Kwalitatieve bemonstering in het zandwingebied Zeeland in 2009 S7W, SW0 en S7X op de aanwezigheid van schelpdier banken.

Vergelijkbare documenten
Kwantitatieve bemonstering in het zandsuppletiegebied Ameland in 2009 op de aanwezigheid van schelpdierbanken.

Producentenorganisatie Kokkelvisserij p/a Ir. J. D. Holstein Coxstraat DC Kapelle. Project nummer:

IMARES Wageningen UR. Banc de Flandres. Marcel Machiels Rapportnummer C (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Borssele. Karin van der Reijden Rapport C002/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

IMARES Wageningen UR. Waardekaarten Ridens & Récifs. Marcel Machiels. Rapport C073/15. (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Rapportnummer C069/08 1 van 27. P. C. Goudswaard, J.J. Kesteloo, K.J. Perdon & J. M. Jansen. Rapport C069/08. Vestiging Yerseke

Nederlands Instituut voor Visserij Onderzoek (RIVO) BV. Rapport Nummer: C052/05

Postbus EK Den Haag. Handtekening: Datum: februari 2003

Pilot bruikbaarheid onderwatervideocamera voor de signalering van randeffecten op de onderzoeksvakken van PRODUS dp 3

De otterschelp Lutraria in de Nederlandse wateren J.A. Craeymeersch & J. Perdon

Mesheften (Ensis directus), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata) en kokkels (Cerastoderma edule) in de Nederlandse kustwateren in 2007

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C140/09 1 van 9

De halfgeknotte strandschelp, Spisula subtruncata, in de Nederlandse kustwateren in 2002

De halfgeknotte strandschelp, Spisula subtruncata, in de Nederlandse kustwateren in 2003

Dynamiek van schelpdierbanken in de Nederlandse kustzone

IMARES Wageningen UR. Schelpdieren in de Nederlandse kustwateren, een kwantitatieve en kwalitatieve bestandsopname in 2010

Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november Rapportnummer C094/08 1 van 8

Bodemfauna Noordzee en boomkorvisserij

IMARES Wageningen UR. PFOS in waterbodems Schiphol II. M. Hoek-van Nieuwenhuizen Rapportnummer C007/12

IMARES Wageningen UR. Schelpdieren in de Nederlandse kustwateren Bestandsopname 2011

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

Praktijktest antifouling op touwen

Analyses organotinverbindingen in monsters Westerschelde 2008

IMARES Wageningen UR. Beantwoording helpdeskvraag Onderzoeksgebieden Vlakte van de Raan

Overwinterende zee-eenden in het Belgische deel van de Noordzee:

Inventarisatie van het sublitorale wilde mosselbestand in de westelijke Waddenzee in het voorjaar van 2008

De verspreiding van 5 platvissoorten en 1 roggensoort in de Noordzee.

Bijlage 1 bij besluit DRZZ/ , d.d. 23 september 2010 SCHELPDIERINVENTARISATIES VLAKTE VAN DE RAAN INHOUDELIJKE OVERWEGINGEN

Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2002

IMARES Wageningen UR. Passieve vismonitoring zoete Rijkswateren: Voortgangsrapportage april november 2012

De ontwikkeling van de Japanse oester in de Nederlandse Waddenzee: Situatie 2006

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies

Wageningen IMARES Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies. Rapport C012/07

IMARES Wageningen UR. Beantwoording helpdeskvraag Ligging meetlocaties benthos op de Noordzee. Margriet van Asch en Karin Troost Rapport C053.

Onderwater videobeelden van de Voordelta en de Zeeuwse banken

Inventarisatie beschermde vissoorten Vreeland

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Samenvatting. 1. Wageningen Marine Research (voorheen IMARES)

IMARES Wageningen UR. Bestanden van mesheften, halfgeknotte strandschelpen en andere schelpdieren in de Nederlandse kustwateren in 2015

Analyseverslag T0 analyse Ameland & Schiermonnikoog

Onderzoeksproject duurzame schelpdiervisserij (PRODUS). Deelproject 1A: Bepaling bestand mosselpercelen in de Waddenzee najaar 2005

Memo: Korte beschrijving van de voortgang rond het ontwikkelen van een hevel voor glasaalbemonsteringen 2007.

