Montagehandleiding Koel- en vriesapparaten, integreerbaar, Deur-op-deur 9/08 7082584-02 IK/ IKB/ IKP/ IG/ IGN... 1/ 3/ 6
Algemene veiligheidsvoorschriften Inhoudsopgave 1 Algemene veiligheidsvoorschriften... 2 2 Apparaat plaatsen... 2 3 Draairichting deur veranderen... 2 3.1 Sluitdemper verwijderen... 3 3.2 Deur demonteren... 3 3.3 Vriesvakdeur vervangen... 3 3.4 Lagerdelen omzetten... 3 3.5 Deur weer monteren... 3 3.6 Sluitdemper weer aanbrengen... 3 4 Wateraansluiting... 3 5 Inbouw... 4 5.1 Apparaat installeren... 5 5.2 Kastdeuren monteren... 6 6 Apparaat aansluiten... 7 De fabrikant werkt voortdurend aan de verdere ontwikkeling van alle typen en modellen. Hebt u er daarom a.u.b. begrip voor dat wij wijzigingen in vorm, uitvoering en techniek moeten voorbehouden. Om alle voordelen van uw nieuwe apparaat te leren kennen, de instructies in deze handleiding aandachtig doorlezen a.u.b. De handleiding geldt voor meerdere modellen, afwijkingen zijn mogelijk. Paragrafen die alleen voor bepaalde apparaten van toepassing zijn, zijn gekenmerkt met een sterretje (*). Gebruiksaanwijzingen zijn gekenmerkt met een, gebruiksresultaten met een. GEVAAR 1 Algemene veiligheidsvoorschriften WAAR- SCHUWING VOORZICH- TIG LET OP Aanwijzing onmiddellijk gevaarlijke situatie, die de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. gevaarlijke situatie, die de dood of zwaar lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben.. gevaarlijke situatie, die licht of gemiddeld lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben. gevaarlijke situatie, die schade aan voorwerpen tot gevolg kan hebben. nuttige aanwijzingen en tips. Het is belangrijk dat de richtlijnen en aanwijzingen in deze instructie opgevolgd worden, zodat het apparaat juist geïnstalleerd wordt en correct werkt. Lees en begrijp alle informaties in deze instructie voordat het apparaat wordt geïnstallleerd. 2 Apparaat plaatsen Bij schade aan het apparaat onmiddellijk - voor het aansluiten - informeren bij de leverancier. De vloer ter plaatse moet horizontaal en vlak zijn. Stel het apparaat niet bloot aan direct zonlicht en plaats het niet in de buurt van een fornuis, verwarming of dergelijke. Stel het apparaat niet zonder hulp op. De ruimte waarin u het apparaat plaatst dient volgens de norm EN 378 per 8 g koekmiddel R 600a een volume van 1 m 3 hebben. Indien de ruimte te klein is, kan bij een lek in het koelmiddelcircuit een licht ontvlambaar gas-lucht-mengsel ontstaan. Informatie over de hoeveelheid koelmiddel vindt u op het typeplaatje aan de binnenkant van het apparaat. Het apparaat alleen in stabiele meubelen inbouwen. Zorg altijd voor voldoende ventilatiespleten: q Aan de achterzijde van het meubel dient een ventilatiespleet van minstens 38 mm te worden voorzien. q Voor de ventilatiespleten in sokkels en ombouw is minstens 200 cm 2 vereist. q Hoe groter de oppervlakte van de ventilatieruimte, des te energiezuiniger werkt het apparaat. Brandgevaar door vocht! Wanneer stroomgeleidende delen of de stroomaansluiting vochtig worden, kan dat leiden tot kortsluiting. u Het apparaat is ontworpen voor gebruik in een gesloten ruimte. Het apparaat niet buiten, in een vochtige omgeving of binnen bereik van spatwater plaatsen. Brandgevaar door het koelmiddel! Het gebruikte koelmiddel R 600a is milieuvriendelijk, maar brandbaar. Lekkend koelmiddel kan ontbranden. u Leidingen van het koelmiddelcircuit niet beschadigen. Gevaar voor brand en beschadiging! u Plaats geen warmte afgevende apparaten, bijv. magnetron, toaster enz) op het apparaat! u Haal het aansluitkabel van de achterzijde van het apparaat. Verwijder de kabelhouder, om trillingsgeluiden te voorkomen! na de inbouw: u Verwijder de beschermfolie van de sierlijsten.