Briefrapport /2008 S. Wuijts J.F.M. Versteegh. Voorstel normen bronnen drinkwater

Vergelijkbare documenten
Bijlage 1 - PARAMETERS EN PARAMETERWAARDEN. Het betreft de te analyseren parameters en hun parameterwaarden.

Bijlage I Milieukwaliteiteisen en streefwaarden voor oppervlaktewater bestemd voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water...

A8-0288/219

Model-meetprogramma s voor eigenaren van collectieve watervoorzieningen. leidingnetten. Meetprogramma Waarom moet er een meetprogramma.


Gebruik van water op het bedrijf


Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

KPS_0120_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

MS_0100_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken. Quartair Aquifersysteem Maassysteem Maas.

CVS_0400_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

Tabel 1: Gemeten gehalten in grond met beoordeling conform de Wet Bodembescherming

SS_1300_GWL_4. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

CVS_0160_GWL_1. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. Karakteristieken

Richtlijnen wateronderzoek

BIJLAGE I BIJLAGE II CONTROLE DEEL A. Algemene doelstellingen en controleprogramma's voor het voor menselijke consumptie bestemde water

Op dit certificaat zijn onze algemene voorwaarden van toepassing. Dit analyse-certificaat mag niet anders dan in zijn geheel worden gereproduceerd.

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Richtlijnen wateronderzoek

Bijlage A. Minimum kwaliteitseisen.

Lijst met pakketten voor een laboratorium als vermeld in artikel 6, 5, e):

Tabellen met achtergrondwaarden en maximale waarden voor grond en baggerspecie uit bijlage B, hoofdstuk 4 van de Regeling bodemkwaliteit.

BIJLAGE 9: BBT-GERELATEERDE EMISSIENIVEAUS (BBT-GEN)

Interventiewaarden en maximale waarden gebruiksklassen landbodem en waterbodem

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

CONSERVERING EN RECIPIËNTEN

Tabel 1 van 4. Organische parameters - niet aromatisch S minerale olie (florisil clean-up) mg/kg ds 59 51

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

A N A L Y S E - C E R T I F I C A A T

6.1 Bodemonderzoek Haven Hedel

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Indien u gegevens wenst over de meetonzekerheden van een methode, kunnen wij u deze op verzoek verstrekken.

houdende regels ter uitvoering van de milieudoelstellingen van de kaderrichtlijn water (Besluit kwaliteitseisen en monitoring water 2009)

BIJLAGEN. bij het voorstel voor een. Richtlijn van het Europees Parlement en de Raad

Ponsterpunt: PS Onnen; rein 700 mm Periode: Datum:

Tabel 1 van 2 14,1 19,6

OMGEVINGSDIENST ZUIDOOST-BRABANT

Bijlage V bij het VLAREBO-besluit van 14 december Bijlage V. Waarden voor vrij gebruik van bodemmaterialen

RIVM briefrapport /2006

CODES VAN GOEDE PRAKTIJK N 4

BIJLAGE 1 - Onderzoekslocatie -

Versie ten behoeve van internetconsultatie

Toetsing aan de Wet Bodembescherming (Wbb) BEATRIXSTRAAT Metalen ICP-AES. Minerale olie. Sommaties. Sommaties

Tabel 1 van 2. AP04 : Organisch onderzoek - niet aromatisch A minerale olie mg/kg ds 53 36

1 Vul de gegevens van de aanvrager, leverancier, producent en importeur van de te toetsen stof in. Vul de gegevens van de aanvrager in.

Inventarisatie Teer site Carcoke

Beschikking van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord Brabant

RICHTLIJN 98/83/EG VAN DE RAAD van 3 november 1998 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water

Kwaliteitsanalyse putwater richtlijnen voor eigen waterwinners

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN CONCENTRATIE VAN VERONTREINIGENDE STOFFEN VOOR GEBRUIK ALS BODEM METALEN (1) CONCENTRATIE STANDAARDBODEM

DHV B.V. Woningstichting Barneveld/Apeldoornsestraat te Voorthuizen bijlage 1 MD-DE

Waterbodemonderzoek (1)

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING EN GEBRUIK ALS MESTSTOF OF BODEMVERBETEREND MIDDEL

Belgisch Staatsblad dd

RICHTLIJN (EU) 2015/1787 VAN DE COMMISSIE

ⱱ* ⱱ* NOTITIE. Norm Veld 3 Veld 4 Mengselnorm. Consumentennorm. Speelgoed. Bouwstoffenbesluit RÏVM

Deze bijlage is geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

SS_1300_GWL_3. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Sokkel+Krijt Aquifersysteem (depressietrechter)

AL-West B.V. ANALYSERAPPORT. SITA REMEDATION NV Dhr. P. Perseo WESTVAARTDIJK GRIMBERGEN BELGIQUE. Geachte heer, mevrouw,

CODES VAN GOEDE PRAKTIJK N 4

Controle van de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water HET BEKKENBEHEERPLAN

BLKS_0400_GWL_1m. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Oligoceen Aquifersysteem (freatisch)

