geest die waait waarheen zij wil. Beeld dat past op deze dag van Trinitatis, waarop wereldwijd gelezen wordt van de ontmoeting tussen twee mannen in het nachtelijk uur. Maar ook in dat uur van duisternis zij zijn daglichtbewoners: Jezus en Nicodemus en spreken zij van hart tot hart. Liefde is geen wettisch handelen, goede Nicodemus, liefde is als Geest die waait waarheen zij wil. Niet op te sluiten binnen muren, systemen, dogma's en praktische voorschriften, maar vrij, om jou in vrijheid te zetten. Deze ontmoeting breekt de nacht open, het wordt licht als overdag. Geschapen wordt een ruimte om in op te ademen, aan het werk is de Schepper, die jou bedacht heeft voor het licht. Die jou ogen gaf en oren, tastzin, reuk en smaak. En die je uitrustte met een hart dat kloppen mag. Niet om op hol te slaan, maar om te ervaren. Wat doe je met je zintuigen, allevijf of allezes? Zet je ze op wakker, of ontvangen, op verwonderen? Of benevel je ze en breng je ze in slaap? 'Slapers slapen 's nachts en wie zich bedrinken worden 's nachts dronken', zegt Paulus, best wel streng. Het is geen Schriftbewijs tegen het glas waarmee je het leven viert, maar wel een waarschuwing om jezelf niet van de kaart te benevelen. Paulus pleit voor nuchterheid en een wakkere zin. Hij adviseert helderheid en waakzaamheid. Hij schildert een harnas waarmee je je zou kunnen kleden: niet als een pantser, niet van staal en niet van hardheid, maar met een even zachte als sterke stoffering van edele waarden: geloof en liefde om je heen en een helm van hoop op je hoofd. Niet een harnas voor oorlog, maar een kostuum voor vrede. Doe het aan, zegt hij. Bekleed je er mee. Doe waakzaamheid aan. Wees dus ook op je hoede, dat zegt hij ook. Waai niet met alle winden mee, zeker niet met winden die jou bij jezelf vandaan blazen. Maar laat
komen die wind die waait waarheen zij wil en die jou tot bestemming leidt. Bestemming tot wie jij waarlijk zijn mag: kind van licht, daglichtbewoner, mens die op de voeten staat, mens die vreugde kent, mens die zich bemind weet door de bron die Liefde heet. En zo maak je je gereed om te ontmoeten. Om te proeven. Om te onderzoeken. Om te onderscheiden ook. Om in te gaan op wat goed voor je is en af te wijzen wat je schaadt. Met wakkere zin weet je wat deze ontmoeting betekenen kan: zet die je in beweging, of zet die je klem? Met deze wakkere zin weet je of je goed ontmoet of kwaad. En nee dat weet je niet allemaal direct even zeker en vast, maar met een wakkere onderzoekersgeest toets je alles en behoud je het goede. En wanneer die wakkere geest in dat met geloof, hoop en liefde geklede lichaam liefde ontmoet, herkent zij haar, ontmoet hij hem. In die wachtkamer in het ziekenhuis, in het restaurant van Ikea of waar dan ook, waar wij ons kunnen laten raken door verrassing en verwondering. Waar liefde ons overkomt, maar niet overvalt. Waar zij niet inbreekt, maar ingaat. Een inademing. En een uitademing. Want waakzame liefde geeft wat zij ontvangt weer door. En wordt dan als een waterval van licht, van vreugde en gerede hoop, van inzicht en vertrouwen. Zo overkomt Gij mensen, ik besta! Zo moge het zijn.
gebeden U hebt mij het eerst bemind, o God, de hele dag, het hele leven door bemint U mij het eerst. Als in de morgen ik ontwaak en mijn ziel tot U wendt bent U de eerste: U hebt mij het eerst bemint. Als in de dageraad ik opsta van mijn bed en op dat zelfde ogenblik mij biddend richt tot U, bent U mij voor. U hebt mij het eerst bemind, o God Als in de dag ik mij onttrek aan de verstrooiing van het leven mijn ziel tot inkeer breng en denk aan U, dan denkt U al aan mij. U hebt mij het eerst bemind.. en ik, ondankbaar mens, die altijd denk en spreek alsof U maar één keer het eerst mij hebt bemind. En daarom vragen wij U, God van Liefde, houdt mij wakker voor al die signalen van liefde die ik mag ontvangen. Scherp mij in aandacht voor alles wat er wél is en help mij bij alles wat er niet is bij alles waarin ik teleurgesteld ben bij alles waarin ik beschadigd ben bij alles waarin ik liefde wantrouw. Neem mij bij de hand, fluister mij vertrouwen in, zet mij overeind zodat ik mijn weg vervolgen kan.
Voorbeden uit de gemeenschap stil moment opmaat tot Onze Vader slotwoord Houd elkander vast Heb geduld met elkaar Laat niet toe dat iemand kwaad met kwaad vergeldt Blus de Geest niet uit kleineer de begeesterden niet Openstaan voor alles behouden wat goed is afwijzen wat slecht is. Trouw is Hij die heeft geroepen Hij houdt woord overdag en 's nachts: zijn liefde voor jou door duisternis, in licht: zijn zegen voor jou in onrust of in harmonie: zijn vrede voor jou! Neem het mee en wees gezegend als je van hier gaat.