Inventaris van het archief van het Provinciaal Bestuur: Notulen Provinciale Staten en Gedrukte Stukken

Nummer archiefinventaris: 3.02.20.02 Inventaris van het archief van het Provinciaal Bestuur: Notulen Provinciale Staten en Gedrukte Stukken Auteur: L.G. Kertomedjo, F.J.M. Otten Nationaal Archief, Den Haag 1991 Copyright: cc0 This finding aid is written in Dutch.

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 3 I N H O U D S O P G A V E Beschrijving van het archief...5 Aanwijzingen voor de gebruiker...6 Openbaarheidsbeperkingen...6 Beperkingen aan het gebruik...6 Aanvraaginstructie... 6 Citeerinstructie... 6 Archiefvorming...7 Geschiedenis van de archiefvormer...7 Provinciale Staten van Zuid-Holland...7 A. Periode 1814-1850...7 B. Periode 1850-1945...8 Geschiedenis van het archiefbeheer...9 De verwerving van het archief...9 Inhoud en structuur van het archief...10 Inhoud... 10 Verwant materiaal...11 Afgescheiden archiefmateriaal...11 Beschrijving van de series en archiefbestanddelen...13

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 5 Beschrijving van het archief B E S C H R I J V I N G V A N H E T A R C H I E F Naam archiefblok: Provinciaal Bestuur: Provinciale Staten en Gedrukte Stukken Periode: 1845-1970 Archiefbloknummer: 35363 Omvang: 64.10 meter; 659 inventarisnummers. Taal van het archiefmateriaal: Het merendeel der stukken is in het Nederlands. Soort archiefmateriaal: Normale geschreven, getypte en gedrukte documenten, geen bijzondere handschriften. Archiefbewaarplaats: Nationaal Archief, Den Haag Archiefvormers: Provinciaal Bestuur Provinciale Staten Samenvatting van de inhoud van het archief: Het archief van het Provinciaal Bestuur Provinciale Staten bevat notulen met agenda's, presentielijsten en bijlagen bij de notulen, zoals de geloofsbrieven die nieuw benoemde Statenleden moesten overleggen. Daarnaast bevat het archief de provinciale verslagen van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten en jaargangen (1827-1945) van het Provinciaal Blad van Zuid-Holland.

6 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 Aanwijzingen voor de gebruiker Aanwijzingen voor de gebruiker Openbaarheidsbeperkingen OPENBAARHEIDSBEPERKINGEN Volledig openbaar. Beperkingen aan het gebruik BEPERKINGEN AAN HET GEBRUIK Reproductie van originele bescheiden uit dit archief is, behoudens de algemene regels die gelden voor het kopiëren van stukken, niet aan beperkingen onderhevig. Er zijn geen beperkingen krachtens het auteursrecht. Aanvraaginstructie AANVRAAGINSTRUCTIE Openbare archiefstukken kunnen online worden aangevraagd en gereserveerd. U kunt dit ook via de terminals in de studiezaal van het Nationaal Archief doen. Om te kunnen reserveren dient u de volgende stappen te volgen: 1. U maakt een profiel aan op www.gahetna.nl, en logt vervolgens in; 2. Via de archiefinventaris (alleen de beschrijvingen met rode nummers) selecteert u het gewenste archiefstuk door op de knop 'Reserveren' te klikken; 3. In het volgende scherm geeft u aan op welke dag u het archiefstuk wilt inzien; 4. Indien u zich bevindt in de studiezaal en een tafelnummer heeft ontvangen kunt u dit nummer vermelden. Als u geen tafelnummer heeft kunt u tafelnummer 777 laten staan; 5. Vervolgens bevestigt u uw reservering door deze te versturen. Citeerinstructie CITEERINSTRUCTIE Bij het citeren in annotatie en verantwoording dient het archief tenminste éénmaal volledig en zonder afkortingen te worden vermeld. Daarna kan worden volstaan met verkorte aanhaling. VOLLEDIG: Nationaal Archief, Den Haag, Provinciaal Bestuur: Provinciale Staten en Gedrukte Stukken, nummer toegang 3.02.20.02, inventarisnummer... VERKORT: NL-HaNA, Prov. Staten Zuid-Holland, 3.02.20.02, inv.nr....

