Installatie-instructie AQUINOX. Indirect verwarmde boilers (2013/01) AQUINOX 100 / AQUINOX 150 AQUINOX 200 / AQUINOX 300

Vergelijkbare documenten
Nefit boiler 200 liter Nefit boiler 300 liter

Installatie-instructie Nefit boiler 200 liter Nefit boiler 300 liter

Gebruikershandleiding en installatievoorschrift. Comfort Y1000 D

Electrische Boiler. Installatie, gebruik en onderhoud TNC 10 TNC 15 TNC 30 TNC 50 TNC 80 TNC 80 H TNC 100 TNC 100 H TNC 150 TNC 150 H

Inbedrijfstelling van de installatie

HeatMaster. Montage- en installatiehandleiding. 201 Booster. HeatMaster. 200N (Gas) Booster. HeatMaster ENGLISH FRANCAIS NEDERLANDS ITALIANO NL 1

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Installatie, gebruiks- en onderhoudsvoorschriften. HRi

10. Sanitair warmwaterbereiders

11. Sanitair warmwater bereiders

CV module Plus Installatievoorschriften

Nederland nl. Installatie- en servicehandleiding. Buffervat Gelaagd buffervat P 750-2, P

SENTRY ELEKTRISCHE BOILERS

vanderbeyl IGB-200S, IGB-300S, IGB-500S Installatie- en montagehandleiding

Nefit Economy cv-boilers

Nederlands 11/10/06 GSR 330 N. Gasketel 30 C. Gebruiksaanwijzing.

GEBRUIKERSHANDLEIDING

IT - 300/400/500/600/750/1000 IT

VIH 80 / VIH 120 / VIH 150

VISTRON V120 C.RM VISTRON V150 C.RM. Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman. 06/2004 Art. Nr

Installatiehandleiding. ModuZone Z11

vanderbeyl IGB-100S, IGB-110H, IGB-150S Installatie- en montagehandleiding

Modulair systeem voor verwarmingsinstallaties

Bosch solar Pakket. Montage- en Gebruikershandleiding (2008/03)

GIETIJZEREN VERWARMINGSKETELS

VIESMANN VITOCELL 100-B. Technische gegevens Bestelnr. en prijzen: zie prijslijst VITOCELL 100-B

Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman. VISTRON Öko Plus 120 D.RM / 150 D.RM VISTRON 120 C.RM / 150 C.RM. 03/2005 Art. Nr.

2Power opslagtank. Installatie instructies

Kit zwembad code

NE1.1. Neutralisatie-eenheid. Voor gebruik bij condensatieketels voor gas. Installatie- en onderhoudshandleiding voor de installateur

Logocomfort Logocomfort

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

VOORBEREIDENDE INFORMATIE

PS 500 / PS / PS / PS / PS 2000 / PS 2500

Waterontharder VT1000. Gebruikers handleiding

GE556Y306 Satellieten voor geïndividualiseerde collectieve installaties

ZYPHO 8KW - Article ZY8KW Warmteterugwinning op douchewater

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman

Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman VISTRON D.SLM. 03/2005 Art. Nr

Installatie & gebruik

Veiligheidsgroepen. Veiligheidsgroep Reverso Beschrijving. Versies

Distributie - unit wandmodel onmiddellijke productie van sanitair warm water

Veiligheidsgroepen. Beschrijving. Veiligheidsgroep 889 roestvrij staal. Versies. Voordelen

Veiligheidsgroepen. Beschrijving. Veiligheidsgroep 889. Versies. Voordelen

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

ZEUS PYRO. Werking volgens onderdruk principe. Rendement 82-90% Geringe afmetingen. Ingebouwde veiligheidskoelspiraal

Handleiding rookgascondensor INHOUDSOPGAVE: WERKING. 1.1 Algemeen 1.2 Werking INSTALLATIE

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

Distributie - unit wandmodel onmiddellijke productie van sanitair warm water

L N L N. Fig.3 L N L N. Fig.4

LCA Puffer LCA Boiler With the future in mind

MVB-500, MVB-1000 Installatie- en montagehandleiding

Gebruiksaanwijzing Voor de erkende vakman VISTRON U120 / U150

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-L. voor de vakman. Vitocell 100-L type CVL

Gebruiksaanwijzing VISTRON E E Originele Gebruiksaanwijzing. 04/2010 Art.Nr

Beveiligingen voor huishoudelijke sanitaire toestellen

/2000 BE (NL)

Installatiehandleiding. Composiet verdeler. Model Industrie

Oplaadboilers vanderbeyl OLB-200, OLB-300 en OLB-500, DDS en ES

Zonneboiler 220 SHL. Gebruikershandleiding

MYSON. Kickspace 500, 600 & 800. Installatie-, bedienings- en onderhoudsvoorschriften. Deze instructies dienen bij het toestel bewaard te worden

