RICHTLIJN 2009/62/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Vergelijkbare documenten
EUROPESE U IE HET EUROPEES PARLEME T

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

RICHTLIJN 2009/66/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

VERORDENINGEN. L 291/22 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 7 juni 2006 (08.06) (OR. fr) 10260/06 Interinstitutioneel dossier: 2003/0059 (COD) CODIF 20 ENT 90 CODEC 603

Ontwerp. VERORDENING (EU) Nr.../.. VAN DE COMMISSIE. van...

F1 71 PE T4.3 TREKKERS

Banden voor motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan ***I

L 291/36 Publicatieblad van de Europese Unie

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Richtlijn 98/59/EG van de Raad van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

EUROPEES PARLEMENT Zittingsdocument ADDENDUM. bij het verslag. Commissie juridische zaken. Rapporteur: Andrzej Duda A8-0145/2015

RICHTLIJN 98/59/EG VAN DE RAAD van 20 juli 1998 betreffende de aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten inzake collectief ontslag

L 162/20 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 19 november 2012 (21.11) (OR. en) 16449/12 AGRILEG 170

RICHTLIJN 2009/55/EG VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

Richtlijn 2006/121/EG van het Europees Parlement en de Raad. van 18 december 2006

(Wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VERORDENINGEN. L 160/8 Publicatieblad van de Europese Unie

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Besluiten waarvan de publikatie niet voorwaarde is voor de toepassing) RAAD RICHTLIJN VAN DE RAAD. van 26 juni 1975

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 juli 2014 (OR. en)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

8620/01 AL/td DG H I NL

PROVINCIALE THEMA-ACTIE MOTORFIETSEN

Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. over de denominaties en technische specificaties van voor circulatie bestemde euromuntstukken

Softwarerichtlijn NL Publicatieblad van de Europese Unie L 111/16 RICHTLIJN 2009/24/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. van [...]

VERORDENINGEN Publicatieblad van de Europese Unie L 152/1

L 283/36 Publicatieblad van de Europese Unie RICHTLIJNEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD. betreffende bepaalde handelsnormen voor eieren

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 91,

Hierbij gaat voor de delegaties document D043090/01.

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen

L 302/28 Publicatieblad van de Europese Unie

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 6 september 2010 (07.09) (OR. en) 12963/10 DENLEG 79

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 mei 2002 (OR. en) 8694/02 UD 31

L 73/12 Publicatieblad van de Europese Unie

Publicatieblad van de Europese Gemeenschappen. (Besluiten waarvan de publicatie voorwaarde is voor de toepassing)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT 2004/0045 (COD) PE-CONS 3601/05 ENV 16 CODEC 22 OC 5

Richtlijn betreffende bescherming rechten op aanvullend pensioen

(Voor de EER relevante tekst)

De meeste delegaties steunden de compromistekst en onderstreepten daarbij hun bereidheid om te streven naar een akkoord bij de eerste lezing.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 september 2009 (24.09) (OR. en) 13632/09 PECHE 231

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

(Voor de EER relevante tekst)

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Publicatieblad van de Europese Unie L 212/7

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

Brussel, 26 juli 2012 (27.07) (OR. en) RAAD VA DE EUROPESE U IE 12921/12 TRA S 256

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE 97/0155 (COD) PE-CO S 3608/99 C4-0172/99 ECO 106 UD 43 CODEC 147

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 21 november 2000 (OR. en) 13191/00 Interinstitutioneel dossier: 2000/0137 (C S) LIMITE UEM 120 ECOFI 330

5307/10 VP/mm DG H 2 B

EUROPEES PARLEME T EUROPESE U IE COD 96/0117 PE-CO S 3633/98

RICHTLIJN 2001/111/EG VAN DE RAAD van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde suikers (PB L 10 van , blz.

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 18 maart 2004 (22.03) (OR. fr) 7537/04 EEE 19 ENV 173 TRANS 123 MI 85

14899/09 HD/mm DG H 2 A

UITVOERINGSRICHTLIJN 2014/97/EU VAN DE COMMISSIE

NL Publicatieblad van de Europese Unie L 157/ 106. RICHTLIJN 2004/76/EG VAN DE RAAD van

Publicatieblad van de Europese Unie L 367/23

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

GEDELEGEERDE RICHTLIJN (EU) 2018/970 VAN DE COMMISSIE

(Voor de EER relevante tekst)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 1 februari 2010 (OR. en) 5306/10 Interinstitutioneel dossier: 2009/0189 (NLE) JAI 35 COPEN 7