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 7 Archiefvorming Archiefvorming Geschiedenis van de archiefvormer GESCHIEDENIS VAN DE ARCHIEFVORMER Provinciale Staten van Zuid-Holland PROVINCIALE STATEN VAN ZUID-HOLLAND A. Periode 1814-1850 A. PERIODE 1814-1850 De Grondwet van 1814 sprak van één provincie Holland, welk gebied echter administratief in tweeën werd gedeeld, omdat koning Willem I twee gouverneurs had benoemd voor resp. het Noordelijk en Zuidelijk deel van Holland. Jaarlijks werd afwisselend te Haarlem en Den Haag vergaderd, onder voorzitterschap van de aldaar residerende gouverneur. Op 19 september 1814 kwamen de Staten van Holland voor de eerste maal bijeen in Den Haag. De leden hadden zitting voor drie jaar; jaarlijks zou een derde deel aftreden. Nieuwe leden zouden worden gekozen volgens een stelsel van standenvertegenwoordiging, met afgevaardigden namens de Ridderschap, de steden en de landeigenaren ("eigenerfden") op het platteland. In Holland telden de Staten 90 leden, waarvan 14 voor de Ridderschap, 49 voor de steden en 27 voor het platteland. Van de leden kwamen er 50 uit Zuid-Holland. De Ridderschap (de adel) wees zelf zijn vertegenwoordigers in de Staten aan. In de steden geschiedde de verkiezing van Statenleden door de stedelijke raad, die getrapt was gekozen door censuskiezers. De raadsleden benoemden meestal burgemeesters of wethouders in de Staten. Van de stedelijke Statenleden kwamen er 23 van de 49 uit Zuid-Holland, waarvan 5 uit Rotterdam, 4 uit Den Haag, 3 uit Leiden, 2 uit Dordrecht en 1 uit elk van de overige steden nl. Brielle, Delft, Gorinchem, Gouda, Maassluis, Schiedam, Schoonhoven, Vlaardingen en Woerden. Ook op het platteland vond de verkiezing getrapt plaats. Censuskiezers kozen hier per district een kiescollege, dat de Statenleden voor "de landelijke stand" aanwees. Het platteland van Holland was verdeeld in 27 districten (waarvan 17 in Zuid-Holland), die elk één Statenlid afvaardigden. 1 Bij de herziening van het provinciaal reglement in 1825 werd de zittingsduur verlengd tot zes jaar, waarbij om de twee jaar één derde deel van elke stand aftrad. De gewone vergadering van de Staten werd elk jaar in juli gehouden. Er werd bij gewone meerderheid van stemmen beslist. Ook de gouverneur had stemrecht. In Den Haag vergaderde men in de Statenzaal waar tot 1795 de vroegere Staten van Holland bijeen kwamen. In Haarlem vergaderde men in het achter het stadhuis gelegen Prinsenhof. Na de splitsing van Holland in 1840 kreeg Zuid-Holland 86 Statenleden, waarvan 10 namens de Ridderschap, 41 namens de steden en 35 voor het platteland. Bij de steden kreeg Rotterdam nu 10 leden, Den Haag 8, Leiden 5, Dordrecht 4, Delft 3, Gorinchem, Gouda en Schiedam elk 2, en Brielle, Maassluis, Schoonhoven, Vlaardingen en Woerden elk 1. Elk plattelandsdistrict vaardigde twee Statenleden af, alleen het district Meerkerk drie. 2 Deze samenstelling bleef gehandhaafd tot 1850, toen de Provinciale Wet de standenvertegenwoordiging afschafte en verving door een stelsel van directe verkiezingen. 1 ten bij de inleiding: 1) Reglement op het gezag en de macht der Staten: gedrukte notulen P.S. 1817 p.241-247. Reglement op de samenstelling der Staten: idem p.250-265. 2 Koninklijke Besluiten van 9 nov.1840 nr.17 en 11 nov.1840 nrs. 69 en 70; gepubliceerd in gedrukte notulen P.S. 15 dec. 1840 p.7 e.v.

