De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Vergelijkbare documenten
De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 6 juli 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 15 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid De Lange (VVD) over Nederlandse patiëntgegevens in Belgische gevangenis (2016Z01580).

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mede namens de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, ;

Elektronische gegevensuitwisseling in de zorg. De Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens in de zorg

nadere regels voor technische en organisatorische maatregelen bij elektronische gegevensuitwisseling tussen zorgaanbieders

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 februari 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 8 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 mei 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Juridische factsheet. Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens

Agenda 10:00 Korte terugblik afgelopen half jaar - Presentatie 22 juni 2017 en diverse workshops - Nieuwe wet- en regelgeving van kracht

1. In artikel 15a, eerste lid, wordt daartoe toestemming heeft gegeven vervangen door: daartoe uitdrukkelijk toestemming heeft gegeven.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 5 maart 2019 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Ons kenmerk z Contactpersoon

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 mei 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 21 september 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

2.Toestemming om gegevens die beschikbaar zijn gesteld te mogen raadplegen.

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 november 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bij deze bied ik u het VSO inzake het Nederlands Lymeziekte-expertisecentrum aan (33 897, nr. 8).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

Patiëntauthenticatie. Onderzoek betrouwbaarheidsniveau. elektronische gegevensuitwisseling. 7 oktober 2016, VZVZ-Leveranciersdag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 november 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de. Tweede Kamer der Staten-GeneraalPostbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bijlage bij de brief van het College bescherming persoonsgegevens van 4 april 2012

Ons kenmerk z Onderwerp Advies concept besluit verplichte geestelijke gezondheidszorg

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 juni 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 8 september 2015 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over de opslag van DNA data bij onder andere Google en Amazon

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 11 februari 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 2 september 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 1 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal 2500 EA DEN HAAG Postbus Datum 4 maart 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De website van de Autoriteit Persoonsgegevens geeft uitgebreide ondersteuning.

De Algemene Verordening Gegevensbescherming in de huisartsenpraktijk

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Datum 6 maart 2019 Betreft Kamervragen van de leden Van der Molen, Pieter Heerma en Van den Berg (allen CDA)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 25 september 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Algemene verordening gegevensbescherming en veranderingen voor gemeenten. Alex Commandeur 21 april 2017

Factsheet juridische informatie MedMij

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over het disfunctioneren van het bestuur van Charim (2011Z20838).

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 14 februari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Ons kenmerk z Onderwerp Verzoek om wetgevingsadvies onderdelen Wijzigingswet financiële markten 2018

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 december 2012 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Bescherming Persoonsgegevens. Presentatie LAC Zuid

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 31 januari 2017 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 27 maart 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Leijten (SP) over de misstanden van zorgbureau SPV (2011Z20649).

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Arib (PvdA) over onoorbare praktijken van de IVF-kliniek Geertgen (2011Z23737).

ALGEMENE VERORDENING GEGEVENSBESCHERMING DE GEVOLGEN VAN AVG VOOR HET MIDDEN EN KLEIN BEDRIJF.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 12 september 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 9 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 oktober 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het Kamerlid Marijnissen (SP) over de problemen bij Haagse Wijk- en Woonzorg (2017Z11100).

Begrippenlijst AVG / Wetgeving Elektronische Verwerking / NEN7510

Datum 19 juli 2018 Betreft: Verslag Schriftelijk Overleg (VSO) inzake VSO Bevolkingsonderzoek darmkanker -uitslagen

Datum 3 juni 2013 Onderwerp Antwoorden kamervragen over de hack op het Groene Hartziekenhuis

AANGETEKEND Rijnland Ziekenhuis last onder dwangsom. Geachte A,

Agenda 15:00 Nieuwe ontwikkelingen - Privacy wetgeving / AVG mei Wet cliëntenrechten zomer Revisie NEN 7510 najaar 2017

De Minister van VWS, de heer drs. J.F. Hoogervorst Postbus EJ DEN HAAG. mw. mr. V.C. Lucieer

Wettelijke kaders voor de omgang met gegevens

Deze whitepaper geeft op hoofdlijnen een toelichting op de Algemene verordening persoonsgegevens (AVG) voor de zorgsector.