Standaard stoffenpakket bij milieuhygiënisch (water)bodemonderzoek vastgesteld

Opdrachtverificatiecode : TXJO-VQIJ-YEPT-JGGA : 3 tabel(len) + 1 oliechromatogram(men) + 2 bijlage(n)

Tabel 1 - Waterkwaliteit voor een aantal parameters (indien geen eenheid vermeld is de eenheid in mg/l). aeroob grondwater

Protocol voor monitoring en toetsing drinkwaterbronnen KRW

VERTALING MINISTERIE VAN HET WAALSE GEWEST

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Tabel 1 van 2. Organische parameters - overig Q chemisch zuurstofverbruik (CZV) mg/l

VERSLAG VAN DE COMMISSIE

Geldig van: tot Vervangt bijlage d.d.:

Bijlage E Goede chemische toestand oppervlaktewateren

BIJLAGE VOORWAARDEN INZAKE SAMENSTELLING VOOR GEBRUIK IN OF ALS BOUWSTOF

Normen. Weergave in. veehouderij bronniveau

Kwaliteit leidingwater

Monsternummer: Rapportagedatum: Instroom buffer. Analyse- resultaat


Water nu en... KRW De Europese. Kaderrichtlijn water. Een grote kans voor. de verbetering van de. waterkwaliteit. en daarmee ook voor de

AL-West B.V. ANALYSERAPPORT. TEC NV Nele Claeys INDUSTRIEPARK ROSTEYNE ZELZATE BELGIQUE. Geachte heer, mevrouw,

Voorblad. 1 Naam en adres gegevens. Voorstel afval- of reststof bestemd voor covergistingsmateriaal opnemen in Bijlage Aa

Ons kenmerk : Uw Kenmerk: 2 juli 2014 Datum : 2 juli 2014 Contactpersoon : F.Lutz

L 328/32 Publicatieblad van de Europese Unie BIJLAGE A

Jaarrapportage monitoring kwaliteit injectiewater Twente. Waterinjectielocaties: TUB7, TUM1, TUM2, ROW2, ROW3, ROW5 en ROW6

MEDEDELING AAN DE LEDEN

Ik wijs u erop dat het analyse-certificaat alleen in zijn geheel mag worden gereproduceerd.

MONITEUR BELGE Ed. 2 BELGISCH STAATSBLAD

ALCONTROL B.V. IS GEACCREDITEERD VOLGENS DE DOOR DE RAAD VOOR ACCREDITATIE GESTELDE CRITERIA VOOR TESTLABORATORIA CONFORM ISO/IEC 17025:2005 ONDER NR

CVS_0600_GWL_2. Stroomgebiedbeheerplan - informatie per grondwaterlichaam. aquiferkenmerken. Ledo-Paniseliaan Aquifersysteem (gespannen)

Hoofdlijnenverslag van de internetconsultatie

Producten en Diensten. Versie:

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ADVIES VAN DE COMMISSIE

BIJLAGE STANDAARDFORMULIER VOOR HET AANVRAGEN VAN EEN GEBRUIKSCERTIFICAAT VOOR HET GEBRUIK VAN EEN AFVALSTOF ALS SECUNDAIRE GRONDSTOF

Grondwaterzuivering. Prof. ir. Hans van Dijk

Van den Herik Sliedrecht T.a.v. de heer A. Koppelaar Postbus AD Sliedrecht. Bergen op Zoom, 31 januari Geachte heer Koppelaar,

A 2006 N 72 PUBLICATIEBLAD IN NAAM DER KONINGIN! DE GOUVERNEUR van de Nederlandse Antillen, Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen.

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Transcriptie:

Briefrapport 609715001/2008 S. Wuijts J.F.M. Versteegh Voorstel normen bronnen drinkwater

RIVM Briefrapport 609715001/2008 Voorstel normen bronnen drinkwater S. Wuijts, RIVM J.F.M. Versteegh, RIVM Contact: Susanne Wuijts IMG susanne.wuijts@rivm.nl Dit onderzoek werd verricht in opdracht van VROM K&K, in het kader van het project Advisering Drinkwatervoorziening ten behoeve van de Drinkwaterwet RIVM, Postbus 1, 3720 BA Bilthoven, Tel 030-274 91 11 www.rivm.nl

RIVM 2008 Delen uit deze publicatie mogen worden overgenomen op voorwaarde van bronvermelding: 'Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM), de titel van de publicatie en het jaar van uitgave'. 2 RIVM Rapport 609715001

Rapport in het kort Voorstel normen bronnen drinkwater Voor de invoering van de Europese Kaderrichtlijn Water werkt het ministerie VROM aan een Algemene Maatregel van Bestuur (AMvB) Doelstellingen. In deze AMvB worden de kwaliteitsdoelstellingen voor grond- en oppervlaktewater vastgelegd. VROM heeft RIVM gevraagd een voorstel te maken voor de normen voor water dat bestemd is voor de productie van drinkwater. In het voorstel worden geen nieuwe stoffen voorgesteld en ook geen nieuwe, lagere of hogere, grenswaarden. Belangrijke verschillen ten opzichte van de bestaande relevante normensets zijn: De normen in het Waterleidingbesluit en de AMvB zijn op elkaar afgestemd; Voor grondwater dat voor drinkwaterbereiding wordt gebruikt zijn normen afgeleid; deze zijn er nu nog niet; De beoordeling van de waterkwaliteit voor drinkwaterbereiding vindt plaats op het onttrekkingspunt. Dit is een belangrijke versoepeling ten opzichte van de huidige normtoetsing voor oppervlaktewater, waarbij een heel gebied wordt meegewogen. Trefwoorden: Drinkwater, normstelling, AMvB Doelstellingen, Kaderrichtlijn Water, Waterleidingbesluit, oppervlaktewater, grondwater RIVM Rapport 609715001 3

