Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman

Vergelijkbare documenten
Doel van het onderzoek

Invloed plantversterkers op opbrengst en gezondheid gewas in de teelt van pootaardappelen

Raseigenschappen biologische aardappelen. Vermeerdering Biologisch Uitgangsmateriaal (VBU) KW0826 Door: Douwe Werkman

Invloed bemestingsstrategie en ras op het zetmeelgehalte van wintertarwe EH0713 en EH0714

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Biologische bestrijding van Rhizoctonia solani in pootaardappels

Het gebruik van ammoniumpolyfosfaat (Hydro Terra) en zwavel in pootaardappelen

Beheersing Rhizoctonia in zetmeelaardappelen

Inhoudsopgave: AGRITON

sumptieaardappelen KW 406, KW 407 Door: ing H.W.G.Floot

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0313 Door: ing. H.W.G. Floot

AGRITON Inhoudsopgave:

Rijenbehandeling in aardappel met Amistar

Interactie Moddus en Actirob

Onderzoek naar de gevoeligheid van aardappelrassen voor kringerigheid, op percelen met Trichodorus primitivus besmet met tabaksratelvirus.

AGRITON INHOUDSOPGAVE:

Toepassing van Agro-Vital en Agriton bemestingsproducten in de teelt van zaaiuien.

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Onderzoek naar blad- en aarziektenbestrijding in wintertarwe 2010

Invloed Magnesium-(bij)bemesting bij de teelt van pootaardappelen KW 0409 Door: ing. H.W.G. Floot

INHOUDSOPGAVE AGRO-VITAL

Rijenbemesting in relatie tot schilkwaliteit tafelaardappelen, 2010

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek winterkoolzaad 2011

DOPERWT vergelijking efficiëntie fungiciden tegen valse meeldauw

Druppelirrigatie met brak water in pootaardappelen. KW 0106 Door: ing. H.W.G. Floot, ing. J.Alblas

Biologische bestrijding van Pratylenchus penetrans PT project 11943

Enkele bodemgebonden schimmelziekten op aardappelen. 13 maart 2014, Jan Lamers

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Verhogen bedrijfshygiëne door middel van ozon

Teeltsystemen voor concurrerende teelt van wintertarwe EH 0412 Door: Henk Floot (SPNA) en Ruud Timmer (PPO)

ELKE AARDAPPEL VERDIENT DE BESTE BESCHERMING.

Gebruik Bokashi in de akkerbouw. 26 maart 2015, Gerard Meuffels

Geeft bodemziekten geen ruimte!

--..--Jbl2Jl BIJLAGE 1: ProefProtocol 8. BIJLAGE 11: Resultaten per herhaling 10. BIJLAGE 111: Weersgegevens gedurende de proef 13

Bestrijding van blad- en aarziekten in wintertarwe. EH 859 Door: ing.h.w.g.floot

Onderzoek biologische onkruidbestrijding in. suikerbieten R02

22a Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0623 Door: ing.h.w.g. Floot

Bestrijding van slakken in wintertarwe, 2004

Bestrijding bewaarziekten in pootaardappelen met knoflook. eindrapportage van driejarig onderzoek

Proefopzet In tabel 1 zijn enkele gegevens over het proefveld weergegeven.

Grondbewerkingssystemen voor de teelt van wintertarwe EH 0523 Door: ing.h.w.g. Floot

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA ziektebestrijding in wintertarwe 2011

Groeiregulatie in Engels raaigras

Inhoudsopgave: AGRITON

Onderzoek naar bruikbare herbiciden in knolbegonia

Gemengde rijentoepassing GBM en meststoffen

Bemesting in pootaardappelen

Bemesting in maïs. Oktober 2011

Een uniek duo. Informationen unter: Hotline:

Toetsing van effecten van toediening van biochar op opbrengst en bodemkwaliteit in meerjarige veldproeven

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van N-bemesting op de (energie)opbrengst van wintertarwe

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Het effect van voorkiemen op Erwinia, Fusarium en Phoma

Invloed van het oogsttijdstip op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien. rapport / publicatie. nr

Het effect van het calciumgehalte van pootgoed op de groei en opbrengst van zetmeelaardappelen

Invloed van de stikstofgift op kwaliteit en opbrengst in zaaiuien. rapport / publicatie. nr

Een uniek duo. Informationen unter: Hotline:

Grondbewerking voor Zetmeelaardappelen

De zelfverdraagzaamheid van aardappelras Bintje in Zuidwest Nederland Verslag van 4 jaar onderzoek naar de achterblijvende opbrengst van Bintje