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 20 april 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

> Retouradres Postbus EJ Den Haag. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Privacybeleid gemeente Wierden

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 24 oktober 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 november 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 26 februari 2018 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Factsheet. Verwerkingsverantwoordelijke of verwerker?

Ons kenmerk z Contactpersoon -

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 30 augustus 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 4 oktober 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Belangrijke begrippen. Persoonsgegevens Verwerking Verwerkingsverantwoordelijke Verwerker Betrokkene

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 19 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Algemene Verordening Gegevensbescherming

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 maart 2011 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 17 september 2015 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

VERWERKERS- OVEREENKOMST <NAAM BEDRIJF>

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20350 2500 EJ Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Bezoekadres: Parnassusplein 5 2511 VX Den Haag T 070 340 79 11 F 070 340 78 34 www.rijksoverheid.nl Ons kenmerk 1071362-159685-MEVA Bijlage(n) 1 Datum 16 februari 2017 Betreft Verslag Schriftelijk Overleg (VSO) inzake Commissie VWS: VSO over de brief van 14 november 2016 inzake Afschrift brief aan de Eerste Kamer over het ontwerp van het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders (2016Z21139). Uw kenmerk 2016Z21139 Correspondentie uitsluitend richten aan het retouradres met vermelding van de datum en het kenmerk van deze brief. Geachte voorzitter, Hierbij biedt ik u mijn reactie op de vragen van uw Kamer aan over het ontwerp van het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders (2016Z21139). Hoogachtend, de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, mw. drs. E.I. Schippers Pagina 1 van 7

Inhoudsopgave blz. I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties II. Reactie van de minister I. Vragen en opmerkingen vanuit de fracties Vragen en opmerkingen van de PvdA-fractie De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het ontwerp van het besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders. Voor genoemde leden staat voorop dat patiënten zelf over hun eigen medische gegevens moeten beschikken en dat uitwisseling hiervan altijd vanuit het patiëntbelang moet worden gedaan. Zij hebben nog enkele aanvullende vragen over verschillende punten uit het concept besluit. De leden van de PvdA-fractie lezen in de brief van de minister over het concept besluit, dat om aan het belang van privacy enhanching technologies tegemoet te komen, een artikel is opgenomen over het steeds bezig blijven met het verbeteren van de informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens. Genoemde leden begrijpen dit belang, zij hebben echter signalen van experts uit het veld te horen gekregen dat de angst bestaat dat door de toevoeging van dit artikel nog niet de beoogde doelen zullen worden bereikt, gezien het niet ingaat op de verantwoording van de uitvoering hiervan. Aan wie dient de verantwoording te worden afgelegd over de constante poging tot verbetering van de informatiebeveiliging? Op welke manier denkt de minister dat de doelen worden bereikt wanneer er geen toezichthouder in het spel is om de bevordering van de bescherming van persoonsgegevens te bewerkstelligen? Op welke manier acht de minister het mogelijk om een dergelijke toezichthouder te benoemen voor de uitvoering van dit artikel? Welke partij is volgens de minister de aangewezen partij hiervoor? Is dit een taak voor de Autoriteit Persoonsgegevens? Zo ja, hoe moet deze worden ingevuld en kan zij dit naast haar andere taken uitvoeren? Zo nee, waarom niet? De leden van de PvdA-fractie hebben hiernaast nog vragen over de verhouding van dit voorliggende besluit ten opzichte van de aankomende behandeling van de Wet Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV). Zij horen signalen dat door in te zetten op netwerkbeveiliging niet wordt gekozen voor een privacy enhancing technologies (PET) en ook niet voor databescherming by design, bij al het meest basale aspect van het gebruik van uitwisselingssystemen: de beveiliging van de verbindingen. Genoemde leden horen van experts dat dit in directe tegenspraak is met wat de minister stelt te willen bereiken met artikel 6. Hoe luidt de reactie van de minister op dit punt? Klopt het dat dit feit ook een (huis)arts veel extra geld kost? Monitort hiernaast het nationaal cyber security centrum (NCSC) het netwerk waarover deze data-uitwisselingen plaatsvinden? Of vindt anderszins stevige controle, ook vooraf, plaats? Zo ja, op welke wijze? Pagina 2 van 7

