O U D A D M I N I S T R A T I E F A R C H I E F S C H I E D A M W E E S K A M E R I N V E N T A R I S N U M M E R 1 6 3 2 0 6-0 1-1 6 2 5 t / m 1 7-0 1-1 6 5 0 3 3 D U B B E L E F O L I O S R E G I S T E R S D O O R A N T H O N I U S V A N D E R T U I J N T E R H O O N B E W E R K I N G D O O R H. J. V A N D E R W A A G T E S P I J K E N I S S E
De eerste pagina bevat een verklaring van burgemeesters en vroedschappen van 05-06-1628 dat in Delft als er penningen ter weeskamer komen en de stad heeft geld nodig, dat dan de stad voor gaat tegen de penning 20. Zij besluiten hetzelfde te doen doch lenen tegen de penning 18. De bewerker heeft zoveel mogelijk een zelfde spelling aangehouden i.v.m. indexering. Voor de juiste schrijfwijze raadplege men het originele register. Nr. 1 folio 1 d.d. 06-01-1625. Willem Cornelisz. zeeman principaal en Adriaen Dircksz. Backer thesaurier als borg zijn schuldig aan Gerrit Willemsz. zoon van de principaal verwekt bij Arijaentgen Dircksdr. een losrente van f 3-02-08 per jaar met een hoofdsom van f 50, aan Gerrit Willemsz. gelegateerd door Dirck Dircksz. zijn halfbroer. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten O: Lijntgen Jansdr. en ten W: Huijbrecht Jacobsz. voor en Rochus Maertensz. Niesen achter; en Adriaen Dircksz. met een huis en erf mede op de Hoogstraat, belend ten O: de weduwe van Sijmon Claesz. Pesser en ten W: Jan Cornelisz. Veen. Nr. 2 folio 1v. d.d. 03-02-1625. Jan Dircksz. koperslager is schuldig aan het weeskind van zaliger Maertgen Gijssendr. waar vader van is Pieter Cornelisz. Cunst f 200 te lossen de penning 16. Waarborg zekere kustingbrief die hij sprekende heeft op Claes Rochusz. van Letten en zijn borgen in dato 06-05-1623. Kanttekening: Afgelost d.d. 14-07-1625 door Jan Thonisz. bakker met f 210-04-04. Nr. 3 folio 2 d.d. 17-02-1625. Aechgen Heijndricksdr. weduwe Cornelis Dammisz. principaal en Pieter Jacobsz. Bonstoe en Heijndrick Jansz. als borgen zijn schuldig aan Adriaen Dircksz. Backer en Pieter Claes Jonasz., voogden over de weeskinderen van Grietgen Dircksdr. waar vader van is Willem Jansz. schipper een losrente van f 12-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 200. Waarborg door de principaal haar huis en erf achter op de Haven achter het huis van Heijndrick Thijsz. schipper, belend ten W: het huis van de erfgenamen van Job Jobsz. Fabri en ten O: Jan Arijensz. Daenen; Pieter Jacobsz Bonstoe met huis en erf en een haringplaats over de Haven, belend ten Z: Lenert Jansz. oud schipper en ten N: Mathijs Kitsge; en Heijndrick Jansz. met huis en erf op het Einde, belend ten W: Jujaen Lenertsz. Coeijen en ten O: Fransgen Cornelisdr. strekkende voor van de straat tot achter aan de Haven. Kanttekening: Op 22-01-1642 heeft Cornelis Arijensz. Cruijck gehuwd met Grietgen Willemsdr. een der weeskinderen in de tekst geroerd, de hoofdsom met verlopen rente ontvangen. Nr. 4 folio 2v. d.d. 17-02-1625. Mr. Jan Cornelisz. Niesen chirurgijn principaal en Sebastiaen Heijndricksz. Bolleman oud burgemeester en Jacob Heijndricksz. Bolleman zijn neven als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Arijen Lenertsz. Cruijck een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 100. Waarborg al de bezittingen van de principaal; Sebastiaen Bolleman met een huis en erf aan de Hoogstraat, belend ten N: Jan Boeling en ten Z: Jacob Bolleman voorsz.; en Jacob Heijndricksz. met zijn huis en erf daarnaast, belend ten N: Sebastiaen Bolleman en ten Z: Huijbrecht Jacobsz. Veen. Nr. 5 folio 3 d.d. 17-02-1625. Jan Claesz. Muijs principaal en Claes Jansz. Muijs zijn vader en Jan Lourisz. van Wijck borgen zijn schuldig aan Neeltgen Willemsdr. weeskind van zaliger Willem Daenen waar moeder van is Dirckgen Thonisdr. zijn principaals huisvrouw, een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 100, het weeskind gelegateerd door (niet ingevuld) weduwe van Pieter Meesz. waarvan de rente aan de voorsz. Dirckgen Thonisdr. haar leven lang toekomt. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Haven, belend ten N: de weduwe van Willem Jujaensz. en ten Z: een gemene gang; Claes Jansz. met zijn huis en erf op de Dam, belend ten O: de Sluis en ten W: Abraham Souwers; en Jan van Wijck met zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: de kinderen van Jacob N en ten N: Reijnier de Vree. Kanttekening: Op 13-08-1629 heeft Dirckgen Thonisdr. afgelost f 50 zodat resteert f 50. Nr. 6 folio 3v. d.d. 03-03-1625. Heijndrick Arijensz. Paechelaer linnenwever principaal en Jacob Bolleman borg zijn schuldig aan Maerten Jansz. Niesen waar moeder van is Machtelt Arijensdr. een losrente van 3-02-08 per jaar met een hoofdsom van f 50. Waarborg door principaal zijn huis en erf in de Raam belend ten Z: Maerten Arijensz. pottenbakker en ten N: Jan Lambrechtsz.; en de voorsz. Bolleman met zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: Huijbrecht Veen en ten N: Sebastiaen Bolleman.