Bestrijding bodeminsecten in rettich 2015

Zomergerstrassen EH 0110 KW Door: ing. H.W.G. Floot (SPNA), ing. A.Venhuizen (ACM)

Stikstofonderzoek 2010 en Verslag over drie stikstofhoeveelhedenproefvelden 12P04

4.17. ORGANISCHE BODEMVERBETERING - LANGE TERMIJNPROEF SEIZOEN 2002 (TWEEDE TEELTJAAR): HERFSTPREI

Jolien Bode, Technisch onderzoeksmedewerker

Groeiregulatie in Engels raaigras

INHOUDSOPGAVE: AGRO-VITAL

Het Nederlands Lelie Rapport Met Micosat mycorrhizae, schimmel en bacteriën

Programma voor vandaag:

Hét kiemremmingsmiddelen voor aardappelen en uien

Bescherm uw kostbare gewas en oogst: Kwaliteit begint. De Opbrengst Promotor

Teelt van aardappelen op bedden ter vermindering van schurft

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bodem in Balans?

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek winterkoolzaad 2014

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw

Schadedrempel bladluis in consumptieaardappelen

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA ziektenbestrijding in wintertarwe 2012

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Bokashi als bodemverbeteraar. Resultaten van het veldonderzoek

Mycorrhiza. Test met Micosat

Het effect van fungiciden op knolphytophthora (2007). Auteurs: Ing J.R. Kalkdijk, Dr. Ir. A. Evenhuis en Dr. Ir. H.T.A.M. Schepers

De kracht van organische stof.

DOORWAS EEN PROBLEEM IN 2015?

BODEMGEBONDEN SCHIMMELZIEKTEN Beheersen van Rhizoctonia solani met resistente rassen, fungiciden, vanggewassen en antagonisten

9.1 Kiemremming van in het veld

Naar een oplossing voor onbekend wortelrot in lelie

Het effect van fungiciden tijdens de knolgroei op knolphytophthora (2006).

Droogrotbestrijding in gladiolen

Bestrijding van Myrothecium in lisianthus

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. ing. K.H. Wijnholds en ing.h.w.g. Floot, PAV-NNO

Stikstofbemesting bij biologische aardappelen

MLHD onkruidbestrijding in suikerbieten. KW 0220 Door: ing.h.w.g. Floot,

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. SPNA fungicidenonderzoek wintertarwe 2014

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Duistbestrijding

Zwaartevan degronden stikstofbehoefte van suikerbieten

Op afroep spuiten met minerale olie tegen Y-virus in pootaardappelen

Stichting Proefboerderijen Noordelijke Akkerbouw. Rassenonderzoek winterkoolzaad 2012

C. Meijer BV Lady Anna. Willem in t Anker

Aardappelteelt. Docent: Muhtezan Brkić

Invloed van stikstofniveau en -deling op eiwitgehalte en opbrengst van zetmeelaardappelen.

PROJECTVERSLAG 2005 NAAR EEN OPLOSSING VOOR ONBEKEND WORTELROT IN LELIE

Voortgezet diagnostisch onderzoek Peter Vink

Bestrijding emelten in grasland 2004

ELKE AARDAPPEL VERDIENT DE BESTE BESCHERMING.

pca Bewaarproblemen oogst 2014

Groeicurve Bintje en Fontane 2014

Transcriptie:

Rhizoctoniabestrijding in de teelt van biologische pootaardappelen KW0721 Door: Ing. W.S. Veldman Inleiding In 2007 werd door SPNA op de locatie Proefboerderij Kollumerwaard, Munnekezijl, een proef uitgevoerd waarin diverse behandelingen werden opgenomen ter bestrijding van Rhizoctonia solani (lakschurft) in de biologische teelt van aardappelen. Rhizoctonia solani, de veroorzaker van lakschurft, kan aanzienlijk veel financiële opbrengstderving geven. Om een aantasting te voorkomen of in te perken zijn diverse methoden mogelijk, waaronder het toepassen van biologische middelen of verrijkte compost. Daarnaast speelt loofdoding ook een belangrijke rol in het voorkomen/beperken van een aantasting. Proefaanleg en objecten Het proefveld werd aangelegd als een blokkenproef met vier herhalingen. De proef werd uitgevoerd in het ras Cosmos. De grootte van de bruto velden is 3 x 15m, de afmeting van de netto velden is 1,5 x 8 m. Het pootgoed is tijdens de bewaring behandeld met Talent. Talent is een product op basis van Karwijolie. Het product wordt in toenemende mate gebruikt als kiemreingsmiddel tijdens de bewaring van aardappelen. Daarnaast heeft Talent meerdere voordelen zoals het bestrijdende effect op de Rhizoctonia op de schil van het pootgoed en de vorming van stengels per knol. In tabel 1 worden de objecten weergegeven. Algemene proefveldgegevens Gewas Pootaardappelen (potermaat 35/55) Pootdatum 20 april Ras Cosmos Bruto/netto veldgrootte 3 x 10 / 1,5 x 8 Voorvrucht Winterpeen N-min 0-60 (8 juni 2007) 136 N (kg/ha) Bodemanalyse12 aug. 2003 grondsoort: zeeklei; % organische stof: 2,6; ph: 7,6; Pw : 34; K-getal: 23; % slib: 27-34; % lutum: 20 % Bemesting 20 maart 45 ton geitenmest (319,5 N kg/ha, 163,8 P 2O 5 kg/ha, 445,5 K 20 kg/ha) Loofdoding 29 juni loofbranden Oogstdatum 20 juli 2007 Tabel 1: en Behandeling Dosering Loofvernietiging A Onbehandeld - loofklappen + loofbranden B Onbehandeld - loofbranden 2 à 3 keer C Proradix WG 60 g/ha loofklappen + loofbranden D VertiPlus 1 l/ha in 300 l/ha spuitwater loofklappen + loofbranden E Conviro compost 15 ton ds/ha F Compost met Biostimulator 15 ton ds/ha loofklappen + loofbranden G Compost met Biostimulator + 15 ton ds/ha +1 l/ha in loofklappen + loofbranden Verticillium 300 l/ha spuitwater H Compost met biostimulator + 15 ton ds/ha + 60 g/ha loofklappen + loofbranden Proradix WG J Bokashi 4 ton product/ha loofklappen + loofbranden K Trianum G 10 g/m 2 loofklappen + loofbranden L Conviro Compost + Trianum G 15 ton ds/ha +10 g/m 2 loofklappen + loofbranden M Trianum (nieuwe formulering) 5 l/ha loofklappen + loofbranden N Onbehandeld - loofklappen + wortelsnijden P Onbehandeld - loofklappen + looftrekken

- Proradix WG: Dit middel wordt toegediend als een knolbehandeling. De bacteriën in Proradix groeien op het worteloppervlak van de aardappelplant en zorgen voor een verhoogde weerstand. De dosering was 60 g/ha (in 80 l water per ha toegepast). - VertiPlus: Dit middel werkt op basis van de antagonistische schiel Verticillium biguttatum. Het middel is een niet toegelaten bestrijdingsmiddel, waarvoor ontheffing voor proefdoeleinden verleend werd door het CTB. - Compost met Biostimulator heeft een positieve invloed op het bodemleven en bevordert de opname van voedingsstoffen. Schadelijke organismen zoals bodemgebonden ziekten krijgen hierdoor minder kans om zich te ontwikkelen. In totaal werd er 15 ton compost met Biostimulator (op basis van droge stof ) per hectare verspreid. - Bokashi is gefermenteerd organisch materiaal. In dit materiaal zijn schiels en gisten aanwezig die het bodemleven positief beïnvloeden. - Trianum is een middel op basis van de schiel Trichoderma harzianum stam Rifai T 22. deze schiel groeit op het worteloppervlak, waardoor pathogene bodemschiels minder kans krijgen om de plant binnen te dringen. Proefuitvoering Op 20 april werd de proef gepoot onder droge omstandigheden. Op 22 mei werd de opkomst en de stand bepaald. Aan het einde van het groeiseizoen werden stengels geteld. Half juni werd Phytophthora in het loof geconstateerd. Om deze reden werden op 29 juni alle objecten gebrand en zijn de loofvernietigingsvarianten in de proef komen te vervallen. Op 20 juli werden de aardappels onder droge omstandigheden gerooid. De kwalitatieve en kwantitatieve opbrengst werd bepaald. Na de oogst werden 100 knollen per veld beoordeeld op de aantasting door R. Solani en Zilverschurft. De knollen werden ingedeeld in 4 groepen: schoon, licht, matig en zwaar bezet met resp. sclerotia/zilverschurft. Daarna werd de sclerotia index (SI) als volgt berekend: (0 schoon) (1 licht) (2 matig) (3 zwaar) Sclerotiënindex (SI) 100 3 totaal aantal knollen Het weer gedurende het teeltseizoen was relatief warm, afwisselend met zeer natte en droge perioden. Na een natte januari- en februarimaand viel er vanaf 18 maart tot en met 6 mei 2007 vrijwel geen neerslag. De maand april heeft een reeks records gebroken: de warmste, droogste en zonnigste aprilmaand ooit. Het gebrek aan neerslag in combinatie met het vaak zonnige en (zeer) warme weer heeft geleid tot een voor de tijd van het jaar uitzonderlijk groot neerslagtekort. Het weer is vanaf begin mei t/m begin augustus relatief koel gebleven en er viel bijzonder veel neerslag (in mei, juni, juli resp. 78, 124, en 230 tegen het langjarig gemiddelde van resp. 54, 68 en 75 ). In bijlage 3 worden de neerslaggegevens tijdens het teeltseizoen vermeld. Resultaten Waarnemingen tijdens de teelt Op 22 mei werd het opkomstpercentage en de stand beoordeeld. De opkomst was regelmatig, maar werd door de droogte vertraagd. Tussen de objecten waren geen duidelijke verschillen in opkomst, stand en aantal stengels/m 2. Tijdens het groeiseizoen werd er geen Rhizoctonia in het veld geconstateerd. In tabel 1 worden de waarnemingen tijdens het groeiseizoen vermeld.