8 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 Een belangrijke taak van Provinciale Staten was in deze periode het kiezen van de leden van de Tweede Kamer, die elk jaar voor een derde aftraden. Uit Holland kwamen van 1815 tot 1840 22 van de 110 kamerleden. Vanaf 1840 zond Zuid-Holland 12 afgevaardigden naar de Kamer. Statenleden die tot Kamerlid werden gekozen, moesten als Statenlid aftreden. De Staten konden volgens de Grondwet van 1815, als zij dit voor het provinciaal belang nodig achtten en onder goedkeuring van de Koning, reglementen en verordeningen uitvaardigen op het terrein van de "gewone inwendige politie en oeconomie". Ook hadden zij tot taak uitvoering te geven aan de wetten en algemene maatregelen van bestuur, maar deze bevoegdheid werd uitgehold doordat de gouverneurs hier een bijzondere verantwoordelijkheid was toebedeeld. In de praktijk hebben Provinciale Staten vóór 1850 weinig bevredigend gefunctioneerd. Dat kon ook moeilijk anders bij een college, dat slechts éénmaal per jaar gedurende enkele dagen bijeen kwam. Niet alleen de overheersende positie van de gouverneur, ook het gemis aan financiële zelfstandigheid van de provincie werkte remmend op de invloed van de Staten. De dagelijkse bestuurstaak is door de Staten gedelegeerd aan het uit hun midden gekozen college van Gedeputeerde Staten (G.S.). Dit college telde tot 1825 negen leden en vanaf dat jaar zeven, van wie één lid namens de Ridderschap, vier voor de steden en twee voor de landelijke stand. Tot 1840 fungeerden binnen de provincie Holland twee colleges van G.S., resp. voor het Noordelijk en Zuidelijk gedeelte van Holland, vanaf 1840 wezen Provinciale Staten van Zuid-Holland hun eigen college van G.S. aan. B. Periode 1850-1945 B. PERIODE 1850-1945 De Grondwet van 1848 en de Provinciale Wet van 1850 schiepen een nieuwe situatie, waarbij de standenvertegenwoordiging verviel. De leden van Provinciale Staten (P.S.) werden nu direct gekozen door censuskiezers. De provincie was daartoe verdeeld in 17 kiesdistricten, die elk een aantal leden afvaardigden naar de Staten: Rotterdam 13, Den Haag 10, Gouda 6, Leiden 5, Alphen, Dordrecht, Gorinchem, Leiderdorp, Sliedrecht, Vlaardingen en Zoetermeer elk 4, en Brielle, Delft, Middelharnis, Oud-Beijerland, Ridderkerk en Schiedam elk 3. In totaal telden P.S. van Zuid- Holland 80 leden. Na een wijziging in de kieswet in 1897, waarbij het kiesdistrict Rotterdam werd gesplitst in vijf districten die elk drie leden afvaardigden, kwam het aantal Statenleden op 82. 3 Het districtenstelsel was een meerderheidsstelsel: wie meer dan de helft van de uitgebrachte stemmen kreeg, werd verkozen. De leden werden gekozen voor een periode van zes jaar; om de drie jaar trad de helft af. Vanaf 1919 werden P.S. volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging gekozen, voor een periode van vier jaar. Na die vier traden alle leden gelijk af. In de zomer van 1941 werden de Statencolleges door de Duitse bezetter buiten werking gesteld. De Provinciale Wet van 1850 schreef twee gewone vergaderingen van P.S. voor: een zomerzitting in juli en een najaarszitting, onder voorzitterschap van de commissaris des Konings, die geen stemrecht meer had en bij een stemming nog slechts mocht adviseren. Daarnaast werd soms een buitengewone vergadering belegd. De vergaderingen moesten verlopen volgens een reglement van orde, dat eveneens uit 1850 dateert. 4 3 Het aantal Statenleden was bepaald in art.2 van de Wet van 6 juli 1850 (Stbl.39), gewijzigd bij de Wet van 28 apr.1897 (Stbl.112). De verdeling in kiesdistricten was geregeld bij de Wet van 5 nov.1852 (Stbl.197), gewijzigd bij de Wet van 28 apr.1897 (Stbl.111). 4 Gedrukte notulen P.S. 4 dec.1850 p.223 e.v.

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 9 Aan de Staten was in de Grondwet van 1848 opgedragen de "regeling en het bestuur van het provinciale huishouden" (art.131). Bij bestuur moet worden gedacht aan het vaststellen van de ontvangsten en uitgaven, het aangaan van geldleningen, koop, ruil of vervreemding van provinciale eigendommen, aanleg en verbetering van provinciale wegen en werken. Bij regeling gaat het om het vaststellen van verordeningen. Naast deze autonome taken was er de in art.131 van de Grondwet geformuleerde taak van medebewind: de Staten worden belast met de uitvoering van wetten en koninklijke bevelen betreffende "takken van algemeen binnenlandsch bestuur". Een belangrijke rol speelden de Staten bij het toezicht op de waterschappen, met name de reglementering. Daarnaast bleef het bestuurlijk en vooral financieel toezicht op de gemeenten een hoofdtaak. In de praktijk lag het zwaartepunt van het bestuur ook na 1850 sterk bij het uit P.S. gekozen college van Gedeputeerde Staten, dat zes leden telde van wie om de drie jaar de helft aftrad. De verhouding tussen P.S. en G.S. is in 1850 geregeld in een door de Staten opgestelde instructie voor G.S. 5 Net als vóór 1850 bleven P.S. fungeren als kiescollege, echter niet meer voor de Tweede Kamer maar nu voor de Eerste Kamer. Van 1850 tot 1887 werden zeven kamerleden door de Zuidhollandse Staten aangewezen, van 1887 tot 1923 waren dat er 10 van de 50 en daarna 12 van de 50. Geschiedenis van het archiefbeheer GESCHIEDENIS VAN HET ARCHIEFBEHEER De verwerving van het archief DE VERWERVING VAN HET ARCHIEF De rechtstitel is (nog) onbekend 5 De instructie voor G.S. werd vastgesteld door P.S. op 15 nov.1850: zie gedrukte notulen P.S. p.73 e.v. In 1880 werd de instructie aangevuld: zie gedrukte notulen P.S. 21 juli 1880 nr.vi.

