Raadsvoorstel

Vergelijkbare documenten
vervallen ongeregeldheden

Deze verordening wordt aangehaald als: Algemene plaatselijke verordening.

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

Transponeringstabel. behorende bij APV APV S.R. Boelens, afdeling Staf

Afdeling 3. Verspreiden van gedrukte stukken Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen [gereserveerd]

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2009 LEIDEN. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

vergunning of ontheffing

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

ORGANISATIEINDEX A.P.V. (vastgesteld door het college op 4 september 2012)

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 20 november 2012, nr. 96;

Gemeente Nissewaard - Eerste wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2016

D. Deelnemen (aan verboden optocht)... 2:3 Dieren (gevaarlijke)... 2:59;2:60 Doelloos rondhangen... 2:47;2:49

OVERZICHT TE WIJZIGEN ARTIKELEN

Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen

INHOUDSOPGAVE. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen

VNG Model Algemene plaatselijke verordening Laatst gewijzigd:

INHOUDSOPGAVE. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen

AANVRAAGFORMULIER Exploitatievergunning horecabedrijf

Voorstel van het college inzake wijziging artikelnummering van de APV.

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

Bijlage 2 bij raadsvoorstel inzake actualisering Algemene plaatselijke verordening.

Oud (voor zover relevant) Nieuw Toelichting. Artikel 1 Artikel 1:1 Leesteken aangepast. Artikel 1.2 Artikel 1:2 Leesteken aangepast

Algemene Plaatselijke Verordening 2014

Algemene Plaatselijke Verordening 2014

Algemene Plaatselijke Verordening 2016

Algemene Plaatselijke Verordening 2016

GEMEENTEBLAD Officiële publicatie van Gemeente Houten

De volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Oosterhout 2010 worden aangepast:

Derde wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Veenendaal

Algemene Plaatselijke Verordening 2011

Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening gemeente Tholen 2017

Datum bekendmaking: Projectomschrijving: Registratienummer: Besluit tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening Groningen 2009

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2018

Bijlage 01: Overzicht wijzigingen. Nr. Oud Nieuw Toelichting

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

Bijlage A: Wijzigingsvoorstellen APV Nuth 2016

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009 (APVG 2009)

Besluit raad verordening

BESLUIT: Artikel I Wijzigingen van de Algemene plaatselijke verordening 2011

Gemeente Woerden. De bevoegdheid van de raad komt voort uit de volgende wet- en/of regelgeving:

INHOUDSOPGAVE. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen

Raadsvoorstel

Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen

Algemene plaatselijke verordening Tiel 2014

I. vast te stellen de Verordening tot wijziging van de Algemene plaatselijke verordening voor de gemeente Den Haag:

Uittreksel uit concept APV Schagen 2016 onderdeel Toezicht op openbare inrichtingen.

Algemene Plaatselijke Verordening Vught 2018

Overzicht voorgestelde wijzingen

Bijlage 3 Wijziging Algemene plaatselijke verordening 2017

openbaar water: wateren die voor het publiek

Algemene Plaatselijke Verordening Renswoude 2015

Algemene Plaatselijke Verordening 2012 gemeente Zederik. gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 29 augustus 2012;

De wijzigingen zijn cursief en dikgedrukt in het gewijzigde artikel weergegeven.

ONTWERP ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013, GEMEENTE STEENBERGEN

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 9 januari 2018, nr. BWV ;

34 e Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening Groningen 2009

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING GRONINGEN 2009 (APVG 2009)

Algemene Plaatselijke Verordening Schagen 2016

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 28 november 2017;

OPLEGNOTITIE; TOELICHTING OP DE WIJZIGING VAN DE ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING WESTVOORNE 2012

Onderwerp : Algemene Plaatselijke Verordening Hof van Twente gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 4 van de Drank- en Horecawet;

Algemene Plaatselijke Verordening B E L E I D S R E G E L S

Raadsvoorstel

Algemene Plaatselijke Verordening 2014

Samenvatting Inleiding In juni 2010 is de Algemeen Plaatselijke Verordening (APV) van de gemeente Grave vastgesteld.

Algemene Plaatselijke Verordening Heusden 2016

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen 6

A. In artikel 2.14 komen het tweede en derde lid te vervallen onder vernummering van het vierde lid naar het tweede lid.

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 september 2012; (raadsvoorstelnr ); raadsstuk ;

Algemene Plaatselijke Verordening Schagen 2016 Bijgewerkt tot en met Raadsbesluit Status: vastgesteld

Algemene Plaatselijke Verordening Renswoude 2015

AFDELING 1. BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1 Samenscholing en ongeregeldheden (blz. 9)

Winkeltijdenverordening Hilversum 2018

Toelichting op de model APV

Zundertse regelgeving / Wetstechnische informatie

VERORDENING DRANK- EN HORECAWET BUSSUM 2014

In dit overzicht zijn alleen de ingrijpende wijzigingen vermeld. Kleine wijzigingen in het kader van jurisprudentie e.d. zijn niet vermeld.

BIJLAGE A. Algemene Plaatselijke Verordening

Beleidsregel 'Procedure voorselectie en vergunning circus'

Integrale tekst van de artikelen APV behorende bij voorgestelde wijziging APV

Raadsstuk. Onderwerp: Wijzigingsverordening Algemene plaatselijke verordening Haarlem BBV nr: 2014/428409

Algemene Plaatselijke Verordening 2016 gemeente Haarlemmermeer

Nr. 6, afdeling BC. Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen...

GEMEENTEBLAD. Officiële publicatie van Gemeente Haarlemmerliede en Spaarnwoude VASTSTELLEN ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING

Algemene Plaatselijke Verordening Vught 2016

Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 26 augustus 2014;

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2013

Vaststelling Algemene plaatselijke verordening Breda 2014

Inhoudsopgave Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen... 5 Artikel 1:1 Begripsbepalingen... 5 Artikel 1:2 Beslistermijn... 5 Artikel 1:3 Indiening

Bijlage 1 CONCEPT. Algemene Plaatselijke Verordening Texel 2016

CVDR. Nr. CVDR61574_8. Algemeen Plaatselijke Verordening. 17 mei Officiële uitgave van Almelo.

Artikel Het plaatsen van voorwerpen op of aan de weg in strijd met de publieke functie (huidig artikel)

Algemene plaatselijke verordening Rotterdam 2012

Algemene plaatselijke verordening Nissewaard 2015 I

ALGEMENE PLAATSELIJKE VERORDENING 2016

Algemene plaatselijke verordening 2012

Algemene Plaatselijke Verordening Oostzaan 2011 [Inhoudsopgave TEKST]

Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Opmeer 2012

Algemene Plaatselijke Verordening Weesp Behoort bij het raadsvoorstel registratienummer Z.45111/D.2877