Tabel 1: Opkomstpercentage, stand en aantal stengels/m 2. Opkomst (%) Stand Aantal stengels/m 2 A Onbehandeld 67 5,8 144 B Onbehandeld 58 6,0 154 C Proradix WG 61 6,0 136 D VertiPlus 64 6,0 147 E Conviro compost 63 6,0 141 F Compost met Biostimulator 63 5,5 147 G Compost met Biostimulator + VertiPlus 61 6,3 141 H Compost met biostimulator + Proradix WG 57 4,5 140 J Bokashi 57 5,0 146 K Trianum G 61 5,5 153 L Conviro Compost + Trianum G 62 5,8 143 M Trianum (nieuwe formulering) 57 6,0 150 LSD 9 s 1,6 ns 18 ns CV 10,0 20,0 8,8 Op 19 juni zijn van de objecten onbehandeld (A), Compost met Biostimulator, Trianum G en Conviro Keurcompost met Conviro Keurcompost grondmonsters genomen. Koppert heeft de aanwezigheid van Trichoderma harzianum bepaald. In het object Trianum G kwam de meeste Trichoderma voor. In het onbehandelde object werd een overeenkomstige hoeveelheid Trichoderma gevonden als in de objecten Compost met Biostimulator en Trianum (nieuwe formulering). Opvallend is dat het object Conviro Keurcompost + Trianum een lagere score dan het onbehandelde object heeft. In tabel 2 worden de resultaten vermeld van de analyse. Tabel 2: Analyse resultaten van de grondmonsters. score* hoeveelheid Trichoderma A Onbehandeld 2 5,43*10^4 CFU/g F Compost met Biostimulator 2 5,14*10^4 CFU/g K Trianum G 3 2,04*10^5 CFU/g L Conviro Compost + Trianum G 1 5,20*10^3 CFU/g M Trianum (nieuwe formulering) 2 2,10*10^4 CFU/g * Score 0 is geen tot weinig Trichoderma terug gevonden op de wortel. Score 1 is matig Trichoderma terug gevonden op de wortel. Score 2 is goed, Trichoderma komt in een voldoende mate voor. Score 3 is zeer goed, Trichoderma komt in een ruime mate voor. Op 19 juni werden planten opgegraven om de invloed van de verschillende middelen op de knolzetting en de wortelontwikkeling te bepalen. Tussen de objecten waren er duidelijke verschillen in wortelontwikkeling. Vooral de planten in de objecten met Compost + biostimulator lieten een fijner vertakt wortelstelsel zien.