Nr. 7 folio 4 d.d. 28-04-1625. Johan van der Wolff en Joost Jansz. Voocht ambachtsbewaarders van het Vrankenland zijn schuldig voor het Vrankeland aan Annetgen Heijndricksdr. tegenwoordig wonende te Delft een losrente van 31-05-00 per jaar met een hoofdgeld van f 500 en aan de weeskinderen van Gerrit Jansz. schipper een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 100. Waarborg het inkomen in Vrankeland. Kantekening: Op 05-05-1626 afgelost aan Annetgen Heijndricksdr te Delft in mindering van de hoofdsom f 400 alsmede 27-01-08 wegens verlopen rente. Op 27-07-1631 afgelost door Joost Jansz. Voocht de hoofdsom van 100 met 3 maanden rente. Nr. 8 folio 4 d.d. 28-04-1625. Lieven Arijensz. zeevarende man principaal en Annetgen Melsersdr. weduwe Willem Mourisz. geassisteerd met Joris Nieupoort haar gekozen voogd en Gerrit Anthonisz. scheepstimmerman borgen zijn schuldig aan (de weeskinderen van) Gijsbrecht Lenertsz. steenplaatser en Grietgen Pietersdr. een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf op het Einde bij de Rotterdamse poort, belend ten N: Lenert Abrahamsz. en ten Z: Cornelis Gerritsz. hoefsmid, strekkende voor van 's-herenstraat tot achter aan het huis van Heijndrick Jacobsz.; de voorsz. Annetgen Melsersdr. haar huis en erf op de Haven bij de Hoofdpoort, belend ten O: het huis van Marinus Crijnsz. en ten W: Gerrit Anthonisz.; en dezelfde Gerrit Anthonisz. met huis en erf op de Haven, belend ten O: de voorsz. Annetgen Melsersdr. en ten W het huis van Lubbert Wolphertsz. Kanttekening. Actum 05-03-1629. De hoofdsom met 9¼ maand rente afgelost aan de kinderen van Cornelis Arijensz. Loij als de rente aangekocht hebbende. Vide het voorwaarde boek op 09-06-1625. Nr. 9 folio 5 d.d. 10-06-1625. Cornelis Allertsz. Cleijwech brouwer in de Witte Leeuw als principaal en Maerten Coij president van de weeskamer als borg zijn schuldig aan de weeskinderen van Gijsbrecht Lenertsz. steenplaatser en Grietgen Pietersdr. beiden zaliger, een losrente van 38-02-08 per jaar met een hoofdsom van f 450. Waarborg door de principaal zijn huis en erf met brouwerij op de Dam, belend ten W: Abraham Sauwers en ten N: 's-herensteeg, strekkende voor van de straat tot achter op de Schie. Kanttekening: Actum 29-12-1629. Claes Gijsbrechtsz. schoenmaker is voldaan van de hoofdsom van f 450 met de verlopen rente die hem competeren tegen zijn zuster, uit handen van Cornelis Cleijwech. Nr. 10 folio 5v. d.d. 01-09-1625. Trijntgen Lambrechtsdr. weduwe Arijen Cornelisz. Calff principaal en Willem Jansz. Bontgen stierman en Lenert Jansz. zijn zwager als borgen zijn schuldig aan haar weeskind een rente van f 4-10- 00 met een hoofdsom van f 72. Waarborg haar huis en erf op de Achterweg, belend ten Z: Gerrit Cornelisz. Cruijdelinghen en ten N: Joris Jacobsz.; Willem Jansz. met huis en erf bij de Overschiese poort, belend ten O: Lenert Jansz. Bontgen en ten W: Jan Willemsz. Bontgen; en Lenert Jansz. met huis en erf bij de Overschiese poort, belend ten O: het huis van Mr. Maerten Verwilt en ten W: de voorsz. Lenert Jansz. Bontgen. Nr. 11 folio 6 d.d. 29-09-1625. Egbert Cornelisz. principaal en Jan Willemsz. Bontgen en Arent Jansz. Bontgen als borgen zijn schuldig aan het weeskind van zaliger Arijen Willemsz. Penning waar moeder van is Maertgen Jansdr. nu gehuwd met Egbert Cornelisz. voorsz. een losrente van f 6-17-08 per jaar met een hoofdsom van f 110. Waarborg door principaal zijn huis en erf, belend ten N: Cornelis Tobiasz. en ten Z: de weduwe van Pouwels Jansz.; Jan Willemsz. met zijn huis en erf bij de Overschiese poort, belend ten O: Willem Jansz. Bontgen en ten W: de weduwe van Claes de Clercq; en Arent Jansz. met zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten W: Thomas Gordijn en ten O: Cors Claesz. Decker. Kanttekening: Actum 30-04-1640 afgelost door Egbert Cornelisz. de hoofdsom van 110 met 24-12-00 over 3 jaar en 7 maanden rente sedert 29-09-1636 tot datum dezes. Nr. 12 folio 6v. d.d. 10-11-1625. Bastiaen Bastiaensz. principaal en Lenert Bastiaensz. en Joris Arensz. Banck als borgen zijn schuldig aan (de weeskinderen van) zaliger Jacob Joppenz. de oude waar moeder van is Grietgen Bastiaensdr. een losrente van f 9 per jaar met een hoofdsom van f 144. Waarborg door principaal zijn huis en erf in het Land van Beloften, belend ten W: Lenert Bastiaensz. en ten N: Joris Arijensz. Banck; Lenert Bastiaensz. met huis en erf, belend ten N: Bastiaen Bastiaensz. en ten W: Joris Jacobsz.; en Joris Arijensz. Banck met huis en erf in het Land van Beloften aan de westzijde, belend ten N: Joris Jacobsz. c.s. en ten W: Bastiaen Bastiaensz.
Kanttekening: Actum 10-11-1628. Afgelost de hoofdsom van 144 en 31-10-00 over verlopen rente. Nr. 13 folio 7 d.d. 22-11-1625. Jan Jansz. Schotsman principaal en Sebastiaen Bolleman gecommitteerde raad en Jacob Bolleman schepen alhier als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Lijsbeth Dircksdr. waar vader van is Jacob Florisz. een losrente van 3-02-08 per jaar met een hoofdsom van f 50. Waarborg door Sebastiaan Bolleman zijn huis en erf in de Gooistraat, belend ten Z: de voorsz. Jacob Bolleman en ten N: Jan Jansz. Boeling; en Jacob Bolleman met huis en erf als voren, belend ten Z: Huijbrecht Veen en ten N: de voorsz. Sebastiaen Bolleman. Kanttekening: Actum 16-01-1634. Jacob Bolleman als beschadigde borg van Jan Jansz. Schotsman heeft 50 ter kamer gebracht met 25-12-00 over 8 jaar en 6 maanden verlopen rente en f 3-05-00 over gerechtelijke kosten, gevende dienvolgende de voorsz. Jacob Bolleman actie en cessie om zijn schade te verhalen zo het hem goeddunkt. Nr. 14 folio 7v. d.d. 25-01-1626. Arijaentgen Jansdr. weduwe Dirck Michielsz. Boter geassisteerd met Donijs Jorisz. haar gekozen voogd is schuldig aan de weeskinderen van Pieter Roelofsz. en Emmetgen Arijensdr. beiden zaliger een losrente van f 6-05-00 met een hoofdsom van f 100. Waarborg haar huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten W: Arijaentgen Gijsendr. en ten O: Arijen Lenertsz. alsmede f 200 die Jacob Willemsz. schuldig is met meerdere somme aan haar te betalen volgens de schepenbrief van 02-03- 1624 alhier gepasseerd en waarvan de akte in de doos van de voorsz. weeskinderen is berustende. Nr. 15 folio 8 d.d. 24-02-1626. Jacob Gerritsz. Steen principaal en Arent Meesz. metselaar en Jan Thonisz. bakker als borgen zijn schuldig aan Cornelis Aertsz. kind waar moeder van is Trijntgen Claesdr. Jonas een losrente van f 9-07-08 per jaar met een hoofdsom van f 150. Waarborg door Arent Meesz. zijn huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten O: Jan Maertensz. en ten W: Gerrit Jansz.; en de voorsz. Jan Thonisz. met huis en erf op de Gooistraat, belend ten Z: Roelant Gerritsz. zwaardveger en ten N: Cornelis van Dijk. Nr. 16 folio 8v. d.d. 25-05-1626. Heijndrick Verhaer is schuldig aan Annetgen Heijndricksdr. f 400 de