Installatie instructie

Gebruiksaanwijzing VISTRON FX 200. Originele Gebruiksaanwijzing. 04/2010 Art.Nr

Professional Supplies EIERKOOKAPPARAAT. Modelnr.: *

Composiet verdeler met pompgroep

T Technische Informatie

OBP 150 tot 500 p 126 OBB 150 tot 500 p 127 OB 650/800/1000 p 128 OBC 162/252 p 129 OBD 150 p 129 OBA 150 p 129 OBU 130 p 130. Sanitair warmwater

HENCO INSTALLATIEHANDLEIDING COMPOSIET VERDELER

VIESMANN. Montagehandleiding. Verwarmingswater-doorstroomtoestel. Veiligheidsinstructies. voor de installateur

GASTRO BUFFET - SALADEBAR GEBRUIKSAANWIJZING EN ONDERHOUDSHANDLEIDING

Montage- en onderhoudsvoorschrift

ZONNEBOILERS ZONNEBOILERS PRIJS EXCL. BTW EUR. TYPE ARTIKEL nr OMSCHRIJVING. (prijslijst onder voorbehoud van eventuele wijzigingen of fouten)

Huz 5c, Hoz 5c Huz 5cA, Hoz 5cA

HRs JUMBO

BOILER BL 120 BOILER 120 L. caldaie

Instructies voor installatie, onderhoud en bediening Alfa Laval AquaStar. Unit voor huishoudelijk warm water voor appartementen en eengezinswoningen

Installatiehandleiding. ExaControl E7R S

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCROSSAL 300. voor de vakman. Vitocrossal 300 type CM3 HR-ketel met MatriX-stralingsbrander

HeatMaster 25 C 25 TC 35 TC 45 TC 70 TC 85 TC 120 TC

, , Montagehandleiding. Montagehandleiding. Voor de installateur. BEnl. Uitgever/fabrikant Vaillant GmbH

Warmtapwaterbuffervat WWS 121

Remeha Aqua System Pro-B. Bufferoplaadvaten

Handleiding voor bevoegde specialisten VISTRON C.ERM / C.EZM. 03/2005 Art. Nr

Remeha Aqua Cella. Indirect gestookte oplaadboiler

VIESMANN. Bedieningshandleiding VITOSOL. voor de gebruiker van de installatie NL 3/2009 Bewaren a.u.b.!

VERWARMING «RED HOT» Ref 93475

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Pompengroep tegelkachel. Installatiehandleiding

TECHNISCHE GEBRUIKSAANWIJZING RTI-C

IT - 300/400/500/600/750/1000 IT

OBP 150 tot 500 p 134 OBL 150 tot 500 p 135 OB 650/800/1000 p 136 OBC 162/252 p 137 OBD 150 p 137 OBA 150 p 137 OBU 130 p 138

UNIMIX compact en universeel regelsysteem voor vloerverwarming. member of

AANWIJZINGEN VOOR DE INSTALLATIE

INSTALLATIE- EN GEBRUIKERSINSTRUCTIE

Gebruiksaanwijzing. Zonneboiler voor sanitair warmwater 200 SSL

ZentaSOL 1C ZentaSOL 2C

VIESMANN. Montagehandleiding VITOCELL 100-V. voor de vakman. Vitocell 100-V type CVW. Intern verwarmde warmwaterboiler 390 liter inhoud

Montagehandleiding en gebruiksaanwijzing centrifugaalpomp RC-Pomp

VIESMANN. Montagehandleiding. Uitbreiding AM1. Veiligheidsvoorschriften. voor de vakman. Bestelnr

SWW-toestel voor zonneboiler. Si Gebruikershandleiding L A

Transcriptie:

AQUINOX Indirect verwarmde boilers Installatie-instructie 6 720 806 592 (2013/01) AQUINOX 100 / AQUINOX 150 AQUINOX 200 / AQUINOX 300