Transcriptie:

gemeente Haarlemmermeer Raadsvoorstel 2016.0070266 onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening 2017 Portefeuilehouders drs. Theo Weterings en dr. Derk Reneman steiler itiw. mr. Regina Laman Collegevergadering 20 decem ber 2016 Raadsvergadering 1. Samenvatting Wat willen we bereiken? Wij toetsen de Algemene Plaatselijke Verordening (APV) doorlopend op effectiviteit, actualiteit en dereguleringsmogelijkheden. Het is gebruikelijk de APV periodiek te actualiseren vanwege wijzigingen in wetgeving of beleid. De Vereniging Nederlandse Gemeenten (VNG) heeft een modelverordening die wij als basis laten dienen. Dit betekent dat ook artikelen die vervallen of gereserveerd zijn, voorkomen in de artikelnummering. Op diverse onderdelen verschilt onze APV van de modelverordening, omdat wij deze regels vertaald hebben naar lokaal niveau. APV Hollands Kroon Vorig jaar hebben wij in het raadsvoorstel voor de APV 2016 (2015.0051659) aangegeven de evaluatie van de gemeente Hollands Kroon af te willen wachten voor wij ook (bepaalde) gedrags- en fatsoensnormen uit de APV schrappen. Die evaluatie duurt langer dan verwacht en daarom hebben wij besloten om verder te gaan met onze actualisatie. Deregulering APV 2017 Onder deregulering verstaan wij niet alleen het terugdringen van regels, maar ook het vereenvoudigen van regels. Met dit raadsvoorstel zorgen wij ervoor dat de APV opnieuw een dereguleringsslag ondergaat. Wij hebben alle artikelen van de APV tegen het licht gehouden en daarbij gekeken of er een wettelijk alternatief is, wat de risico's zijn van het laten vervallen van een regeling, of het onder de eigen verantwoordelijkheid van burgers kan vallen en of lastenvermindering ook daadwerkelijk mogelijk is aan zowel de zijde van de aanvrager als aan de zijde van de gemeente. Het doel is niet om letterlijk zoveel mogelijk regels te schrappen. Over het algemeen leveren simpele verbodsbepalingen geen hoge lasten op. Het laten vervallen van zulke bepalingen levert dan ook weinig aan lastenvermindering op, terwijl die bepalingen wel van belang kunnen zijn om op te kunnen treden in overlastsituaties. Wat gaan we daarvoor doen? Onderstaand geven wij aan welke artikelen of leden van artikelen wij hebben laten vervallen, welke artikelen wij inhoudelijk hebben gewijzigd en welke nieuwe artikelen wij hebben toegevoegd. Technische wijzigingen in de verordening benoemen wij niet. Het aanbieden van taxidiensten bij Schiphol en het nieuwe hoofdstuk over prostitutie lichten wij hieronder nader toe.

onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening 2017 Volgvel 2 Artikel 2:1G Taxidiensten Het artikel 5:14E had weliswaar als uitgangspunt het tegengaan van verstoringen van de openbare orde, maar stond nog onder het artikel over algemene diensten in hoofdstuk 5. Mede gelet op de toegenomen openbare orde problematiek wordt het nieuwe artikel nu in hoofdstuk 2 (Openbare Orde) opgenomen. Het nieuwe artikel 2:1 G van de APV beoogt een dekkende oplossing te bieden door het mogelijk te maken om in specifieke gebieden - waar er sprake is van schendingen van de openbare orde - het aanbieden van (categorieën van) taxidiensten in zijn geheel te verbieden. Dit gebied kan door de burgemeester worden aangewezen in een zogenaamd aanwijsbesluit. Het is bekend dat een algeheel verbod een drastische maatregel is en het is ook niet het uitgangspunt dat dit een blijvende maatregel is. Het tweede lid benadrukt dit door een halfjaarlijkse evaluatie verplicht te stellen. Daarnaast wordt in het artikel de mogelijkheid geschapen om flexibel te kunnen inspelen op veranderingen door zowel het gebied als ook de categorieën van taxidiensten aan te wijzen. Deze bevoegdheid ligt bij de burgemeester. Een uitgebreide toelichting is als bijlage bij dit raadsvoorstel opgenomen. Hoofdstuk 3 Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen Wij hebben in onze brief van 29 juni 2016 aan de raad aangegeven dat de burgemeester de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wet regulering prostitutie en bestrijding misstanden seksbranche niet wil afwachten en met een voorstel komt tot wijziging van de APV in afstemming met omliggende gemeenten waaronder de gemeente Amsterdam. Hoofdstuk 3 is nu in overeenstemming gebracht met de modelverordening (en conform de APV van de gemeente Amsterdam) en aangepast aan onze lokale situatie, omdat niet alle bepalingen uit de modelverordening relevant zijn voor onze gemeente. Er hoeft geen nieuw beleid te worden opgesteld, omdat alle zaken die voorheen in het beleid geregeld waren nu geregeld zijn in de APV. Een aantal beleidspunten is overgenomen conform de APV 2016 en het huidige prostitutiebeleid, zoals de verplichting een vergunning aan te vragen wanneer een seksbedrijf wordt uitgeoefend binnen de gemeente Haarlemmermeer. Het aantal seksinrichtingen is hierbij gemaximeerd op 6, raamprostitutie is echter niet toegestaan. Het aantal escortbedrijven kent geen maximum. En het is tevens verboden een seksinrichting voor bezoekers geopend te hebben of daarin bezoekers toe te laten of te laten verblijven tussen 04.00 uur en 07.00 uur, tenzij bij vergunning anders is bepaald. Een grote wijziging ten opzichte van het huidige beleid is dat voor prostituees een minimumleeftijd van 21 jaar is opgenomen. Daarnaast is nieuw opgenomen dat een ondernemer van een prostitutie- of escortbedrijf wordt verplicht een bedrijfsplan op te stellen. In het bedrijfsplan dient een exploitant te omschrijven welke maatregelen worden getroffen op het gebied van: 1) hygiëne, 2) bescherming van de gezondheid, de veiligheid en het zelfbeschikkingsrecht van de prostituees, 3) bescherming van de gezondheid van de klanten en 4) voorkoming van strafbare feiten.

onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening 2017 Volgvel 3 Welke artikelen of artikelleden laten wij vervallen? Artikel Inhoud Reden vervallen 1:3 Aanvraag minder dan drie weken van tevoren ingediend Het te laat indienen van een aanvraag kon leiden tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag. Dat is in strijd met hogere regelgeving. Het is wel mogelijk om een aanvraag om die reden te weigeren (zie artikel 1:8) 2:9 Straatartiest Op basis van artikel 2:1 C of 2:47 APV kunnen we optreden tegen hinderlijk gedrag. 2:12 2 e lid Uitweg Weigeringsgrond onder sub f is komen te vervallen, want is al geregeld in de Wabo. 2:14 Winkelwagentjes Bij 'zwervend' wagentje contact opnemen met de eigenaar, mede gezien de waarde komt deze het wagentje ophalen (en voorziet deze van een naam). 2:17 Kelderingangen Reeds geregeld in artikel 427, onder 1 en 3, Wetboek van Strafrecht, waarin staat dat voorzorgmaatregelen moeten worden genomen ten behoeve van de veiligheid van voorbijgangers. 2:21 3 e lid Voorzieningen voor verkeer en verlichting Degene die een verkeersbord verwijdert, wijzigt, beschadigt, et cetera kan strafrechtelijk op basis van diefstel of vandalisme worden aangepakt. 2:22B Bestrijding gladheid In de modelverordening staat dit artikel niet meer. 2:40 2 e lid Kansspelautomaten Geregeld in hogere wetgeving: artikel 30c Wet op de kansspelen. Hier hoeft niet nogmaals een vergunning op basis van de APV voor te worden aangevraagd. 2:46 Rijden over bermen Verboden voor voertuigen zonder rubberbanden. Meeste voertuigen zijn echter voorzien van rubberbanden. 2:51 Neerzetten (brom)fietsen tegen raam(kozijn), deur, gevel, ingang portiek 2:52 Overlast fiets of bromfiets op marktof kermisterrein 2:53 Bespieden van personen 2:60 Houden hinderlijke/ schadelijke dieren Het plaatsen van voertuigen is op verschillende plaatsen geregeld, steeds met een wisselende bedoeling zoals: instandhouding plantsoen of verkeersbelangen. In dit artikel gaat het om de voorkoming van overlast. Een rechthebbende kan zelf de overlastgever aanspreken. We hebben geen gebieden hiervoor aangewezen of signalen ontvangen dat dit wenselijk is. Het Wetboek van Strafrecht bevat ook artikelen als belaging (stalking) en heimelijk afluisteren. Artikel in de APV voegt hier niet veel aan toe. Artikel 6:179 BW bepaalt dat de bezitter van een dier aansprakelijk is voor de door het dier aangerichte schade en artikel 5:37 BW bepaalt dat buren elkaar geen hinder mogen toebrengen. 2:62 Loslopend vee Agrariërs zijn zuinig op hun kapitaal en zullen er alles aan doen om te voorkomen dat het vee losloopt op de openbare weg. 2:73C 2 e lid Carbid 2:75 Bestuurlijke ophouding Vanwege gevaar en overlast wijzen wij geen gebieden aan waar dit verbod niet geldt. Dit kan ook plaatsvinden op basis van artikel 176a Gemeentewet.

onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening 2017 Volgvel 4 4:12B Schadevergoeding weigeren vergunning voor vellen boom 5:2 4 e &5 e lid Parkeren van voertuigen 5:3 Te koop aanbieden voertuigen In de Wet natuurbescherming is geen regeling voor schadevergoeding meer opgenomen. Ontheffingsmogelijkheid vervalt, omdat wij deze niet verlenen. Eigenaar dient zorg te dragen dat hier op eigen terrein ruimte voor is. Wanneer een particulier een enkel voertuig te koop aanbiedt op de openbare weg, is dit geen probleem. Het komt in onze gemeente bijna niet voor dat voertuigen met grote aantallen tegelijk aangeboden worden. Wij hebben geen wegen aangewezen waar dit verbod geldt en hier bestaat ook geen noodzaak toe. Autobedrijven die wel auto's te koop aanbieden op de openbare weg kunnen wij handhaven op basis van artikel 5:2 lid 3 APV. 5:4 Defecte voertuigen Het is niet makkelijk te zien of een auto andere dan eenvoudig te verhelpen gebreken heeft. In de praktijk lastig te handhaven, want discutabel wat een "eenvoudig te verhelpen gebrek" is. Daarnaast bevat artikel 5:5 APV bepalingen over voertuigwrakken. 5:8 5 e lid Parkeren van grote voertuigen 5:9 Parkeren uitzichtbelemmerende voertuigen Ontheffing is exclusief voor de houder. Wanneer het mogelijk is om op een locatie een groot voertuig te parkeren, moeten ook anderen daar kunnen parkeren. Ontheffing wordt niet verleend, maar kost aanvrager wel leges. Ook zijn andere oplossingen mogelijk voor de aanvrager (huren van terrein, aangewezen gebieden). Uitzichtbelemmering is subjectief en daardoor moeilijk te handhaven. Ook gaat het om een voertuig met een lengte van meer dan 6 meter of een hoogte van 2,4 meter. Artikel 5:8 bepaalt hier al over dat deze alleen op werkdagen van maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 18.00 uur mogen worden geparkeerd binnen de bebouwde kom. Voor vakantievoertuigen geldt dat deze niet langer dan drie achtereenvolgende dagen op de weg mogen worden geplaatst. Daarnaast eigen verantwoordelijkheid van burgers om dit onderling op te lossen. 5:10 Parkeren voertuig stankverspreidende stoffen Net als artikel 5:9 vinden wij dat het onder de eigen verantwoordelijkheid van burgers valt om dit onderling op te lossen. 5:14B Colportage Wij vinden het onder de eigen verantwoordelijkheid van burgers vallen of zij wel of niet ingaan op het aanbod van de colporteur. 5:18 5 e lid Ontheffing stippenplan 5:24 Voorwerpen openbaar water Wanneer het mogelijk is om op een locatie met een ontheffing te staan, vinden wij dat dit niet exclusief voor de ontheffing houder zou moeten gelden. Andere geïnteresseerden in een standplaatslocatie moeten ook de kans krijgen om zich hier voor aan te melden. Geregeld in bestemmingsplannen.

Onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening 2017 Volgvel 5 5:26 Aanwijzingen ligplaats 5:27 Verbod wijzigen woonschip Het artikel slaat op het aanmeren van een woonschip bij in uitvoering zijnde werken. Nu artikel 5:25 lid 2 is geschrapt kan dit artikel ook vervallen. Toegestane afmetingen van woonschepen geregeld in bestemmingsplannen. 5:29 Reddingsmiddelen Afblijven van eigendommen van een ander (artikel 350 Wetboek van Strafrecht). 5:30 Veiligheid op het water Het handhaven van de doorgang voor het scheepvaartverkeer is een bevoegdheid van de provincie. 5:31 Overlast aan vaartuigen Afblijven van eigendommen van een ander (artikel 350 Wetboek van Strafrecht). Artikel 5:25 lid 4 maakt het nu mogelijk om nadere regels te stellen voor het gebruik van een dergelijke steiger. 5:33A Ruiters Geregeld in hogere wetgeving: artikel 8 RW (1990). 5:31 B Passantenaanlegplaatsen 5:35-5:37 Verstrooiing van as De verstrooiing van as is overal toegestaan, hier is nu geen toestemming meer voor nodig. Welke artikelen of artikelleden hebben wii inhoudelijk gewijzigd of toegevoegd? Artikel Inhoud Reden wijziging 1:8 2 e lid 2:3 1 e lid 2:11 3 e lid Weigeringsgronden Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen Veranderen weg 2:19 Hinderlijk of gevaarlijk voorwerp Het te laat indienen van een aanvraag kon leiden tot het buiten behandeling stellen van een aanvraag. Dat is in strijd met hogere regelgeving. Het is wel mogelijk om een aanvraag om die reden te weigeren. Op verzoek van de Koninklijke Marechaussee is de termijn om een betoging (demonstratie) aan te melden verlengd van 72 naar 96 uur om de politiecapaciteit op tijd te kunnen regelen. Het derde lid is anders geformuleerd, waardoor de meldingsplicht voor het openbreken van de weg of het graven/spitten in de weg is komen te vervallen. Aangepast aan B&W-nota: "Randvoorwaarden voor laadinfrastructuur elektrische auto's" (2016.0021511). 2:24 Evenementen Wanneer evenementenvergunning voor motorsportactiviteit is verleend, geen ontheffing op basis van artikel 5:32 meer benodigd. 2:27 Definitie terras Toevoeging dat een terras in de openlucht ligt. Hiermee geldt het verbod van 2:28B niet voor terrassen in winkelcentra of Schiphol Plaza. Beheerders stellen zelf eisen aan omvang en situering terrassen. 2:28A Openbare inrichting Geen exploitatievergunning meer nodig voor bibliotheek, bedrijfskantine of -restaurant. 2:28B Terrassen Meldingsplicht vervangen voor vergunningstelsel, omdat terrassen maatwerk vereisen. Kunstmatig verschil tussen terrassen bij een horecabedrijf en andere bedrijven laten vervallen, omdat het gaat om openbare orde en veiligheid en niet wie de uitbater is. Reeds ontvangen meldingen worden gelijkgesteld aan een vergunning. 2:47 Hinderlijk gedrag In sub c is het uitjouwen van personen opgenomen op

