De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Minister van Economische Zaken is, ingevolge de artikelen 39 en 34, derde lid, Mbw bevoegd te beslissen op deze aanvraag.

Staatstoezicht op de Mijnen Akzo Nobel Salt B.V. t.a.v. mevrouw Postbus AS AMSTERDAM. Uw kenmerk uw d.d.

Datum 15 mei 2017 Betreft Beantwoording vragen over de informatievoorziening over de gasboring in Heerenveen

Datum 3 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over verontreiniging door lekkages van NAM in Rossum

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

Datum 26 januari 2017 Betreft Beantwoording vragen over de plannen van NAM om de put Vries-10 in Assen op te starten

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 13 juli 2015 Betreft Beantwoording vragen en commissieverzoek over productiewaterinjectie

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 5 februari 2019 Betreft Vragen naar aanleiding van het bericht 'Schadelijke lekkage dreigt bij duurzame aardwarmte'

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 27 september 2018 Betreft Reactie op rapport 'Staat van de sector zout' van Staatstoezicht op de Mijnen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Hierbij treft u aan de antwoorden op de vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over de monitoring in het kader van Natura 2000 (ingezonden 7 juni 2013).

Milieueffectrapport Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 4 april 2017 Betreft Beantwoording vragen over het faillissement van het Zeeuwse bedrijf Thermphos

Datum 10 juni 2016 Betreft Nadere informatie over afspraken uit 2005 met Shell en ExxonMobil in relatie tot de gaswinning in Groningen

Ministerie van Economische Zaken

Notitie Reikwijdte en Detailniveau Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

Beantwoording vragen over gasboringen op Terschelling

Ministerie van Economische Zaken. Datum 1 6 M 2016 Beantwoording vragen over de radio-uitzending 'Hoogspanning in Zeeland'

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Betreft: vragen ex artikel 41 RvO over wijziging gasopslagplan Norg

Aanleiding en planning

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Kunt u zich de antwoorden herinneren van eerdere vragen over de import van groen gas? 1

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Kent u het bericht dat kerncentrale Doel is stilgelegd wegens een mogelijk defect? 1

1 Kunt u aangeven op welke wijze Nieuwe Post N.V. stappen gaat zetten om de kwaliteit van de postvoorziening op Caribisch Nederland te verbeteren?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 23 oktober 2017 Betreft Beantwoording vragen over onduidelijkheden schadeafhandeling in het Groningen buitengebied

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Datum 5 februari 2019 Betreft Beantwoording vragen over het bericht dat miljoenen liters pekelwater zijn weggelekt

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Milieueffectrapport Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

1 Bent u op de hoogte van de nieuwe berichtgeving over de schadeafhandeling in Groningen?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

ONTWERP OMGEVINGSVERGUNNING

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Samenvatting MER Pilot Stabilisatie Cavernes Twente

Datum 6 november 2017 Betreft Beantwoording vragen over de Groningse opkoopregeling van huizen die niet eerlijk verlopen is

Vragen van 17 december 2013; 2013Z24905

De Voorzitter van de Tweede Kamer de Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 17 juli 2017 Betreft Monitor betaaltermijnen overheid

Datum 13 april 2017 Betreft Nieuwe procedure voor afhandeling schades als gevolg van gaswinning uit het Groningenveld

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 27 oktober Zoutwinning in Noordwest-Friesland

Datum 23 april 2014 Betreft reactie op analyse nut en noodzaak windenergie van de heer Lukkes

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Geachte Bijlage(n) Wij hebben het onderhavige winningsplan beoordeeld op volledigheid, planmatig beheer, en bodembeweging.

Datum 23 december 2016 Betreft Voortgangsrapportage Energieakkoord 2016 en uitvoering Urgendavonnis

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 20 juni 2014 Betreft Nazorg steenkolenwinning Limburg

Vraag 1 Kunt u aangeven hoeveel melkveehouders sinds 2 juli 2015 gestart zijn met hun bedrijf of kort voor 2 juli 2015 zijn gestart?