SOMMAIRE I - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 3 1 - SYMBOLEN... 3 2 - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN... 3 2.1 - Plaatsing, ingebruikname... 3 2.2 - Werking... 3 2.3 - Onderhoud... 3 2.4 - Door de installateur aan de gebruiker mee te delen informatie... 3 II - VOORSTELLING... 4 1 - BESCHRIJVING... 4 2 - GAMMA... 4 III - TECHNISCHE SPECIFICATIES... 5 1 - KENMERKEN... 5 2 - BUITENAFMETINGEN... 6 3 - AANDUIDING VAN DE COMPONENTEN... 7 4 - PRODUCTIE VAN WARM WATER DOOR DE WARMTEWISSELAAR... 8 IV - INSTALLATIE... 9 1 - ALGEMEEN... 9 1.1 - Reglementaire voorwaarden voor installatie en onderhoud in woningen... 9 2 - MONTAGE VAN DE BIJ DE BOILER MEEGELEVERDE ACCESSOIRES (BOCHT + BUIS + ISOLATIE)... 9 3 - AQUASTAAT VOOR AQUINOX BOILERS (OPTIE)... 10 4 - HYDRAULISCHE AANSLUITING... 10 4.1 - Aanbevelingen van GEMINOX... 10 4.2 - Toebehoren aan te sluiten, te installeren of te regelen... 10 4.3 - Hydraulisch schema... 11 5 - ELEKTRISCHE AANSLUITING... 11 5.1 - Elektrisch schema (enkel voor AQUINOX boilers met aquastaat)... 12 V - INBEDRIJFNAME... 13 1 - DE INSTALLATIE VULLEN MET WATER... 13 2 - CONTROLE VOOR HET IN BEDRIJF STELLEN... 13 3 - INFORMATIE AAN DE KLANT... 13 4 - INBEDRIJFNAME... 14 4.1 - Verwarmingsketel enkel verwarming, met boilerlaadpomp... 14 4.2 - Verwarmingsketel enkel verwarming, uitgerust met een elektronische regeling... 14 VI - ONDERHOUD... 15 1 - ONDERHOUD VAN DE BOILER... 15 2 - LEDIGING... 15 3 - OVERDRUKKLEP VAN DE VEILIGHEIDSGROEP... 15 4 - DE AQUASTAAT OF DE THERMOMETER VERVANGEN... 16 4.1 - Bulben in de dompelbuis (7)...16 4.2 - DE AQUASTAAT OF DE THERMOMETER VERVANGEN... 16 VII - AFKORTINGEN KENPLAAT... 17-2 -

I - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 1 - SYMBOLEN In dit document! worden veiligheidsvoorschriften, waarschuwingen en aanbevelingen aangeduid met een driehoek en wordt de tekst vet weergegeven. 2 - VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN 2.1 - Plaatsing, ingebruikname - De installatie, de elektrische aansluiting, de inbedrijfstelling en alle andere wijzigingen dienen door een gekwalificeerd vakman te worden uitgevoerd en goedgekeurd conform de geldende regelgeving en de regels van de kunst. Respecteer de aansluitschema's! ( pagina...) - Vóór de installatie: ontkoppel alle polen van de netspanning. Zorg ervoor dat het toestel niet per ongeluk kan worden ingeschakeld. - De boiler mag enkel worden gebruikt voor de verwarming van sanitair water. Reglementaire voorwaarden voor installatie en onderhoud in woningen Besluit van 23 juni 1978 en wijzigingsbesluit van 30 november 2005. Verwarmingsinstallaties, aanvoer van sanitair warm water, regels inzake inrichting en veiligheid. Zorg er in het bijzonder voor dat u de maximumtemperatuur voor de verdeling van sanitair warm water respecteert. Voorzie een thermostatische mengkraan aan de warmwateraftapping om de temperatuur aan het aftappunt te beperken (50 C). Besluit van het Ministerie van Volksgezondheid inzake de bescherming van water voor menselijke consumptie. Het is in het bijzonder noodzakelijk om een uitschakelsysteem op het vulsysteem van de installatie te monteren en om materialen en accessoires te gebruiken die beschikken over een conformiteitsattest voor gebruik op een distributienet van sanitair water. - Plaats de afsluitkraan nooit tussen! de veiligheidsgroep en de boiler. -Respecteer de aanbevolen druk. 2.2 - Werking - Respecteer de installatie-instructies om de correcte werking te waarborgen. - Sluit de afvoerbuis van de veiligheidsklep nooit af: Het is normaal dat er een beetje water langs de veiligheidsgroep wegdruppelt bij het opwarmen van de boiler (uitzetting van het boilerwater). 2.3 - Onderhoud - Aanbevelingen voor de gebruiker: sluit een inspectie-/onderhoudscontract af met een erkend vakman. laat het toestel jaarlijks nakijken. zorg ervoor dat de veiligheids- en regelcomponenten correct werken (veiligheidsklep 3 bar, ontluchter, veiligheidsgroep enz.). - Respecteer de veiligheidsvoorschriften uit het hoofdstuk ONDERHOUD. - Let er ook op dat de installatie of het toestel niet lekt (een lek kan een gevaar vormen voor de veiligheid en het vermindert de levensduur van de installatie). - Gebruik enkel originele wisselstukken. 2.4 - Door de installateur aan de gebruiker mee te delen informatie - Leg de gebruiker uit hoe het toestel werkt en toon hem hoe hij het moet bedienen. - Vraag de gebruiker om het toestel niet zelf te wijzigen of te repareren. - Informeer de gebruiker omtrent de mogelijke storingen en gevaren. - Overhandig de gebruikshandleiding aan de gebruiker. - Zorg ervoor dat kinderen niet met het toestel spelen. - 3 -