10 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 Inhoud en structuur van het archief Inhoud en structuur van het archief Inhoud INHOUD Bijgaande plaatsingslijst bevat behalve geschreven en gedrukte bescheiden van Provinciale Staten ook gedrukte stukken die beter op hun plaats zijn in het archief van Gedeputeerde Staten, zoals het Provinciaal Blad en de Circulaires van het Provinciaal Bestuur. De serie minuut-notulen (nrs. 1-146) bevat ook de agenda's, presentielijsten en bepaalde bijlagen waaronder de geloofsbrieven die nieuw benoemde Statenleden moesten overleggen. De vergaderstukken (nrs. 147-268) bevatten bijlagen bij de notulen, aanvankelijk geschreven, in later jaren veelal gedrukt en ook opgenomen in de gedrukte notulen. De gedrukte notulen (nrs. 269-396) zijn goed toegankelijk via gedrukte indices die lopen over periodes van 10 of 15 jaar. Het verslag der Handelingen (nrs. 411-447) bevat de woordelijk tekst van de redevoeringen en is uitvoeriger dan de gedrukte notulen. Het Provinciaal Verslag (nrs. 448-546) van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten werd tot in de jaren-1840 voorgelezen in de vergadering door de voorzitter en is ook opgenomen in de gedrukte notulen. In 1851 werd een model voorgeschreven door het ministerie van Binnenlandse Zaken (o.a. in 1867 en 1878 herzien). In de periode 1851-1920 is het verslag zeer uitvoerig, vanaf 1921 veel beknopter. Elk deel bevat een register op trefwoorden. Het Provinciaal Blad van Zuid-Holland (nrs. 547-665) verscheen voor het eerst in 1827. Het bevat vooral circulaires voor de gemeenten. Naast jaarlijkse registers in de delen zelf is er over 1827-1851 een samenvattend register (nr.682). Het Buitengewoon Provinciaal Blad (nrs. 694-701) bevat vanaf 1857 verordeningen betreffende waterschappen, veenschappen e.d. In het Bijvoegsel Provinciaal Blad (nrs. 683-693) publiceerden Gedeputeerde Staten hun uitspraken in zaken van administratieve rechtspraak.

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 11 Verwant materiaal Verwant materiaal Afgescheiden archiefmateriaal AFGESCHEIDEN ARCHIEFMATERIAAL De bestanddelen uit de periode 1814-1844 zijn in 1998 overgebracht naar het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 1-37 en 1782-1816).

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 13 Beschrijving van de series en archiefbestanddelen B E S C H R I J V I N G V A N D E S E R I E S E N A R C H I E F B E S T A N D D E L E N 1-146 Minuut notulen en geloofsbrieven van de Provinciale Staten van Holland, na 1850 van Zuid-Holland. 145 portefeuilles nr. 13 en 103 Registers op de notulen van de Provinciale Staten van Zuid-Holland, 1846-1850. De in.nrs. 1-7 zijn overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 1-23). 8 1844 9 1845 10 1846-07-07 t/m 1847-07-10 11 1847-07-14 t/m 1848-07-18 12 1849-07-03 t/m 1849-07-13 13 1846-1850 (register). 14 1850-09-24 (geloofsbrieven). 15 1850-09-24 t/m 1850-11-04 16 1850-11-07 t/m 1850-12-04 17 1851-07-01 t/m 1851-08-01 18 1851 en 1852 winterzitting. 19 1853 zomerzitting. 20 1853 herfstzitting en 1854 zomerzitting 21 1854 herfstzitting. 22 1855 zomer- en herfstzitting. 23 1856-04-01 t/m 1856-07-07 24 1856-07-08 t/m 1856-11-04 25 1856-1857 (geloofsbrieven). 26 1857 zomerzitting. 27 1857 herfstzitting. 28 1858 zomerzitting. 29 1858 herfstzitting. 30 1859 zomerzitting. 31 1859 herfstzitting. 32 1860 zomer/herfstzitting. 33 1861 zomer/herfstzitting. 34 1859-1861 35 1862-07-01 t/m 1862-07-16 36 1862-07-17 t/m 1862-11-11 37 1863 38 1864 39 1865 40 1866 41 1867 42 1868 43 1862-1868 (geloofsbrieven). 44 1869 45 1870 46 1871 zomerzitting en geloofsbrieven.