onderwerp Algemene Plaatselijke Verordening 2017 Volgvel 6 1 e lid geldt in het algemeen en in het bijzonder ten behoeve van politie en handhavers, omdat dergelijk gedrag de uitoefening van hun functie belemmert. 2:73A 2:73B Gebruik van vuurwerk Naast het gebruik van consumentenvuurwerk verbieden wij ook het gebruik van professioneel vuurwerk zonder ontheffing in het belang van de voorkoming van schade, gevaar of overlast. 2:75A Sluiting ruimte Het afgelopen jaar zijn meerdere bestuurlijke rapportages ontvangen van de politie waarbij er gestolen goederen en wapens waren aangetroffen in een gebouw. Dit artikel geeft het bestuur de mogelijkheid om ook bestuursrechtelijk te handhaven bij het aantreffen van in het artikel genoemde zaken. 2:77 Cameratoezicht openbare plaatsen 5:8 1 e lid Parkeren van grote voertuigen 5:25 Ligplaats voor vaartuigen Door wijziging 151c Gemeentewet mag ook mobiel cameratoezicht plaatsvinden. Op de parkeerplaatsen aan Den Ruyghen Hoek (buiten de bebouwde kom) wordt overlast ervaren door het langdurig parkeren van grote voertuigen. Op basis van de huidige regels kan er niet gehandhaafd worden. Voor een adequate handhaving is het noodzakelijk dat er buiten de bebouwde kom plaatsen aangewezen kunnen worden waar het verboden is om grote voertuigen (langdurig) te parkeren. Om duidelijk te maken dat dit ook opleggers zonder cabine betreft hebben wij het begrip "aanhangwagen" ook opgenomen. Steeds meer pleziervaartuigen uit omliggende gemeenten worden (langdurig) in de Ringvaart afgemeerd. Een ligplaats mag alleen ingenomen worden aan een steiger of aanmeervoorziening. Wat mag het kosten? Aan de uitvoering van dit voorstel zijn, naast de beschikbare ambtelijke capaciteit, geen kosten verbonden. Wie is daarvoor verantwoordelijk? Op grond van artikel 147 en 149 van de Gemeentewet is de raad bevoegd verordeningen vast te stellen. De uitvoering van de verordening en het toezicht op de naleving van de in de verordening opgenomen bepalingen behoren tot de verantwoordelijkheden van het college. Wanneer en hoe zal de raad over de voortgang worden geïnformeerd? Wij toetsen de APV doorlopend op effectiviteit, actualiteit en dereguleringsmogelijkheden. Indien ontwikkelingen daartoe aanleiding geven, zullen wij de raad een aangepaste versie ter besluitvorming aanbieden. Publicatie/communicatie De APV treedt in werking door publicatie in het elektronisch gemeenteblad. In de InforMeer zal aandacht besteed worden aan de vaststelling van de APV. Waar nodig zal specifieke communicatie richting de doelgroep plaatsvinden. Tegen de verordening zelf kan geen bezwaar dan wel beroep worden aangetekend. Rechtsmiddelen staan pas open bij afzonderlijke besluiten.

Algemene Plaatselijke Verordening 2017 7 2. Voorstel Op grond van het voorgaande besluit het college de raad voor te stellen 1. de Algemene Plaatselijke Verordening 2017 vast te stellen; 2. de Algemene Plaatselijke Verordening 2016 in te trekken. 3. Ondertekening Hoogachtend, burgemeester en wethouders van de gemeente Haarlemmermeer, de secretaris, de<borgemeester, drs. Carel Brugman Bijlage(n): - APV 2017 - APV 2017 overzicht wijzigingen

INHOUDSOPGAVE Hoofdstuk 1 Hoofdstuk 2 Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 Afdeling 6 Afdeling 7 Afdeling 8 Afdeling 8A Afdeling 9 Afdeling 10 Afdeling 11 Afdeling 12 Afdeling 13 Afdeling 14 Afdeling 15 Hoofdstuk 3 Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Hoofdstuk 4 Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 Hoofdstuk 5 Afdeling 1 Afdeling 2 Afdeling 3 Afdeling 4 Afdeling 5 Afdeling 6 Afdeling 7 Afdeling 8 Afdeling 9 Hoofdstuk 6 Algemene bepalingen Openbare orde Bestrijding van ongeregeldheden Betoging Verspreiden van gedrukte stukken Vertoningen e.d. op de weg Bruikbaarheid en aanzien van de weg Veiligheid op de weg Evenementen Toezicht op openbare inrichtingen en terrassen Bijzondere bepalingen over horecabedrijven als bedoeld in de Drank- en Horecawet Toezicht op inrichtingen tot het verschaffen van nachtverblijf Toezicht op speelgelegenheden Maatregelen tegen overlast en baldadigheid Bepalingen ter bestrijding van heling van goederen Vuurwerk Drugsoverlast Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden en cameratoezicht op openbare plaatsen Regulering prostitutie, seksbranche en aanverwante onderwerpen Algemene bepalingen Vergunning seksbedrijf Uitoefenen seksbedrijf Overige bepalingen Bescherming van het milieu en natuurschoon en zorg voor het uiterlijk aanzien van de gemeente Geluidshinder en verlichting Bodem-, weg- en milieuverontreiniging Het bewaren van houtopstanden Maatregelen tegen ontsiering en stankoverlast Kamperen buiten kampeerterreinen Andere onderwerpen betreffende de huishouding der gemeente Parkeerexcessen Collecteren Goederen en diensten Standplaatsen Snuffelmarkten Openbaar water Crossterreinen en gemotoriseerd en ruiterverkeer in natuurgebieden Verbod vuur te stoken Verstrooiing van as Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Trefwoordenregister In de Algemene Plaatselijke Verordening is een aantal afdelingen/artikelnummers vervallen of zijn gereserveerd. Deze trefwoorden worden niet in dit register benoemd. Onderwerp Artikel A Aanbieden diensten 5:15 Afvalstoffen (opslag) 4:13 Afvalstoffen verbanden (verbod) 5:34 B Bedelarij 2:65 Beschadigen waterstaatswerken 5:28 Begripsbepalingen 1:1 Beperkingen vergunning of ontheffing 1:4 Beplanting 2:15 Bermen (rijden) 2:46 Beslistermijn 1:2 Betogingen 2:3 Binnentreden (woningen) 2:41, 6:3 Bijen 2:64 Bomen 4:10 t/m 4:12 Boter 2:43 Bruikbaarheid openbare plaats 2:10 C Cameratoezicht 2:77 Carbid 2:73C Citeertitel 6:6 Collecteren 5:13 Crossterreinen 5:32 D Drankgebruik 2:48 Drugshandel op straat 2:74 E Eieren 2:43 Evenementen 2:25 - begripsbepalingen 2:24 - in gebouwen 2:25A Exploitatievergunning - openbare inrichting 2:28A - speelautomatenhal 2:39A F Festiviteiten - collectieve 4:2 - incidentele 4:3

G Gedrag - hinderlijk gedrag publiek toegankelijke ruimten 2:50A - hinderlijk gedrag op openbare plaatsen 2:47 - verboden gedrag bij of in gebouwen 2:49 Geluidhinder - begripsbepalingen 4:1 - overig 4:6 Gevelwerkzaamheden 4:7 Grote voertuigen 5:8 H Hoogspanningslijn 2:22 Honden - commerciële uitlaatactiviteiten 2:57A - gevaarlijke 2:59 - loslopend 2:57 - verontreiniging 2:58 Houtopstanden 4:10 t/m 4:12 I Inbrekerswerktuigen 2:44 Incidentele festiviteiten - kennisgeving 4:3 - verbod 4:4 Intrekking vergunning of ontheffing 1:6 Inwerkingtreding verordening 6:4 Inzameling (geld of goederen) 5:13 K Kampeermiddelen (parkeren) 5:6 Kampeerplaatsen (aanwijzing) 4:19 Kampeerterreinen (begripsbepaling) 4:17 Kansspelautomaten 2:40 Kappen 4:10 t/m 4:12 Kladden 2:42 L Laser gebruik 2:1E Lichtreclame (vergunningsplicht) 4:16 Liggen (openbare weg) 2:50B Ligplaats vaartuig 5:25 Lokaal (betreden) 2:41 M Mest (opslag) 4:13 Motorvoertuigen (onbeheerd achterlaten) 2:1B N Nachtverblijf (buiten kampeerterreinen) 4:18