II - VOORSTELLING 1 - BESCHRIJVING De AQUINOX boilers zorgen voor de productie van warm water, gesteld dat de installatie is aangesloten op een verwarmingsketel die enkel als verwarming wordt gebruikt. Binnen de mantel in thermogevormd ABS bevinden zich: - een roestvrijstalen vat (van 100/150/200 of 300 liter) met: een roestvrijstalen warmtewisselaar, een reinigingsopening, een gemakkelijk verwijderbare polystyreen isolatie. - een thermometer, - een bocht en een aansluitbuis voor koud sanitair water, - isolatie, te installeren in de sokkel onder de boiler, OPTIES: - Een aquastaat voor het inschakelen van de laadpomp die de warmtewisselaar van de boiler voedt in geval van warmwatervraag. 2 - GAMMA Modellen Capaciteit AQUINOX 100 AQUINOX 150 AQUINOX 200 AQUINOX 300 100 liter 150 liter 200 liter 300 liter - 4 -

III - TECHNISCHE SPECIFICATIES 1 - KENMERKEN Modellen AQUINOX 100 150 200 300 Waterinhoud boiler liter 100 150 200 300 Nuttige inhoud boiler liter 97.7 147.5 191.5 291.1 Primaire capaciteit (inwendig volume warmtewisselaar) liter 5,1 5,2 10,3 10,7 Oppervlak van de wisselaar dm² 95,8 99,0 194,8 201,8 Nominaal vermogen wisselaar kw 35 35 60 62 Drukverlies warmtewisselaar mce 1.2 1.3 3.7 4.1 Continu debiet aan 40 C l/min 16.7 16.7 28.7 29.6 Drukverlies bij continu debiet mce 0.030 0.030 0.089 0.094 Primair debiet l/h 1507 1507 2067 2136 Maximale sanitaire warmwatertemperatuur C 80 Afkoelingsconstante van de boiler volgens EN 625 Wh/24h.l. C 0.31 0.27 0.26 0.24 Statisch warmteverlies boiler (onderhoudsverbruik) kwh/24h 1.390 1.852 2.331 3.266 Statisch warmteverlies boiler (boiler op 65 C) W 58 77 97 136 Maximale bedrijfsdruk bar/mpa 10/1 Ingang sanitair koud water inch 3/4 3/4 3/4 3/4 Uitgang sanitair warm water inch 3/4 3/4 3/4 3/4 Primaire ingang inch 3/4 3/4 3/4 3/4 Primaire uitgang inch 3/4 3/4 3/4 3/4 Recirculatie inch 3/4 3/4 3/4 3/4 Reinigingsopening mm 100 Buis warmtewisselaar mm 25 x 1 Leeggewicht kg 23 32.5 42 55 Gewicht met verpakking kg 35 45 55 70-5 -

TECHNISCHE SPECIFICATIES 2 - BUITENAFMETINGEN Fig. 1 Bovenaanzicht Vooraanzicht Modellen AQUINOX 100 AQUINOX 150 AQUINOX 200 AQUINOX 300 A 700 925 1150 1600-6 -

TECHNISCHE SPECIFICATIES 3 - AANDUIDING VAN DE COMPONENTEN Fig. 2 8 10 9 6 13 7 11 4 12 14 3 1 13 2 3 3 1 1 11 BS-02-0 4 4 2 2 5 1) Primaire aanvoer 2) Afvoer warm water 3) Recirculatie water 4) Primaire afvoer 5) Aanvoer koud water 6) Warmwaterboiler 7) Dompelbuis voor: - bulb van de thermometer of - bulb van de aquastaat om het sanitair warm water te regelen (optie) of - bulb van de sanitaire voeler naargelang de configuratie. 8) Reinigingsopening 9) Ruimte voor aquastaat die de temperatuur van het sanitair water regelt (optie) 10) Thermometer 11) Roestvrijstalen spiraalbuis 12) Pijp met kniestuk voor aanvoer koud water* 13) Isolatie uit polystyreen 14) Isolatiemateriaal voor voetstuk onder boiler* * Te monteren op de boiler voordat deze geplaatst wordt 5-7 -