14 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 47 1871 herfstzitting. 48 1872 zomer/herfstzitting. 49 1873 febr.-juli 50 1873 nov. 51 1874 Notulen en geloofsbrieven (zomerzitting). 52 1874 Notulen zomer- en herfstzitting. 53 1875 Notulen zomer- en herfstzitting. 54 1876 Notulen zomer- en herfstzitting. 55 1877 Notulen zomerzitting. 56 1877 Notulen herfstzitting. 57 1878 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 58 1879 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 59 1880 Notulen zomerzitting. 60 1880 Geloofsbrieven en notulen herfstzitting. 61 1881 Notulen zomer- en herfstzitting. 62 1882 Notulen zomer- en herfstzitting. 63 1883 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 64 1884 Notulen en geloofsbrieven. 65 1885 Notulen. 66 1886 Notulen en geloofsbrieven. 67 1887 Notulen. 68 1888 Notulen. 69 1889 Notulen en geloofsbrieven. 70 1890 Notulen. 71 1891 Notulen. 72 1892 Notulen en geloofsbrieven. 73 1893 Notulen. 74 1894 Notulen. 75 1895 Notulen en geloofsbrieven. 76 1896 Notulen. 77 1897 Notulen. 78 1898 Notulen zomerzitting. 79 1898 Notulen herfstzitting en geloofsbrieven. 80 1899 Notulen zomer- en herfstzitting. 81 1900 Notulen zomer- en herfstzitting. 82 1901 Geloofsbrieven. 83 1901 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 84 1902 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 85 1903 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 86 1904 Notulen buitengewone zitting, geloofsbr. 87 1904 Notulen en zomer/herfstzit. 88 1905 Notulen en zomer/herfstzit. 89 1906 Notulen zomerzitting. 90 1906 Notulen zomer- en herfstzitting. 91 1907 Notulen zomerzitting. 92 1907 Notulen herfstzitting en geloofsbrieven. 93 1908 Notulen buitengewone zomerzitting. 94 1908 Notulen zomer- en herfstzitting. 95 1909 Notulen zomer- en herfstzitting.

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 15 96 1910 Notulen zomerzitting. 97 1910 Notulen herfstzitting en geloofsbrief. 98 1911 Notulen buitengewone, zomer/herfstzitt. 99 1912 Notulen buitengewone, zomer/herfstzitt. 100 1913 Notulen buitengewone, zomer/herfstzitt. 101 1913 Geloofsbrieven. 102 1914 Notulen buitengewone en zomer/herfstz. 103 1906-1915 Notulen registers,. 104 1915 Notulen zomer/herfstzitting. 105 1916 Notulen herfstzitting en geloofsbrieven. 106 1916 Notulen zomerzitting en geloofsbrieven. 107 1917 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 108 1918 Notulen zomerzitting en geloofsbrieven. 109 1918 Notulen herfstzitting. 110 1919 Notulen buitengewone zomerzitting. 111 1919 Notulen herfstzitting. 1920 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 112 1921 Notulen buitengewone en zomer/herfstzit. 113 1922 Notulen buitengewone zomerzitting. 114 1922 Notulen buitengewone herfstzitting en geloofsbrieven. 115 1923 Notulen buitengewone zomerzitting. 116 1923 Notulen herfstzitting. 117 1924 Notulen buitengewone zomerzitting. 118 1924 Notulen herfstzitting. 119 1925 Notulen zomerzitting. 120 1925 Notulen herfstzitting. 121 1926 Notulen zomerzitting. 122 1926 Notulen herfstzitting. 123 1927 Notulen zomerzitting en geloofsbrieven. 124 1927 Notulen herfstzitting. 125 1928 Notulen 1e gewone zitting. 126 1928 Notulen 2e gewone zitting. 127 1929 Notulen 1e gewone zitting. 128 1929 Notulen 2e gewone zitting. 129 1930 Notulen 1e gewone zitting. 130 1930 Notulen 2e gewone zitting. 131 1931 Notulen 1e gewone zitting en buiteng. 132 1931 Notulen 2e gewone zitting. 133 1932 Notulen 1e gewone zitting. 134 1932 Notulen 2e gewone zitting. 135 1933 Notulen 1e gewone zitting en buiteng. 136 1933 Notulen 2e gewone zitting. 137 1934 Notulen 1e gewone zitting en buiteng. 138 1934 Notulen 2e gewone zitting. 139 1935 Notulen 1e gewone zitting en geloofsb. 140 1935 Notulen 2e gewone zitting. 141 1936 Notulen der zittingen en geloofsb. 142 1937 Notulen der zittingen en geloofsb. 143 1938 Notulen der zittingen en geloofsb.