Natuurlijke behoefte doen 4:8 O Ongeregeldheden 2:1A Onversterkte muziek 4:5 Openbare inrichtingen - begripsbepalingen 2:27 - exploitatie 2:28A Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen enz. 4:13 Ordeverstoring - evenement 2:26 - openbare inrichting 2:31 Overgangsbepaling 6:5 Overlast (brom)fiets 5:12 P Paracommerciële instellingen - begripsbepalingen 2:34A - regulering 2:34B Parkeerexcessen (begripsbepalingen) 5:1 Parkeren - voertuigen autobedrijf e.d. 5:2 - reclamevoertuigen 5:7 - grote voertuigen 5:8 Passantensteiger 5:25 Persoonlijk karakter vergunning 1:5 Plakgereedschap 2:43 Plakken 2:42 R Raamprostitutie 3:18 Reclame (verbod) 4:15 Reclamevoertuigen 5:7 Recreatie in open water 5:31A Recreatief nachtverblijf 4:18 Rookverbod (in bossen en natuurterreinen) 2:18 S Samenscholing 2:1A Sampelen 5:15 Seksinrichtingen - aanvraag 3:6 - adverteren 3:13 - bedrijfsplan 3:15 - begripsbepaling 3:2 - eisen aan vergunning 3:8 - intrekkingsgronden 3:9 - leeftijd prostituee 3:14 - maximering 3:5 - melding gewijzigde omstandigheden 3:10

- raamprostitutie 3:18 - sluitingstijden 3:12 - straatprostitutie 3:19 - verbodsbepalingen klanten 3:21 - vergunning 3:3 - verplichtingen exploitant/beheerder 3:17 - weigeringsgronden 3:7 Slapen (openbare weg) 2:50B Sluiting gebouw 2:75A Sluitingstijden - openbare inrichtingen 2:29 - afwijkende sluitingstijden 2:30 Snoeren over de weg 2:19 Speelautomatenhal - begripsbepalingen 2:39 - exploitatievergunning 2:39A Standplaatsen 5:17 t/m 5:21 Sterke drank 2:34 Straatkolken (openen) 2:16 Straatprostitutie 3:19 Strafbepaling 6:1 T Taxidiensten - het aanbieden van 2:1G Termijnen 1:7 Terrassen 2:27, 2:28B Toezichthouders 6:2 U Uitweg 2:12 V Vaartuigen opslag 4:13 Vechtsportgala 2:25A Veiligheid op het ijs 2:23A Veiligheidsrisicogebieden 2:76 Venten 5:14 Verblijfsontzegging 2:1D Verkeer in natuurgebieden 5:33 Verkoopregister 2:67 Verontreiniging (van de weg) 2:23B Verspreiding gedrukte stukken 2:6 Verstoring openbare orde e.d. 2:1C Voertuigen - opslag 4:13 - parkeren 5:2 - aantasting groenvoorziening 5:11 Voertuigwrakken 5:5 Voorschriften vergunning of ontheffing 1:4 Voorwerpen (op of aan een openbare plaats) 2:10, 2:15

Voorzieningen (verkeer en verlichting) 2:21 Vuur (verbod tot stoken) 5:34 Vuurwerk - begripsbepaling 2:71 - gebruiken 2:73A - gebruiken jaarwisseling 2:73B - ter beschikking stellen 2:72 W Weg (aanleggen, beschadigen, veranderen) 2:11 Weigeringsgronden (algemeen) 1:8 Wensballon 2:1F Wildplassen 4:8

HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN Artikel 1:1 Begripsbepalingen In deze verordening wordt verstaan onder: - bebouwde kom: het gebied binnen de grenzen die zijn vastgesteld op grond van artikel 20a van de Wegenverkeerswet 1994; - bevoegd gezag: bestuursorgaan als bedoeld in artikel 1:1, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht; - bouwwerk: bouwwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de geldende Bouwverordening; - college: het college van burgemeester en wethouders; - gebouw: gebouw als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Woningwet; - handelsreclame: iedere openbare aanprijzing van goederen of diensten, waarmee kennelijk beoogd wordt een commercieel belang te dienen; - motorvoertuig: motorvoertuig als bedoeld in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; - openbaar water: wateren die - al dan niet met enige beperking - voor het publiek bevaarbaar of op andere wijze toegankelijk zijn; - openbare plaats: een voor het publiek toegankelijke plaats, waaronder begrepen de weg als bedoeld in deze begripsbepalingen; - rechthebbende: degene die over een zaak zeggenschap heeft krachtens een zakelijk of een persoonlijk recht; - vaartuig: alle drijvende objecten, daaronder mede verstaan drijvende werktuigen, alsmede woonschepen, glijboten en ponten; - verkeer: alle weggebruikers als bedoeld in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; - voertuig: voertuig als bedoeld in artikel 1 van het Reglement Verkeersregels en Verkeerstekens 1990; - weg: weg als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onder b, van de Wegenverkeerswet; - woonschepen: elk vaar- of drijftuig, dat uitsluitend of in hoofdzaak wordt gebezigd als of te oordelen naar zijn constructie en/of inrichting uitsluitend of in hoofdzaak is bestemd tot woonverblijf van een of meer personen. Artikel 1:2 Beslistermijn 1. Het bevoegde bestuursorgaan beslist op een aanvraag voor een vergunning of ontheffing binnen acht weken na de datum van ontvangst van de aanvraag. 2. Het bevoegde bestuursorgaan kan de termijn voor ten hoogste acht weken verlengen. 3. In afwijking van het tweede lid is artikel 3.9 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht van toepassing indien beslist wordt op een aanvraag om een vergunning als bedoeld in artikel 2:10, 2:11, 2:12, 4:11 en 4:16. Artikel 1:3 Indiening aanvraag (vervallen)

Artikel 1:4 Voorschriften en beperkingen 1. Aan een vergunning of ontheffing kunnen voorschriften en beperkingen worden verbonden. Deze voorschriften en beperkingen strekken slechts tot bescherming van het belang of de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is vereist. 2. Degene aan wie een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen na te komen. Artikel 1:5 Persoonlijk karakter van een vergunning of ontheffing Elke vergunning of ontheffing is persoonsgebonden, tenzij bij of krachtens deze verordening anders is bepaald of de aard van de vergunning zich daartegen verzet. Artikel 1:6 Intrekking of wijziging van vergunning of ontheffing De vergunning of ontheffing kan worden ingetrokken of gewijzigd: a. indien ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt; b. indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten opgetreden na het verlenen van de vergunning of ontheffing, intrekking of wijziging noodzakelijk is vanwege het belang of de belangen ter bescherming waarvan de vergunning of ontheffing is vereist; c. indien de aan de vergunning of ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen; d. indien van de vergunning of ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarin gestelde termijn dan wel, bij het ontbreken van een gestelde termijn, binnen een redelijke termijn; e. indien de houder of zijn rechtverkrijgende dit verzoekt. Artikel 1:7 Termijnen De vergunning of ontheffing geldt voor onbepaalde tijd, tenzij bij de vergunning of ontheffing anders is bepaald of de aard van de vergunning of ontheffing zich daartegen verzet. Artikel 1:8 Weigeringsgronden 1. De vergunning of ontheffing kan door het bevoegde bestuursorgaan worden geweigerd in het belang van: a. de openbare orde; b. de openbare veiligheid; c. de volksgezondheid; d. de bescherming van het milieu. 2. Een vergunning of ontheffing kan ook worden geweigerd als de aanvraag daarvoor minder dan 3 weken voor de beoogde datum van de beoogde activiteit is ingediend en daardoor een behoorlijke behandeling van de aanvraag niet mogelijk is.