TECHNISCHE SPECIFICATIES 4 - PRODUCTIE VAN WARM WATER DOOR DE WARMTEWISSELAAR Uitgewiss eld vermogen bij T 30 K Contin u debiet aan 40 C Specifiek debiet Opwarming stijd aan 60 C (*1) Oplaad tijd Beschikbar e inhoud aan 40 C in 10 min Beschikba re inhoud aan 40 C in 1 uur Beschikba re inhoud aan 40 C in 10 min Beschikba re inhoud aan 40 C in 1 uur Voorraad aan 80 C Voorraad aan 65 C kw l/min l/min min min liter liter liter liter Type AQUINOX 100 35 16,7 22.9 7 13 278 1116 229 1067 150 35 16,7 26.1 11 20 335 1172 261 1098 200 60 28,7 40.8 9 15 504 1940 408 1844 300 62 29,6 48.1 13 22 627 2110 481 1964 Temperatuur koud water = 10 C. Primaire temperatuur = 80 C. Prestaties verkregen met een ketel die minstens hetzelfde vermogen heeft als dat van de warmtewisselaar. (*1): na 10 min. aftappen - 8 -

IV - INSTALLATIE 1 - ALGEMEEN Deze regels zijn specifiek bestemd voor de gebouwen waarin de apparaten worden geïnstalleerd. Het toestel dient geïnstalleerd en onderhouden te worden door een gekwalificeerd vakman, conform de voorschriften en de regels van de kunst die van toepassing zijn, met name (niet-exhaustieve lijst): 1.1 - Reglementaire voorwaarden voor installatie en onderhoud in woningen - Departementaal sanitair reglement - Norm NF C 15-100 Elektrische laagspanningsinstallatie - regels. - Norm NF en 60-335/1 Veiligheid van huishoudelijke en soortgelijke elektrische toestellen. - Norm NF EN 41-221 Koperen leidingen - Verdeling van koud en warm sanitair water, afvoer van afvalwater, van regenwater, klimaattechnische installaties. (vroeger DTU 60.5). - Norm NF P 40-201 Sanitaire loodgieterswerken voor woningen (vroeger DTU 60.1) - Norm NF EN 1717 Bescherming tegen verontreiniging van drinkwater in waterinstallaties en algemene eisen voor inrichtingen ter voorkoming van verontreiniging door terugstroming - Besluit van 23 juni 1978 en wijzigingsbesluit van 30 november 2005 Verwarmingsinstallaties, aanvoer van sanitair warm water, regels inzake inrichting en veiligheid. Zorg er in het bijzonder voor dat u de maximumtemperatuur voor de verdeling van sanitair warm wat respecteert. - Besluit van het Ministerie van Volksgezondheid ter bescherming van water voor menselijke consumptie. Het is vooral noodzakelijk om een uitschakelsysteem op het vulsysteem van de installatie te monteren en om materialen en accessoires te gebruiken die beschikken over een conformiteitsattest voor gebruik op een distributienet van sanitair water. 2 - MONTAGE VAN DE BIJ DE BOILER MEEGELEVERDE ACCESSOIRES (BOCHT + BUIS + ISOLATIE) - Installeer de isolatie (zie 14) in het voetstuk (zie A), - monteer de pijp met kniestuk (zie 12.1) op het opzetstuk voor koudwateraanvoer (zie B) onder de boiler (plaats in de gewenste positie voor deaansluiting op de aanvoer van koud water), - draai de koudwateraanvoerbuis (zie 12.2) op het kniestuk (zie 12.1) en voer deze door een van de daarvoor bestemde openingen in het voetstuk (zie A). Fig. 3 BS-09-0 A 14 B 12.2 12.1-9 -