16 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 144 1939 Geloofsbrieven. 145 1939 Notulen der zittingen. 146 1940-1941 Notulen der zittingen. 147-268 Vergaderstukken van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. 1853-1941 147 1853 november 148 1854 juli-november 149 1855 november 150 1856 zomer/herfst vergaderingen. 151 1857 zomer/herfst vergaderingen. 152 1858 zomer/herfst vergaderingen. 153 1859 (memorie van toelichting). 154 1860 zomer en winter vergaderingen. 155 1861 zomer en winter vergaderingen. 156 1862 zomer vergaderingen. 157 1862 winter vergaderingen. 158 1863 zomer en herfst vergaderingen. 159 1864 zomer/winter en buitengewone vergaderingen. 160 1865 zomer/winter en buitengewone vergaderingen. 161 1866 zomer en winter vergaderingen. 162 1867 zomer en winter vergaderingen. 163 1868 zomer en winter vergaderingen. 164 1869 zomer en winter vergaderingen. 165 1870 zomer en winter vergaderingen. 166 1871 zomer en winter vergaderingen. 167 1872 zomer en winter vergaderingen. 168 1873 zomer en buitengewone vergaderingen. 169 1874 zomer vergaderingen. 170 1874 winter vergaderingen. 171 1875 begrotingen. 172 1875 zomer vergaderingen. 173 1875 winter vergaderingen. 174 1877 rekeningen en begrotingen. 175 1876 zomer vergaderingen. 176 1876 winter vergaderingen. 177 1877 zomer vergaderingen. 178 1877 winter vergaderingen. 179 1878 zomer vergaderingen. 180 1878 winter vergaderingen. 181 1879 zomer vergaderingen. 182 1879 winter vergaderingen. 183 1880 zomer vergaderingen. 184 1880 winter vergaderingen. 185 1881 zomer vergaderingen. 186 1881 winter vergaderingen. 187 1882 zomer vergaderingen. 188 1882 winter vergaderingen. 189 1883 zomer vergaderingen.

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 17 190 1883 winter vergaderingen. 191 1884 zomer vergaderingen. 192 1884 winter vergaderingen. 193 1885 zomer vergaderingen. 1885 winter vergaderingen (ontbreekt). 194 1886 zomer vergaderingen. 195 1886 winter vergaderingen. 196 1887 zomer vergaderingen. 197 1887 winter vergaderingen. 198 1888 zomer vergaderingen. 199 1888 winter vergaderingen. 200 1889 zomer vergaderingen. 201 1889 winter vergaderingen. 202 1890 zomer vergaderingen. 203 1890 winter vergaderingen. 204 1891 zomer vergaderingen. 205 1891 winter vergaderingen. 206 1892 zomer vergaderingen. 207 1892 winter vergaderingen. 208 1893 zomer vergaderingen. 209 1893 winter vergaderingen. 210 1894 zomer vergaderingen. 211 1894 winter vergaderingen. 212 1895 zomer vergaderingen. 213 1895 winter vergaderingen. 214 1896 zomer vergaderingen. 215 1896 winter vergaderingen. 216 1897 zomer vergaderingen. 217 1897 winter vergaderingen. 218 1898 zomer vergaderingen. 219 1898 winter vergaderingen. 220 1899 zomer vergaderingen. 221 1899 winter vergaderingen. 222 1900 zomer vergaderingen. 223 1900 winter vergaderingen. 224 1901 zomer vergaderingen. 225 1901 winter vergaderingen. 226 1902 zomer vergaderingen. 227 1902 winter vergaderingen. 228 1903 zomer vergaderingen. 229 1903 winter vergaderingen. 230 1904 zomer vergaderingen. 231 1904 winter vergaderingen. 232 1905 zomer- en winter vergaderingen. 233 1906 zomer- en winter vergaderingen. 234 1907 zomer- en winter vergaderingen. 235 1908 zomer- en winter vergaderingen. 236 1909 zomer- en winter vergaderingen. 237 1910 zomer- en winter vergaderingen.