Inhoud 1 Inleiding 5 2 Basis voor normstelling bronnen drinkwater 7 2.1 EG-regelgeving 7 2.2 Implementatie in nationale wetgeving 7 3 Voorstel stoffen en normen bronnen drinkwater 9 4 Aanscherping of versoepeling? 10 Referenties 11 Bijlage 1 Richt- en streefwaarden grondwater voor drinkwater 12 Bijlage 2 Richt- en streefwaarden oppervlaktewater voor drinkwater 15 4 RIVM Rapport 609715001

1 Inleiding De Europese Kaderrichtlijn Water heeft tot doel een duurzame veiligstelling van watersystemen voor mens en ecosysteem te waarborgen. Hiertoe zijn milieudoelstellingen (Artikel 4) en drinkwaterdoelstellingen (Artikel 7) geformuleerd. Drinkwaterdoelstellingen zijn direct gekoppeld aan de Europese Drinkwaterrichtlijn (98/83/EG). Deze Drinkwaterrichtlijn bevat normen voor drinkwater. De Kaderrichtlijn Water voegt daar nog ambities aan toe ten aanzien van de zuiveringsinspanning (geen achteruitgang van de kwaliteit en verbetering op termijn (Artikel 7.2 en 7.3). Dit betekent dat de drinkwaternormstelling voor de KRW in feite moet worden vertaald naar kwaliteitsdoelstellingen voor grond- en oppervlaktewater dat wordt ingezet voor drinkwaterproductie. Voor grondwater bestaan hiervoor nog geen normen. Voor oppervlaktewater waren kwaliteitseisen opgenomen in richtlijn 75/440/EEG. Deze richtlijn is inmiddels overgegaan in de Kaderrichtlijn Water. De Europese Grondwaterrichtlijn vormt een nadere uitwerking van de Kaderrichtlijn Water voor grondwater en is een zelfstandige richtlijn. In de Grondwaterrichtlijn wordt gesproken over grondwaterkwaliteitsnormen en drempelwaarden voor de beoordeling van de kwaliteit van het grondwater. De grondwaterkwaliteitsnormen zijn al opgenomen in de richtlijn zelf. De drempelwaarden dienen door de lidstaten te worden afgeleid, zowel stofkeuze als de hoogte ervan. Kwaliteitsnormen zijn geformuleerd voor nitraat en bestrijdingsmiddelen (gewasbeschermingsmiddelen en biociden inclusief relevante omzettings-, afbraak- en reactieproducten, Bijlage I). Voor deze stoffen mogen lidstaten ook lagere waarden laten gelden als daar aanleiding toe is; die waarden heten dan drempelwaarden (Verweij et al., 2008). Milieudoelstellingen, drempelwaarden en grondwaterkwaliteitsnormen gelden in het gehele waterlichaam, drinkwaterdoelstellingen op het onttrekkingspunt of een representatief verzamelpunt. 1 Bij overschrijding van de drinkwaternormen (98/83/EG) op het onttrekkingspunt, zal op basis van een risico-analyse moeten worden vastgesteld in hoeverre deze overschrijding ook betekent dat het waterlichaam niet in de goede toestand is. Hiervoor kunnen de richtwaarden zoals opgenomen in Bijlage 1 en 2 worden gebruikt. De wijze van aanpak van deze risico-analyse voor grondwaterlichamen is onlangs uitgewerkt in een protocol (Zijp et al., 2008). Vraagstelling VROM Ten behoeve van de implementatie van de Kaderrichtlijn Water wordt door VROM een AMvB milieukwaliteit en monitoring (onder de Wet milieubeheer) water voorbereid. Aan RIVM is gevraagd een voorstel te doen voor stoffen en normen waar de kwaliteit van grondwater en oppervlaktewater dat wordt gebruikt voor drinkwaterproductie aan moet voldoen. In dit briefrapport is dit voorstel uitgewerkt. Het voorstel is tot stand gekomen op basis van verschillende gesprekken met medewerkers van VROM. 1 De Guidance on Drinking Water Protection Areas (2007) stelt dat enige vorm van menging voor de beoordeling is toegestaan, mits het niet gaat om het maskeren van kwaliteitsproblemen. RIVM Rapport 609715001 5

Uitgangspunten De volgende uitgangspunten zijn in het voorstel aangehouden: Eenduidigheid in stoffen en normen in het Drinkwaterbesluit (in voorbereiding) en de AMvB voor de kwaliteit van de bronnen voor drinkwater. Het is niet mogelijk voor alle individuele probleemstoffen normen af te leiden, er zullen altijd weer nieuwe of onbekende stoffen in het milieu opduiken, waar in de normstelling nog geen rekening mee is gehouden. Opzet normstelling Waterleidingbesluit en BKMW/BKMO (Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Metingen Wateren) als basis nemen. Aansluiten bij de definities van richtwaarden en streefwaarden conform de Wet milieubeheer. 6 RIVM Rapport 609715001