Datum 9 oktober 2015 Betreft Resultaten 2014 Meerjarenafspraken Energie-efficiëntie MJA3 en MEE

Directoraat-generaal Energie, Telecom & Mededinging Bezoekadres Postadres Factuuradres Overheidsidentificatienr Behandeld door Besluit

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Datum 31 maart 2015 Betreft Beantwoording vragen over private kwaliteitssystemen in varkens- en kalversector

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage

Olieopslag in zoutcavernes Informatiesessie n.a.v. Epe (DL) Tjeerd Koopmans Projectleider gasolieopslag

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

2 4 APR Ministerie van Economische Zaken. College van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen Postbus AP Groningen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

Datum 23 april 2013 Betreft Verzoek brief over de uitbreiding van de gaswinning onder de Waddenzee

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum Betreft beslissing op bezwaar met betrekking tot het dwangsombesluit Wapse

Aanleiding voor dit project

Datum 22 april 2016 Betreft Beantwoording vragen over bericht dat varkens sterven voor de slacht

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Binnenhof AA 's-gravenhage. Datum 25 januari 2013 Betreft Gaswinning Groningen-veld

Technische commissie. Datum 25 APR 2017 Tcbb-advies winningsplan Pieterziji-Oost. Geachte Minister,

Ministerie van Economische Zaken. De Minister van Economische Zaken. Directie Energie en Omgeving. Postbus EK DEN HAAG

Evaluatie stabilisatie-pilot zoutcavernes Twente

Datum 21 maart 2016 Betreft Toezegging inzake ecologisch feit en verzoek vaste commissie voor Economische Zaken inzake Engbertsdijksvenen

1. Hoe groot is de groep huiseigenaren die door deze nieuwe regel geen gebruik meer kan maken van de tijdelijke regeling waardevermeerdering?

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage

provincieþrenrhe ln uw brief d.d. 1 1 augustus 2015 hebt u een aantal vragen gesteld over wijziging van

2. Geologie - Het zoutvoorkomen in kaart gebracht

De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA s-gravenhage. Datum 25 maart 2013 Betreft Halfjaarlijks rappel toezeggingen

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 1 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen over bij- en meestook van duurzame biomassa in kolencentrales

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG. Datum 23 juni 2016 Betreft Mededinging en Duurzaamheid

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

21 MEI Onderwerp: Statenvragen ex artikel 59 Reglement van Orde betreffende olielekkage uit zoutcavernes in Duitsland

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Datum 17 juni 2016 Betreft Beantwoording vragen over het bericht "Onkruidverdelger glyfosaat niet kankerverwekkend"

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20401 2500 EK Den Haag De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 2513 AA s-gravenhage Directoraat-generaal Bezoekadres Bezuidenhoutseweg 73 2594 AC Den Haag Postadres Postbus 20401 2500 EK Den Haag Factuuradres Postbus 16180 2500 BD Den Haag Datum 12 februari 2016 Betreft Beantwoording vragen over het voornemen van AkzoNobel om zoutholtes in Twente te vullen met onder meer vliegas Geachte Voorzitter, Overheidsidentificatienr 00000001003214369000 T 070 379 8911 (algemeen) www.rijksoverheid.nl/ez Uw kenmerk 2015Z23113 Hierbij stuur ik uw Kamer de antwoorden op de vragen van het lid Smaling (SP) over het bericht dat AkzoNobel zoutholtes in Twente wil vullen met onder meer vliegas (ingezonden 1 december 2015, kenmerk 2015Z23113). 1 Kent u de reportage over bodemverzakking Gatenkaas na 80 jaar zoutwinning; AkzoNobel wil zoutholtes in Twente vullen met onder meer vliegas om de bodem te verstevigen, maar dat wil de bevolking niet (NRC NEXT, 25 november 2015)? Ja. 2 Bent u bekend met het feit dat bij tweeëntwintig van de tweeënzestig oude zoutholtes (cavernes) zogenaamde sink holes kunnen ontstaan, waardoor de gevolgen voor de infrastructuur desastreus kunnen zijn? Zo ja, hoe lang bent u al bekend met dit feit? In 1991 is nabij de Enschedese Havenweg in Hengelo een sink hole ontstaan nadat een ondergrondse zoutcaverne was ingestort. Naar aanleiding hiervan heeft AkzoNobel in samenwerking met Staatstoezicht op de Mijnen (SodM) tussen 1991 en 2000 diverse onderzoeken uitgevoerd. In 2002 zijn de stuurgroep en bijbehorende projectgroep Bodemdaling door Zoutwinning in Twente opgericht met als doel om alle aspecten van de bodemdaling in kaart te brengen. De stuurgroep bestond uit de gemeente Hengelo, gemeente Enschede, Rijkswaterstaat, provincie Overijssel en het Ministerie van Economische Zaken. De projectgroep Bodemdaling door Zoutwinning in Twente heeft in januari 2008 haar eindrapport gepubliceerd. De projectgroep concludeerde dat de bodemdaling door zoutwinning in Twente beheersbaar is. De kansen en risico s op bodemdaling van uit bedrijf zijnde cavernes zijn voldoende bekend en de in productie zijnde en nieuwe cavernes veroorzaken geen bodemdaling van betekenis, indien de richtlijn Good Salt Mining Practise wordt gevolgd. De conclusie van de projectgroep werd Pagina 1 van 8