INSTALLATIE 3 - AQUASTAAT VOOR AQUINOX BOILERS (OPTIE) De aquastaat schakelt de laadpomp in, die de warmtewisselaar van de boiler voedt in geval van warmwatervraag. Fig. 4! Verplicht toebehoren indien de boiler wordt aangesloten op een verwarmingsketel die niet is uitgerust met een elektronische regeling. Raadpleeg de montagehandleiding van de aquastaat. 4 - HYDRAULISCHE AANSLUITING 4.1 - Aanbevelingen van GEMINOX Risico op brandwonden: Plaats de afsluitkraan nooit tussen de! inlaatcombinatie en de boiler. Voorzie een thermostatische mengkraan aan de warmwateraftapping om de temperatuur aan het aftappunt te beperken (max. 50 C). Zorg ervoor dat de druk in het primaire systeem (warmtewisselaar) niet hoger is dan 10 bar of de maximaal toegestane druk van de verwarmingsketel als deze minder is dan 10 bar. Indien het de bedoeling is dat de boiler op maximale capaciteit werkt, dient u het debiet, de primaire temperatuur en het vermogen van de verwarmingsketel nauwkeurig in het oog te houden, rekening houdend met de maximumwaarden van de boiler. 4.2 - Toebehoren aan te sluiten, te installeren of te regelen - Veiligheidsgroep (volgens NF EN 1491): De veiligheidsgroep moet verplicht worden geïnstalleerd: op de koudwatertoevoer, om ervoor te zorgen dat de maximale bedrijfsdruk van de boiler wordt gerespecteerd. op het laagste punt (0,25 m boven de grond), zodat de boiler kan worden leeggemaakt 2 - hoofdstuk VI - ONDERHOUD. Plaats anders een opzetstuk met een kraan op een laagste punt. de veiligheidsgroep wordt aangesloten op de riolering met behulp van een leiding op afschot in een vorstvrije ruimte. Deze leiding dient een vrije luchttoevoer te hebben (trechter met sifon) Vermijd een snelle drukdaling in de boiler bij het aftappen van warm water. Dit veroorzaakt een voortijdige slijtage van de dichtingen en van het sanitaire circuit zelf. Daarom: moet de doormeter van de koudwatertoevoer minstens gelijk of hoger zijn dan deze van de waterleiding, geen grote drukverliezen in de koudwatertoevoer veroorzaken door de installatie van allerlei toebehoren (afsluitkranen, kleppen, enz...). Het is normaal dat er een beetje water langs de veiligheidsgroep wegdruppelt bij het opwarmen van de boiler. Dit wegstromen nooit verhinderen. Echter, om waterverlies langs de veiligheidsgroep te vermijden en wanneer de waterdruk hoger dan 4 bar is, raden wij u aan: om een drukverminderaar, ingesteld op 3 bar, te plaatsen op de koudwatertoevoer en vóór de veiligheidsgroep. - 10 -

INSTALLATIE om een sanitair expansievat te plaatsen op de koudwatertoevoer, tussen de veiligheidsgroep en de boiler (let op de voorschriften van het expansievat voor het bepalen van de grootte en vuldruk, rekening houdend met het volume van de boiler en de koudwaterdruk). - Thermische isolatie van de leidingen: Om warmteverlies tot een minimum te beperken, moet u de verbindingsbuizen met de verwarmingsketel en de warmwaterafvoerbuis van de boiler isoleren. Als de recirculatie van het water is aangesloten, is het absoluut noodzakelijk dat de leidingen van de recirculatie thermisch worden geïsoleerd. - Toegang tot de reinigingsopening: Laat voldoende ruimte boven de boiler over om toegang tot de reinigingsopening van de roestvrijstalen ketelwand te hebben (controle op kalkaanslag) - (raadpleeg 1 - blz. 15 - hoofdstuk VI - ONDERHOUD) 4.3 - Hydraulisch schema Fig. 5 1 13 3 1 7 14 3 4 4 5 12 2 2 6 1) Primaire ingang (ketel naar boiler) 2) Vertrek sanitair warm water 3) Recirculatie water 4) Primaire uitgang (boiler naar ketel) 5) Aanvoer koud water 6) Boiler (AQUINOX) 7) Sanitaire omlooppomp* 8) Veiligheidsgroep* 9) Afloop veiligheidsgroep 10) Afloop naar de riolering 11) Drukverminderaar* 12) Sanitair expansievat* 13) Keerklep (meegeleverd met de hydraulische aansluitingsset) 14) Boilerlaadpomp 8 * accessoires niet meegeleverd BS-08-0 11 5 9 10 5 - ELEKTRISCHE AANSLUITING - De elektrische aansluiting en al het materiaal dat gebruikt wordt om de aansluiting uit te voeren, dient overeen te stemmen met de geldende regels van de kunst en in het bijzonder met de norm NF C 15-100, - de ruimte waarin de boiler wordt geïnstalleerd, moet aangepast zijn aan de beschermingindex van de boiler (IP20), - Voedingsspanning: 230 V- 50 Hz (enkelfasig), - een aarding is verplicht, - de elektrische voeding moet voorzien zijn van een circuitonderbreker, bij voorkeur bipolair, met stroomonderbreker of zekering van 6 A. - respecteer de polariteit Fasedraad-Nuldraad. - 11 -