2 Basis voor normstelling bronnen drinkwater 2.1 EG-regelgeving De richtlijn 75/440/EEG ziet op de kwaliteit van oppervlaktewateren bestemd voor drinkwaterproductie. De richtlijn bevat kwaliteitseisen in verschillende categorieën, behorend bij verschillende zuiveringsprocessen. Wateren met een drinkwaterfunctie moeten worden getoetst aan deze categorie-indeling. Volgens deze indeling nemen de toegestane grenswaarden toe met de complexiteit van de navolgende zuiveringssystemen. Met name voor A3-wateren stelt de richtlijn dat lidstaten een verbeterprogramma moeten opstellen met als doel een structurele kwaliteitsverbetering te bewerkstelligen. Het zuiveringsprocédé in Nederland is gebaseerd op de eisen voor A3-wateren; getoetst is dus ook aan de eisen voor A3-wateren. Alle Nederlandse wateren bestemd voor drinkwaterbereiding voldoen aan categorie A3, in de meeste gevallen voldoen zij ook aan categorie A2. De zuiveringsopzet die hoort bij categorie A2 is in het algemeen niet voldoende om altijd microbiologisch betrouwbaar drinkwater te kunnen bereiden zonder dosering van chloor. De nationale implementatie van 75/440/EEG heeft plaatsgevonden in de Wet op de waterhuishouding (functieaanduiding drinkwater) en de Wet milieubeheer (BKMW, Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Metingen (Oppervlakte)Wateren). Richtlijn 75/440/EEG is eind 2007 overgegaan in de Kaderrichtlijn Water (KRW) (2000/60/EG). Richtlijn 98/83/EG ziet op de kwaliteit van drinkwater aan de tap. De KRW maakt in Artikel 7 een koppeling met 98/83/EG: Met het onttrokken water moet drinkwater kunnen worden gemaakt (conform 98/83/EG). De drinkwatergerelateerde doelstellingen in de KRW zijn direct gerelateerd aan bestaande richtlijnen. Er worden geen strengere normen geïntroduceerd. De kwaliteit van het onttrokken water mag niet achteruit gaan en moet op termijn verbeteren (KRW artikel 7 lid 2 en 3). Het punt van beoordeling van de drinkwaterdoelstellingen, is het onttrekkingspunt. Om dit doel te bereiken moeten maatregelen worden uitgevoerd. Als één van de mogelijke maatregelen wordt het instellen van beschermingszones genoemd. In deze beschermingszones kan gebiedsgericht beleid worden gevoerd. Dit is niet verplicht op grond van de KRW. Wèl verplicht is het bereiken van de doelstellingen. 2.2 Implementatie in nationale wetgeving Besluit Kwaliteitsmetingen en Doelstellingen (Oppervlakte)Wateren (BKMW/BKMO) Richtlijn 75/440/EEG is in Nederland geïmplementeerd in het BKMW/BKMO. Wettelijke basis hiervoor vormt de Wet milieubeheer. In bijlage I van het BKMW zijn alleen de imperatieve waarden uit 75/440/EEG opgenomen. Het besluit bevat geen richtwaarden zoals bedoeld in 75/440/EEG. RIVM Rapport 609715001 7

De normenset in het BKMW is aangepast voor de Nederlandse situatie op de volgende onderdelen: Sommige stoffen zijn niet relevant voor Nederlandse oppervlaktewateren; Er zijn inmiddels meer mogelijkheden voor wat betreft analysetechnieken (zie ook Tabel B2.2 in Bijlage 2); Het streven in het waterkwaliteitbeheer was om de Nederlandse oppervlaktewateren in een hogere categorie (A2) in te kunnen delen (op grond van Artikel 4, 75/440/EEG, verbeterplan) (Van Rijswick et al. 2003). De normenset voorziet daar waar mogelijk ook in. Verplichtingen van de Nitraatrichtlijn en de Bestrijdingsmiddelenrichtlijn zijn in de normenset verwerkt. Waterleidingbesluit Het Waterleidingbesluit vormt de Nederlandse implementatie van de normen voor drinkwater uit 98/83/EG met een klein aantal toevoegingen. Naast harde normen voor drinkwater bevat het Waterleidingbesluit ook een tabel met signaleringsparameters voor de bronnen van drinkwater. In de tabel zijn stofgroepen opgenomen. Achtergrondgedachte bij het opnemen van een dergelijke tabel is dat de aanwezigheid van bepaalde (groepen) stoffen in drinkwater ongewenst is (voorzorgsprincipe), maar dat normstelling (en de naleving en controle daar op) voor alle individuele stoffen een onhaalbare zaak is. Daarnaast is Richtlijn 75/440/EEG ook in het Waterleidingbesluit geïmplementeerd. De categorieën uit de Richtlijn zijn integraal opgenomen in Bijlage D. Signaleringswaarden (Tabel IIIc Wlb) Oppervlaktewaterbedrijven monitoren de kwaliteit van het ingenomen water op de aanwezigheid van een groot aantal stoffen met behulp van screeningstechnieken. Het aantreffen van een piek boven de signaleringswaarde brengt een keten van activiteiten in beweging: nader onderzoek (om welke stof gaat het) staken inname toxicologische beoordeling maatregelen ter reductie (aanspreken lozer, evt. aanpassen zuivering (op termijn)). De tabel met signaleringswaarden bevat een vijftal stofgroepen: Aromatische aminen (Chloor)fenolen Gehalogeneerde monocyclische koolwaterstoffen Gehalogeneerde alifatische koolwaterstoffen Monocyclische koolwaterstoffen/aromaten Eén van de probleemstoffen van dit moment: BAM, behoort tot de stofgroepen in de signaleringstabel, MTBE/ETBE daarentegen niet. De status van deze normen is signalerend, activerend en in tweede instantie beoordelend. Het komt regelmatig voor dat nieuwe stoffen in het water worden aangetroffen, waarvoor (nog) geen normen beschikbaar zijn. De signaleringswaarden in het Waterleidingbesluit vormen een aanknopingspunt voor de aanpak van nieuwe/ onbekende stoffen. De signaleringswaarden in het Waterleidingbesluit gelden zowel voor grond- als oppervlaktewater, maar worden door de oppervlaktewaterbedrijven actief gebruikt voor operationele monitoring en innamebewaking. 8 RIVM Rapport 609715001