Vragen en opmerkingen van de SP-fractie De leden van de SP-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de wijzigingen in het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders. Zij willen graag van de minister puntsgewijs een overzicht van wat er precies gewijzigd is en waarom. Genoemde leden willen er op wijzen dat het dossier van het uitwisselen een langslepende is en dat de Kamer immer heeft aangegeven betrokken te willen zijn en vinden het jammer dat de minister het eerder aan de Tweede Kamer gepresenteerde besluit wijzigt zonder uitleg te geven waarom de wijzigingen doorgevoerd zijn. De leden van de SP-fractie begrijpen dat het besluit is aangepast naar aanleiding van de wetsbehandeling in de Eerste Kamer. Dat er nu is opgenomen dat organisaties voortdurend bezig moeten zijn met het verbeteren van de informatiebeveiliging en de bescherming van persoonsgegevens is logisch. Maar waarom wordt er niet duidelijk gemaakt of en zo ja, aan wie de zorginstelling en de software-ontwikkelaar hierover verantwoording moeten afleggen. Zou het niet slim zijn om daarover iets op te nemen in het besluit? Deze leden vragen om een reactie van de minister op dit punt. De leden van de SP-fractie wijzen er op dat niet geheel duidelijk is wie de rol krijgt in het bevorderen van de zogenoemde privacy enhancing technologies (PET s). Deelt de minister de mening dat bij een toezicht rol voornamelijk moet worden gekeken naar de mogelijkheden van de techniek met betrekking tot het toepassen van PETs in plaats van naar de norm? Kan de minister hierop ingaan? Kan de minister laten weten wie er in art 3.3 de zorgserviceprovider autoriseert? Deze leden vragen hoe de netwerkbeveiliging zich verhoudt tot de, schijnbaar, onbeveiligde data bij PET s. Kan de minister hierop ingaan? De leden van de SP- fractie zouden graag willen weten wat de samenhang is tussen het besluit en andere wetgeving die bijvoorbeeld mogelijkheden geven tot hacken. Is het voor de minister evident dat medische gegevens daar nooit en te nimmer onder mogen komen te vallen? Zou ja, is de minister dan bereid dit op te nemen in het besluit? Tot slot willen de leden van de SP-fractie vragen hoe het besluit samenhangt met het onderzoek naar patiëntauthenticatie (PrivacyCare en PBLQ) dat wijst op het feit dat er nog geen zicht is op het benodigde betrouwbaarheidsniveau van de huidige authenticatiemiddelen. Wat gaat het besluit hieraan veranderen? Kan de minister hierop ingaan? II. Reactie van de minister Met belangstelling heb ik kennis genomen van de aanvullende vragen van een aantal fracties van uw Kamer over de brief van 14 november 2016 over het ontwerp van het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders (2016Z21139). Artikel 6 uit het besluit regelt dat de zorgaanbieder als verantwoordelijke voor een zorginformatiesysteem en de verantwoordelijke voor een elektronisch uitwisselingssysteem, steeds bezig moeten blijven met het verbeteren van de informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens. De leden van de fracties van de PvdA en van de SP vragen aan wie organisaties hierover verantwoording moeten afleggen. Pagina 3 van 7