onderschreven door de stuurgroep. De Good Salt Mining Practice (GSMP)- richtlijn is in de periode 1991-2004 door AkzoNobel samen met SodM ontwikkeld en heeft tot doel om een veilige en toekomstbestendige zoutwinning te realiseren. De richtlijn zorgt ervoor dat bij de zoutproductie een zo gering mogelijke bodemdaling optreedt en sink holes niet kunnen optreden. De richtlijn beperkt onder andere de maximale afmeting van de caverne en geeft aanwijzingen over de vorm van de caverne. In het eindrapport is tevens geconcludeerd dat de bodemdalingsproblematiek betrekking heeft op 64 cavernes die niet meer in productie zijn. Bij geen van deze 64 cavernes dreigt er een substantiële of acute bodemdaling binnen enkele maanden. In de periode 2006-2013 heeft AkzoNobel twee cavernes gestabiliseerd door deze op te vullen met een slurry van kalk en gips. Op dit moment zijn er 62 cavernes die potentie hebben om binnen enkele decennia te zorgen voor een significante bodemdaling. Deze potentieel onstabiele cavernes zijn ontstaan door de zoutwinning in de periode 1963 tot 1980. Na 1980 is men overgestapt op een andere methode, waardoor enkel kleinere cavernes werden geproduceerd. Deze kleinere cavernes zijn stabiel en geven aanleiding voor slechts een geringe bodemdaling. Er zijn op dit moment dus geen cavernes die binnen enkele jaren of enkele maanden aanleiding kunnen geven voor een significante bodemdaling. De cavernes en de bodemdaling worden door AkzoNobel volgens een protocol gemonitord en de resultaten worden naar SodM gestuurd. Het monitoren van de cavernes is zinvol omdat het bezwijkproces van een caverne niet instantaan is. Na instorting van een caverne duurt het ongeveer 10-15 jaar voordat de effecten daarvan het oppervlak bereiken. Gedurende deze periode heeft men voldoende tijd om mitigerende maatregelen te nemen. Ik heb uw Kamer hierover eerder geïnformeerd in de beantwoording van de op 5 juni 2015 ingezonden vragen van lid Van Veldhoven (Tweede Kamer, vergaderjaar 2014 2015, Aanhangsel 3319). 3 Op welke wijze, in opdracht van wie en sinds wanneer wordt de bodemdaling als gevolg van de zoutwinning in Twente gemonitord? De eerste boringen naar zout in Twente werden in 1933 gedaan. De zoutwinning begon in 1935. De Mijnbouwwet schrijft voor dat met het oog op beweging van de aardbodem metingen worden verricht. Dit gebeurt door middel van waterpassing. De waterpassingen zijn sinds 1937 uitgevoerd. AkzoNobel heeft in overleg met SodM een monitoringsprotocol opgesteld. De resultaten van de monitoring worden naar SodM gestuurd. Alle zoutcavernes die sinds 2004 ontwikkeld zijn of in de toekomst ontwikkeld zullen worden, worden geproduceerd volgens de voornoemde GSMP-richtlijn. Hierdoor is de bodemdaling bij deze cavernes zeer geleidelijk en beperkt tot een maximum van 5 cm per 100 jaar. Bij een bodemdaling van deze grootte is geen schade aan bovengrondse functies te verwachten. Pagina 2 van 8