Een test van een videotechniek als quick scan methode om benthos te inventariseren K. Didderen S. Bouma W. Lengkeek

Wageningen IMARES. De rol van schelpdieronderzoek in een duurzame ontwikkeling van de Waddenzee. Pauline Kamermans

Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Overzicht Wadvisserij Deelproject A bijvangst garnalenvisserij

RWS BEDRIJFSINFORMATIE. Kwalitatieve benthos opname Rug van Baarland

Kokkels in Waddenzee en Zeeuwse Delta,

Ondiepe Kust, Schiermonnikoog, Egmond, Macrobenthos, Medusa, 2005

IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies)

Baseline studie vis MVII: veldwerkrapportage najaar 2007

ASBESTINVENTARISATIE TYPE A CONFORM SC 540 RPS/ A00. Keuken van een woning Doctor Ariënsstraat TP Valkenswaard. Datum: 11 augustus 2015

EFFECTIVIEITSBEPALING VAN HET WEGVANGEN VAN DE OESTERBOORDER (UROSALPINX CINEREA & OCINEBRELLUS

Visserij-intensiteit in en rondom het Prinses Amalia Wind Park. Marcel Machiels. Wageningen University & Research Rapport C091/17

Inventarisatie van het wilde mosselbestand in de Oosterschelde en Voordelta in het najaar van 2005

Bemonsteringsplan de Zandmotor

WOT schelpdiermonitoring in de Nederlandse kustzone in 2016

IMARES Wageningen UR. Het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2011

IMARES Wageningen UR. Een verkenning naar de natuurwaarden van de Zeeuwse Banken. P.C. Goudswaard, R.S.A. van Bemmelen en O.G. Bos.

IMARES Wageningen UR (IMARES - Institute for Marine Resources & Ecosystem Studies) Effecten MZI locatie Neeltje Jans op nabijgelegen mosselpercelen

Vestiging IJmuiden Vestiging Yerseke Vestiging Den Helder Vestiging Texel Postbus 68 Postbus 77 Postbus 57

Vaarrapport Maasvlakte 2 (nulmeting zandwinning)

NOTITIE. Methodiek. Plangebied en ingreep

Groene glazenmaker in de provincie Groningen

Pauline Kamermans, Divera Baars, Johan Jol, Joke Kesteloo en Henk van der Mheen. Postbus AD Den Burg. Project nummer:

IMARES Wageningen UR. Het kokkelbestand in de Nederlandse kustwateren in 2015

Ruimtelijke verschillen en temporele fluctuaties in het voorkomen van een aantal schelpdieren in de Voordelta. J.A. Craeymeersch, J.W.M.

Aalonderzoeken Hoogheemraadschap van Delfland: groei en verspreiding van rode aal (Anguilla anguilla)

BEOORDELING EFFECTEN OPSCHALING EN UITBREIDING WIND- PARK SLUFTER

Flora- en faunawetbemonstering Hoorn-Enkhuizen

IMARES Wageningen UR. Inventarisatie bodemfauna op projectlocatie Vogelsand. K. Troost & D. van den Ende Rapport C117/15

IMARES Wageningen UR

Gemeente s-hertogenbosch Dhr. T. van Tol Postbus GZ s-hertogenbosch

IMARES Wageningen UR. Inventarisatie van Japanse oesterbanken in de Oosterschelde en Waddenzee in 2011

Het mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2007

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Natuurkwaliteit Noordzee, Waddenzee en Delta-wateren,

Fint in rivieren en IJsselmeer

Stichting Wageningen Research Centrum voor Visserijonderzoek (CVO)

Eilanden en biotische veranderingen in zee. Dr. ir. M.J. Baptist

IMARES Wageningen UR. Trekgedrag van schieraal rondom het Zaangemaal in Zaandam. DIDSON metingen. O. van Keeken, E. Winter.