penning 16. Waarborg zijn huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten N: de weduwe van Staets Reijniersz. Bosch en ten Z: de weduwe van Arijen Claesz. zandman alsmede een obligatie sprekende op Claes Bastiaensz. lijndraaier als principaal en Pieter Sijmonsz. zeilmaker en Alewijn Cornelisz. als borgen groot f 400 van 17-11-1615. Kanttekening: Actum 12-11-1629 afgelost 200 zodat resteert 200. Op 04-03-1630 deze bovengestelde 200 gerestitueerd aan Annetgen Heijndricksdr. in de tekst geroerd. Op 11-03-1630 de bovengestelde rest van 200 met f 10 voor verlopen 10 maanden interest betaald. Nr. 17 folio 9 d.d. 25-05-1626. Cornelis Jansz. Deijl voerman principaal en Willem Cornelisz. Keijzer metselaar en Jan Jansz. Cruijper zijn broer als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Jacob Florisz. metselaar verwekt bij Lijsbeth Dircksdr. een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf aan de Broersvest, belend ten W: het lege erf van Broer Arijensz. en ten O: de stadsvest; en door Willem Cornelisz. Keijser zijn huis en erf voor de Raam, belend ten W: Harman Pietersz. Molletgen en ten O: Arijaentgen Cornelisdr. weduwe, strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot; en Jan Jansz. Cruijper met zijn huis en erf in de Raam, belend ten Z: Cornelis Cornelisz. jonge Bouff en ten N: de Raamsloot. Kanttekening: Op 12-03-1629 is door de weduwe van Cornelis Jansz. Deijl geassisteerd met Jan Jansz. haar zwager afgelost de nevenstaande 100 en 18-15-00 voor 3 jaar rente. Nr. 18 folio 10 d.d. 13-07-1626. Joris Jacobsz. Oosterbaen principaal en Pieter Jacobsz. Bonstoe en Daniel Jacobsz. oud stierman borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Pieter RoeIen stuurman een losrente van f 12-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 200. Waarborg door principaal zijn huis en haringplaats over de Haven, belend ten W: Adriaen Jorisz. brouwer en ten O: de plaats van Abraham van Cleeff; Pieter Jacobsz met huis en erf over de Haven, belend ten Z: Lenert Jansz. oud schipper en Matthijs Kitsge; en Daniel Jacobs met huis en erf op de hoek van de Walvisstraat, belend ten Z: dezelfde straat en ten N: de Mennisten kerk. Kanttekening: Actum 11-02-1632. Maertgen Danielsdr. weduwe van Joris Jacobsz. Oosterbaen heeft in de Kamer betaald en van de 200 afgelost 100 en heeft de rente aan Emmetgen Arijensdr.
betaald. Emmitgen Arijensdr als administrerende de goederen van de kinderen in de tekst geroerd bekende de resterende 100 van Joris Oosterbaen te hebben ontvangen en de rente is gecasseerd. Nr. 19 folio 10v. d.d. 18-01-1627. Claes Arijensz. straatwerker principaal en Pietertgen Arijensdr. en Arijen Arijensz. karreman moeder en broer borgen, zijn schuldig aan het weeskind van Cornelis Bruijnenz. waar moeder van is Arijaentgen Dircksdr. een losrente van f 4-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 84. Waarborg door principaal zijn huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten O: Roeloff Pietersz. en ten W: Gerrit Arijensz., strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot toe; Pietertgen Arijensdr. haar huis en erf in de Nieuwstraat, belend ten N: Heijndrick Verhaer en ten Z: Willem Nieupoort secretaris en Willem Cornelisz. Keijser; en de voorsz. Arijen Arijensz. met huis en erf bij de Overschiese poort, belend ten O: een gemene gang en ten W: Jan Heijndricksz. gorter. Kanttekening: Actum 08-08-1633. Adriaen Hoochmoet heeft de nevenstaande hoofdsom namens Bruijn Cornelisz., welke nu mondig verklaard is, ontvangen. Nr. 20 folio 11 d.d. 25-01-1627. Pieter Engebrechtsz. wonende alhier is schuldig aan het weeskind van Machtelt Arijensdr. waar vader van is Arent Joppenz. f 50, te voldoen uit de erfenis hem opgekomen door het overlijden van Geertgen Jansdr. laatst huisvrouw van Claes Jansz. zijn moeie, met interest de penning 16. Kanttekening: Actum 17-07-1629 heeft Pieter Engebrechtsz. de 50 afgelost en 7-16-00 over 2½ jaar rente. Nr. 21 folio 11v. d.d. 25-01-1627. Arent Cornelisz. Meijster principaal en Pieter Jacobsz. Bonstoe en Mr. Anthonij ter Brugge beiden vroedschappen als borgen zijn schuldig aan Jacob Jansz. en Andries Jansz. wonende te Ierland, een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf aan het Marktveld, belend ten N: Willem Cornelisz. Keijser en ten Z: Pouwels Willemsz. olieslager; Pieter Bonstoe met huis en erf op de Haven, belend ten N: Arijen Cornelisz. boekdrukker en ten Z: de kinderen van Cornelis Jansz. alias Oom Kees; en Mr. Anthonij met huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Eeuwout Huijbrechtsz. van Vliet en ten Z: Nicolaes Vermeulen. Kanttekening: Op 08-11-1630 afgelost de 100 met 24 over 3 jaar en 10 maanden rente sedert 25-01-1627. Nr. 22 folio 12 d.d. 08-02-1627. Baerthout Warnaertsz. principaal en Warnaert Barthoutsz. zijn zoon en Arijaentgen Baerthoutsdr. borgen zijn schuldig aan Cornelis Cornelisz. weeskind van zaliger Cornelis Huijbrechtsz. waar moeder van is de voorsz. Arijaentgen Baerthoutsdr. voorsz. een losrente van f 12-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 200. Waarborg zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: de weduwe van Jan Willemsz. van Haerlem en ten N: Lambrecht Harmansz. kleermaker; Warnaert Baerthoutsz. mede op zijn huis en erf op de Haven, belend ten O: Rochus Jacobsz. en ten W: de gemene gang van hem comparant en Arent Cornelisz. Wittebol; en Arijaentgen Baerthoutsdr. haar huis en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: Reijnier de Vree en ten N: Pieter Jansz. ter Thoolen. Kanttekening: Op 17-10-1633 heeft Arijaentgen Baerthoutsdr. de hoofdsom van f 200 ontvangen uit naam van haar zoon Cornelis Cornelisz. met alle verlopen rente, hiermede is de brief gecasseerd. Nr. 23 folio 13 d.d. 18-02-1627. Heijndrick Verhaer is schuldig aan de weeskinderen van Grietgen Dircksdr. waar vader van is Willem Jansz. schipper een rente van f 9-01-02 per jaar met een hoofdsom van f 145 en aan Aefgen Jansdr. weeskind van Baertgen Pietersdr. waar vader van is Jan Huijgensz. een rente van f 6-05-00 met een hoofdsom van f 100. Waarborg zijn huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten N: de weduwe van Staets Reijniersz. Bosch en ten Z: de weduwe van Arijen Claesz. zandman en tot nadere zekerheid een rentebrief pro resto f 200 t.l.v. Jan Jansz. leertouwer op diens huis verhypothekeerd volgens een akte op 03-10-1609 voor schepenen alhier verleden en het transport voor schepenen op 27-06-1613. Kanttekening: Actum 29-01-1630. Heijndrick Verhaer heeft betaald in handen van de thesaurier Hoochmoet als voogd van de weeskinderen 172-18-12, te weten 145 voor aflossing en 27 over 3 jaar en 1 maand rente. Nog een kanttekening: Actum 29-01-1630. Jan Pietersz. gehuwd met Aefgen Jansdr. heeft de hoofdsom van f 100 met verlopen rente ontvangen.. Nr. 24 folio 13v. d.d. 01-03-1627.