* u Verwijder de beschermfolie van de sierlijsten en de ladefronten.* u Verwijder alle transportbeveiligingsonderdelen. u Doe de verpakking weg. Zie hoofdstuk Verpakking wegdoen. Indien het apparaat in een erg vochtige omgeving wordt opgesteld, kan op de buitenzijde van het apparaat condenswater worden gevormd. u Zorg steeds voor een goede verluchting van de ruimte waar het apparaat opgesteld staat. 3 Draairichting deur veranderen Controleer of volgend gereedschap klaar ligt: q Kruiskopschroevendraaier q Sleufschroevendraaier q Accu-schroevendraaier Torx 15 Accu-schroevendraaier Torx 20 Accu-schroevendraaier Torx 25 Het apparaat voor 2/3 in de nis schuiven. Trek de stekker uit. Open de deur. 2
Wateraansluiting 3.1 Sluitdemper verwijderen* Fig. 1 VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding, wanneer de sluitdemper dichttrekt! u Voorzichtig demonteren. u Bevestigingsschroeven Fig. 2 (5) boven en beneden naar de andere kant verplaatsen. Schroeven zijn zelfsnijdend. Gebruik een accu-schroevendraaier: u Scharnieren van de deur losdraaien Fig. 5 (9) en verplaatsen. u Vrij geworden bevestigingsgaten met stoppen Fig. 5 (10) sluiten. bij 870 mm of 1022 mm hoge apparaten: u Onderste opbergvak uitnemen. u Houder Fig. 1 (1) afschroeven. u Kogeltap Fig. 1 (3) samen met de sluitdemper Fig. 1 (2) van de deur losdraaien en wegleggen. 3.2 Deur demonteren Fig. 2 u Afdekkingen Fig. 2 (4) verwijderen. u Bevestigingsschroeven Fig. 2 (5) alleen losdraaien. u Deur afnemen: naar buiten schuiven, losmaken en opzij leggen. 3.5 Deur weer monteren Fig. 5 u Apparaatdeur in de vooraf gemonteerde bevestigingsschroeven Fig. 2 (5) inhangen. u Bevestigingsschroeven Fig. 2 (5) aandraaien. u Afdekkingen Fig. 2 (4) weer monteren. 3.6 Sluitdemper weer aanbrengen* 3.3 Vriesvakdeur vervangen* Fig. 3 u Afdekking aan lagerbus Fig. 3 (6) wegklappen. u Lagerbus Fig. 3 (6) met de vakdeur losdraaien. u Sluitstuk Fig. 3 (7) losdraaien. u De vrij geworden gaten met de meegeleverde stoppen Fig. 3 (8) sluiten. Fig. 4 u Sluitstuk Fig. 4 (7) monteren. u Vakdeur boven plaatsen. u Lagerbus Fig. 4 (6) monteren en afdekking dichtklappen. 3.4 Lagerdelen omzetten VOORZICHTIG Gevaar voor verwonding wanneer de scharnieren dichtklappen! u Laat de scharnieren open. Fig. 6 u Houder Fig. 6 (1) vastschroeven. u Kogeltap Fig. 6 (3) met de sluitdemper Fig. 6 (2) in de nieuwe bevestigingsopening indraaien. 4 Wateraansluiting* Gevaar voor elektrische schokken! u Haal de stekker van het apparaat uit het stopcontact voordat u het aansluit op de waterleiding. u Sluit de watervoorziening af, voordat u de watertoevoerleidingen voor de ijsblokjesbereider aansluit. u De aansluiting op de drinkwatervoorziening mag uitsluitend door een gekwalificeerde gas- en waterinstallateur worden uitgevoerd. Vergiftigingsgevaar! u De waterkwaliteit moet voldoen aan de drinkwaterverordening van het land waarin het apparaat wordt gebruikt. u De IceMaker dient uitsluitend voor het maken van ijsblokjes in huishoudelijke hoeveelheden en moet met hiervoor geschikt water worden gebruikt. 3