Biomassaschatting van de pelagische visstand in een haven van de Antwerpse Linkerscheldeoever

Zelfbemonstering MSC. Urk, Inger Wilms Duurzame visserij

Cruise report survey (Oyster grounds and Frisian Front)

Het Mosselbestand en het areaal aan mosselbanken op de droogvallende platen in de Waddenzee in het voorjaar van 2008

Wat zijn de effecten van suppleties op de Habitats van zeebaars en harder?

Wageningen IMARES Rendement mosselkweek. Jeroen Wijsman

MEMO: Gemeenschapsanalyse bodemschaafgegevens en boxcorer monsters in de Zeeuwse banken

Natuurtoets Haarweg 127 te Gorinchem

Bijlage 1.3 Bodemdaling in het Eems-Dollardgebied in relatie tot de morfologische ontwikkeling

WAGENINGEN IMARES BV (RIVO) De halfgeknotte strandschelp, Spisula subtruncata, in de Nederlandse kustwateren in 2005

Uitwerking graadmeter 'stapelvoedsel': Spisula subtruncata in de Nederlandse kustzone ( )

Vistoets Opsterlandse Compagnonsvaart

Provinciaal Centrum voor Milieuonderzoek. Visstandsonderzoek van de monding van de Terkleppebeek te Geraardsbergen

AANVRAAG VERGUNNINGEN ONTGRONDINGEN ZANDWINNING

Samenvatting 4. 1 Inleiding 5. 2 Materiaal en Methode Schepen en monsterlocaties Bemonstering Analyse 7.

Ecologie, visserij en monitoring van mesheften in de Voordelta

Eindrapport DAGVLINDERS OP HET ZEEHOSPITIUMTERREIN TE KATWIJK

Groeimetingen op percelen in de westelijke Waddenzee

Introductie Natuurversterking in windparken Wind op zee na 2035

Transcriptie:

Kwalitatieve bemonstering in het zandwingebied Zeeland in 2009 S7W, SW0 en S7X op de aanwezigheid van schelpdier banken. Kees Goudswaard & Jack Perdon Rapport C031/09 Opdrachtgever: Stichting LaMer t. a. v dhr. G. van Berkel Postbus 474 2800 AL Gouda Publicatiedatum: April 2009

Wageningen IMARES levert kennis die nodig is voor het duurzaam beschermen, oogsten en ruimte gebruik van zee- en zilte kustgebieden (Marine Living Resource Management). Wageningen IMARES is daarin de kennispartner voor overheden, bedrijfsleven en maatschappelijke organisaties voor wie marine living resources van belang zijn. Wageningen IMARES doet daarvoor strategisch en toegepast ecologisch onderzoek in perspectief van ecologische en economische ontwikkelingen. 2009 Wageningen IMARES Wageningen IMARES is geregistreerd in het Handelsregister Amsterdam nr. 34135929, BTW nr. NL 811383696B04. De Directie van Wageningen IMARES is niet aansprakelijk voor gevolgschade, noch voor schade welke voortvloeit uit toepassingen van de resultaten van werkzaamheden of andere gegevens verkregen van Wageningen IMARES; opdrachtgever vrijwaart Wageningen IMARES van aanspraken van derden in verband met deze toepassing. Dit rapport is vervaardigd op verzoek van de opdrachtgever hierboven aangegeven en is zijn eigendom. Niets uit dit rapport mag weergegeven en/of gepubliceerd worden, gefotokopieerd of op enige andere manier gebruikt worden zonder schriftelijke toestemming van de opdrachtgever. A_4_3_1-V6.2 Rapportnummer C031/09 2 van 13

Inhoudsopgave Samenvatting... 4 1. Inleiding... 5 2. Kennisvraag... 5 3. Materiaal en methoden... 5 4. Resultaten... 6 5. Discussie... 7 6. Conclusies... 7 7. Aanbevelingen... 7 8. Referenties... 8 9. Kwaliteitsborging... 9 Verantwoording... 10 Bijlage A. Kaarten... 11 Rapportnummer C031/09 3 van 13