(98/C 364/02) Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 130 S, lid 1,

(Niet-wetgevingshandelingen) VERORDENINGEN

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 maart 2006 (29.03) (OR. en) 7813/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0037 (CNS)

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. tot wijziging van

Verhuurrichtlijn RICHTLIJN 2006/115/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

GEMEENSCHAPPELIJKE BELEIDSLIJNEN Aanvraagtermijn overleg:

6986/01 CS/vj DG H I NL

Raad van de Europese Unie Brussel, 26 april 2016 (OR. en)

Raad van de Europese Unie Brussel, 24 oktober 2014 (OR. en)

BESLUITEN. Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 192, lid 1, en artikel 218, lid 9,

Duurrichtlijn RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

EUROPEES PARLEMENT ***I STANDPUNT VAN HET EUROPEES PARLEMENT. Geconsolideerd wetgevingsdocument. 31 mei /0315(COD) PE1

Publicatieblad van de Europese Unie d.d NL Publicatieblad van de Europese Unie L 114/9

RICHTLIJN 2006/116/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. van 12 december 2006

15495/1/10 REV 1 VP/lg DG G1

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

EUROPESE UNIE HET EUROPEES PARLEMENT

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 8 december 2008 (OR. fr) 16242/08 Interinstitutioneel dossier: 2008/0058 (C S) LIMITE FISC 171

Publicatieblad van de Europese Unie

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 16 november 2007 (16.11) (OR. en) 15314/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0244 (CNS) LIMITE AGRILEG 171

Publicatieblad van de Europese Unie L 266/3

Transcriptie:

L 198/20 Publicatieblad van de Europese Unie 30.7.2009 RICHTLIJN 2009/62/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 13 juli 2009 betreffende de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen (Gecodificeerde versie) (Voor de EER relevante tekst) HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 95, Gezien het voorstel van de Commissie, Gezien het advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité ( 1 ), Handelend volgens de procedure van artikel 251 van het Verdrag ( 2 ), (3) Deze richtlijn heeft niet ten doel de afmetingen van de in de verschillende lidstaten gebruikte kentekenplaten te harmoniseren. Het is derhalve de taak van de lidstaten erop toe te zien dat uitstekende kentekenplaten geen gevaar voor de gebruikers vormen, zonder dat zulks evenwel wijzigingen in de constructie van de voertuigen vergt. (4) Deze richtlijn dient de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen onverlet te laten, HEBBEN DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD: Overwegende hetgeen volgt: (1) Richtlijn 93/94/EEG van de Raad van 29 oktober 1993 betreffende de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen ( 3 ) is ingrijpend gewijzigd ( 4 ). Ter wille van de duidelijkheid en een rationele ordening van de tekst dient tot codificatie van deze richtlijn te worden overgegaan. (2) Richtlijn 93/94/EEG is één van de bijzondere richtlijnen van het EG-typegoedkeuringssysteem dat geregeld werd bij Richtlijn 92/61/EEG van de Raad van 30 juni 1992 betreffende de goedkeuring van twee- of driewielige motorvoertuigen, thans geregeld bij Richtlijn 2002/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 maart 2002 betreffende de goedkeuring van tweeof driewielige motorvoertuigen ( 5 ). In Richtlijn 93/94/EEG zijn de technische voorschriften vastgesteld betreffende het ontwerp en de bouw van twee- of driewielige motorvoertuigen met betrekking tot de montageplaats voor de achterkentekenplaat. Deze technische voorschriften beoogden de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de lidstaten, teneinde de uitvoering van de bij Richtlijn 2002/24/EG geregelde EG-typegoedkeuringsprocedure, ten aanzien van elk type voertuig mogelijk te maken. Derhalve zijn de bepalingen van Richtlijn 2002/24/EG betreffende voertuigsystemen, onderdelen en afzonderlijke technische eenheden op de onderhavige richtlijn van toepassing. ( 1 ) PB C 324 van 30.12.2006, blz. 11. ( 2 ) Advies van het Europees Parlement van 25 september 2007 (PB C 219 E van 28.8.2008, blz. 66) en besluit van de Raad van 22 juni 2009. ( 3 ) PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83. ( 4 ) Zie bijlage II, deel A. ( 5 ) PB L 124 van 9.5.2002, blz. 1. Artikel 1 Deze richtlijn is van toepassing op de montageplaats voor de achterkentekenplaat van elk type motorvoertuig als omschreven in artikel 1 van Richtlijn 2002/24/EG. Artikel 2 De procedure voor het verlenen van de EG-onderdeeltypegoedkeuring wat de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig betreft, alsmede de voorwaarden voor het vrije verkeer van deze voertuigen zijn vastgesteld bij Richtlijn 2002/24/EG, in respectievelijk hoofdstuk II en hoofdstuk III. Artikel 3 De wijzigingen die noodzakelijk zijn om de voorschriften van bijlage I aan de technische vooruitgang aan te passen, worden vastgesteld overeenkomstig de in artikel 18, lid 2, van Richtlijn 2002/24/EG bedoelde procedure. Artikel 4 1. Lidstaten mogen om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat: noch de EG-goedkeuring van een type twee- of driewielig motorvoertuig weigeren, noch de inschrijving, de verkoop of het in het verkeer brengen van twee- of driewielige motorvoertuigen verbieden, voor zover de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat voldoet aan de eisen van deze richtlijn.