4 Wat is uw mening over het feit dat bij het instorten van tenminste tweeëntwintig van de cavernes, infrastructuur als bijvoorbeeld de A35, hoogspanningsmasten, huizen, bedrijven en afvalverwerker Twence B.V. zal kunnen verzakken of zelfs verdwijnen? Wie is naar uw mening bij het optreden hiervan verantwoordelijk voor de geleden schade? De projectgroep Bodemdaling door Zoutwinning in Twente heeft in haar eindrapport in 2008 de situatie goed in kaart gebracht. De potentieel instabiele cavernes zijn bekend en worden volgens protocol gemonitord. Er wordt een reguliere vijfjaarlijkse sonarmeting uitgevoerd waarmee tijdig kan worden vastgesteld of de potentieel instabiele caverne naar het oppervlak migreert. Zoals aangegeven in de antwoord op de vragen 2 en 3 is er sprake van een lange waarschuwingstijd van circa 10-15 jaar voordat de bodemdaling, die schade zou kunnen veroorzaken aan bovengrondse functies, plaatsvindt. Er is dan nog voldoende tijd beschikbaar om mitigerende maatregelen te kunnen nemen. Daarmee kan worden voorkomen dat er daadwerkelijk schade aan bestaande bovengrondse infrastructuur en gebouwen zal optreden. Mocht er ondanks deze voorzorgsmaatregelen toch schade optreden als gevolg van bodemdaling, dan is de exploitant van het mijnbouwwerk daarvoor aansprakelijk. Ingevolge artikel 6: 177 van het Burgerlijk Wetboek is aansprakelijk degene die ten tijde van het bekend worden van de schade exploitant is. Indien de schade bekend wordt na sluiting van het mijnbouwwerk, rust de aansprakelijkheid op degene die de laatste exploitant was. De rechtsvordering tot vergoeding van de schade verjaart vijf jaar na het bekend worden van de schade en de daarvoor aansprakelijke persoon, en in ieder geval dertig jaar na de gebeurtenis waardoor de schade is veroorzaakt. Bestaat de gebeurtenis uit een voortdurend feit, dan begint de termijn van dertig jaren te lopen nadat dit feit is opgehouden te bestaan. Bestaat de gebeurtenis uit een opeenvolging van feiten met dezelfde oorzaak, dan begint deze termijn te lopen na dit laatste feit. 5 Wat is uw mening over het feit dat door deze sink holes de afdichtingslaag onder het stortafval bij Twence B.V. zou kunnen scheuren, hetgeen een bedreiging voor het grondwater vormt? Wie is naar uw mening verantwoordelijk voor de gevolgen bij het optreden hiervan? In de jaren tachtig heeft Twence B.V. van de provincie Overijssel in het kader van de toenmalige Afvalstoffenwet een vergunning gekregen om de afvalstort te realiseren. De gemeenten Hengelo en Enschede hebben daartoe het bestemmingsplan gewijzigd. Inmiddels is bekend dat in het geval zich een sink hole zou vormen onder deze afvalstort van Twence B.V., dit tot schade aan de onderafdichting van de afvalstort zou kunnen leiden. Hierdoor zou een risico voor het grondwater kunnen ontstaan. SodM is hierover met AkzoNobel en Twence B.V. in overleg. Pagina 3 van 8