Dit besluit is een AMvB op basis van artikel 26 Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). In het besluit worden nadere regels gesteld aan elektronische verwerking van persoonsgegevens door zorgaanbieders. De toezichthoudende taak van de AP, neergelegd in artikel 51 lid 1 Wbp, is niet beperkt tot het terrein van de Wbp, maar strekt zich ook uit tot algemene maatregelen van bestuur zoals deze. De Autoriteit Persoonsgegevens (AP) houdt dus ook toezicht op het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders. Op verzoek van de AP moet de zorgaanbieder zich verantwoorden over de toepassing van hetgeen in artikel 6 is genoemd. Artikel 6 uit het besluit is in feite een nadere invulling van artikel 13 van de Wbp over passende beveiliging, er is dan ook geen sprake van een nieuwe taak. Overigens ben ik naar aanleiding van de motie Bredenoord in overleg met de AP over intensivering van het toezicht op elektronische uitwisseling van medische gegevens, onder de huidige wetgeving maar ook onder de Algemene Verordening Gegevensbescherming vanaf mei 2018. Mocht de kwaliteit van zorg in gevaar komen dan is er daarnaast een rol weggelegd voor de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ). De AP en de IGZ hebben een protocol waarin ze hun samenwerking en taakverdeling hebben vastgelegd. De leden van de PvdA-fractie vragen naar de verhouding van dit voorliggende besluit ten opzichte van het wetvoorstel voor een Wet op de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (WIV). De leden van de SP-fractie vragen wat de samenhang is tussen het besluit en andere wetgeving die bijvoorbeeld mogelijkheden geven tot hacken. Zij doelen daarmee waarschijnlijk eveneens op het wetsvoorstel voor een Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten (WIV). Zij vragen of de minister bereid is in het besluit te regelen dat medische gegevens hiervan worden uitgezonderd. Het wetsvoorstel voor een Wet op de inlichtingen en veiligheidsdiensten geeft de wettelijke kaders voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Het wetsvoorstel legt vast onder welke omstandigheden deze diensten mogen binnentreden in een geautomatiseerd werk (hacken) van een persoon of organisatie die in onderzoek is. De in het voorliggende besluit gestelde eisen doen daar niets aan af en zullen ook na inwerkingtreding van voornoemd wetsvoorstel blijven gelden. Deze wettelijke kaders van het wetsvoorstel WIV lijken mij helder, en ik zie dan ook geen reden dat medische gegevens van dit wettelijk kader uitgezonderd worden. De leden van de fractie van de PvdA vragen een reactie op de signalen dat door in te zetten op netwerkbeveiliging, niet wordt gekozen voor privacy enhancing technology (PET) noch voor databescherming by design. Ook de leden van de SPfractie vragen hoe netwerkbeveiliging zich verhoudt tot PET s. Daarnaast vragen zij een reactie op hun overtuiging dat het toezicht zich moet toespitsen op de mogelijkheden van de techniek bij het toepassen van PET in plaats van op de beveiligingsnormen. In het licht van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) en de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp), moeten de zorgaanbieders en beheerders van elektronische uitwisselingssystemen passende maatregelen treffen voor de verwerking van (bijzondere) persoonsgegevens (zoals medische gegevens). Dat kunnen maatregelen rond netwerkbeveiliging zijn (of andere maatregelen die voortvloeien uit de NEN-normen), maar ook maatregelen die er juist voor zorgen dat er zo min mogelijk persoonlijke informatie uitgewisseld wordt. Het treffen van Pagina 4 van 7