HOOFDSTUK 2 OPENBARE ORDE AFDELING 1 BESTRIJDING VAN ONGEREGELDHEDEN Artikel 2:1A Samenscholing en ongeregeldheden 1. Het is verboden op een openbare plaats deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot ongeregeldheden. 2. Degene die op een openbare plaats a. aanwezig is bij een voorval waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; b. aanwezig is bij een gebeurtenis die aanleiding geeft tot toeloop van publiek waardoor ongeregeldheden ontstaan of dreigen te ontstaan; of c. zich bevindt in of aanwezig is bij een samenscholing; is verplicht op bevel van een ambtenaar van politie zijn weg te vervolgen of zich in de door hem aangewezen richting te verwijderen. 3. Het is verboden zich te begeven naar of te bevinden op openbare plaatsen die door of vanwege de burgemeester in het belang van de openbare veiligheid of ter voorkoming van ongeregeldheden zijn afgezet. 4. De burgemeester kan ontheffing verlenen van het in het derde lid gestelde verbod. 5. Het bepaalde in de voorgaande leden is niet van toepassing op betogingen, vergaderingen en godsdienstige en levensbeschouwelijke samenkomsten als bedoeld in de Wet openbare manifestaties. 6. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:1B Onbeheerd achterlaten van motorvoertuigen 1. De burgemeester kan in het kader van het voorkomen van terreuraanslagen gebieden aanwijzen waarbinnen het verboden is om een motorvoertuig langer dan 5 minuten onbeheerd achter te laten. 2. Het is verboden een motorvoertuig langer dan 5 minuten onbeheerd achter te laten in een door de burgemeester aangewezen gebied. Artikel 2:1C Verstoring van de openbare orde en dergelijke 1. Onverminderd het bepaalde in artikel 424, 426bis en 431 van het Wetboek van Strafrecht is het verboden op of aan de weg of in een voor het publiek toegankelijk gebouw op enigerlei wijze de orde te verstoren, zich hinderlijk te gedragen, personen lastig te vallen, te vechten, deel te nemen aan een samenscholing, onnodig op te dringen of door uitdagend gedrag aanleiding te geven tot wanordelijkheden. 2. Het is verboden om in het geval van wanordelijkheden of indien er ernstig gevaar voor het ontstaan daarvan dreigt, op de in het eerste lid genoemde plaatsen een voorwerp of stof, kennelijk meegebracht om die orde te verstoren, bij zich te hebben. 3. Het is verboden een voorwerp dat ter afzetting of ter afsluiting van een gedeelte van een weg of vanwege het bevoegd gezag is aangebracht, te verplaatsen, te verwijderen of omver te halen. Artikel 2:1D Verblijfsontzegging 1. De burgemeester kan gebieden aanwijzen waar hij aan personen een verblijfsontzegging kan opleggen.

2. De burgemeester gaat alleen over tot aanwijzing van een gebied indien naar zijn oordeel sprake is van ernstige verstoring van de openbare orde dan wel een dreiging van ernstige verstoring van de openbare orde. 3. De burgemeester kan een verblijfsontzegging opleggen aan personen die in het aangewezen gebied de openbare orde verstoren dan wel dreigen te verstoren door: a. te handelen in strijd met het bepaalde in de artikelen uit hoofdstuk 2, afdeling 1; b. het bezit, de handel of het gebruik van de in de Opiumwet verboden middelen; c. het bezit van wapens, messen en andere voorwerpen die als steek- of slagwapen kunnen worden gebruikt; d. diefstal, inbraak, heling, vernieling of andere vermogensdelicten; e. geweldpleging of bedreiging. 4. De burgemeester bepaalt in de verblijfsontzegging de termijn waarvoor deze geldt. 5. Een verblijfsontzegging kan niet worden opgelegd aan personen die blijkens de Basisregistratie Personen in het aangewezen gebied wonen of in het aangewezen gebied werken. 6. Indien personen geen vaste werkplek hebben, wordt de statutaire vestigingsplaats van het bedrijf gezien als werkplek. 7. De burgemeester kan, indien de belanghebbende een aantoonbaar belang heeft om zich binnen het aangewezen gebied te begeven, de verblijfsontzegging naar tijd en plaats beperken. 8. Het is verboden zich te gedragen in strijd met een door de burgemeester opgelegde verblijfsontzegging. Artikel 2:1E Gebruik lasers 1. Het is verboden of aan de weg of op een openbare plaats zodanig met laserlicht te schijnen dat daardoor de openbare orde wordt verstoord of overlast wordt veroorzaakt. 2. Het is verboden op een openbare plaats, die deel uitmaakt van een door het college aangewezen gebied, lasers, laserpennen of dergelijke apparatuur in bezit te hebben of met zich mee te voeren, anders dan voor professioneel gebruik. Artikel 2:1F Verbod op gebruik wensballonnen 1. Het is verboden zogenoemde wens- of ufoballonnen door middel van hete lucht afkomstig van vuur op te laten stijgen. 2. Onder een wens- of ufoballon wordt mede verstaan: herdenkingsballon, vuurballon, gelukslampion, Thaise wensballon, papierballon, geluksballon, etc. Artikel 2:1G Het aanbieden van taxidiensten 1. De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, locaties of gebieden aanwijzen waar het verboden is om taxidiensten, dan wel door hem te bepalen categorieën van taxidiensten aan te bieden op openbare, in de openlucht gelegen plaatsen of in openbaar toegankelijke gebouwen. 2. De aanwijzing, bedoeld in het eerste lid, als ook de invulling daarvan, wordt periodiek geëvalueerd op de noodzaak daarvan. AFDELING 2 BETOGING Artikel 2:2 Optochten [gereserveerd]

Artikel 2:3 Kennisgeving betogingen op openbare plaatsen 1. Degene die het voornemen heeft op een openbare plaats een betoging te houden, geeft daarvan vóór de openbare aankondiging en ten minste 96 uur voordat de betoging wordt gehouden, schriftelijk kennis aan de burgemeester. 2. De kennisgeving bevat: a. naam en adres van degene die de betoging houdt; b. het doel van de betoging; c. de datum waarop de betoging wordt gehouden en het tijdstip van aanvang en beëindiging; d. de plaats en, voor zover van toepassing, de route en de plaats van beëindiging; e. voor zover van toepassing, de wijze van samenstelling; f. maatregelen die degene die de betoging houdt zal treffen om een regelmatig verloopt te bevorderen. 3. Degene die de kennisgeving doet, ontvangt daarvan een bewijs waarin het tijdstip van de kennisgeving is vermeld. 4. Indien het tijdstip van de schriftelijke kennisgeving valt op een vrijdag na 12.00 uur, een zaterdag, een zondag of een algemeen erkende feestdag, wordt de kennisgeving gedaan uiterlijk op de werkdag die aan de dag van dat tijdstip voorafgaat vóór 12.00 uur. 5. De burgemeester kan in bijzondere omstandigheden de in het eerste lid genoemde termijn verkorten en een mondelinge kennisgeving in behandeling nemen. Artikel 2:4 Afwijking termijn (vervallen; opgenomen in artikel 2:3) Artikel 2:5 Te verstrekken gegevens (vervallen; opgenomen in artikel 2:3) AFDELING 3 VERSPREIDEN VAN GEDRUKTE STUKKEN Artikel 2:6 Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen 1. Het is verboden gedrukte of geschreven stukken dan wel afbeeldingen onder publiek te verspreiden dan wel openlijk aan te bieden op door het college aangewezen openbare plaatsen. 2. Het college kan de werking van het verbod beperken tot bepaalde dagen en uren. 3. Het verbod is niet van toepassing op het huis-aan-huis verspreiden of het aan huis bezorgen van gedrukte of geschreven stukken en afbeeldingen. 4. Het college kan ontheffing verlenen van het verbod. 5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. AFDELING 4 VERTONINGEN E.D. OP DE WEG Artikel 2:7 Feest, muziek en wedstrijd e.d. [gereserveerd] Artikel 2:8 Dienstverlening