INSTALLATIE 5.1 - Elektrisch schema (enkel voor AQUINOX boilers met aquastaat) Fig. 6 230 V 50 Hz AQUINOX BS/EBS-1 9 N 5.1.1 - Verwarmingsketel enkel verwarming, met boilerlaadpomp De boilerlaadpomp wordt geleverd met de optionele hydraulische aansluitingsset. De aquastaat (9) die de temperatuur van het sanitair water regelt (aquastaat als optie) is op de boiler geïnstalleerd (zie 3 - blz. 10 - hoofdstuk IV - INSTALLATIE). De aquastaat (zie 9, blz. 6) start de boilerlaadpomp, die de warmtewisselaar van de boiler voedt bij warmwatervraag. - Sluit de boilerlaadpomp aan zoals aangeduid in blz. 6. 5.1.2 - Verwarmingsketel enkel verwarming, uitgerust met een elektronische regeling De regeling van de sanitaire warmwatertemperatuur gebeurt aan de regelaar van de ketel. - Neem de bulben van de thermometer (zie 10) uit de dompelbuis (zie 7) - toegang langs de bovenkant van de boiler (blz. 7). - geleid de bulb van de sanitaire voeler door de stop (voeler apart te bestellen en geleverd met de sanitaire voelerset voor verwarmingsketels en met de selectieklepset voor verwarmingsketels) (zie E), - de bulb van de sanitaire voeler zo diep mogelijk in de dompelbuis steken (zie 7) steken om voldoende thermisch contact te waarborgen. - plaats de bulb van de thermometer zo diep mogelijk in de dompelbuis (zie D) die daartoe in de polystyreenisolatie is voorzien. Fig. 7-12 -

V - INBEDRIJFNAME 1 - DE INSTALLATIE VULLEN MET WATER - De installatie vullen met water: voordat de installatie wordt gevuld, moeten de leidingen van de installatie worden schoon gemaakt, behalve deze van de boiler zelf. Raadpleeg de technische handleiding van de ketel - De boiler vullen: vul de boiler met water via de veiligheidsgroep (zie 8, blz. 5 - blz. 11 - hoofdstuk IV - INSTALLATIE). Open daarbij een warmwaterkraan. controleer na het vullen de dichtheid van de reinigingsopening van de boiler. - Boiler en installatie goed ontluchten nadat ze met water gevuld zijn. 2 - CONTROLE VOOR HET IN BEDRIJF STELLEN - Controleer of de reinigingsopening van de boiler goed waterdicht is afgesloten (zie 8, blz. 2 - blz. 7 - hoofdstuk III - TECHNISCHE SPECIFICATIES, - controleer de waterdichtheid van de diverse dichtingen en aansluitingen van de installatie, - controleer de ontluchting van het primaire circuit, - controleer of de elektrische aansluiting correct is uitgevoerd. - controleer, om de vermelde prestaties te garanderen, of de koudwaterkraan van de veiligheidsgroep juist is ingesteld om het maximale warmwaterdebiet te verkrijgen, aangeduid in 1 - blz. 5 - hoofdstuk III - TECHNISCHE SPECIFICATIES. 3 - INFORMATIE AAN DE KLANT Het is de taak van de installateur de gebruiker te informeren over de werking van de ketel. Daarbij moet vooral de nadruk gelegd worden op de werking van de beveiligingen en op de noodzaak van een regelmatig onderhoud door een vakman. - 13 -

INBEDRIJFNAME 4 - INBEDRIJFNAME! Houd er rekening mee dat tijdens de temperatuurstijging van de boiler enkele liters water via de inlaatcombinatie ontsnappen. Dat is volstrekt normaal. De veiligheidsgroep mag in geen geval afgesloten worden (uitzetting van water). De hoeveelheid water die wordt afgevoerd, hangt af van de temperatuursstijging en van de druk in de toevoerleiding voor koud water. Wanneer de druk erg hoog is, kan deze worden beperkt tot 3 of 4 bar door een drukregelaar te plaatsen in de koudwatertoevoerleiding van de boiler, vóór de veiligheidsgroep. (zie 4.2 - blz. 10 - hoofdstuk IV - INSTALLATIE). 4.1 - Verwarmingsketel enkel verwarming, met boilerlaadpomp Fig. 8 10 9 van de legionellabacterie in geval van verontreiniging van het sanitair koud water. - Zet de ketelthermostaat op een hogere temperatuur dan die van de boiler. De temperatuur steeds minstens 10 C hoger instellen dan de gewenste boilertemperatuur, maar nooit hoger dan 85 C om ongewenst uitschakelen van de thermische beveiligingen te vermijden (ideale regeling van de ketel = 75 C, boiler = 60 C). 4.2 - Verwarmingsketel enkel verwarming, uitgerust met een elektronische regeling - Indien de ketel met een elektronische regeling is uitgerust, gebeurt de regeling van de temperatuur van het sanitair warm water via de regelaar van de ketel. - Schakel de anti-legionellafunctie in. Raadpleeg het hoofdstuk Ingebruikname in de technische handleiding van de verwarmingsketel. BS-02-0_BO 9) Aquastaat om de temperatuur van het sanitair warm water te regelen - Schakel de ketel in. - Stel de aquastaat in die de temperatuur van het sanitair water regelt (zie 9, blz. 8) naargelang de gewenste temperatuur - Aanbevolen regeling 55/60 C (weergave op de thermometer (zie 10)). Deze regeling laat toe warmteverliezen en kalkvorming te beperken terwijl er toch bescherming is tegen verspreiding - 14 -