Samenvatting Ten behoeve van een zandwinningconcessie recht uit de kust van Zeeland is een bestandsopname van de aanwezige schelpdieren gemaakt in twee concessie gebieden S7W en S7X. De opname is gemaakt op één dag nl. 1 April 2009 met een ingehuurd vaartuig bestemd voor de schelpdier visserij BZ9. Een totaal van 24 locaties is bemonsterd met een van Veen Happer. Er is een bijzonder laag bestand aan schelpdieren vastgesteld over de gehele zone en ook aan andere groepen van benthische organismen zijn slechts enkele vertegenwoordigers aangetroffen. Opvallend was ook de afwezigheid van recent dood schelp materiaal in verhouding tot de totale hoeveelheid schelp gruis van reeds lang dood materiaal dat door een bruine kleur als zodanig herkend kan worden. De ingewonnen gegevens onderbouwen de conclusie dat in het onderzochte gebied geen grote schelpdier voorkomens of voorkomens van enige betekenis als voedselbron voor zeevogels aanwezig waren op het moment van de bemonstering. Rapportnummer C031/09 4 van 13

1. Inleiding In het kader van de vergunningverlening voor een zandwinningconcessie is het vereist dat er voorafgaand aan exploitatie een inventarisatie naar het voorkomen van benthische organismen in het concessie gebied plaatsvindt. Deze inventarisatie wordt normaliter voor aan de aanvang van de exploitatie uitgevoerd. In dit geval bleek de concessie reeds te zijn verleend en de zandwinning was reeds in de week van 23 Maart 2009 begonnen, terwijl de bestandsopname op 1 April 2009 is uitgevoerd. Met de exploitant is evenwel vooraf afgesproken om een deel van het concessiegebied onberoerd te laten voor monitoring en in dit deel is het grootste aantal monsteropname locaties gesitueerd. 2. Kennisvraag In 2009 is een zandwinning gepland in de gebieden S7W en S7X. ten behoeve van de kust verdediging van Zeeuws Vlaanderen en Walcheren. Het gebied S70 is onderdeel van S7W. (voor de juiste locatie van het gebied zie kaart 1). Deze gebieden liggen buiten het gebied van de jaarlijkse schelpdieren inventarisatie van de Nederlandse kust (Goudswaard & Perdon, 2008) terwijl ook de inventarisaties van het Nederlandse continentaal plat in deze gebieden geen monsterpunten hebben (Daan & Mulder, 2006; Dalfsen Cs, 2007). Het zandwingebied ligt buiten de zone van beschermde gebieden van de Europese Vogel en Habitat richtlijn, maar ligt aangrenzend tegen het gebied van de Voordelta. In dat kader is het van belang te weten of er schelpdier banken aanwezig zijn die zouden kunnen fungeren als foerageergebied voor zwarte zee-eenden. 3. Materiaal en methoden De bemonstering op zee is gemaakt op 1 April 2009. Voor de inventarisatie is gebruik gemaakt van een ingehuurd schelpenvissersvaartuig, de BZ 9, welke normaliter in de regio commercieel op mesheften vist met een zuigkor. De bemonstering is op locatie gedaan met een Van Veen bodemhapper met een oppervlak van 0.1 m 2. Gezien de structuur van de bodem is deze verzwaard met lood tot een totaal gewicht van 84 kilo. Per locatie zijn 3 happen gemaakt. Onbetrouwbare monsters of missers zijn gecompenseerd. Er zijn 24 locaties bemonsterd, waarvan er 15 in vak S7W zijn gelokaliseerd. Door misinterpretatie van de coördinaten in de projectie van locaties van vak S7X zijn daar van de 9 locaties er één in het vak, één op de grens en 7 net naast de exacte locatie gemaakt. Deze locaties zijn in de recente zandwinningen niet in exploitatie genomen en zijn daardoor goed vergelijkbaar en representatief voor vak S7X (Kaart 2). Alle monsters zijn direct na de vangst gespoeld in een zeefton met een maaswijdte van 2 mm en per locatie bijeengebracht en direct daarop uitgezocht op levende macrofauna volgens hetzelfde protocol dat ook wordt gebruikt voor de inventarisatie van bodemdieren voor de Nederlandse kust (Craeymeersch Cs, 2004). De data zijn elektronisch opgeslagen in het centrale CSO databestand van IMARES te Yerseke en zijn op aanvraag beschikbaar. 6 De diepte van de locaties die bemonsterd zijn loopt van 18 tot 28 meter diep Fig 1. Zie voor precieze locatie en diepte gegevens 5 Tabel 2 in de bijlagen van dit rapport. Aantal stations 4 3 2 1 0 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 Diepte in meters Fig 1. Diepte van bemonsterde stations Rapportnummer C031/09 5 van 13