[gereserveerd] Artikel 2:9 Straatartiest e.d. (vervallen) AFDELING 5 BRUIKBAARHEID EN AANZIEN VAN DE WEG OF OPENBARE PLAATS Artikel 2:10 Voorwerpen op of aan een openbare plaats 1. Het is verboden zonder vergunning van het bevoegde bestuursorgaan een openbare plaats anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan. 2. Het bevoegde bestuursorgaan kan een omgevingsvergunning verlenen voor het in het eerste lid bedoelde gebruik, voor zover dit een activiteit betreft als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder j of onder k, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 kan de (omgevings)vergunning worden geweigerd: a. indien het beoogde gebruik schade toebrengt of kan toebrengen aan de openbare plaats, gevaar oplevert of kan opleveren voor de bruikbaarheid van de openbare plaats of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering vormt of kan vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de openbare plaats; b. indien het beoogde gebruik hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet voldoet aan redelijke eisen van welstand; c. in het belang van de voorkoming of beperking van overlast voor gebruikers van de in de nabijheid gelegen onroerende zaak. 4. Het college kan nadere regels stellen ten aanzien van voorwerpen waarvoor het verbod niet geldt. 5. Het verbod is niet van toepassing op gevallen waarin krachtens een wettelijke regeling een vergunning of ontheffing voor het gebruik van de openbare plaats is verleend. 6. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatwerken, artikel 5 van de Wegenverkeerswet 1994 of de provinciale wegenverordening. 7. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 2:11 (Omgevings)vergunning voor het aanleggen, beschadigen en veranderen van een weg 1. Het is verboden om zonder vergunning een weg aan te leggen, de verharding daarvan op te breken, in een weg te graven of te spitten, aard of breedte van de wegverharding te veranderen of anderszins verandering te brengen in de wijze van aanleg van een weg. 2. De vergunning wordt verleend: a. als omgevingsvergunning door het bevoegd gezag, indien de activiteiten zijn verboden bij een bestemmingsplan; b. door het college in overige gevallen. 3. Het verbod is niet van toepassing indien in opdracht van een bestuursorgaan of openbaar lichaam publieke taken worden verricht. 4. Het verbod is voorts niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht, de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de provinciale wegenverordening, de Waterschapskeur, de Telecommunicatiewet of de daarop gebaseerde Telecommunicatieverordening.

5. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. Artikel 2:12 Maken, veranderen van een uitweg 1. Het is verboden zonder omgevingsvergunning van het college: a. een uitweg te maken naar de weg; b. verandering te brengen in een bestaande uitweg naar de weg. 2. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, eerste lid, wordt de vergunning slechts geweigerd: a. indien daardoor het verkeer op de weg in gevaar kan worden gebracht; b. indien een veilig en doelmatig gebruik van de weg in het geding kan komen; c. indien dat zonder noodzaak ten koste gaat van een openbare parkeerplaats; d. indien zonder noodzaak het openbaar groen daardoor op onaanvaardbare wijze wordt aangetast; e. indien er sprake is van een uitweg van een perceel dat al door een andere uitweg wordt ontsloten, en de aanleg van deze tweede uitweg ten koste gaat van een openbare parkeerplaats of het openbaar groen. 3. Het verbod is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Wet beheer Rijkswaterstaatswerken, de Waterschapskeur of de provinciale wegenverordening. 4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) van toepassing. AFDELING 6 VEILIGHEID OP DE WEG Artikel 2:13 Veroorzaken van gladheid [gereserveerd] Artikel 2:14 Winkelwagentjes (vervallen) Artikel 2:15 Hinderlijke beplanting of gevaarlijk voorwerp Het is verboden beplanting of een voorwerp aan te brengen of te hebben op zodanige wijze dat aan het wegverkeer het vrije uitzicht wordt belemmerd of dat er op andere wijze voor het wegverkeer hinder of gevaar ontstaat. Artikel 2:16 Openen straatkolken e.d. Het is aan degene die daartoe niet bevoegd is verboden een straatkolk, rioolput, brandkraan of een andere afsluiting die behoort tot een openbare nutsvoorziening, te openen, onzichtbaar te maken of af te dekken. Artikel 2:17 Kelderingangen e.d. (vervallen) Artikel 2:18 Rookverbod in bossen en natuurterreinen

1. Het is verboden te roken in bossen en natuurterreinen of binnen een afstand van dertig meter daarvan gedurende een door het college aangewezen periode. 2. Het is verboden in bossen en natuurterreinen of binnen een afstand van honderd meter daarvan, voor zover het de openlucht betreft, brandende of smeulende voorwerpen te laten vallen, weg te werpen of te laten liggen. 3. De verboden zijn niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 429, aanhef en onder 3, van het Wetboek van Strafrecht. 4. Het in het eerste lid gestelde verbod is voorts niet van toepassing voor zover het roken plaatsvindt in gebouwen en aangrenzende erven. Artikel 2:19 Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp Het is verboden een elektriciteitssnoer/kabel voor het opladen van elektrische auto s, aanhangwagens en/of andere (vakantie)voer- of vaartuigen boven, op of naast de weg te leggen. Artikel 2:20 Vallende voorwerpen [gereserveerd] Artikel 2:21 Voorzieningen voor verkeer en verlichting 1. De rechthebbende op een bouwwerk is verplicht toe te laten dat op of aan dat bouwwerk voorwerpen, borden of voorzieningen ten behoeve van het verkeer of de openbare verlichting worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd. 2. Het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door de Waterstaatswet 1900, de Onteigeningswet of de Belemmeringenwet Privaatrecht. Artikel 2:22 Objecten onder hoogspanningslijn 1. Het is verboden binnen een afstand van zes meter aan weerszijden van voor stroomgeleiding bestemde draden van bovengrondse hoogspanningslijnen voorwerpen, opgaand houtgewas of andere objecten, die niet zijn aan te merken als bouwwerken, hoger dan twee meter te plaatsen of te hebben. 2. Het college kan van het verbod ontheffing verlenen indien de elektrische spanning van de bovengrondse hoogspanningslijn dat toelaat. 3. Het verbod is niet van toepassing op objecten die deel uitmaken van de hoogspanningslijn. 4. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:23A Veiligheid op het ijs 1. Het is verboden: a. voor het publiek toegankelijke ijsvlakten te beschadigen, te verontreinigen, te versperren of het verkeer daarop op enige andere wijze te belemmeren of in gevaar te brengen; b. bakens of andere voorwerpen ten behoeve van de veiligheid geplaatst op de onder a bedoelde ijsvlakten te verplaatsen, weg te nemen, te beschadigen of op enige andere wijze het gebruik daarvan te verijdelen of te belemmeren. 2. Het verbod geldt niet voor zover in het daarin geregelde onderwerp wordt voorzien door het Wetboek van Strafrecht of de provinciale vaarwegenverordening

