Welkom in deze doopdienst Voorganger: Ds J. Hoekman Organist: Jan Kramer Welkom & Mededelingen Zingen: lied ELB 311 (2x) 1 Heer, doorgrond mijn hart, maak het echt voor U. Heer, doorgrond mijn hart, laat mij zijn als U. 2 U bent de Maker, ik ben de klei. Kneed mij en vorm mij, Heer, verander mij. Stil Gebed Votum en Groet Zingen: Lied JdH 550: 1,2 1 Zijt gij gedoopt in Christus dood, en in Zijn graf begraven, dan zijt gij daardoor deelgenoot van Zijne Geestesgaven. 1
Geen zonde heers meer over u; gij toch, gij zijt gestorven: leef slechts het nieuwe leven nu, door Jezus u verworven. 2 Het is des Heilands liefste wens, dat die zijn Naam belijden, niet leven naar de oude mens, maar als door Hem bevrijden. Zo gij met Hem gekruisigd zijt, is u ook macht gegeven, om door die doop te allen tijd de nieuwe mens te leven. Geloofsbelijdenis Zingen: Psalm 98: 1, 2 1Zingt, zingt een nieuw gezang den Heere, Dien groten God, Die wondren deed. Zijn rechterhand, vol sterkt' en ere, Zijn heilig' arm, wrocht heil na leed. Dat heil heeft God nu doen verkonden, Nu heeft Hij Zijn gerechtigheid, Zo vlekkeloos en ongeschonden. Voor 't heidendom ten toon gespreid. 2
2 Hij heeft gedacht aan Zijn genade, Zijn trouw aan Isrel nooit gekrenkt. Dit slaan al 's aardrijks einden gade, Nu onze God Zijn heil om schenkt. Juich dan den Heer' met blijde galmen, Gij ganse wereld, juich van vreugd. Zing vrolijk in verheven psalmen Het heil, dat d' aard' in 't rond verheugt. Schriftlezing: Psalm 32: 1 t/m 11 Gebed 1 Een onderwijzing van David. Welzalig is hij van wie de overtreding vergeven, van wie de zonde bedekt is. 2 Welzalig de mens wie de HEERE de ongerechtigheid niet toerekent, en in wiens geest geen bedrog is. 3 Toen ik zweeg, teerden mijn beenderen weg, onder mijn jammerklachten, de hele dag. 4 Want dag en nacht drukte Uw hand zwaar op mij, mijn levensvocht veranderde in een zomerse droogte. Sela 3
5 Mijn zonde maakte ik U bekend, mijn ongerechtigheid bedekte ik niet. Ik zei: Ik zal mijn overtredingen belijden voor de HEERE. En Ú vergaf mijn ongerechtigheid, mijn zonde. Sela 6 Daarom zal iedere heilige tot U bidden ten tijde dat U Zich laat vinden. Voorzeker, een overstroming van machtige wateren zal hem niet bereiken. 7 U bent mijn schuilplaats, U beschermt mij voor benauwdheid, U omringt mij met vrolijke gezangen van bevrijding. Sela 8 Ik onderwijs u en leer u de weg die u moet gaan; ik geef raad, mijn oog is op u. 9 Wees niet als een paard, als een muildier, dat geen verstand heeft. Zijn bek houdt men in toom met bit en toom; dan kan hij u niet te na komen. 10 De goddeloze heeft veel smarten, maar wie op de HEERE vertrouwt, hem zal de goedertierenheid omringen. 11 Verblijd u in de HEERE en verheug u, rechtvaardigen, zing vrolijk, alle oprechten van hart! ------- Zingen: Psalm 32: 3 3 'k Bekend', o Heer', aan U oprecht mijn zonden, 'k Verborg geen kwaad, dat in mij werd gevonden. Maar ik beleed na ernstig overleg, 4
Mijn boze daan: Gij naamt die gunstig weg. Dies zal tot U een ieder van de vromen, In vindenstijd met ootmoed smekend komen. Een zee van ramp moog' met haar golven slaan, Hoe hoog zij ga, zij raakt hem zelfs niet aan. Prediking Zingen: Lied JdH 586: 1,2, 3 1 Blijf met mij, Heer, als 't zonlicht niet meer straalt. Blijf met mij, Heer, als straks de avond daalt. Als vrienden henengaan in stormgetij Blijf Gij ter hulp gereed o, blijf met mij! 2 Wat is hier blijvend, dat het hart verheugt? Ach, nimmer geeft ons d' aarde blijvend vreugd. 5
Alles snelt henen, glorie gaat voorbij; Maar Gij, die niet verandert, blijf met mij! 3 'k Kan zonder U geen enk'le schrede gaan. Wees Gij mijn Leidsman op mijn levensbaan. Aan Uwe hand slechts ga ik veilig, blij. Zij 't voor- of tegenspoed, o blijf met mij! Doopformulier Gebed Zingen: Psalm 105 : 5 De dopelingen worden binnengedragen God zal Zijn waarheid nimmer krenken, Maar eeuwig Zijn verbond gedenken. Zijn woord wordt altoos trouw volbracht, Tot in het duizendste geslacht. 't Verbond met Abraham, Zijn vrind, Bevestigt Hij van kind tot kind. 6
Doopbelofte Kinderen mogen naar voren komen Zingen: Lied ELB 188 De kinderen zingen: 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij. 'k Zie naar Hem op en weet: Hij is mij steeds nabij. Zingen: Lied ELB 188 Allen zingen: 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God want in Zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij. 'k Zie naar Hem op en weet: Hij is mij steeds nabij. 7
Dopen Zingen: Psalm 134 : 3 staande, de kinderen gaan terug naar hun plaats Dat 's Heeren zegen op u daal'; Zijn gunst uit Sion u bestraal Hij schiep 't heelal, Zijn Naam ter eer: Looft, looft dan aller heren Heer'! Dankgebed Inzameling van de gaven Zingen: Psalm 139: 1, 14 1 Blijf bij mij, Heer, want d' avond is nabij. De dag verduistert, Here, blijf bij mij! Zingen: Psalm 139: 1, 14 8
Zegen Allen wel thuis! 9