Inbouw De waterdruk moet tussen 1.5 bar en 6 bar liggen. De watertoevoer naar het apparaat toe moet via de koudwaterleiding gebeuren die geschikt is voor de bedrijfsdruk en aan de hygiënevoorschriften voldoet. Gebruik hiervoor de meegleverde rvs slang (lengte 1,5 m). Een slang van 3 m is bij de technische dienst verkrijgbaar. Deze moet door een deskundig vakman gemonteerd worden. In het aansluitstuk van de slang bevindt zich een opvangzeef met dichting. Tussen de slangleiding en de wateraansluiting van het huis moet een sluitkraan aanwezig zijn om de watertoevoer indien noodzaklijk te kunnen onderbreken. Alla apparaten en voorzieningen die voor de toevoer van het water worden gebruikt, moeten aan de geldige voorschriften van het betreffende land voldoen. De watertoevoerleiding mag bij de montage niet beschadigd of geknikt worden. u Sluit het rechte gedeelte van de meegeleverde rvs slang aan. De magneetklep bevindt zich onder aan der achterkant van het apparaat. De afmeting van de aansluiting van de magneetklep bedraagt 3/4. u Sluit het hoekgedeelte van de rvs slang aan de magneetklep aan. u Open de sluitkraan van de watertoevoer en controleer het hele watersysteem op dichtheid. Vóór de eerste inbedrijfstelling: u Laat de waterleiding door een hiervoor verantwoordelijk vakman ontluchten. Controleer of volgend gereedschap klaar ligt: q Accuschroevendraaier Torx 15, 20, 25 q Zeskantsleutel 13 q Kruiskopschroevendraaier Fig. 9 De tussenvloer en zijwanden van de meubelkast moeten haaks op elkaar staan. Meubelkast met waterpas en winkelhaak in de juiste stand brengen. Indien nodig blokjes of latjes onder leggen om gelijk te maken. Het apparaat kan ook in een normale keukenkast worden ingebouwd. In dit geval het beslag van het kastdeurtje en de nis verwijderen. Deze heeft u niet meer nodig, omdat de kastdeur op de deur van het apparaat wordt gemonteerd. De inbouwmaten controleren: A 712 mm 714 mm - 730 mm 872 mm 874 mm - 890 mm 1022 mm 1024 mm - 1040 mm 1218 mm 1220 mm - 1236 mm 1395 mm 1397 mm - 1413 mm 1770 mm 1772 mm - 1788 mm B 5 Inbouw Alle bevestigingsdelen zijn meegeleverd met het apparaat. Fig. 10 Aanwijzing u Voor montage van de kastdeur controleren, of het toegelaten gewicht van de kastdeur niet wordt overschreden. u Zoniet kan beschadiging van de scharnieren en daaruit voortvloeiende slechte werking niet worden uitgesloten. Fig. 7 Fig. 8 * Model IKP 2050, IKP 1854, IK1814, IK2010 IKP 2850, IKP 2654, IKB 2614, IKB 2654, IKB 2810, IKB 2850, IK 2850 IKP 1750, IKP 1554, IKP 2450, IKP 2254,IK 1710, IK 1514 Maximumgewicht van de kastdeur 13 kg 15 kg 16 kg 4
Inbouw Model IK 1700, IK 1504, IK 2410, IK 2214 IKB 3414, IKB 3454, IK 3414, IKB 3610, IKB 3650, IK 3610 IKB 2214, IKB 2254, IKB 2410, IKB 2450 IG 956, IG1156, IG 1956, SIG 1956, IGN 2556, IGN 2566, SIGN2566 Maximumgewicht van de kastdeur 17 kg 18 kg 19 kg 20 kg Bij 16 mm dikke meubelwanden = 568 mm brede nis: u Afstandsdeel Fig. 14 (13) en afstandsdeel Fig. 11 (15) op de scharnieren klikken. u Schroef de kunststof hoek Fig. 15 (16) metm5-schroeven Fig. 15 (17) op de greepzijde van het apparaat. Fig. 14 5.1 Apparaat installeren u De bevestigingshoek Fig. 16 (24) door de lange gaten los op het apparaat schroeven Fig. 16 (25). Fig. 15 Fig. 11 u Haal de aansluitkabel van de achterzijde van het apparaat. Hierbij de kabelhouder verwijderen, om trillingsgeluiden te voorkomen! u Aansluitkabel met behulp van een touw zo leggen, dat het apparaat na het inbouwen gemakkelijk aan te sluiten is. u Trek de beschermfolie van de afdeklijst Fig. 17 (14). Breng de lijst aan de zijkant van het apparaat (zijkant van de greep en gelijk met de voorkant) aan de onderkant van de bevestigingshoek Fig. 16 (24) aan en plak deze vast. u Afdeklijst Fig. 17 (14) zo nodig inkorten.* Apparaat inschuiven en afstellen: u Apparaat inschuiven. Bij 16 mm dikke meubelwanden = 568 mm brede nis: u Laat de afstandsdelen tot tegen de zijwand van het meubel komen. Bij 19 mm dikke meubelwanden = 562 mmbrede nis: u Zorg ervoor dat de scharnieren vooraan vlak liggen met de zijwand van het meubel. Fig. 16 Fig. 17 Fig. 18 Fig. 19 Fig. 12 Voor apparaten met een waterleidingaansluiting voor de IceMaker: u IceMaker aansluiten volgens het hoofdstuk Wateraansluiting.