18 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 238 1911 zomer- en winter vergaderingen. 239 1912 zomer- en winter vergaderingen. 240 1913 zomer- en winter vergaderingen. 241 1914 zomer- en winter vergaderingen. 242 1915 zomer- en winter vergaderingen. 243 1916 zomer- en winter vergaderingen. 244 1917 zomer- en winter vergaderingen. 245 1918 zomer- en winter vergaderingen. 246 1919 zomer- en winter vergaderingen. 247 1920 zomer- en winter vergaderingen. 248 1921 zomer- en winter vergaderingen. 249 1922 zomer- en winter vergaderingen. 250 1923 zomer- en winter vergaderingen. 251 1924 zomer- en winter vergaderingen. 252 1925 zomer- en winter vergaderingen. 253 1926 zomer- en winter vergaderingen. 254 1927 zomer- en winter vergaderingen. 255 1928 zomer- en winter vergaderingen. 256 1929 zomer- en winter vergaderingen. 257 1930 zomer- en winter vergaderingen. 258 1931 zomer- en winter vergaderingen. 259 1932 zomer- en winter vergaderingen. 260 1933 zomer- en winter vergaderingen. 261 1934 zomer- en winter vergaderingen. 262 1935 zomer- en winter vergaderingen. 263 1936 zomer- en winter vergaderingen. 264 1937 zomer- en winter vergaderingen. 265 1938 zomer- en winter vergaderingen. 266 1939 zomer- en winter vergaderingen. 267 1940 zomer- en winter vergaderingen. 268 1941 zomer vergaderingen. 269-396 Gedrukte notulen van de Provinciale Staten van Zuid-Holland. 1814-1945 (1970) De in.nrs. 269-275 zijn overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid- Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 24-30). 276 1845-1847 277 1848-1850 278 1851-1853 279 1854-1856 280 1857-1859 281 1860-1862 282 1863-1865 283 1866-1868 284 1869-1870 285 1871 286 1872 287 1873 288 1874 289 1875

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 19 290 1876 291 1877 292 1878 293 1879 294 1880 295 1881 296 1882 297 1883 298 1884 299 1885 300 1886 301 1887 302 1888 303 1889 304 1890 305 1891 306 1892 307 1893 308 1894 309 1895 310 1896 311 1897 312 1898 313 1899 314 1900 315 1901 316 1902 317 1903 318 1904 319 1905 320 1906 321 1907 322 1908 323 1909 324 1910 325 1911 326 1912 327 1913 328 1914 329 1915 330 1916 331 1917 332 1918 333 1919 334 1920 335 1921 336 1922 337 1923 338 1924

20 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 339 1925 340 1926 341 1927 342 1928 343 1929 1e en 2e gewone vergadering. 344 1930 1e en 2e gewone vergadering. 345 1931 1e en 2e gewone vergadering. 346 1932 1e en 2e gewone vergadering. 347 1933 1e en 2e gewone vergadering. 348 1934 1e en 2e gewone vergadering. 349 1935 1e en 2e gewone vergadering. 350 1936 1e en 2e gewone vergadering. 351 1937 1e en 2e gewone vergadering. 352 1938 1e en 2e gewone vergadering. 353 1939 1e en 2e gewone vergadering. 354 1940 1e en 2e gewone vergadering. 355 1941 1e en 2e gewone vergadering. 356 1946 1e en 2e gewone vergadering. 357 1947 1e en 2e gewone vergadering. 358 1948 1e en 2e gewone vergadering. 359 1949 1e en 2e gewone vergadering. 360 1950 1e en 2e gewone vergadering. 361 1951 1e gewone vergadering. 362 1951 2e gewone vergadering. 363 1952 1e gewone en buitengew. verg. 364 1952 2e gewone verg. 365 1953 1e gewone en buitengew. verg. 366 1953 2e gewone verg. 367 1954 buitengew. gewone verg. 368 1954 1e gewone verg. 369 1954 2e gewone verg. 370 1955 1e gewone en buitengew. verg. 371 1955 2e gewone verg. 372 1956 1e gewone vergadering. 373 1956 2e gewone vergadering. 374 1957 1e gewone vergadering. 375 1957 2e gewone vergadering. 376 1958 1e gewone vergadering. 1958 2e gewone vergadering (ontbreekt). 377 1959 1e gewone en buitengew. verg. 378 1959 2e gewone vergadering. 379 1960 1e gewone en buitengew. verg. 380 1960 2e gewone vergadering. 381 1961 1e gewone vergadering. 382 1961 2e gewone vergadering. 383 1962, (3 delen) 384 1963, (deel 1 en 2) 385 1963, (deel 3, 4 en 5) 386 1964, (deel 1, 2 en 3)