30.7.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 198/21 2. Lidstaten weigeren EG-goedkeuring voor elk type twee- of driewielig motorvoertuig om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat indien niet is voldaan aan de eisen van deze richtlijn. 3. De lidstaten delen de Commissie de tekst mede van de belangrijkste bepalingen van intern recht die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied aannemen. Artikel 5 Richtlijn 93/94/EEG, zoals gewijzigd bij de in bijlage II, deel A, genoemde richtlijn, wordt ingetrokken, onverminderd de verplichtingen van de lidstaten met betrekking tot de in bijlage II, deel B, genoemde termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing van de aldaar genoemde richtlijnen. Artikel 6 Deze richtlijn treedt in werking op de twintigste dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie. Zij is van toepassing vanaf 1 januari 2010. Artikel 7 Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten. Gedaan te Brussel, 13 juli 2009. Verwijzingen naar de ingetrokken richtlijn gelden als verwijzingen naar de onderhavige richtlijn en worden gelezen volgens de concordantietabel in bijlage III. Voor het Europees Parlement De voorzitter H.-G. PÖTTERING Voor de Raad De voorzitter E. ERLANDSSON

L 198/22 Publicatieblad van de Europese Unie 30.7.2009 BIJLAGE I 1. AFMETINGEN De afmetingen van de montageplaats voor de achterkentekenplaat van twee- of driewielige motorvoertuigen ( 1 ) zijn als volgt. 1.1. Bromfietsen en lichte vierwielers zonder carrosserie 1.1.1. breedte: 100 mm; 1.1.2. hoogte: 175 mm; of 1.1.3. breedte: 145 mm; 1.1.4. hoogte: 125 mm. 1.2. Motorfietsen, driewielers met een maximumvermogen tot 15 kw en andere vierwielers dan lichte vierwielers, zonder carrosserie 1.2.1. breedte: 280 mm; 1.2.2. hoogte: 210 mm. 1.3. Driewielers met een maximumvermogen van meer dan 15 kw, lichte vierwielers met carrosserie en andere vierwielers dan lichte vierwielers, met carrosserie 1.3.1. De voorschriften voor personenauto s zijn van toepassing (Richtlijn 70/222/EEG van de Raad ( 2 )). 2. ALGEMENE PLAATSING 2.1. De montageplaats voor de achterkentekenplaat moet zich aan de achterzijde van het voertuig bevinden, zodanig dat: 2.1.1. de plaat geplaatst kan worden tussen de langsvlakken die gaan door de punten waar het voertuig het breedst is. 3. HELLING 3.1. De achterkentekenplaat: 3.1.1. moet loodrecht staan op het middenlangsvlak van het voertuig; 3.1.2. mag een helling van ten hoogste 30 ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar boven gekeerd is; 3.1.3. mag een helling van ten hoogste 15 ten opzichte van de verticaal hebben wanneer het voertuig niet beladen is, indien de van het kenteken voorziene zijde naar beneden gekeerd is. 4. MAXIMUMHOOGTE 4.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van meer dan 1,50 m boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is. ( 1 ) Voor bromfiesten gaat het om de kentekenplaat en/of de eventuele identificatieplaat. ( 2 ) PB L 76 van 6.4.1970, blz. 25.