3 Voorstel stoffen en normen bronnen drinkwater In Bijlage 1 is het voorstel opgenomen voor stoffen en normen voor grondwater dat bestemd is voor drinkwaterbereiding. Basis hiervoor vormen Tabel II en Tabel III van het Waterleidingbesluit (Chemische Parameters en Signaleringsparameters). De normen uit Tabel II zijn gecorrigeerd voor de verwijderingscapaciteit van een eenvoudige zuivering. Om een tweetal redenen wordt voorgesteld om ook de signaleringsparameters (Tabel B1.2) uit het Waterleidingbesluit in de AMvB op te nemen: Stroomlijnen van stoffen en normen in de verschillende relevante wetgeving; Voor niet alle stoffen kunnen/moeten normen worden afgeleid, terwijl de aanwezigheid van bepaalde stofgroepen in drinkwater ongewenst is. Dit kan een aantal redenen hebben: o De stoffen kunnen in de zuivering niet of moeilijk verwijderd worden. o De stoffen zijn vanuit toxicologisch, organoleptisch of consumenten oogpunt ongewenst. De signaleringswaarden vormen een aanknopingspunt voor monitoring en aanpak van deze stoffen. In de terminologie van de Wet milieubeheer worden signaleringswaarden streefwaarden genoemd. In Bijlage 2 is het voorstel opgenomen voor stoffen en normen voor oppervlaktewater dat bestemd is voor drinkwaterbereiding. Basis hiervoor vormen Bijlage D en Tabel III van het Waterleidingbesluit (implementatie 75/440/EEG en Signaleringsparameters) en het BKMW. Ten aanzien van de signaleringswaarden geldt hetzelfde als hierover is opgemerkt bij grondwater. De stoffenlijst uit het BKMW/Waterleidingbesluit is enigszins ingekort op basis van de volgende overwegingen: Stoffen worden deels overgenomen door tabel met signaleringswaarden. Een aantal somparameters wordt inmiddels individueel gemeten (zoals bijvoorbeeld vluchtige organische componenten (VOC)). RIVM Rapport 609715001 9

4 Aanscherping of versoepeling? Nederland heeft voor de implementatie van de Kaderrichtlijn Water gekozen voor een pragmatische aanpak: één op één implementatie van de richtlijn zonder aanvullende nationale beleidsmaatregelen. Uitgangspunt is daarbij wel dat aan de doelstellingen van de Kaderrichtlijn Water moet worden voldaan. De Kaderrichtlijn Water stelt dat het huidige beschermingsniveau minimaal moet worden gehandhaafd (overweging 51 en Artikel 4 lid 9). Om deze redenen worden in dit briefrapport geen nieuwe stoffen voorgesteld en ook geen nieuwe, lagere of hogere, grenswaarden. Belangrijke verschillen ten opzichte van de bestaande relevante normensets zijn: De normen in het Waterleidingbesluit en de AMvB zijn op elkaar afgestemd. Dit betekent dat waterbeheerder en waterleidingbedrijven uitgaan van dezelfde normen; Voor grondwater dat voor drinkwaterbereiding wordt gebruikt zijn normen afgeleid; deze zijn er nu nog niet. Wanneer er op dit moment stoffen in het grondwater voorkomen die een probleem vormen voor de drinkwaterbereiding, worden, op basis van een kwalitatieve evaluatie van het systeem (grondwater- en zuiveringssyteem) en de drinkwaternormen, eventuele maatregelen getroffen door het bevoegd gezag. De signalering van deze probleemstoffen is meestal afkomstig van het waterleidingbedrijf. Door de introductie van normen voor grondwater wordt de discussie over maatregelen meer kwantitatief en expliciet; De beoordeling van de waterkwaliteit voor drinkwaterbereiding vindt plaats op het onttrekkingspunt. Dit is een belangrijke versoepeling ten opzichte van de huidige beoordelingsmethodiek van oppervlaktewater waarbij het gehele water met een drinkwaterfunctie wordt meegewogen. 10 RIVM Rapport 609715001