beveiligingsmaatregelen en het inzetten van PET s en databescherming by design zijn dan ook niet contrair, maar complementair aan elkaar. Het is ook niet zo dat als er gebruik gemaakt wordt van PET, geen andere beveiligingsmaatregelen meer nodig zijn en dat data onbeveiligd over de lijn mogen gaan. Om in het kader van toezicht op de Wbp en AVG te bepalen of de genomen beveiligingsmaatregelen passend zijn, moet dan ook naar beide type maatregelen gekeken worden: zowel de inzet van PET als het voldoen aan beveiligingsnormen. Een privacy impact assessment (PIA) een effectbeoordeling van gegevensbescherming geeft inzicht wat voor een bepaalde gegevensverwerking passende beveiligingsmaatregelen zijn. Het uitvoeren van een PIA wordt onder meer bij grootschalige verwerking van bijzondere categorieën van persoonsgegevens onder de AVG verplicht. Het krachtens de wet normaliseren van de NEN-normen ontslaat de zorgverlener er niet van ook andere maatregelen te treffen om de risico s te minimaliseren. De Autoriteit Persoonsgegevens toetst hier samen met de IGZ op. De leden van de fractie van de PvdA vragen of het juist is dat PET de (huis)arts veel extra geld kost. Ook nu al dienen artsen en zorginstellingen op grond van de Wbp passende beveiligingsmaatregelen te treffen voor verwerkingen van (bijzondere) persoonsgegevens. De NEN-7510, NEN-7512 en NEN-7513 worden nu als veldnorm gebruikt bij de beoordeling van een passend beveiligingsniveau. Tevens gelden de NEN-7510 en NEN-7512 reeds op grond van de wet gebruik burgerservicenummer in de zorg. Deze nu al bestaande normen worden nu bij AMvB tot de algemene norm verheven voor passende beveiliging. Informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens zouden daarom voor artsen en zorginstellingen geen nieuwe kostenpost moeten zijn. De leden van de fractie van de PvdA vragen of het Nationaal Cyber Security Centrum (NCSC) het netwerk waarover data-uitwisselingen plaatsvinden monitort. Het is de verantwoordelijkheid van verwerkers van persoonsgegevens zelf om te kijken of de gegevensverwerkingen, waaronder data-uitwisselingen over het netwerk, passend beveiligd zijn. Het is ook hun verantwoordelijkheid om waar nodig goede afspraken te maken met de netwerkaanbieders in goede bewerkerovereenkomsten. Daarbij kan de verwerker de netwerkaanbieder bijvoorbeeld vragen om vooraf en periodiek aan te tonen dat de beveiliging op orde is of eisen stellen aan logging. Het NCSC monitort of controleert deze uitwisselingssystemen en netwerken niet; het is aan de verwerker(s) om dit te doen. Ook de Zorg-Cert, het computer emergency response team voor de zorg, monitort dergelijke uitwisselingssystemen niet. Wel kunnen beide partijen, Zorg- Cert en NCSC, een rol spelen bij de oplossing van netwerk- of informatiebeveiligingsincidenten in de zorgsector of elders, waarbij de primaire verantwoordelijkheid overigens bij de verwerker dan wel bewerker blijft. De leden van de SP-fractie willen graag puntsgewijs een overzicht van wat er precies gewijzigd is in het Besluit elektronische gegevensverwerking door zorgaanbieders en waarom. Ten opzichte van het ontwerpbesluit zoals dat in november 2013 aan uw Kamer is gezonden, is het ontwerpbesluit zoals dat nu is toegezonden op diverse punten Pagina 5 van 7