4. Resultaten Er zijn in totaal 3 levende soorten schelpdieren aangetroffen (Tabel 1) waarvan de verspreiding die op zich representatief zijn voor het voorkomen van die soort op die diepte en zonering. Op 5 locaties werd minimaal één schelpier aangetroffen wat betekend dat er op 19 locaties geen enkel schelpdier werd gevonden. De aangetroffen dichtheid in aantal per m 2 zijn bijzonder laag en de daaruit voortkomende en aangetroffen gewichten verwaarloosbaar klein. Polychaeten werden op 18 locaties aangetroffen en ontbraken op 6 locaties. Deze groep is sterk onderschat doordat op 2 mm maasgrootte is gespoeld en gezeefd, waarbij een onbekende fractie van vooral kleinere wormen niet wordt opgemerkt. Kokerwormen (Lanice) werden op 5 locaties aangetroffen. Op 13 locaties werd minimaal één macro fauna element - waaronder schelpdieren inbegrepen en wormen uitgesloten, dus op 11 stations werd niets gevonden. Tenslotte werd op 2 locaties geen enkel fauna element aangetroffen. De berekende dichtheden in aantal per m 2 zijn samengevat in Tabel 1. Ook deze aantallen zijn bijzonder laag. De hoogste eenmalig gevonden dichtheid van 15 stevige strandschelpen (Spisula solida) is nog geen schelpdier bank te noemen. De aangetroffen schelpdieren waren ook nog eens klein en beperkt van gewicht. De hoogst gevonden biomassa was voor 15 individuen per m2 34.5 gram per m 2 (Tabel 3). Tabel 1. Voorkomen van macro benthische soorten in de bemonsterde gebieden. Soort Aangetroffen aantal locaties Maximaal gevonden aantal per m 2 Ensis 1 3.3 Spisula solida 2 15.0 Spisula elliptica 3 3.3 Heremiet kreeft groot 2 3.3 Heremiet kreeft klein 2 3.3 Nagelkrab 8 13.3 Zwemkrab 2 3.3 Platworm 1 3.3 Polychaeten 18 26.7 Lanice 5 - Zeeklit 9 20.0 Slangster 2 10.0 Zakpijp 1 3.3 Rapportnummer C031/09 6 van 13