* u Afdekkingen Fig. 11 (4) wegnemen. u Opvulstrook Fig. 13 (11) in het midden van het apparaat monteren: in de houder schuiven en vasthaken in de sleutelgaten. Fig. 20 Bij meubels (16 mm en 19 mm) met deuraanslagdelen (noppen, afdichtingslippen enz.): u houd rekening met de opbouwafmeting (diepte van de deuraanslagdelen): laat de scharnieren wat uit de opbouwhoogte uitsteken. u Het apparaat voor 2/3 in de nis schuiven. Fig. 13 Fig. 21 Bij meubels zonder deuraanslagdelen: u breng de kunststof hoek in één vlak met de voorkant van de meubelzijwand. Bij meubels met deuraanslagdelen: 5
Inbouw u Houd rekening met de opbouwafmeting: zorg ervoor dat de kunststof hoek parallel komt met de voorkant van de scharnieren. Bij meubels met een terugspringende bodem: u Lijn in de diepte dekunststof hoek Fig. 21 (16) sluitend met de voorkanten van de meubelzijwanden uit, ook al steekt de hoek daardoor boven de meubelbodem uit. u Het apparaat via de stelvoetjes met de meegeleverde steeksleutel Fig. 21 (22) rechtop plaatsen. w Het apparaat is nu correct opgesteld in de diepte. Tussen de voorkant van de meubelzijwand en de behuizing van het apparaat is rondom een afstand van 42 mm. (Houd rekening met deuraanslagdelen, zoals noppen afdichtingsstrips.) Aanwijzing Functiestoring door verkeerde montage! Wanneer de afstandsmaat niet wordt aangehouden, sluit de deur evt. niet. Dit kan ijsvorming, condenswatervorming en storingen veroorzaken. u Zorg rondom steeds voor een afstand van 42 mm. (Houd rekening met deuraanslagdelen, zoals noppen en afdichtingsstrips.) Schroef het apparaat in de nis vast: u Draai lange spaanplaatschroeven Fig. 22 (19) boven en onder door de scharnierplaat. u Controleer de voorinstelling van 8 mm (afstand tussen de deur van het apparaat en de onderkant van de dwarsstrip). u Montagehulpstukken Fig. 25 (30) op kastdeurhoogte omhoog schuiven. Onderste aanslagkant van het montagehulpstuk = onderkant van de aan te brengen kastdeur. u Bevestigingsdwarsstrip Fig. 26 (31) via de contramoeren Fig. 25 (32) losschroeven. u Bevestigingsdwarsstrip Fig. 26 (31) met de montagehulpstukken Fig. 26 (30) aan de binnenkant van de kastdeur hangen. Fig. 26 u Bevestigingsdwarsstrip Fig. 26 (31) in het midden uitlijnen: korte middellijn op de meubeldeur uittekenen, pijlpunten van de dwarsstrip daarboven plaatsen. w Afstanden tot de buitenkant zijn links en rechts even groot. Bij spaanplaatdeuren: u Bevestigingsdwarsstrip Fig. 26 (31) met minstens 6 schroeven vastschroeven. Bij cassettedeuren: u Bevestigingsdwarsstrip Fig. 26 (31) met minstens 4 schroeven op de rand vastschroeven. u Trek demontagehulpstukken Fig. 26 (30) naar boven eruit en schuif ze gedraaid in de ernaast gelegen openingen. u Schroef Fig. 23 (19) debevestigingshoek Fig. 23 (24) op de meubelwand. u Plaats de hoek tegen de meubelwand en draai de schroeven Fig. 23 (25) vast. u Hoekklep inklappen. u Dekunststof hoek Fig. 24 (16) met een lange schroef Fig. 24 (19) door het midden van het lange gat voormonteren. u Klap de afdekking van de kunststof hoek Fig. 24 (16) dicht. u Deur van het apparaat sluiten. 