Referenties EU (2007). Towards a guidance on Groundwater Chemical Status and Thershold Values. Version 3.0, November 7th, 2007. Drafting Group WGC-2 Status Compliance and Trends. www.circa.europa.eu (13-03-2008). Rijswick, H.F.M.W. van, Freriks, A.A., Backes, C.W. en R.J.G.M. Widdershoven, 2003. EG-recht en de praktijk van het waterbeheer. STOWA, Utrecht. Boekenreeksnummer 18. Verweij, et al., 2008 (in press). Advies over drempelwaarden. RIVM, Bilthoven. RIVM-rapport 607300005/2008. Wuijts, S. en H.F.M.W van Rijswick, 2007. Drinkwateraspecten en de Kaderrichtlijn Water, bescherming van drinkwater uit oppervlaktewater. RIVM-rapport 734301028/2007. www.rivm.nl (maart 2008). WHO, 2004. Guidelines for Drinking-water Quality. World Health Organization, Geneva. www.who.int ISBN 92 4 154638 7. Zijp et al., 2008. Protocol voor de beoordeling van de chemische toestand van grondwaterlichamen. Een theoretisch concept. RIVM, Bilthoven. RIVM-Briefrapport 607300008/2008. www.rivm.nl (mei 2008). Zwolsman et al., 2004. Bescherming drinkwaterfunctie, Bescherming van oppervlaktewater voor de drinkwatervoorziening onder de Europese Kaderrichtlijn Water. Kiwa Water Research, Nieuwegein, rapportnummer KWR 04.075. RIVM Rapport 609715001 11

Bijlage 1 Richt- en streefwaarden grondwater voor drinkwater Tabel B1.1 Richtwaarden grondwater voor drinkwater (Tabel II Waterleidingbesluit). Parameter Eenheid Kwaliteitseis Drinkwater (Tabel II Wlb) Verwijdering (%) Noot 9 Streefwaarde Grondwater voor Drinkwater Noot 10 Opmerkingen Acrylamide µg/l 0,10 0% 0,10 Noot 1 Antimoon µg/l 5,0 50% 10 Arseen µg/l 10 20% 12 Benzeen µg/l 1,0 15% 1,2 Benzo(a)pyreen µg/l 0,010 70% 0,03 Boor mg/l 0,5 0% 0,5 Bromaat µg/l 1,0 0% 1,0 Bij desinfectie geldt max. waarde van 5,0 µg/l (90%-waarde, met max. van 10 µg/l) Cadmium µg/l 5,0 50% 10 Chroom µg/l 50 15% 60 Noot 2 Cyaniden (totaal) µg/l 50 0% 50 Noot 3 1,2-Dichloorethaan µg/l 3,0 44% 5,4 Epichloorhydrine µg/l 0,10 0% 0,10 Noot 1 Fluoride mg/l 1,1 0% 1,1 Koper mg/l 2,0 n.v.t. 2,0 Noot 2 en 12 Kwik µg/l 1,0 <44% 1,7 Lood µg/l 10 n.v.t. 10 Noot 2 en 12 Nikkel µg/l 20 n.v.t. 20 Noot 2 en 12 Nitraat mg/l 50 n.v.t. 50 Noot 13 Nitriet mg/l 0,1 0% 0,1 Noot 4 Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's) (som) Polychloorbifenylen (PCB's) (individueel) µg/l 0,10 70% 0,3 Som gespec. verbindingen met concentratie hoger dan detectiegrens. Noot 5 µg/l 0,10-0,10 Per stof. Noot 11 PCB's (som) µg/l 0,50 - Som van gespec. verbindingen met concentratie > 0,05 µg/l. Noot 6 Pesticiden (individueel) µg/l 0,10 0% 0,10 Per stof. Noot 7. Voor aldrin, dieldrin, heptachloor en heptachloorepoxide geldt een max. waarde van 0,030 µg/l. 12 RIVM Rapport 609715001