5. Discussie Het aantal aangetroffen soorten en ook de dichtheid van deze soorten is opvallend laag, maar niet uniek. De oorzaak van deze armoede kan een natuurlijk verschijnsel zijn, waarbij het aantal soorten afneemt met de toenemende diepte. Dit is ook waargenomen in het aansluitend Belgisch zeegebied (Degraer Cs, 2006) voor het aantal soorten en het aantal organismen per oppervlak. De identieke soorten armoede van de zuidelijke stations bevestigt dit beeld. De aanwezigheid van opportunistische soorten als krabben en wormen t.o.v. andere groepen is opvallend. Met de grootste voorzichtigheid zou het gebied gekarakteriseerd kunnen worden als een Ophelia/Glycera of een Nephys gemeenschap hoewel de terloopse observatie van het sediment daar niet mee in overeenstemming is (Degraer Cs, 2006). De faunistische armoede kan zijn oorzaak hebben in de dynamiek van het gebied, waarin stroomgeulen zich kunnen verleggen en verdiepen waardoor erosie van de zeebodem kan plaatsvinden. Dit proces kan beïnvloed zijn door voormalige en voltooide verdiepingen in de omgeving van de monsterplaatsen door zandextractie welke tot nivellering van een veel groter gebied kunnen leiden. Het is ook mogelijk dat deze gebieden op dit moment in herstel zijn van voormalige winningen (Duin 2007). 6. Conclusies De resultaten tonen een zeer arme fauna zowel in aantal soorten als in aantallen vertegenwoordigers van die soorten. De wel aangetroffen soorten komen wel overeen met de soorten die op deze diepte verwacht worden. Het is niet duidelijk of deze armoede over een groter gebied van toepassing is of niet, en in hoeverre het exploitatie gebied een uitzondering of een representant van het gebied van de Zeeuwse banken is. De aanwezigheid van vrijwel uitsluitend verweerd en verkleurd schelpmateriaal en de bijna afwezigheid van vers en gekleurd of wit schelpmateriaal doet vermoeden dat er geomorfologische turbulentie gaande is. Het is duidelijk dat op het moment van bemonstering in het gebied geen schelpdierbanken van enige betekenis aanwezig zijn en dat het gebied zich daarmee niet klasseert als foerageergebied voor schelpdier etende zeevogels (Kaiser Cs, 2006; Craeymeersch, 1999). 7. Aanbevelingen Het nu op één dag onderzochte gebied is een klein deel van een veel grotere ecologische zone voor de Zeeuwse kust, de Zeeuwse banken. Deze banken zijn op zich deel van een complexe geomorfologische structuur van banken en geulen die zich voor de Belgische kust voorzetten. Het Nederlandse deel van deze zone wordt zeer beperkt en onregelmatig op bodemfauna onderzocht. Het lijkt zinvol om een gebiedsdekkende survey voor de gehele Zeeuwse banken uit te voeren welke als basis referentie kan worden gebruikt voor alle in het gebied verder uit te voeren zandextracties. In deze survey is vanwege diverse redenen gebruik gemaakt van een van Veen bodemhapper. Deze happer verzamelt het top sediment en het sediment daaronder tot op een beperkte diepte in de vorm van een halve cirkel. De grootte van de van Veen happer is 0.1 m 2 en bij 3 happen wordt daarom slechts maximaal 0.3 m 2 per locatie bemonsterd. De kans om minder algemene soorten te missen is daardoor groot terwijl de schatting van de dichtheid voor spaarzaam aangetroffen soorten beperkte waarde heeft. Diepgravende soorten worden daarom in deze methode niet gevangen. Omwille van soorten rijkdom en betrouwbaarder aantallen individuen is daarom een combinatie van een bodemschaaf methode, die over een lengte van 150 meter een oppervlak van 15 m 2 bemonstert, en een boxcore sampler, welke tot 40 cm diep in het sediment dringt, te prefereren. Rapportnummer C031/09 7 van 13