Artikel 2:23B Verontreiniging van de weg 1. Indien bij het laden of lossen of vervoeren van stoffen of voorwerpen dan wel bij andere werkzaamheden of een calamiteit een openbare plaats wordt verontreinigd, is degene die genoemde werkzaamheden verricht of anderszins verantwoordelijk is voor de stoffen of voorwerpen die de verontreiniging veroorzaken, alsmede indien dezen in opdracht handelen hun opdrachtgever verplicht: a. indien de verontreiniging gevaar voor de veiligheid van het verkeer of voor beschadiging van het wegdek oplevert dan wel hinder veroorzaakt, de weg terstond na het ontstaan van de verontreiniging te reinigen of te doen reinigen; b. indien de verontreiniging geen (direct) gevaar voor de veiligheid van het verkeer of voor beschadiging van het wegdek oplevert, de weg terstond na het beëindigen van de werkzaamheden of, indien deze langer dan een dag duren, elke dag terstond na beëindiging van de werkzaamheden op die dag te reinigen of te doen reinigen. 2. Het in het eerste lid gestelde geldt niet voor zover de Wet beheer rijkswaterstaatwerken of de provinciale wegenverordening van toepassing is. AFDELING 7 EVENEMENTEN Artikel 2:24 Begripsbepalingen 1. In deze afdeling wordt onder evenement verstaan elke voor publiek toegankelijke verrichting van vermaak al dan niet tegen betaling, met uitzondering van: a. bioscoopvoorstellingen; b. markten als bedoeld in artikel 160, eerste lid, onder h, van de Gemeentewet; c. kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen; d. het in een inrichting in de zin van de Drank- en Horecawet gelegenheid geven tot dansen; e. betogingen, samenkomsten en vergaderingen als bedoeld in de Wet openbare manifestaties; f. activiteiten als bedoeld in artikel 2:9 en 2:39 van deze verordening. 2. Onder evenement wordt mede verstaan: a. een herdenkingsplechtigheid; b. een braderie of snuffelmarkt; c. een optocht, niet zijnde een betoging als bedoeld in artikel 2:3, op de weg; d. het maken van filmopnamen. Artikel 2:25 Evenementen 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester een evenement te organiseren. 2. Geen vergunning is vereist voor een eendaags evenement, indien: a. het evenement op één locatie in de openlucht plaatsvindt; b. het aantal gelijktijdig aanwezigen niet meer bedraagt dan 300 personen (deelnemers, publiek en personeel); c. het evenement plaatsvindt op: 1º. maandag tot en met zaterdag tussen 07.00 en 01.00 uur (de volgende dag); 2º. op zondag tussen 13.00 en 01.00 uur (de volgende dag); d. geen muziek ten gehore wordt gebracht voor 07.00 uur of na 23.00 uur; e. het geluidsniveau van de muziek als bedoeld in sub d tussen 07.00 uur en 23.00 uur voldoet aan de eisen van artikel 4:6, tweede lid; f. het evenement niet plaatsvindt op de rijbaan, (brom)fietspad of parkeerplaats of anderszins een belemmering vormt voor het verkeer en de hulpdiensten;

g. niet meer dan 5 kleine objecten worden geplaatst met een oppervlakte van minder dan 10 m² per object; h. er een aanspreekpunt ten tijde van het evenement aanwezig is die vooraf bekend gemaakt is bij de gemeente; i. de organisator uiterlijk 14 dagen voorafgaand aan het evenement daarvan melding heeft gedaan aan de burgemeester. 3. De burgemeester kan uiterlijk 48 uur voordat een meldingsplichtig evenement plaatsvindt besluiten om beperkingen op te leggen aan het organiseren van een evenement of het evenement verbieden, indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid, de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt. 4. Er is geen gebruiksvergunning krachtens de geldende brandbeveiligingsverordening nodig wanneer een evenementenvergunning conform deze verordening is verleend. 5. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid, wordt de aanvraag voor een middelgrote en grote evenementenvergunning uiterlijk twaalf weken voor de datum van aanvang van het evenement ingediend. 6. In afwijking van het bepaalde in artikel 1:8, tweede lid, wordt aanvraag voor een kleine evenementenvergunning uiterlijk acht weken voor de datum van aanvang van het evenement ingediend. 7. De burgemeester kan in verband met de voorbereidingstijd van de aanvraag afwijken van de genoemde termijnen het vijfde en zesde lid of voor bijzondere, periodiek terugkerende evenementen afzonderlijk bepalen op welk tijdstip de aanvraag uiterlijk moet worden ingediend. 8. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:25A Evenementen in gebouwen 1. Het is verboden zonder vergunning van de burgemeester in een gebouw of vaartuig een voor het publiek toegankelijk evenement te houden of te laten houden. 2. Het verbod geldt niet voor: a. manifestaties in de zin van de Wet openbare manifestaties; b. het houden van evenementen in gebouwen overeenkomstig de bestemming van dat gebouw; c. sportwedstrijden, met uitzondering van vechtsportwedstrijden of -gala's; d. activiteiten in (horeca)bedrijven die in de uitoefening van het bedrijf gebruikelijk zijn; e. het houden van snuffelmarkten in ruimten die uitsluitend dan wel nagenoeg geheel en voortdurend in gebruik zijn als winkel in de zin van de Winkeltijdenwet. 3. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning als: a. de organisator van een vechtsportwedstrijd of -gala van slecht levensgedrag is; b. het evenement gevaar kan opleveren voor de brandveiligheid of wanordelijkheden kunnen ontstaan; c. een onevenredig groot aantal bezoekers te verwachten is; d. het evenement zich niet verdraagt met het karakter of de bestemming van de plaats waar het wordt gehouden. 4. Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing. Artikel 2:26 Ordeverstoring Het is verboden bij een evenement de orde te verstoren. AFDELING 8 TOEZICHT OP OPENBARE INRICHTINGEN EN TERRASSEN

Artikel 2:27 Begripsbepalingen In deze afdeling wordt verstaan onder: - horecabedrijf: horecabedrijf als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet; - openbare inrichting: 1. een hotel, restaurant, pension, café, cafetaria, snackbar, discotheek, buurthuis of clubhuis; 2. elke andere voor het publiek toegankelijke, besloten ruimte waarin bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was logies wordt verstrekt of dranken worden geschonken of rookwaren of spijzen voor directe consumptie worden verstrekt of bereid; - paracommerciële rechtspersoon: paracommerciële rechtspersoon als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drank- en Horecawet; - terras: een buiten de besloten ruimte van de openbare inrichting in de openlucht liggend deel daarvan waar sta- of zitgelegenheid kan worden geboden en waar tegen vergoeding dranken kunnen worden geschonken of spijzen voor directe consumptie kunnen worden bereid of verstrekt. Artikel 2:28A Exploitatie openbare inrichting 1. Het is verboden een openbare inrichting te exploiteren zonder vergunning van de burgemeester. 2. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert de burgemeester de vergunning indien: a. de exploitatie van de openbare inrichting in strijd is met een geldend bestemmingsplan; b. de exploitant of beheerder van slecht levensgedrag is; c. naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de woon- of leefsituatie in de omgeving van de openbare inrichting of de openbare orde op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed. Hierbij houdt de burgemeester rekening met het karakter van de straat en de wijk waarin de openbare inrichting geëxploiteerd zal worden, de aard van het horecabedrijf en de spanning waaraan het woonmilieu ter plaatse reeds blootstaat of bloot zal komen te staan door de exploitatie. 3. De burgemeester kan de vergunning weigeren in het geval en onder de voorwaarden, bedoeld in artikel 3 van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur. 4. Geen vergunning is vereist voor een openbare inrichting: a. in een winkel als bedoeld in artikel 1 van de Winkeltijdenwet voor zover: 1º. de activiteiten van de openbare inrichting ondergeschikt zijn aan de winkelactiviteit; 2º. de openbare inrichting maximaal 20% van het totale overdekte en omsloten brutovloeroppervlak bedraagt met een maximum van 150 m² winkelvloeroppervlak of 200 m² brutovloeroppervlak; 3º. voor de openbare inrichting dezelfde sluitingstijden gelden als voor de winkel; 4º. de openbare inrichting tijdens openingsuren van de winkel openbaar toegankelijk is; 5º. de toegang tot de openbare inrichting uitsluitend via de hoofdingang van de hoofdactiviteit te bereiken is; b. in een zorginstelling, uitvaartcentrum of ziekenhuis; c. in een museum of bibliotheek; d. een bedrijfskantine of -restaurant; e. waarvoor tevens op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet een vergunning is vereist; f. bij sportverenigingen en instellingen belast met het beheer van buurt- en clubhuizen; g. op de luchtzijde (airside) van Luchthaven Schiphol. 5. Onverminderd het bepaalde in artikel 1:7 kan de burgemeester de vergunning voor bepaalde tijd verlenen, indien naar zijn oordeel moet worden aangenomen dat de openbare orde in het geding is.