De potentieel instabiele cavernes onder de vuilstort zijn niet toegankelijk voor holruimtemetingen. AkzoNobel heeft in overleg met SodM onderzocht of de stabiliteit van deze cavernes kan worden gemonitord met seismische opnemers die in ondiepe boorgaten worden geplaats. Uit de eerste resultaten van dit onderzoek (augustus 2015) is gebleken dat dit een goede optie zou kunnen zijn en dat deze op korte termijn geïmplementeerd zou kunnen worden. Naar aanleiding hiervan heeft AkzoNobel besloten om deze nieuwe monitoringsmethode te gaan testen op de potentieel instabiele cavernes onder Twence BV. In januari 2016 heeft AkzoNobel het systeem nabij Twence BV geplaatst en sinds twee weken worden de niet toegankelijke cavernes gemonitord. Afhankelijk van de resultaten van dit experiment zal AkzoNobel besluiten of men nog twee van dergelijke systemen zal installeren zodat ook alle andere potentieel instabiele cavernes met deze nieuwe methode kunnen worden gemonitord. Ten aanzien van de verantwoordelijkheid voor de mogelijke gevolgen verwijs ik naar mijn antwoorden op de vragen 4 en 17. 6 Bent u bekend met het feit dat AkzoNobel en Twence B.V. bij wijze van proef drie van de tweeëntwintig cavernen willen vullen met onder meer vliegas, ketelas en rookreinigingszouten uit afvalverbrandingsovens? 7 Is er naar uw mening sprake van een proef, wanneer besloten wordt drie cavernen elk zo groot als het stadion van FC Twente op 400 meter diepte te vullen met een vervuilde substantie die vloeibaar ingebracht wordt, uithardt en er vervolgens niet meer uit te halen is? Wanneer en op welke termijn is naar uw mening de proef geslaagd? Wanneer en op welke termijn wordt de proef als mislukt beschouwd? 6 en 7 Ja, ik ben op de hoogte van dit voorgenomen proefproject. Het primaire doel van dit proefproject is de versteviging van potentieel instabiele cavernes om ernstige bodemdaling als gevolg van cavernemigratie te voorkomen in het gebied tussen Hengelo en Enschede. In het Landelijk afvalbeheerplan 2009-2021 (LAP 2), paragraaf 21.16.3, is een proefproject toegestaan aan AkzoNobel met als doel te bepalen welke niet bodemeigen afvalstoffen, onder welke voorwaarden, zonder milieuhygiënische risico s in principe toegepast kunnen worden voor het stabiliseren van een (potentieel) instabiele caverne. Binnen het kader van het proefproject geldt de toepassing van afvalstoffen voor het preventief stabiliseren van drie representatieve, potentieel instabiele cavernes in Twente als nuttige toepassing. Op 14 december 2015 heeft AkzoNobel echter besloten om vliegas niet meer te overwegen als mogelijke vulstof voor instabiele zoutcavernes. AkzoNobel heeft aangegeven dat uit de recentelijke maatschappelijk discussie is gebleken dat het draagvlak hiervoor ontbreekt. AkzoNobel zal op zoek gaan naar een alternatieve vulstof die wel op het benodigde draagvlak kan rekenen. Dit onderzoek naar Pagina 4 van 8

alternatieve vulmethoden en vulstoffen zal in overleg met SodM, mijn ministerie, betrokken gemeentebesturen en het provinciebestuur plaatsvinden. 8 Op welke wijze is de vergunning geregeld en wie geeft welke vergunning af? Welke onderdelen van de zoutcavernen vallen onder de mijnbouwwet? Is het opvullen van cavernen milieueffectenrapportage (MER)-plichtig? Kunt u uw antwoord toelichten? Voor het stabiliseren van een potentieel onstabiele caverne in de diepe ondergrond (meer dan 100 meter diepte) is een opslagvergunning nodig op grond van de Mijnbouwwet. Daarnaast is een omgevingsvergunning op grond van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht nodig voor het oprichten en in werking hebben van een inrichting voor de ondergrondse opslag. De minister van Economische Zaken is het bevoegde gezag voor beide vergunningen. De provincie moet, wanneer het om de opslag van gevaarlijke stoffen in de ondergrond gaat, een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) afgeven, voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend. De gemeente heeft algemeen adviesrecht en moet een vvgb afgeven wanneer met de omgevingsvergunning wordt afgeweken van het bestemmingsplan of kan de eventuele wijziging in het bestemmingsplan behandelen indien dit los van de omgevingsvergunning gebeurd. Naast deze vergunningen moet op grond van de Mijnbouwwet ook een opslagplan worden opgesteld. Dit opslagplan behoeft instemming van de minister van Economische Zaken. Het instemmingsbesluit op het opslagplan doorloopt de adviesprocedure op grond van artikel 39 van de Mijnbouwwet (o.a. advies gemeente, provincie en waterschap). Afhankelijk van de aard van de vulstof en de beschikbare opslagcapaciteit kan worden bepaald of er een mer-plicht dan wel een mer-beoordelingsplicht geldt. Wanneer het gaat om de opslag van een chemisch product en er sprake is van een opslagcapaciteit van 200.000 ton of meer, dan geldt een mer-plicht (C 25.1, Besluit Mer). Wanneer niet wordt voldaan aan de bovengenoemde drempels van de zogenoemde C-lijst, dan kan een mer-beoordelingsplicht gelden op grond van bijvoorbeeld D 25.1 of D 25.3, Besluit Mer. 1 In het kader van het pilot project Boeldershoek is door AkzoNobel een milieueffectrapportage opgesteld. Zoals aangegeven in het antwoord op de vragen 6 en 7 heeft AkzoNobel op 14 december 2015 besloten om vliegas niet meer te overwegen als mogelijke vulstof. 9 Wat is uw mening over het feit dat er vliegas uit afvalovens als vulmateriaal wordt gebruikt? Kan in de vergunning worden opgenomen dat ontgift vliegas moet worden gebruikt voor het vullen van cavernen? Zo nee, waarom niet? 1 Zie http://wetten.overheid.nl/bwbr0006788/bijlage/geldigheidsdatum_01-02-2016. Pagina 5 van 8