aangepast, als gevolg van ontwikkelingen die zich in die periode hebben voorgedaan. Ik zal die wijzigingen puntsgewijs toelichten: Artikel 2 functionaris voor de gegevensbescherming Het tweede lid is aangepast naar aanleiding van de inwerkingtreding van de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg en naar aanleiding van de definitieve tekst van de Algemene Verordening Gegevensbescherming, waarin geen grens van 250 werknemers is opgenomen. Artikel 3 normen Artikel 5 uit het ontwerpbesluit van 2013 is geïntegreerd in artikel 3. In artikel 3 staan nu alle bepalingen bij elkaar over het voldoen aan de NEN. In het eerste en tweede lid wordt naast NEN 7510 ook NEN 7512 genoemd omdat NEN 7512 een nadere uitwerking van NEN 7510 betreft. Het nieuwe vierde lid vervangt de bepaling die in artikel 2 van het Besluit gebruik burgerservicenummer in de zorg (Besluit bsn-z) is opgenomen (Stb. 2014, 282). In artikel 8, tweede lid, van de Wet cliëntenrechten bij elektronische verwerking van gegevens, is een wettelijke grondslag opgenomen voor het verwerken van het bsn door de beheerder van een elektronisch uitwisselingssysteem. Vanwege die wettelijke grondslag zal de bepaling in het Besluit bsn-z, met de inwerkingtreding van de wet komen te vervallen. In artikel 3, vierde lid wordt nu opgenomen aan welke eisen die beheerder moet voldoen. Artikel 4 termen en definities Toegevoegd zijn verwijzingen naar NEN 7512 en NEN 7513. Artikel 5 eisen aan logging Dit artikel 5 is gelijk aan artikel 7 als opgenomen in het ontwerpbesluit van 2013. Het voormalige artikel 5 is zoals gezegd opgenomen in artikel 3. Artikel 6 kon bij nader inzien vervallen omdat hetgeen daar werd bepaald al ligt besloten in het feit dat men moet voldoen aan NEN 7510. Artikel 6 verbeteren informatiebeveiliging Dit artikel is toegevoegd omdat de technieken voor informatiebeveiliging en bescherming van persoonsgegevens zich steeds blijven ontwikkelen. Om te zorgen dat de beveiliging van systemen zoveel mogelijk up-to-date blijft, moeten de verantwoordelijken voor de gebruikte systemen blijvend aandacht houden voor vernieuwingen en het al dan niet doorvoeren van die vernieuwingen kunnen verantwoorden. De AP kan die verantwoording bij zijn toezicht gebruiken. Artikel 7 uitgave NEN Deze bepaling is gelijk aan artikel 8 van het ontwerpbesluit uit 2013. Artikel 8 en 9 wetstechnische aanpassingen In artikel 8 en artikel 9, tweede lid, zijn enkele wetstechnische aanpassingen opgenomen in verband met de wijziging van de citeertitel van de Wet gebruik bsn in de zorg. De leden van de SP-fractie vragen wie de zorgserviceprovider autoriseert (Artikel 3.3). In artikel 3 wordt aan de verantwoordelijke voor een elektronisch uitwisselingssysteem en aan de zorgaanbieder de eis gesteld dat zij zorgen voor een veilig en zorgvuldig gebruik van hun systemen overeenkomstig het bepaalde in NEN 7510 en NEN 7512. Dit betekent dat zij moeten voldoen aan organisatorische eisen en dat zij ervoor zorg moeten dragen dat de gebruikte systemen voldoen aan de technische eisen. Op grond hiervan moet ook de zorgserviceprovider door een onafhankelijke instantie worden geautoriseerd, zodat duidelijk is dat de zorgserviceprovider voldoet aan de NEN7512. Een dergelijke instantie kan bijvoorbeeld een auditor zijn die ook de elektronische uitwisselingssystemen kan beoordelen. Pagina 6 van 7

Tenslotte de vraag van de leden van de SP-fractie naar de samenhang tussen het besluit en het onderzoek van PrivacyCare en PBLQ naar het betrouwbaarheidsniveau dat nodig is voor (bijvoorbeeld) veilige toegang tot medische gegevens. Het besluit heeft betrekking op specifieke organisatorische, functionele en technische eisen waaraan moet worden voldaan wil er sprake zijn van veilige elektronische gegevensuitwisseling. Niet alleen de uitwisseling moet veilig gebeuren, ook de toegang tot persoonlijke en medische gegevens moet aan eisen voldoen. Daarvoor zijn authenticatiemiddelen nodig op voldoende hoog betrouwbaarheidsniveau. Om te bepalen wat voor de zorg kwalificeert als authenticatiemiddelen op voldoende hoog betrouwbaarheidsniveau heb ik een onafhankelijk onderzoek laten uitvoeren door PrivacyCare/PBLQ. Het onderzoek naar het betrouwbaarheidsniveau voor patiëntauthenticatie onderschrijft het belang dat er middelen beschikbaar komen op het hoogste betrouwbaarheidsniveau. In overleg met de zorgsector, verenigd in het Informatieberaad, wordt een strategie ontwikkeld om het gebruik van beschikbare authenticatiemiddelen op het betrouwbaarheidsniveau substantieel in de zorg aan te jagen en te faciliteren en op termijn toe te groeien naar patiëntauthenticatie op het hoogste betrouwbaarheidsniveau zodra deze middelen breed beschikbaar komen. Pagina 7 van 7