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 21 387 1964, (deel 4 en 5) 388 1965, (deel 1, 2 en 4) deel 3 ontbreekt. 389 1966, (deel 1, 3 en 3a) deel 2 ontbreekt. 390 1966, (deel 4 en 5) 391 1967, (deel 1, 3 en 4) deel 2 ontbreekt. 392 1968, (deel 1 en 2) 393 1968, (deel 3, 4 en 5) 394 1969, (deel 1 en 2) 395 1969, (deel 3 en 4) 396 1970, (deel 2 en 3) deel 1 ontbreekt. 397-410 Indices op de gedrukte notulen. 1814-1965 De in.nrs. 397-398 zijn overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid- Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 31-32). 399 1841-1860 400 1861-1870 401 1871-1885 402 1886-1895 403 1896-1905 404 1906-1915 405 1916-1925 406 1926-1935 407 1936-1941 408 1946-1955 409 1956-1960 410 1961-1965 411-447 Verslag der Handelingen van de Provinciaal Staten van Zuid-Holland. 1852-1941 411 1852-1872 412 1862-1875 413 1876-1891 414 1892-1908 415 1909 416 1910 417 1911 418 1912 419 1913 420 1914 421 1915 422 1916 423 1917 424 1918 425 1919 426 1920 427 1921

22 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 428 1922 429 1923 430 1924 431 1925 432 1926 433 1927 434 1928 435 1929 436 1930 437 1931 438 1932 439 1933 440 1934 441 1935 442 1936 443 1937 444 1938 445 1939 446 1940 447 1941 448-546 Provinciaal verslag. 1834-1945 De jaren 1835, 1837,1839 en 1848 ontbreken. De in.nrs. 448-451 zijn overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid- Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 33-37). 452 1842-1847 453 1847 454 1849 455 1850 456 1851 457 1852 458 1853 459 1854 460 1855 461 1856 462 1857 463 1858 464 1859 465 1860 466 1861 467 1862 468 1863 469 1864 470 1865 471 1866 472 1867 473 1868 474 1869 475 1870

24 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 525 1920 526 1921 527 1922 528 1923 529 1924 530 1925 531 1926 532 1927 533 1928 534 1929 535 1930 536 1931 537 1932 538 1933 539 1934 540 1935 541 1936 542 1937 543 1938 544 1939 545 1940 546 1941-1945 547-665 Provinciaal blad. 1827-1945 De in.nrs. 547-563 zijn overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid- Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 1796-1812). 564 1844 565 1845 566 1846 567 1847 568 1848 569 1849 570 1850 571 1851 572 1852 573 1853 574 1854 575 1855 576 1856 577 1857 578 1858 579 1859 580 1860 581 1861 582 1862 583 1863 584 1864 585 1865 586 1866

26 Prov. Staten Zuid-Holland 3.02.20.02 636 1916 637 1917 638 1918 639 1919 640 1920 641 1921 642 1922 643 1923 644 1924 645 1925 646 1926 647 1927 648 1928 649 1929 650 1930 651 1931 652 1932 (ontbreekt) 653 1933 654 1934 655 1935 656 1936 657 1937 658 1938 659 1939 660 1940 661 1941 662 1942 663 1943 664 1944 665 1945 680-681 Verzameling circulaires. 1814-1850 2 Delen De in.nrs. 680-681 zijn overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid- Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 1813-1814). --- Register op het Provinciaal Blad. 1827-1851 Het inv.nrs. 682 is overgebracht naar het het archief van het Provinciaal Bestuur van Zuid-Holland, 1814-1844 (3.02.20, inv.nrs. 1814-1816). 683-693 Bijvoegsel Provinciaal Blad en Register 1881-1945 11 pakken 683 1881-1893 684 1894-1905 685 1906-1912 686 1913-1920 687 1921-1925 688 1926-1928 689 1929-1931

3.02.20.02 Prov. Staten Zuid-Holland 27 690 1932-1935 691 1936-1937 692 1938-1939 693 1940-1945 694-701 Buitengewoon Provinciaal Blad. 1857-1944 8 pakken 694 1857-1859 nrs. 1-305 695 1860-1861 nrs. 306-489 696 1862-1868 nrs. 490-665 697 1869-1892 nrs. 666-938 698 1893-1911 nrs. 938-1240 699 1912-1918 nrs. 1241-1427 700 1919-1928 nrs. 1428-1650 701 1929-1944 nrs. 1651-1927.