10 Wat is uw mening over het feit dat door vervuild vulmateriaal te gebruiken AkzoNobel tot wel 20 miljoen euro per caverne kan ontvangen voor de verwerking van vliegas, en Twence B.V. bespaart op stort- en transportkosten? Wat zijn de kosten per jaar die AkzoNobel en Twence B.V. ieder nu maken voor het afvoeren van vliegas naar voormalige zoutmijnen of de Maasvlakte? 9 en 10 Zie het antwoord op de vragen 6 en 7. 11 Bent u bereid door een onafhankelijke partij een kosten-batenanalyse (KBA) te laten maken van de totale Twentse zoutwinning en bijbehorende problemen in Twente, met daarin diverse varianten opgenomen waaronder ook die uitgaan van ecologische en maatschappelijke verantwoordelijkheid? Zo nee, waarom niet? De huidige praktijk van zoutwinning volgens de GSMP-richtlijn is veilig, verantwoord en toekomstbestendig. De richtlijn beperkt onder andere de maximale afmeting van de caverne en geeft aanwijzingen over de vorm van de caverne en zorgt er zo voor dat bij de zoutproductie een zo gering mogelijke bodemdaling optreedt en sink holes niet kunnen optreden. De zoutwinning staat onder toezicht van SodM. Gezien deze toekomstbestendige productiemethode zie ik op dit moment geen aanleiding om een kosten-batenanalyse te maken voor de zoutwinning in Twente. 12 Wat is uw mening over het feit dat AkzoNobel bij het zoeken naar een oplossing voor de verzakkingen vooral uitgaat van een voor het bedrijf gunstig kostenplaatje? Neemt het daarmee naar uw mening zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid? Op dit moment stabiliseert AkzoNobel de cavernes met een reststof uit het zoutproductieproces, namelijk een slurry van kalk en gips. Daarvan is een beperkte hoeveelheid beschikbaar waarmee een aantal van de potentieel instabiele cavernes kan worden opgevuld. AkzoNobel zoekt om die reden al bijna 10 jaar naar alternatieve vulstoffen. Het bedrijf hanteert hierbij het uitgangspunt dat een alternatieve stabilisatiemethode verantwoord moet zijn ten aanzien van het milieu, veiligheid, economie en de maatschappij. Ten aanzien van het vliegas heeft AkzoNobel op 14 december 2015 besloten om vliegas niet meer te overwegen als mogelijke vulstof voor instabiele zoutcavernes. Het bedrijf heeft aangegeven dat uit de recentelijke maatschappelijk discussie is gebleken dat het draagvlak hiervoor ontbreekt. Pagina 6 van 8