Huijch Elantsz. Ballaster wonende buiten op het Hoofd principaal en Steven Jansz. kleermaker en Cornelis Sierensz. als borgen zijn schuldig aan Arijen Jacobsz. de Recht een losrente van f 12-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 200. Waarborg door principaal zijn huis en erf op het Hoofd alhier belend ten N: Thonisgen Aertsdr. en ten Z: Arijen Jansz. van Cappelle; en Steven Jansz. zijn huis en erf op het Marktveld, belend ten O: Jacob Pietersz. van der Poth en ten W: Pieter Dierten Zevenhuijsen; en Cornelis Sierensz. met huis en erf in de Raam. Kanttekening: Actum 10-11-1631. Steven Jansz. borg van Huijch Elantsz. heeft afgelost f 125 als 100, zijnde de helft van de hoofdsom en f 25 over 2 jaar rente, zodat het kapitaal blijft 100, gevende overzulks Steven Jansz alle actie en cessie. Actum 07-06-1631 Huijch Elantsz. heeft de resterende 100 met de verlopen rente ter weeskamer in de doos afgelost. Nr. 25 folio 14 d.d. 22-03-1627. Heijndrick Willemsz. principaal en Jutgen Heijndricksdr. zijn moeder en Augustijn Engebrechtsz. zijn oom borgen, zijn schuldig aan het weeskind van Jan Thonisz. Overschie een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten N: de weduwe van Cornelis Stolck en ten Z: Maertgen Jacobsdr.; en Jutgen Heijndricksdr. met huis en erf op de Verbrande Erven, belend ten O: Cornelis Jacobsz. met een lijnbaan en ten W: hij principaal; en Augustijn Engebrechtsz. met huis en erf aan de oostzijde van de Vaart in het Broersveld, belend ten N: Claertgen Pietersdr. en ten Z: het huis van Pieter Thonisz. wever zaliger. Nr. 26 folio 14v. d.d. 29-04-1627. Sijmon Bouman oud burgemeester principaal en Elias Maerlant en Mr. Anthonij van der Bruggen oud schepen borgen zijn schuldig aan Arijaentgen Arijensdr. dochter van Arijen Abrahamsz. een losrente van f 3-07-00 per jaar met een hoofdsom van f 53, aan de weeskinderen van Aechgen Jacobsdr. daar vader van is Rochus Dammisz. een losrente van f 3-02-08 per jaar met een hoofdsom van f 50, de weeskinderen van Annetgen waar vader van is Cornelis Rochusz. een losrente van f 2 per jaar met een hoofdsom van f 32, het weeskind van Jan Jacobsz. Cunst een losrente van f 2-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 40 en de weeskinderen van Rochus Pieter Doesen een losrente van f 2-09-02 per jaar met een hoofdsom van f 49, tezamen f 13-08-10 per jaar met een hoofdsom van f 214-18-00. Waarborg door principaal zijn huis en lijnbaan beneden de Hoogstraat, belend ten W: de bansloot en ten O: Gerrit Jansz. strekkende voor van de straat tot achter (niet ingevuld); en Elias Maerlant met zijn huis en erf in de Gooistraat op de hoek van de Overmaasse steeg belend ten N: dezelfde steeg en ten Z: Jan Wolphertsz. Vleijscher boekverkoper, strekkende voor van de straat tot achter aan het huis van Lijsbeth Jansdr. van der Wolff; en Mr. Anthonij van der Bruggen met huis en erf aan de Gooistraat, belend ten N: Cornelis van Vliet bakker en ten Z: Nicolaes Vermeulen schepen. Kanttekening: Op 29-01-1629 door Elias Maerlant voor Sijmon Bouman afgelost 214-18-00 alsmede ¾ jaar rente of 10-01-08. Nr. 27 folio 15v. d.d. 15-05-1627. Thonis Rochusz. zeevarende man wonende op de Achterweg principaal en Thonis Jansz. zeevarende man wonende over de Schie en Abraham Maertensz. Ketelaer wonende op de Korte Achterweg borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van zaliger Jan Jansz. de Willige waar moeder van is Neeltgen Daenen die daarvan de rente trekt zolang de kinderen minderjarig zijn, een losrente van f 6-05-00 met een hoofdsom van f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Lange Achterweg, belend ten N: Neeltgen Jansdr. weduwe Cornelis Jacobsz. de Gilde en ten Z: Willem Pietersz. Bommelsman, strekkende voor van de straat tot achter aan de bansloot; Thomas Jansz. (sic) met huis en erf over de Schie, belend ten W: Claes Pietersz. Banck metselaar en Ode weduwe van Huijch Dircksz. kleermaker, strekkende voor van de straat tot achter aan de Doelsloot; en Abraham Maertensz. met huis en erf op de Korte Achterweg, belend ten O: Pieter Corssen stierman en ten W: de weduwe van Dammis Reijersz. strekkende voor van de straat tot achter aan de sloot. Nr. 28 folio 16 d.d. 15-05-1627. Gerrit Heijndricksz. zeevarende man principaal en Job Heijndricksz. en Thonis Corsz. broer en zwager van de principaal als borgen zijn schuldig aan de twee weeskinderen van Jan Jansz. de Willige waar moeder van is Neeltgen Daenen, welke daarvan de rente trekt zolang de kinderen ongehuwd of onmondig zijn, een losrente van f 6-05-00 met een hoofdsom f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf aan de westzijde van de Achterweg, belend ten N: Arijen Arijensz. Keet en ten Z: Soetekool, strekkende voor van de straat tot achter aan Mr. Adriaen van Waert chirurgijn; Job Heijndricksz. met huis en erf mede op de Achterweg aan de westzijde, belend ten N: Jan Thonisz.