8. Referenties Craeymeersch J.A.M. 1999. Ecoprofiel Spisula. IMARES rapport C061/99 Craeymeersch J.A., D. Baars, E. Brummelhuis, T.P. Bult, J.J. Kesteloo & J.K. Perdon 2004. Handboek bestandsopnames en routinematige bemonsteringen van schelpdieren. CVO rapport CVO 04.004 Daan & Mulder 2006) The macrobenthic fauna in the Dutch sector of the North sea in 2005 and a comparison with previous data NIOZ-Rapport: 2006-3. Dalfsen van J. M. de Kluijver, W. Lewis, G. van Moorsel, D. Tempelman & J.T. van der Wal 2007. The macrobenthic fauna in the Dutch sector of the North Sea in 2006 and a comparison with previous data. Grontmij/AquaSense. Degrear s., J. Wittoeck, W. Appeltans, K. Coorman, T. Deprez, H. Hillewaert, K. Hostens, J. Mees, W. vanden Berghe & M. Vincx 2006. De macrobenthosatlas van het Belgisch deel van de Noordzee. Federaal Wetenschapsbeleid D/2005/1191/5. Duin van C.F., W. Gotjé, C.J. Jaspers & M. Kreft 2007. MER Winning suppletiezand Noordzee 2008 t/m 2012. Grontmij 13/99080995/CD, revisie D1 Goudswaard P.C., J.J. Kesteloo, K.J. Perdon & J.M. Jansen 2008. Mesheften (Ensis directus), halfgeknotte strandschelpen (Spisula subtruncata), kokkels (Cerastoderma edule) en otterschelpen (Lutraria lutraria) in de Nederlandse kustwateren in 2008. IMARES rapport nr. C069/08. Kaiser M.J., M. Galanidi, D.A. Showler, A.J. Elliott, R.W.G. Caldow, E.I.S. Rees, R.A. Stillman & W.J. Sutherland 2006. Distribution and behavior of Common Scoter Melanitta nigra relative to prey resources and environmental parameters. Ibis 148: 110-128. Lindeboom H.J., E.M. Dijkman, O.G. Bos, E.H. Meesters, J.S.M. Cremer, I. de Raad, R. van Hal & A. Bosma 2008. Ecologische atlas Noordzee ten behoeve van gebiedsbescherming. Wageningen IMARES. Rapportnummer C031/09 8 van 13

9. Kwaliteitsborging De inventarisatie is verricht door een team van 2 ervaren IMARES medewerkers, Dr. P.C. Goudswaard en Ir. J. Perdon, welke meerdere jaren betrokken zijn bij het maken van opnames van schelpdieren voor de Nederlandse kust. Beiden zijn daardoor goed bekend met de soorten schelpdieren welke zouden kunnen worden aangetroffen. Er is geen twijfel aan de identiteit van de aangetroffen soorten schelpdieren. IMARES beschikt over een ISO 9001:2000 gecertificeerd kwaliteitsmanagementsysteem (certificaatnummer: 08602-2004-AQ-ROT-RvA). Dit certificaat is geldig tot 15 december 2009. De organisatie is gecertificeerd sinds 27 februari 2001. De certificering is uitgevoerd door DNV Certification B.V. Het laatste controlebezoek vond plaats op 23-25 april 2008. Daarnaast beschikt het chemisch laboratorium van de afdeling Milieu over een NEN- EN-ISO/IEC 17025:2005 accreditatie voor testlaboratoria met nummer L097. Deze accreditatie is geldig tot 27 maart 2009 en is voor het eerst verleend op 27 maart 1997; deze accreditatie is verleend door de Raad voor Accreditatie. Het laatste controlebezoek heeft plaatsgevonden op 5 oktober 2007. Rapportnummer C031/09 9 van 13

Verantwoording Rapport C031/09 Projectnummer: 430.42001.01 Verantwoording Dit rapport is met grote zorgvuldigheid tot stand gekomen. De wetenschappelijke kwaliteit is intern getoetst door een collega-onderzoeker en het betreffende afdelingshoofd van Wageningen IMARES. Akkoord: Dr. J. Craeymeersch Senior onderzoeker te Yerseke Handtekening: Datum: 29-04-2009 Akkoord: Drs J. Asjes Afdelingshoofd Ecologie Zuid Handtekening: Datum: 29-4-2009 Aantal exemplaren: 20 Aantal pagina's: 14 Aantal tabellen: 3 Aantal figuren: 1 Aantal bijlagen: 4 Rapportnummer C031/09 10 van 13

Bijlage A. Kaarten Kaart 1 Locatie van wingebied S7W en S7X voor de kust van zeeland Rapportnummer C031/09 11 van 13