VI - ONDERHOUD Een jaarlijkse onderhoudsbeurt van de boiler is verplicht. Het onderhoud moet door een gekwalificeerd vakman worden uitgevoerd. De wisselstukken dienen besteld te worden via de referenties uit de catalogus met wisselstukken. Daarbij dient het type en het serienummer van het toestel te worden aangegeven.! Zet de elektrische stroom uit voordat u werken uitvoert aan het toestel. 1 - ONDERHOUD VAN DE BOILER - In regio's met heel hard leidingwater (TH > 30) en indien de boiler regelmatig moet worden schoongemaakt, is het aangewezen om een onthardingsmiddel toe te voegen aan de installatie of om een kalkwerend behandelingssysteem op de koudwatertoevoer van de installatie te plaatsen. Stel de sanitaire temperatuur in op een waarde lager dan 60 C. Boven 60 C verhoogt de kalkvorming. - Indien het onderhoud van de boiler gebeurt langs de daartoe voorziene reinigingsopening (zie 8, fig. 9): verwijder de beschermplaat (zie 16) - draai de 3 schroeven los (zie 17), verwijder de isolatie (zie 18), demonteer de volledige reinigingsopening (zie 8), flens (zie 19) en dichting (zie 20), vervang de dichting van de reinigingsopening (zie 20) telkens wanneer deze gedemonteerd wordt, monteer alles opnieuw, nadat de boiler opnieuw gevuld is:. controleer de waterdichtheid,. ontlucht de boiler. Fig. 9 2 - LEDIGING De lediging van de boiler gebeurt door de overdrukklep van de veiligheidsgroep te openen, op voorwaarde dat deze geïnstalleerd werd op dezelfde hoogte als het laagste punt van de boiler. Zorg voor een luchtinlaat door een warmwaterkraan te openen. 3 - OVERDRUKKLEP VAN DE VEILIGHEIDSGROEP Controleer jaarlijks de werking van de overdrukklep op de veiligheids-groep en reinig ze door ze meermaals kort te openen. Een niet goed werkende veiligheidsklep kan schade veroorzaken door overdruk. Vervang ze eventueel in geval van slechte werking of van lekken (continu uitlopen aan de klep). - 15 -

ONDERHOUD 4 - DE AQUASTAAT OF DE THERMOMETER VERVANGEN 4.1 - Bulben in de dompelbuis (7) - Aquastaat voor het regelen van de sanitaire temperatuur (zie 9) indien de aquastaat (optie) op de boiler is geïnstalleerd. - Thermometer (zie 10). 4.2 - DE AQUASTAAT OF DE THERMOMETER VERVANGEN - verwijder de beschermplaat (zie 16) - draai de 3 schroeven los (zie 17), - verwijder de isolatie (zie 18), - trek de bulben voorzichtig uit de dompelbuis (zie 7), 4.2.1 - Aquastaat - verwijder de knop (zie 21) van de aquastaat (zie 9) - draai de 2 bevestigingsschroeven los (zie C) van de aquastaat(zie 9), - verwijder de defecte aquastaat(zie 9) en vervang hem, - plaats de bulb in de dompelbuis (zie 7). De bulb zo diep mogelijk in de dompelbuis steken om voldoende thermisch contact te waarborgen.! voeler. Indien de boiler op een verwarmingsketel is aangesloten, wordt de bulb van de aquastaat (zie 9) vervangen door deze van de sanitaire 4.2.2 - Thermometer - demonteer de defecte thermometer (zie 10) en vervang hem, - plaats de bulb van de thermometer (10) in de dompelbuis (zie D). De bulb zo diep mogelijk in de dompelbuis steken om voldoende thermisch contact te waarborgen. Fig. 10-16 -

VII - AFKORTINGEN KENPLAAT Afkortingen Omschrijving Vt Vu Vech Pn ech T max PMS Qst Totale inhoud boiler Nuttige inhoud boiler Inwendig volume warmtewisselaars Nominaal vermogen wisselaar Maximale sanitaire warmwatertemperatuur Maximale bedrijfsdruk Statisch warmteverlies boiler - 17 -

- 18 - NOTITIES

- 19 - NOTITIES

Distributeur : REMEHA MAMPAEY NV/SA Koralenhoeve 10 (Zoning Kapelleveld) 2160 WOMMELGEM Niet-contractueel document. 2013/01