Pesticiden (som) µg/l 0,50 0% 0,50 Som van afzonderlijke pesticiden met concentratie hoger dan de detectiegrens. Seleen µg/l 10 40% 17 Tetra- en trichlooretheen (som) Trihalomethanen (som) µg/l 10 40% 17 µg/l 25 25% 33 Noot 8 Vinylchloride µg/l 0,50 65% 1,4 Noot 1 Noten: 1. Deze parameterwaarde heeft betrekking op de residuele monomeerconcentratie in het water, berekend aan de hand van specificaties inzake de maximum migratie van de overeenkomstige polymeer in contact met water. 2. Deze waarde geldt voor een monster van voor menselijke consumptie bestemd water dat via een passende steekproefmethode aan de kraan verkregen is, en dat representatief mag worden geacht voor de gemiddelde waarde die de verbruiker wekelijks binnen krijgt. Deze methode is beschreven in de VROM-Inspectierichtlijn 5074 Harmonisatie Meetprogramma Drinkwaterkwaliteit. 3. Met behulp van de methode moet het totaal aan cyanide in elke vorm worden bepaald. 4. Ten aanzien van de concentraties nitraat en nitriet dient tevens te worden voldaan aan de voorwaarde dat [nitraat]/50 +[nitriet]/3 <1, waarbij de rechte haken de concentratie in mg/l uitdrukken, voor nitraat in NO3, en voor nitriet in NO2. 5. De gespecificeerde verbindingen zijn: pyreen, benzo(a)antraceen, benzo(ghi)peryleen, fenantreen, indeno(1,2,3- cd)pyreen, anthraceen, benzo(b)fluorantheen, benzo(k)fluorantheen, chryseen en fluorantheen. 6. De gespecificeerde verbindingen zijn: PCB nr. 28, 52, 101, 118, 138, 153 en 180. 7. Onder pesticiden wordt verstaan: organische insecticiden, organische herbiciden, organische fungiciden, organische nematociden, organische acariciden, organische algiciden, organische rodenticiden, organische slimiciden en soortgelijke producten (onder meer groeiregulatoren), en hun metabolieten en afbraak- of reactieproducten die humaan toxicologisch relevant zijn. Voorstel is om voor niet- humaan toxicologisch relevante metabolieten een normwaarde van 1,0 µg/l te hanteren. 8. De gespecificeerde verbindingen zijn: chloroform, bromoform, dibroomchloormethaan en broomdichloormethaan. De concentratie broomdichloormethaan mag niet hoger zijn dan 15 µg/l. 9. Bij het bepalen van het verwijderingsrendement is uitgegaan van een eenvoudige klassieke grondwaterzuivering, bestaande uit beluchting en snelfiltratie. In het rapport Bescherming drinkwaterfunctie (Zwolsman et al., 2004) is op basis van informatie de jaarlijkse kwaliteitsgegevens (REWAB) het zuiveringsrendement voor eenvoudige zuivering van grondwater vastgesteld. In deze notitie is daarvan gebruik gemaakt. Verwijderingsrendementen zijn veelal aangegeven met een bandbreedte. Voor het afleiden van de richtwaarde is uitgegaan van het laagst genoemde rendement. Voor de stoffen waarvoor geen verwijderingsrendement is beschreven, is gebruik gemaakt van de WHO-Guidelines (2004). 10. Richtwaarden zijn afgerond. 11. Informatie over verwijderingsrendementen is niet gevonden. PCB s hechten sterk aan slib en grond. Verwacht wordt dat deze deeltjes bij filtratie goed worden verwijderd. Uit analyse van REWAB informatie (2006) bleek dat PCB s in grondwater en drinkwater niet in gehalten boven de detectiegrens zijn aangetoond. Hieruit kunnen dus ook geen rendementen worden afgeleid. Interventiewaarde voor grondwater is bovendien al een factor 10 lager (0,01 µg/l). 12. Een aantal stoffen zoals sulfaat, chloride, koper, nikkel en lood kunnen door zuivering en het contact met leidingmaterialen in concentratie toenemen. Het zuiveringsrendement is daarom niet meegenomen. 13. Nitraatrichtlijn is hier maatgevend. RIVM Rapport 609715001 13

Tabel B1.2 Parameter Streefwaarden grondwater voor drinkwater (Tabel III Waterleidingbesluit). Streefwaarde grondwater Signaleringswaarde (Tabel III Wlb) Eenheid AOX - - µmol X/l Opmerkingen Aromatische aminen 1 1 µg/l Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l. Noot 2 (Chloor)fenolen 1 1 µg/l Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l. Noot 2 Gehalogeneerde 1 1 µg/l monocyclische koolwaterstoffen (Gehalogeneerde) 1 1 µg/l alifatische koolwaterstoffen Monocyclische 1 1 µg/l koolwaterstoffen / aromaten Overige onbekende 1 1 µg/l antropogene stoffen Noten: 1. Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen. Wanneer de aangegeven waarde (1 µg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid, maar zal er nader onderzoek plaats vinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld om de kwaliteit van de bron te bewaken. 2. Metabolieten van pestciden, welke in humaan toxicologisch opzicht relevant zijn, vallen onder Tabel II van het Waterleidingbesluit. Voor de overige metabolieten geldt een norm van 1,0 µg/l (zie Tabel I noot 7). 14 RIVM Rapport 609715001

Bijlage 2 Richt- en streefwaarden oppervlaktewater voor drinkwater Tabel B2.1 Richtwaarden oppervlaktewater (Tabel D Waterleidingbesluit en BKMW). Parameter Eenheid Richtwaarde 2 Opmerkingen Zuurgraad ph-eenheden 6,5-9,0 Kleurintensiteit mg/l 50 Noot 1 Gesuspendeerde stoffen mg/l 50 Noot 2 Temperatuur C 25 Noot 1 Geleidingsvermogen voor elektriciteit ms/m bij 20 C 100 Geurverdunningsfactor bij 20 C - 16 Chloride mg/l Cl 200 Sulfaat mg/l SO 4 100 Noot 1 Fluoride mg/l F 1,0 Ammonium mg/l N 1,2 Noot 1 Nitraat mg/l NO 3 50 Fosfaat mg/l P 0,2 Noot 3 Zuurstof opgelost mg/l O 2 5 Noot 4 Natrium mg/l Na 120 IJzer opgelost mg/l Fe 0,5 Noot 4 Mangaan µg/l Mn 500 Noot 4 Koper µg/l Cu 50 Noot 6 Zink µg/l Zn 200 Boor µg/l B 1000 Arseen µg/l As 20 Cadmium µg/l Cd 1,5 Chroom µg/l Cr 50 2 Voorgesteld wordt om kwaliteitsklassen te laten vervallen om een tweetal redenen: harmonisatie met normstelling BKMO en wordt verder niet op getoetst. RIVM Rapport 609715001 15