Kaart 2. Plaats van monstername locaties op 1 april 2009 Tabel 2. Stationslijst van monsterlocaties op 1 april 2009 loc nr Tijd Diepte NB gr OL gr 1 9:15 28.0 51.63583 3.18683 2 9:35 24.5 51.63333 3.18483 3 9:52 23.7 51.63066 3.18417 4 10:08 26.5 51.62750 3.18333 5 10:28 26.5 51.62483 3.18267 6 10:45 23.5 51.62600 3.18833 7 11:04 22.0 51.62667 3.19367 8 11:18 18.5 51.62717 3.19833 9 11:37 21.5 51.63267 3.19683 10 11:52 20.5 51.63517 3.19300 11 12:08 23.5 51.63833 3.19033 12 12:23 25.5 51.63433 3.18550 13 12:39 21.0 51.63667 3.18550 14 12:56 23.5 51.63500 3.18967 15 13:35 23.5 51.63700 3.18833 16 13:58 26.0 51.60650 3.17133 17 14:18 23.5 51.60767 3.17900 18 14:37 21.5 51.60533 3.18633 19 14:50 21.0 51.60683 3.19166 20 15:09 22.0 51.60467 3.19700 21 15:19 21.5 51.60583 3.20233 22 15:40 25.5 51.60333 3.20900 23 15:55 25.5 51.60517 3.21383 24 16:10 25.5 51.60267 3.22133 Rapportnummer C031/09 12 van 13

Tabel 3. Aangetroffen Macrofauna in aantal (N) en biomassa (B) in grammen per m 2 voor elk bevist station tijdens de monstername op de zandwingebieden vak S7W en S7X op 1 April 2009 Station Naam nl N m 2 B m 2 1 Krab(Nagel) 13.3 4.3 1 Polychaeta 16.7 2.7 1 Zeeklit 3.3 2 Polychaeta 13.3 7.3 4 Polychaeta 16.7 4.3 4 Slangster(klein) 3.3 3.3 4 Strandschelp elliptica 3.3 9.3 4 Zeeklit 6.7 5 Krab(Nagel) 3.3 4.7 5 Polychaeta 13.3 4.0 5 Zeeklit 13.3 6 Krab(Nagel) 3.3 0.3 6 Polychaeta 26.7 3.7 6 Slangster(klein) 6.7 4.3 6 Zeeklit 6.7 6 Zwemkrab 3.3 23.7 7 HKk Heremietkreeftklein 3.3 7 Polychaeta 13.3 1.7 7 Slangster(klein) 3.3 2.3 7 Strandschelp elliptica 3.3 0.7 7 Strandschelp solida 3.3 10.3 7 Zeeklit 20.0 8 Polychaeta 3.3 0.3 9 HKg Heremietkreeftgroot 3.3 9 Krab(Nagel) 6.7 4.7 9 Slangster(klein) 3.3 1.3 9 Zeeklit 16.7 10 Polychaeta 3.3 0.3 Station Naam nl N m 2 B m 2 11 Krab(Nagel) 3.3 1.0 11 Platworm 3.3 7.7 11 Polychaeta 23.3 3.7 12 Krab(Nagel) 3.3 1.3 12 Polychaeta 20.0 3.0 12 Zeeklit 13.3 13 Gewone slangster 3.3 10.3 13 Polychaeta 3.3 0.3 14 Krab(Nagel) 3.3 4.0 14 Polychaeta 20.0 5.3 14 Zwemkrab 3.3 22.7 15 Strandschelp elliptica 3.3 7.3 16 HKk Heremietkreeftklein 3.3 16 Krab(Nagel) 10.0 6.0 16 Polychaeta 20.0 6.3 16 Zeeklit 20.0 17 Polychaeta 13.3 1.7 17 Zakpijp overig 3.3 1.0 17 Zeeklit 3.3 18 Gewone slangster 10.0 6.0 18 HKg Heremietkreeftgroot 3.3 18 Polychaeta 10.0 3.7 20 Strandschelp solida 15.0 32.5 21 Polychaeta 6.7 2.7 22 Ensis 3.3 1.7 23 Polychaeta 6.7 0.3 24 Polychaeta 6.7 5.3 Rapportnummer C031/09 13 van 13