5.2 Kastdeuren monteren Fig. 22 Fig. 23 Fig. 24 Fig. 27 u Hang de kastdeur op de stelbouten Fig. 27 (33) en schroef de contramoeren Fig. 27 (32) losjes op de stelbouten. u Sluit de deur. u Controleer de afstand van de deur t.o.v. de aangrenzende kastdeurtjes. u Kastdeur opzij uitlijnen: verschuif de deur in richting X. u Hoogte Y en zijdelingse neiging van de kastdeur uitlijnen: de stelbouten Fig. 27 (33) met een schroevendraaier verstellen. w De kastdeur ligt vlak en op één lijn met de aangrenzende meubelfronten. u Contramoeren Fig. 27 (32) vastdraaien. u Schroef debevestigingshoek Fig. 28 (26) met zeskantschroeven Fig. 28 (27) op de voorgeboorde gaten in de deur van het apparaat. Fig. 28 Let erop dat de beide metalen kanten vlak liggen, symbool //: u Bevestigingsgaten in de kastdeur voorboren (evtl. met een graveerstift voorsteken). u Deur van het apparaat met schroeven Fig. 28 (18) door de bevestigingshoek Fig. 28 (26) op de kastdeur vastschroeven. Fig. 25 6
Apparaat aansluiten Fig. 29 u Kastdeur in de diepte Z uitlijnen: bovenaan de schroeven Fig. 29 (34), onderaan de zeskantschroeven Fig. 29 (27) losdraaien, vervolgens de deur verschuiven. u Zorg voor een luchtspleet van 2 mm tussen de kastdeur en de behuizing. Laat noppen en dichtingsstrips niet aanslaan - belangrijk voor de werking! Bij grote of gedeelde kastdeuren: u een 2e stel bevestigingshoeken Fig. 28 (26) monteren.* u Daarvoor de voorgeboorde gaten bij de deurgreep gebruiken.* u Bovenste afdekking Fig. 31 (20) plaatsen en vast laten klikken. u Afdekking opzij Fig. 31 (21) plaatsen, tot aan de aanslag schuiven en dan vastdrukken tot deze hoorbaar vastklikt. u Afdekking Fig. 31 (28) opzij opschuiven, vervolgens met een schroevendraaier naar voren trekken zodat deze stevig vastklikt. u Afdekelementen Fig. 11 (4) plaatsen en vast laten klikken. Fig. 31 Bij apparaten zonder sluitdemper de eindaanslagvering instellen:* De eindaanslagvering van de deur kan indien nodig met de meegeleverde inbussleutel 5 worden ingesteld:* u sterke veerkracht: in wijzerzin draaien.* u minder sterke veerkracht (instelling bij levering): in tegenwijzerzin draaien.* Fig. 30 u Controleer of de deur goed zit en stel eventueel bij. u Draai alle schroeven vast. u Contramoeren Fig. 30 (32) met de ringssleutel Fig. 30 (23) vastdraaien, daarbij stelbouten Fig. 30 (33) met een schroevendraaier tegenhouden. u Opvulplaat Fig. 30 (11) indien nodig door verschuiven parallel met de onderkant van het meubel uitlijnen, zodat de plaat niet uitsteekt. u Zet het apparaat onderaan vast met een tweede schroef Fig. 30 (19) in het ronde gat van de kunststof hoek Fig. 30 (16). u Afdekkingen aanbrengen. * Controleer de volgende punten om na te gaan of het apparaat op de juiste manier is gemonteerd. Zoniet kunnen ijsvorming, condensvorming of storingen optreden: w De deur moet goed sluiten w De deur mag niet tegen de meubelbehuizing aanliggen. w De dichtingen van de bovenhoek aan de greepzijde moeten goed aansluiten. Ter controle het vertrek donker maken, een zaklamp boven in het apparaat leggen en de deur sluiten. Wanneer u licht naar buiten ziet schijnen, de montage opnieuw controleren. 6 Apparaat aansluiten LET OP Gevaar voor beschadiging door de elektronica! u Geen ondulator (transformeren van gelijkstroom naar wisselresp. draaistroom) of spaarstekker gebruiken. Brand- en oververhittingsgevaar! u Gebruik geen verlengsnoer of stopcontactdoos. Stroomsoort (wisselstroom) en spanning op de plaats van bestemming moeten met de informaties op het typeplaatje (zie hoofdstuk Overzicht apparaten en uitvoeringen) overeenstemmen. Sluit het apparaat alleen aan op een volgens de voorschriften geïnstalleerd stopcontact. Het stopcontact moet met 10 A of meer beveiligd zijn. u Elektrische aansluiting controleren. u Apparaat reinigen. Meer hierover vindt u in het hoofdstuk Reinigen. u Steek de stekker in. 7
Apparaat aansluiten 8