Lood µg/l Pb 30 Seleen µg/l Se 10 Kwik µg/l Hg 0,3 Barium µg/l Ba 200 Cyanide µg/l CN 50 Polycyclische aromatische koolwaterstoffen µg/l 0,2 Pesticiden totaal µg/l 0,5 Pesticiden per afzonderlijke stof µg/l 0,1 Bacteriën van de coligroep (totaal) mediaan per 100 ml 2000 Noot 5 Thermotolerante bacteriën van de coligroep mediaan per 100 ml 2000 Noot 5 Faecale streptococcen mediaan per 100 ml 1000 Noot 5 Algenbiomassa µg/l chlorofyl-α 100 Noten: 1. Overschrijding van deze waarde is toegestaan als deze het gevolg is van uitzonderlijke weersomstandigheden (art. 17d, onder b). Bovendien kan ontheffing bij overschrijding van deze waarde worden verleend indien de overschrijding het gevolg is van uitzonderlijke geografische omstandigheden (art. 17e, tweede lid, onder b). 2. De aangegeven waarde betreft het rekenkundig gemiddelde van de waarnemingen over een kalenderjaar. 3. De aangegeven waarde betreft het rekenkundig gemiddelde van de waarnemingen over het kalenderjaar en is niet van toepassing op oppervlaktewater dat rechtstreeks verwerkt wordt tot drinkwater. 4. Ontheffing bij overschrijding van de voor deze parameter genoemde waarden kan worden verleend indien het oppervlaktewater afkomstig is uit meren met een diepte van ten hoogste 20 m, waarin vervanging van het water meer dan een jaar in beslag neemt en waarin geen afvalwater wordt geloosd (art. 17e, tweede lid, onder b). 5. Van de waarnemingen, verricht gedurende de laatste 12 maanden. 6. Een aantal stoffen zoals sulfaat, chloride, koper, nikkel en lood kunnen door zuivering en het contact met leidingmaterialen in concentratie toenemen. Een correctie voor het zuiveringsrendement kan dus ook andersom werken. Vervallen stoffen uit bijlage D Waterleidingbesluit Van een aantal stoffen wordt voorgesteld om deze te laten vervallen (Tabel B2.II). Deze zijn samengevat in onderstaande tabel. Redenen voor het laten vervallen zijn: Stoffen worden deels overgenomen door tabel met signaleringswaarden. Een aantal somparameters wordt inmiddels individueel gemeten (zoals bijvoorbeeld VOC). 16 RIVM Rapport 609715001

Tabel B2.2 Vervallen stoffen bijlage D. Parameter Eenheid Norm Organisch gebonden stikstof mg/l N Chemisch zuurstofverbruik mg/l O 2 Biochemisch zuurstofverbruik mg/l O 2 Oppervlakte-actieve stoffen die reageren met methyleenblauw Met waterdamp vluchtige fenolen Minerale olie Choline-esterase remmers µg/l µg/l C 6 H 5 OH µg/l µg/l Tabel B2. 3 Parameter Streefwaarden oppervlaktewater voor drinkwater (Tabel III Waterleidingbesluit). Streefwaarde oppervlaktewater Signaleringswaarde (Tabel III Wlb) Eenheid AOX - - µmol X/l Opmerkingen Aromatische aminen 1 1 µg/l Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l. Noot 2 (Chloor)fenolen 1 1 µg/l Indien metaboliet van pesticiden dan 0,1 µg/l. Noot 2 Gehalogeneerde 1 1 µg/l monocyclische koolwaterstoffen (Gehalogeneerde) 1 1 µg/l alifatische koolwaterstoffen Monocyclische 1 1 µg/l koolwaterstoffen / aromaten Overige onbekende 1 1 µg/l antropogene stoffen Noten: 1. Deze kwaliteitseisen zijn bedoeld voor het signaleren van mogelijke verontreinigingen. Wanneer de aangegeven waarde (1 µg/l) wordt gemeten is er geen risico voor de volksgezondheid, maar zal er nader onderzoek plaats vinden. Deze parameters (als groep) zijn bedoeld om de kwaliteit van de bron te bewaken. 2. Metabolieten van pesticiden, welke in humaan toxicologisch opzicht relevant zijn, vallen onder Tabel II van het Waterleidingbesluit. Voor de overige metabolieten geldt een norm van 1,0 µg/l (zie Tabel I noot 7). RIVM Rapport 609715001 17

RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Postbus 1 3720 BA Bilthoven www.rivm.nl