Foto 1: Beoordeling van de wortelontwikkeling van verschillende objecten. Opbrengst Tussen de objecten waren geen duidelijke verschillen in maatsortering. De behandelingen hebben zowel kwalitatief als kwantitatief geen effect gehad op de opbrengst. In tabel 2 en 3 staan resp. de opbrengst in kg/are en aantal/are per maatsortering vermeld. Tabel 2: Opbrengst (kg/are) per maatsortering <28 28/35 35/45 45/55 >55 28-55 A Onbehandeld 2,3 17,3 61,7 70,4 31,7 149,3 B Onbehandeld 2,3 15,8 64,9 72,2 24,2 152,8 C Proradix WG 2,2 14,8 60,2 75,0 29,4 150,0 D VertiPlus 2,1 13,9 66,2 89,3 23,2 169,4 E Conviro compost 2,5 14,2 64,5 72,8 22,5 151,4 F Compost met Biostimulator 2,0 15,0 63,9 73,8 25,1 152,7 G Compost met Biostimulator + VertiPlus 1,9 15,4 63,4 81,1 30,0 159,9 H Compost met biostimulator + Proradix WG 2,9 15,5 62,8 76,3 28,7 154,5 J Bokashi 2,7 14,3 66,0 62,5 17,6 142,8 K Trianum G 2,1 14,7 69,3 80,2 27,9 164,1 L Conviro Compost + Trianum G 2,3 15,4 65,8 79,4 23,9 160,5 M Trianum (nieuwe formulering) 2,5 16,8 65,4 79,4 22,4 161,7 LSD 0,7 s 2,8 s 12,1 ns 22,8 ns 13,0 ns 32,8 ns CV 21,0 12,9 13,1 20,8 35,4 14,6

Tabel 3: Opbrengst (aantal knollen/are) per maatsortering. <28 28/35 35/45 45/55 >55 28-55 A Onbehandeld 202 798 1410 885 29 3094 B Onbehandeld 240 748 1492 912 22 3152 C Proradix WG 196 692 1377 900 27 2969 D VertiPlus 185 671 1513 1117 22 3300 E Conviro compost 246 671 1452 917 21 3040 F Compost met Biostimulator 190 717 1473 940 25 3129 G Compost met Biostimulator + VertiPlus 156 704 1406 1019 27 3129 H Compost met biostimulator + Proradix WG 260 679 1467 954 29 3100 J Bokashi 235 656 1460 808 18 2925 K Trianum G 252 688 1535 1002 26 3225 L Conviro Compost + Trianum G 210 708 1554 1010 23 3273 M Trianum (nieuwe formulering) 260 796 1515 1006 22 3317 103,3 LSD ns 151,7 ns 304 ns 283 ns 13 ns 612 ns CV 32,7 14,8 1,7 20,6 36,7 13,6 Rhizoctoniabeoordeling In de onbehandelde objecten varieerde het percentage blanke knollen van 83,8 tot 89. De aantasting was matig tot licht. De behandeling van Talent tijdens de bewaring heeft mogelijk een zware besmetting voorkomen. De aantasting was het laagst in het object Compost met biostimulator + Proradix WG. Verschillende objecten hebben een significante bestrijdend effect van R. solani laten zien ten opzichte van het gemiddelde van de onbehandelde objecten. Tabel 4: Rhizoctoniabeoordeling blank licht matig zwaar Rhizoctonia index A Onbehandeld 83,3 4,0 8,8 4,0 11,2 B Onbehandeld 89,0 1,5 3,8 5,8 8,8 C Proradix WG 89,8 3,8 5,3 1,3 6,0 D VertiPlus 92,3 2,5 3,5 1,8 4,9 E Conviro compost 86,0 1,5 7,3 5,3 10,6 F Compost met Biostimulator 89,8 0,5 7,8 2,0 7,3 G Compost met Biostimulator + VertiPlus 92,5 3,0 2,8 1,8 4,6 H Compost met biostimulator + Proradix 95,3 0,5 2,0 2,3 3,8 WG J Bokashi 89,3 3,8 4,3 2,8 6,8 K Trianum G 87,0 4,5 5,5 3,0 8,2 L Conviro Compost + Trianum G 91,3 2,0 3,3 3,5 6,3 M Trianum (nieuwe formulering) 91,5 2,3 3,5 2,8 5,8 LSD 7,7 s 10,0 ns 4,1 ns 5,3 s 4,6 s Conclusies Het betreft een één-jarige proef, zodat het trekken van conclusies niet juist zou zijn. Wel zijn een aantal zaken waargenomen: - De aantasting door Rhizoctonia is relatief laag, wellicht mede door de behandeling met Talent tijdens de bewaring. - Tussen de objecten gaf dit jaar het object Compost met Biostimulator + Proradix WG het beste bestrijdend effect van rhizoctonia - Conviro Compost lijkt een positief effect te hebben op de werking van Trianum G. - De verschillende behandelingen hebben geen duidelijk effect gehad op de knolopbrengsten.