30.7.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 198/23 5. MINIMUMHOOGTE 5.1. Geen enkel punt van de plaats voor de montage van de kentekenplaat mag zich op een hoogte van minder dan 0,20 m of de straal van het wiel, indien deze minder bedraagt dan 0,20 m, boven het wegdek bevinden wanneer het voertuig niet beladen is. 6. GEOMETRISCHE ZICHTBAARHEID 6.1. De plaats voor de montage van de kentekenplaat moet zichtbaar zijn binnen een ruimte die wordt begrensd door twee tweevlakshoeken: één met een horizontale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de boven- en onderrand van de plaats voor de montage van de plaat gaan en onder de in figuur 1 aangegeven hoeken ten opzichte van de horizontale ribbe staan; de andere met een vrijwel verticale ribbe en bepaald door twee vlakken die door de zijranden van de plaat gaan en die onder de in figuur 2 aangegeven hoeken ten opzichte van het middenlangsvlak staan. Figuur 1 Geometrische zichtbaarheidshoek (tweevlakshoek met horizontale ribbe) Figuur 2 Geometrische zichtbaarheidshoek (tweevlakshoek met horizontale ribbe)

L 198/24 Publicatieblad van de Europese Unie 30.7.2009 Aanhangsel 1 Inlichtingenformulier wat betreft de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig (bij de EG-onderdeeltypegoedkeuringsaanvraag te voegen ingeval deze los van de aanvraag om EG-goedkeuring van het voertuig wordt ingediend) Volgnummer (door de aanvrager toegekend): Bij de aanvraag om EG-onderdeeltypegoedkeuring wat betreft de montageplaats voor de achterkentekenplaat van een twee- of driewielig motorvoertuig moeten de inlichtingen worden verstrekt als bedoeld in de volgende punten bij bijlage II, deel 1, afdeling A, bij Richtlijn 2002/24/EG: 0.1, 0.2, 0.4 tot en met 0.6, 2.2, 2.2.1, 9.6, 9.6.1.

30.7.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 198/25 Aanhangsel 2 EG-onderdeeltypegoedkeuringscertificaat wat betreft de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat van een type twee- of driewielig motorvoertuig MODEL Verslag nr.... van de technische dienst... dd... EG-onderdeeltypegoedkeuring nr.... Uitbreiding nr.... 1. Fabrieks- of handelsmerk van het voertuig... 2. Type voertuig... 3. Naam en adres van de constructeur......... 4. Naam en adres van de eventueel gemachtigde van de constructeur......... 5. Voertuig ter goedkeuring aangeboden op... 6. De EG-onderdeeltypegoedkeuring is verleend/geweigerd ( 1 ) 7. Plaats...... 8. Datum...... 9. Handtekening...... ( 1 ) Doorhalen wat niet van toepassing is.

L 198/26 Publicatieblad van de Europese Unie 30.7.2009 BIJLAGE II DEEL A Ingetrokken richtlijn met de wijziging ervan (bedoeld in artikel 5) Richtlijn 93/94/EEG van de Raad (PB L 311 van 14.12.1993, blz. 83) Richtlijn 1999/26/EG van de Commissie (PB L 118 van 6.5.1999, blz. 32) DEEL B Termijnen voor omzetting in nationaal recht en toepassing (bedoeld in artikel 5) Richtlijn Omzettingstermijn Toepassingsdatum 93/94/EEG 30 april 1995 1 november 1995 ( 1 ) 1999/26/EG 31 december 1999 1 januari 2000 ( 2 ) ( 1 ) Overeenkomstig artikel 4 van Richtlijn 93/94/EEG: Vanaf [1 mei 1995] mogen de lidstaten het voor het eerst in het verkeer brengen van voertuigen die aan deze richtlijn voldoen niet verbieden om redenen die met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat verband houden. ( 2 ) Overeenkomstig artikel 2 van Richtlijn 1999/26/EG: 1. Met ingang van 1 januari 2000 mogen de lidstaten om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat: noch de EG-goedkeuring van een type twee- of driewielig motorvoertuig weigeren, noch de inschrijving, de verkoop of het in het verkeer brengen van twee- of driewielige motorvoertuigen verbieden, voor zover de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat voldoet aan de eisen van Richtlijn 93/94/EEG gewijzigd bij deze richtlijn. 2. Met ingang van 1 juli 2000 weigeren de lidstaten EG-goedkeuring voor elk type twee- of driewielig motorvoertuig om redenen die verband houden met de plaats voor de montage van de achterste kentekenplaat indien niet is voldaan aan de eisen van Richtlijn 93/94/EEG gewijzigd bij deze richtlijn..

30.7.2009 Publicatieblad van de Europese Unie L 198/27 BIJLAGE III Concordantietabel Richtlijn 93/94/EEG Richtlijn 1999/26/EG De onderhavige richtlijn Artikelen 1, 2 en 3 Artikelen 1, 2 en 3 Artikel 2, lid 1 Artikel 4, lid 1 Artikel 2, lid 2 Artikel 4, lid 2 Artikel 4, lid 1 Artikel 4, lid 2 Artikel 4, lid 3 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 5 Artikel 7 Bijlage Bijlage I Bijlage II Bijlage III