13 Sinds wanneer worden cavernes gevuld met kalkslurry, een restant van de eigen zoutwinning? Is naar uw mening het opvullen van oude zoutholtes, welke zijn ontstaan ten gevolge van zoutwinning, een logisch onderdeel van het zoutwinningsproces? Sinds 1969 worden cavernes opgevuld met kalkslurry. Het opvullen van zoutcavernes is geen logisch onderdeel van het zoutwinningsproces. AkzoNobel produceert zout volgens de GSMP-richtlijn waardoor de bodemdaling wordt beperkt en het ontstaan van sink holes wordt vermeden. De volgens de GSMPrichtlijn geproduceerde cavernes zijn nu en in de toekomst stabiel. Het is daarom niet nodig om in toekomstige vergunningen voorwaarden op te nemen over het opvullen van de toekomstige uitgeproduceerde zoutcavernes. 14 Waarom is er na de situatie van het sink hole in 1991 (waarbij in de Havenweg in Hengelo een gat viel met een doorsnede van dertig meter en vijf meter diep) niet gelijk gekeken naar een wijze van opvulling van cavernen? Na het ontstaan van een sink hole in 1991 is onmiddellijk begonnen met onderzoek om potentieel instabiele cavernes in kaart te brengen. Op basis van de resultaten uit onderzoek is geconcludeerd dat kalkslurry een goede oplossing is voor het vullen van een aantal potentieel instabiele cavernes. In januari 2008 heeft de projectgroep Bodemdaling door Zoutwinning in Twente aanbevelingen gedaan over het opvullen van de potentieel instabiele cavernes. Deze aanbevelingen zijn in het in 2009 vastgestelde LAP-2 vertaald in de opname van een proefproject waarbij AkzoNobel is toegestaan om alternatieve vulstoffen op basis van afvalstoffen te onderzoeken. Zie verder het antwoord op de vragen 6 en 7. 15 Wat heeft AkzoNobel sinds 1991 ondernomen om de problematiek van de instortende cavernes te voorkomen of te verminderen anders dan het werken met kleinere winputten en het versneld uit productie nemen van een aantal putten? Sinds 1991 is een aantal zoutcavernes versneld uit productie genomen zodat deze binnen de richtlijnen van GSMP zouden blijven. Daarnaast zijn de potentieel instabiele cavernes geschikt gemaakt om monitoring middels sonar mogelijk te maken. Het specialistische ingenieursbureau Geocontrol heeft sinds het midden van de jaren negentig onderzoek verricht naar het ontstaan van bodemdaling door cavernemigratie. Het onderzoek heeft geleid tot gedetailleerde bodemdalingsprognoses voor de potentieel instabiele zoutcavernes. Deze rapporten zijn beschikbaar gesteld aan SodM. Pagina 7 van 8

16 Vindt u dat de zwakkere cavernen permanent gemonitord moeten worden? Zo nee, waarom niet? Kunt u een overzicht geven van de toestand van alle zwakke cavernen en daarbij een plan van aanpak met bijbehorend tijdpad geven om dit probleem gedegen in kaart te brengen en te komen tot een oplossing? AkzoNobel heeft in overleg met SodM een monitoringsprotocol opgesteld voor de potentieel instabiele cavernes. De cavernes die potentieel instabiel zijn maar waar een maximale bodemdaling zou kunnen ontstaan die in de orde van grootte ligt van 5 cm per 100 jaar worden niet gemonitord, omdat hierbij geen schade aan de bovengrond wordt verwacht. Voor de overige potentieel instabiele cavernes wordt vijfjaarlijks een sonarmeting uitgevoerd. AkzoNobel stuurt de resultaten van de monitoring naar SodM. De effecten van het instabiel worden van een caverne kunnen zich na een periode van circa 15 jaar uiten aan het oppervlak. Door de sonarmeting is het mogelijk om in kaart te brengen of een caverne stabiel is of niet. Als uit de sonarmeting blijkt dat de caverne naar boven migreert dan heeft men nog meerdere jaren de tijd om mitigerende maatregelen te nemen. Een mogelijk maatregel is het vullen van de caverne met een slurry van kalk en gips waardoor de caverne wordt gestabiliseerd en niet meer kan inzakken. 17 Wie is verantwoordelijk voor verzakkingsschade als gevolg van zoutwinning? Is daarbij sprake van een verjaringstermijn? Zo ja, wanneer is de zogenaamde peildatum van een eventuele verjaringsdatum? Zie het antwoord op vraag 4. 18 Bent u bereid in de vergunning op te nemen, dat bij de naar verwachting 400 tot 500 nieuwe holtes die bij de toekomstige productie van zoutwinning gaan ontstaan, meteen een verantwoorde en best beschikbare techniek verplicht wordt gesteld om deze te vullen? Zie het antwoord op vraag 13. (w.g.) H.G.J. Kamp Minister van Economische Zaken Pagina 8 van 8