Visscher schipper en Z: Neeltgen Arijendr. weduwe van Thonis Jansz. Viool, strekkende voor van de straat tot achter aan de bansloot; en Thonis Corsz. met zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten W: Dirck Jansz. kleermaker en ten O: Sijmon Pietersz. Craijsteijn, strekkende voor van de straat tot achter op de Achterweg. Nr. 29 folio 17 d.d. 05-08-1627. Christiaen Pijnacker vroedschap principaal, Dirck Jacobsz. Gommersbach notaris en Doom Jansz. marktschuitvoerder op Amsterdam als borgen zijn schuldig aan Cornelis Aertsz. Kievit vader en voogd van Cornelis Kievit de jonge verwekt bij Trijntgen Claesdr. een losrente van f 37-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 600. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: het huis van Cornelis Joppenz. Vlam; Dirck Jacobsz. Gommersbach op zijn huis en erf over de Haven, belend ten N: Maertgen Arijensdr. weduwe Ruth Lenertsz. en ten Z: Zeger Maertensz.; en Doom Jansz. met zijn huis en erf over de Schie, belend ten W: de Doelpoort en ten O: Jan Thonisz. bakker. Op 20-03-1628 stelt Claes Jansz. Doom marktschuitvoerder op Delft zich borg voor Christiaen Pijnacker t.b.v. het weeskind i.p.v. Dirck Jacobsz. Gommersbach, met waarborg zijn huis en erf in de Boterstraat, belend ten O: Lenert (niet ingevuld) en ten W: de erfgenamen van Jan Doom, strekkende voor van de straat tot achter aan de Schie. Gommersbach wordt van zijn hijpotheek ontslagen. Op 19-03-1631 heeft Claes Jansz. Doom ter weeskamer gebracht als beschadigde borg voor Christiaen Pijnacker f 600, mitsgaders over 3 jaar en 6 maanden verlopen rente sedert 05-08-1627 tot 05-02-1631 en hij wordt gecedeerd in de rechten. Op 23-06-1659 compareerde Jan Claesz. Doom voor zichzelf en vanwege Jacob Adriaensz. Muts gehuwd met Jacomijntje Claesdr., kinderen en erfgenamen van Claes Jansz. Doom beschadigde borg en cessie hebbende t.l.v. Christiaen Pijnacker, hij heeft de hijpotheek van Pijnacker ontslagen en vrijgesteld. Nr. 30 folio 17v. d.d. 10-08-1627. Cornelis Claesz. kuiper wonende op de Dam principaal, Cornelis van der Dussen en Wouter Claesz. landman borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Arijen Cornelisz. Calff en Trijntgen Lambrechtsdr. een losrente van f 6-05-00 per jaar met een hoofdsom van f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: Cornelis Cornelisz. Boer en ten O: Cornelis Donijsz., Cornelis van der Dussen met huis en erf over de Haven in het West Nieuweland, belend ten N: hijzelf en ten Z: Matthijs Kitsgen; Wouter Claesz. met huis en erf over de Schie in de Koningstraat, belend ten O: de weduwe van Louris Pietersz. Schans en ten Z: de weduwe van Willem Jansz. van Delft. Kanttekening: d.d. 15-08-1637. Cornelis Claesz. Wouw heeft deze nevenstaande hoofdsom van 100 ter kamer gebracht mitsgaders aan Arijaentgen Arijensdr. enige dochter in de tekst geroerd, mondig verklaard om haar goederen te mogen regeren, alle verlopen renten. Nr. 31 folio 18 d.d. 15-08-1627. Cornelis Cornelisz. Couwenhoven kuiper principaal en Claesgen Cornelisdr. j.d. borg zijn schuldig aan het weeskind van (niet ingevuld) waar vader van is Lucas Jansz. Coppert een losrente van f 6-05- 00 met een hoofdsom van f 100. Waarborg door pincipaal een kustingbrief sprekende op Arijen Jansz. vleeshouwer, inhoudende nog f 300 alsmede zijn huis en erf over de Haven in het West Nieuweland, belend ten O: Cornelis Jacobsz. van Vlaerdingen en ten W: Lenaert Jansz. Compareerde nog Maertgen Cornelisdr. gehuwd met Gijsbrecht Gerritsz. wonende Vlaardingen i.v.m. de absentie van haar man die op zee is en stelt in handen 7 gouden ringen en 4 zilveren lepels. Kanttekening: dd.d. 30-04-1629. De hoofdsom van 100 is afgelost met 2 jaar rente of 12-10-00. Op 14-05-1629 deze 112-10-00 gerestitueerd aan Jacob Jacobsz. gehuwd met Weijntgen Lucasdr. het weeskind in de tekst geroerd. Nr. 32 folio 18v. d.d. 23-09-1627. Jacob Woutersz. Scharp convooimeester alhier principaal en Arijen Woutersz. Scharp en Jacob Heijndricksz. Juijst borgen zijn schuldig aan de 2 weeskinderen van Grietgen Claesdr. wonende alhier waar vader van is Cornelis Jansz. kuiper een losrente van f 81-05-00 met een hoofdsom van f 1.300. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: het huis van Engel Thijsz Domburch waar uithangt de Drie Haringen en ten Z: s-herensteegje; Arijen Scharp met zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Rochus Gerritsz. Schuijffhouck en ten Z: Heijndrick Pietersz. Sterrenburch en de weduwe van Adriaen Thonisz. Ceuijff; en Jacob Juijst met zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Roelant Jansz. van Ree en ten Z: Heijndrick Willemsz. Juijst.
Kanttekening: Actum 23-09-1639 afgelost door Jacob Scharp de hoofdsom van 1.300 met 162-10- 00 over 2 jaar rente verschuldigd 23-09-1638 en 1639. Nr. 33 folio 19v. d.d. 04-10-1627. Hilletgen Heijndricksdr. van Crijmpen weduwe Pieter Romertsz. principaal en Pieter Gerritsz. en Adriaen Sauwers beiden tijkwerkers haar zwagers als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Dirck Jansz. Hasselaers en Rusgen Dircksdr. beiden zaliger een losrente van f 12-10-00 per jaar met een hoofdsom van f 200. Waarborg haar huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten Z: Harman Wijnantsz. slotenmaker en ten W: Arijen Pietersz. Spaingen; Pieter Gerritsz. met zijn huis en erf op de Markt in de Boterstraat, belend ten N: Goosen Cornelisz. en ten W: de weduwe van Arijen Maen: en Adriaen Sauwers zijn huis en erf in St. Anna Zustershuis, belend ten N: en Z: deze stad. Kanttekening: Actum 04-10-1628. De nevenstaande hoofdsom afgelost met 1 jaar interest tot 12-10- 00. Nr. 34 folio 20 d.d. 29-11-1627. Dirck Jansz. huistimmerman principaal en Jan Claesz. molenaar en Arijen Joostenz. wielmaker als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van zaliger Grietgen Claesdr. wonende alhier waar vader af is Claes Jansz. kuiper een losrente van f 9-07-08 met een hoofdsom f 150. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Nieuwstraat, belend ten N: Jan Fransz. de Bruijcker en ten Z: Jan Pool zwaardveger, strekkende voor van de straat tot achter aan de bansloot; Jan Claesz. op de helft van zijn huis en erf en op de helft van de Noordwindmolen, belend ten W: het huis van Jan Cornelisz. Corff en ten O: de stadsvest; en Arijen Joostenz. op de helft van zijn huis en erf op de Dam, belend ten W: de erfgenamen van Frans Prelleman en ten O: Arijen Cornelisz. Drooch. Kanttekening: Actum 28-11-1639 afgelost door Cornelis Lenaertsz. Coepersijck (Corpersdijck) oom en voogd van de kinderen van Dirck Jansz. 150 en 46-17-00 over 5 jaar rente. Nr. 35 folio 21 d.d. 29-11-1627. Willem Penning principaal en Heijndrick Thijsz. wonende in de Wuscandeldruijff en Neeltgen Jansdr weduwe Pieter Willemsz. Penning als borg zijn schuldig aan het weeskind van Leentgen Thijsdr. dochter van Thijs Heijndricksz. zaliger een losrente van f 3-02-08 per jaar. Waarborg door de principaal zijn huis en erf op de Nieuwe Erven binnen deze stad, belend ten N: Sijmon Veris en ten Z: de schuur van Jan Cruijsser; Heijndrick Thijsz. zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: Willem Jansz. schipper en ten N: de erfgenamen van Job Jobsz. Fabrij, strekkende voor van de straat tot achter met een gang op de Haven; en Neeltgen Jansdr. haar huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: Lenaert Muijs en ten Z: Claes Jansz. Kouckeeter. Nr. 36 folio 21v. d.d. 17-12-1627. Huijch Sijmonsz. Sluijs principaal mitsgaders Lenert Claesz. wonende aan het Groenweegje en Willem Claesz. scheepstimmerman wonende op het Hoofd als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Aechgen Jacobsdr. waar vader van is Rochus Dammisz. een losrente van f 3-02-08 per jaar met een hoofdsom van f 50. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de hoek van de Machtelt de Haensteeg, belend ten O: deze steeg en ten W: het huis van Jan Joppenz. Capiteijn; Lenert Claesz. met huis, erf en boomgaard in het Groenweegje, belend ten O: Pieter Cornelisz. en ten W: Jan Jorisz. karreman; en Willem Claesz. met huis en erf met scheepstimmerwerf op het Hoofd, belend ten Z: de scheepstimmerwerf van de kinderen van Heijndrick Zemelaer en ten N: Rijck Willemsz. scheepstimmers werf. Kanttekening: Actum 06-06-1633. Maertgen Claesdr. weduwe Huijch Sijmonsz heeft de hoofdsom van 50 met verlopen rente afgelost waarmede de brief gecasseerd is. Nr. 37 folio 22 d.d. 31-01-1628. Pieter Dammisz. zeevarende man principaal en Jan Jorisz. Hemelt de kan en Jasper Dircksz. in de Vuijck als borgen zijn schuldig aan de weeskinderen van Aechgen Jacobsdr. waar vader van is Rochus Dammisz. een losrente van f 4 per jaar met een hoofdsom van f 64. Waarborg door principaal zijn huis en erf bij de Overschiese poort, belend ten O: de weduwe van Bastiaen Suijcker en ten W: Jacob Thonisz.; Jan Jorisz. met huis en erf in het Broersveld, belend ten W: de gang van Claes Bastiaensz. en ten O: Claes Sijmonsz. zandman; en Jasper Dircksz. met huis en erf in de Zijlstraat, belend ten N: Harman Pietersz. de Man en ten Z: Michiel Cornelisz. Kanttekening: Actum 05-11-1629 afgelost door Adriaen Molswijck vanwege Pieter Dammisz de hoofdsom van 64 en 9 maanden rente. Nr. 38 folio 22v. d.d. 22-05-1628.
Pieter Claesz. Cool wonende aan de Achterweg is schuldig aan Cornelis Cornelisz. weeskind van Cornelis Huijbrechtsz. waar moeder van is Ariaentgen Baerthoutsdr. f 150 wegens geleend geld, af te lossen met f 34 per jaar de penning 16. Hij belooft "als Godt de heere de toekomende haringteelt een goede reijs verleend boven de jaarlijkse termijnen elk van f 24 belopende f 48 met de interest" te zullen aflossen. Hij geeft over een kustingbrief pro resto f 206 te betalen met f 24 per jaar t.l.v. Elias Gerritsz. Hessing en de hijpotheek is van 06-07-1620. Nr. 39 folio 23v. d.d. 30-08-1627. Jacob Crijnenz. zeevarende man principaal en Cornelis Jacobsz. van Vlaerdingen en Maertgen Huijbrechtdr. weduwe Ole Pietersz. als borgen zijn schuldig aan het weeskind van Jaspertgen Willemsdr. waar vader af is Jan Claesz. Brouck een losrente van f 3-07-08 per jaar. Waarborg door principaal zijn huis en erf in de Breedstraat, belend ten N: Goris Dircksz. Breroe en ten ZW: Huijch Pietersz. smid; en Cornelis Jacobsz. met huis over de Haven, belend ten O: Cornelis Cornelisz. kuiper en ten W: Maertgen Jansdr.; en Neeltgen Huijbrechtsdr. met huis en erf in de Walvisstraat, belend ten Z: Grietgen Pietersdr. en ten N: Claes Jansz. Ploij. Kanttekening: Actum 10-05-1638 de hoofdsom met rente is afgelost. Nr. 40 folio 24 d.d. 24-07-1628. Doen Jorisz. Beijes burgemeester alhier principaal en Elias Maerlant president van de weeskamer alhier en Heijndrick Dircksz. als borgen zijn schuldig aan Neeltgen Lenertsdr. weeskind van Lenert Claes Ouwerschietgen zaliger waar moeder van is Pietertgen Damen een losrente van f 10-12-08 per jaar met een hoofdsom van f 170. Waarborg door principaal met huis en erf over de Haven op de Nieuwe Vismarkt, belend ten N: zekere gemene gang en ten Z: Maertgen Ames weduwe, strekkende voor van de straat tot achter aan de stadswal; Maerlant met een huis en erf op de Hoogstraat, belend ten N: 's-herensteeg en ten Z: Barend van der Elst; en Heijndrick Dircksz. met huis en erf op de Haven, belend ten N: Fransgen Cornelisdr. en ten Z: niet ingevuld. Kanttekening: Actum 24-12-1633 heeft Doen Jorisz. Beijes afgelost aan Neeltgen Lenertsdr "tot kledinge van hetselve also deselve sel trouwen f 70" en dat op order van de weesmeesters zodat het kapitaal blijft f 100. Nr. 41 folio 24v. d.d. 06-11-1628. Baerthout Warnaertsz. principaal en Warnaert Barthoutsz. en Arijaentgen Baerthoutsdr. zijn zoon en dochter als borgen zijn schuldig aan Cornelis Cornelisz. zoon van Cornelis Huijbrechtsz. stierman zaliger waar moeder van is de voorsz. Arijaentgen Baerthoutsdr. een losrente van f 6-05-00 met een hoofdsom van f 100. Waarborg door principaal zijn huis en erf op de Hoogstraat, belend ten Z: de weduwe van Jan Willemsz. van Haerlem en ten N: Lambrecht Harmensz. kleermaker; Lambrecht Baerthoutsz. (sic) zijn huis en erf over de Haven, belend ten O: Rochus Jacobsz. en ten W: de gemene gang van hem comparant en Arent Cornelisz. Wittebol; en Arijaentje Baerthoutsdr. haar huis en erf mede op de Hoogstraat, belend ten Z: Reijnier de Vree en ten N: Pieter Jansz. van ter Thoolen. Kanttekening: Actum 17-10-1633 Arijaentgen Baerthoutsdr. bekende de nevenstaande hoofdsom van f 100 ontvangen te hebben namens haar zoon Cornelis Cornelisz. met alle verlopen rente zodat de brief gecasseerd is. Nr. 42 folio 25 d.d. 15-11-1628. Cornelis Rochusz. Bouwman principaal, Rochus Gerritsz. Schuijffhouck en Claes Cornelisz. Goethart als borgen zijn schuldig aan het weeskind van Maertgen Jansdr. waar vader af is Cornelis Claesz. kuiper een losrente van f 25 per jaar met een hoofdsom van f 400. Waarborg door principaal en Rochus Gerritsz. hun 2 huizen en erven staande naast elkander op de Hoogstraat, belend ten N: 'sherensteeg en ten Z: Adriaen Woutersz. Scharp, strekkende voor van 's-herenstraat tot achter op de Haven; en de voorsz. Goethert met huis en erf in de Boterstraat, belend ten O: Wijnant Gillisz. c.s. en ten W: Steven Thijsz. bakker. Kanttekening: d.d. 27-04-1631 Claes Cornelisz. Goethart heeft ter kamer betaald als beschadigde borg voor Cornelis Rochusz. Bouman de hoofdsom van f 400 met 60-08-00 over 2 jaar en 5 maanden verlopen rente sedert 15-11-1628, gevende de voorsz. Goethart als actie en aanspraken als de voorsz. weeskinderen enigszins daaraan gecompeteerd hebben om daaraan zijn schade te verhalen. Nr. 43 folio 25v. d.d. 20-11-1628. Mr. Adriaen van Waert chirurgijn principaal en Cornelis Lenertsz. Veen en Jan Baerthoutsz. Annocke als borgen zijn schuldig aan zijn zoon Michiel van Waert geprocureerd bij Catharina Pietersdr. zaliger een losrente van f 12-10-00 met een hoofdsom van f 200. Waarborg door principaal zijn huis en erf op
de Korte Achterweg, belend ten O: Andries Gerritsz. en ten W: de erfgenamen van Lijsbeth Jacobsdr.; Cornelis Lenertsz. met huis en erf op de Hoogstraat, belend ten O: Pieter Lourisz. timmerman en ten W: Joris Jacobsz. Oosterbaen; en Jan Barthoutsz. met huis en erf in de Lange Kerkstraat, belend ten O: Andries Gidionsz. en ten W: Sijbrant N. Kanttekening: Actum 22-10-1629 afgelost door Mr. Adriaen van Waert de hoofdsom van 200 alsmede 12-10-00 rente verschuldigd per 20 november a.s. Nr. 44 folio 26 d.d. 11-06-1633. Willem Thonis Sluijs wonende in het Broersveld alhier principaal en Maerten Willemsz. Sluijs oud burgemeester en Pieter Jansz. van Tholen oud schepen beiden deze stad als borgen zijn schuldig aan Job Arijensz. uitlandige zoon van zaliger Arij Bouwensz., een losrente van f 12-03-08 per jaar met een hoofdsom van f 194-15-00. Waarborg door Maerten Sluijs zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten N: Bruno van der Dussen en ten Z: niet ingevuld, strekkende voor van de straat tot achter op de Haven; en Pieter Jansz met zijn huis en erf op de Gooistraat, belend ten N: het huis van de erfgenamen van Simon Claesz. Pesser en ten Z: de weduwe van Cornelis Huijbrechtsz., strekkende voor van de straat tot achter op de Haven. Kanttekening: Actum 28-12-1648 door Jacob Alewijnsz. ter kamer gebracht de helft van het kapitaal met verlopen rente f 182-12-00. Nr. 45 folio 27 d.d. 31-08-1633. Seger Maertensz. en Abraham van Cleef uit de vroedschap en Cornelis van der Dussen en Sebastiaen Pesser uit de burgerij, hoofdmannen van de St. Joris Doelen en Aert Stevensz. Berchoen en Jan Cornelisz. 's-gravenhaech kapiteins van de schutterij alhier zijn schuldig aan de weeskinderen van Claes Lenertsz. Bom zaliger een losrente van f 35 per jaar en de weeskinderen van Daniel Danielsz. zaliger.een losrente van f 5 de penning 20. Waarborg de Doelen alsmede deszelfs inkomen. Kanttekening: Actum 05-09-1639 afgelost door Gilles van der Dijck f 100 toekomende de kinderen van Daniel Danielsz. en f 5 over 1 jaar verlopen rente. Afgelost d.d. 02-08-1649 door burgemeester Jonas vanwege de hoofdlieden van St. Joris Doelen f 700 t.b.v. de kinderen van Claes Lenertsz. Bom alsmede f 35 over 1 jaar rente. Nr. 46 folio 27v. d.d. 22-04-1638. Adriaentgen Eeuwoutsdr. weduwe Maerten Cornelisz. principaal en Govert du Bois en Carel Claesz. als borgen zijn schuldig aan haar kinderen f 250 als opbrengst van de kleren van Maerten Cornelisz. de penning 16. Waarborg haar huis en erf, belend ten O: de weduwe van Heijndrick Jansz. schipper en ten W: Heijndrick Gorisz.; en du Bois de helft van een huis waarvan de wederhelft toekomt Willem van der EIst zijn schoonbroeder, belend ten O: burgemeester Frans Brasser en ten W: Frans Tonisz.; en door Carel Claesz. zijn huis, belend ten O: de voorsz. comparant en ten W: de erfgenamen van Clara Jacobsdr, alles op de Hoogstraat. Kanttekening: Actum 11-08-1642 is door de weesmeesters en de voogden geresolveerd dat voortaan niet meer zal betaald worden aan interest de penning 20 ingaande 26-04-1642. Op 07-05-1650 is door Pieter Andriesz. ter Eijcke ter weeskamer gebracht f 250 met 1 jaar interest ter aflossing van de nevenstaande rentebrief. Nr. 47 folio 28 d.d. 08-09-1636. Joost Jansz. Voocht principaal en Joris Nieupoort en Cornelis Cornelisz. Ouwater als borgen zijn schuldig aan Aeltgen Jansdr., dochter van Jannetgen Jorisdr. waar vader van is Jan Jansz. schuitvoerder een losrente van f 42-03-12 per jaar met een hoofdsom van f 843-15-04. Waarborg door principaal met huis, erf met bargen en schuur op het hoekje van het Groenweegje, belend ten N: Jacob Arijensz. Edelman en ten Z: het voorsz. Groenweegje, strekkende voor van de straat tot achter aan Jan Jorisz.; de voorsz. Nieupoort met huis en erf in de Nieuwstraat, belend ten N: Steven Jansz. de la Tombe en ten Z: de kinderen van Maertgen Fransdr.; en Ouwater met huis en erf over de Haven, belend ten N: Jacob Paeuw en ten Z: de kinderen van Jan Pietersz. Groenewegen. Kanttekening: Actum 21-09-1640. David Maertensz. Olsthoren man en voogd van Aeltgen Jansdr. is uit handen van Joost Jansz. Voocht voldaan en betaald van de nevenstaande hoofdsom met rente. Nr. 48 folio 28v. d.d. 17-09-1642. Lambrecht van den Bosch apotheker te Amsterdam gehuwd met Maria Pietersdr. van de Beeck, enige dochter van Jannetgen Eeuwoutsdr. zaliger waar vader af is Pieter Woutersz. Drooch principaal en Christiaan van Vliet zijn huisvrouw s oom als borg zijn schuldig aan Jeremias van Vliet broer van de voorsz. Christiaan en zijn huisvrouw mede oom een losrente van f 34-19-00 met een hoofdsom van f
699. Waarborg door de principaal met huis en erf op de Hoogstraat genaamd het Rootscherlaecke, belend ten N: Anthonij van der Brugge oud burgemeester en ten Z: 's-herensteeg. Kanttekening: Actum 01-02-1644. Ontvangen uit de preferentie van het huis van het Rootscherlaecke vanwege Lambrecht van den Bosch in mindering van het kapitaal f 623-03-08. Op 12-05-1644. ontvangen vanwege Lambrecht van den Bosch zo uit de interest als van Mr. Samuel f 75-14-8 als van de resterende hoofdsom van f 699. Nr. 49 folio 29 d.d. 29-04-1643. Commertgen Willemsdr. weduwe Matthijs van Gelder is schuldig aan de nagelaten weeskinderen van de voorsz. Matthijs aan haar verwekt een losrente van f 30 met een hoofdsom van f 600. Waarborg haar huis en erf over de Haven op de hoek van de Molensteeg, belend ten N: kapitein Jacob van Boschuijsse en ten Z: de voorsz. Molensteeg. Kanttekening: Actum 23-05-1667. Vranck van Dorp koper en possesseur van het huis en erf in de tekst gemeld vertoonde extract van nevenstaande rentebrief met kwitantie van de volledige aflossing en daarom hier gerooieerd. Nr. 50 folio 29v. d.d. 27-07-1643. Nicolaes Pesser van Velsen baljuw te Rhoon geassisteerd met Anthonis en Sebastiaen Pesser zijn neven vertoonde zekere notariële obligatie door hem als principaal en Johan van Rode als borg gepasseerd voor Balthasar Basius notaris te Rotterdam t.b.v. zijn kinderen verleden groot f 2.500 waarbij verbonden was een huis en erf te Rhoon. Hij heeft contact gehad met Willem Nieupoort secretaris van Schiedam als executeur van het testament van zaliger Pieter Claesz. Pesser. De weesmeesters gaan accoord dat Nicolaes de f 2.500 licht waarvan hij een lijftocht heeft, mits de borgen zich verplichten tot betaling hetgeen ter voldoening van deze obligatie ten hunne laste zou komen. Nr. 51 folio 30v. d.d. 09-09-1647. Trijntgen Staets weduwe van Jacob van Dijck is schuldig aan haar nagelaten kinderen een losrente van f 2-15-00 met een hoofdsom van f 55. Waarborg haar huis en erf aan de Nieuwstraat, belend ten N: Harmen Wijnantsz. slotenmaker en ten Z: Mr. Johan Walbeeck gehuwd met de weduwe van Reijnier Hellouw. Kanttekening: Actum 31-05-1655 Kuniertje Jacobsdr., Berber Jacobsdr. en Stijntgen Jacobsdr. allen kinderen van Trijntgen Staets voormeld, bekenden "nadat deselve op heden geëmancipeerd sijn" van de inhoud van nevenstaande rentebrief voldaan te zijn. Nr. 52 folio 31 d.d. 03-03-1649. Pieter Willemsz. Hoijcaes zeevarende man is schuldig aan Augustijntgen Dircksdr. oude vrijster een losrente van f 5-05-00 met een hoofdsom van f 105. Waarborg zijn huis en erf in de Gooistraat omtrent het St. Jacobs Gasthuis, belend ten N: Gerrit Hendricksz. Bijll en ten Z: Cornelis Arijensz. Corte, strekkende voor van de straat tot achter aan ' s-heren bansloot. Nr. 53 folio 31 d.d. 03-03-1649. Pleuntgen weduwe van Pieter Cornelisz. Tromp is schuldig aan dezelfde een losrente van f 2-12-08 per jaar met een hoofdsom van f 42. Waarborg haar huis en erf in de Westmolenstraat, belend ten O: Jacob van Gesel en ten W: de erfgenamen van Marijcken Fredericksdr. van Loo. Voldaan door casseren van een obligatie inhoudende f 25 alsmede 11 jaar rente. Nr. 54 folio 31v. d.d. 03-03-1649. Wijve Cornelisdr. weduwe van Abraham Tobias principaal en Sara Abrahamsdr. en Trijntgen Abrahamsdr. haar dochters als borgen zijn schuldig aan dezelfde een losrente van f 3 per jaar met een hoofdsom van f 60. Voldaan door cassering van zekere obligatie van f 50 alsmede 4 jaar rente. Nr. 55 folio 32 d.d. 12-04-1649. Annetgen Jorisdr weduwe principaal en Baertgen Barentsdr. en Ytgen Barentsdr. haar dochters en Joris Barentsz. haar zoon als borgen zijn schuldig aan dezelfde een losrente van f 6-07-08 per jaar met een hoofdsom van f 127-10-00. Betaald door cassering van zekere obligatie van f 127-10-00 t.l.v. Annetgen. Afgelost 04-09-1650 en ter weeskamer belegd. Nr. 56 folio 33 d.d. 17-01-1650. Pieter Andriesz. ter Eijcke gehuwd met Engeltgen Maertensdr. stelt dat Ariaentgen Eeuwoutsdr. weduwe Maerten Cornelisz. blokmaker zijn zaliger schoonmoeder, zijn huisvrouw en hem tot enige erfgenamen heeft benoemd, doch zij moeten haar 3 andere kinderen bij mondige dag of eerder huwelijk elk f 900 betalen onder verwijzing naar haar testament van 17-09-1645 voor notaris Jacob
Bollaert alhier. Hij stelt tot zekerheid t.b.v. de 2 onmondige weeskinderen Pieter Maertensz. en Weijntgen Maertensdr., 2 huizen en erven, het ene op het Einde aan de Gooistraat, belend ten O: de weduwe van Hendrick Jansz. schipper en ten W: Hendrick Gerritsz. Paridaen, strekkende voor van de straat tot achter aan de Havenstraat toe en het andere omtrent de Kethelpoort, belend ten O: Andries Pietersz. bakker en ten W: Jan Arijensz. Suijckerbosch, strekkende voor van de straat tot achter aan Elias Arijensz. Kanttekening: Actum 20-09-1658. Cornelis Ramp gehuwd met Weijntgen Maertensdr. en Pieter Maertensz. Block geassisteerd met Pieter Jonas en Lenaert Mathol deszelfs voogden zijn voldaan van de f 900. Het deel vervolgt met lijsten van opgaven van gelden welke de stad Schiedam van de weeskinderen heeft geleend en wanneer dit werd afgelost, beginnende 01-11-1644.