ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553

Vergelijkbare documenten
ECLI:NL:RBOVE:2014:1265

ECLI:NL:RBOVE:2014:3241

ECLI:NL:RBROT:2005:AU0239

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9752

ECLI:NL:RBROT:2017:886

ECLI:NL:RBGEL:2017:1643

ECLI:NL:RBARN:2010:BM1303

ECLI:NL:RBAMS:2017:2065

ECLI:NL:RBARN:2010:BN9753

Zoekresultaat inzien document. ECLI:NL:RBROT:2012:BX5563 Permanente link: Uitspraak

ECLI:NL:RBAMS:2017:5985

ECLI:NL:RBUTR:2007:AZ6321

ECLI:NL:RBLEE:2009:BH2079

ECLI:NL:RBALM:2010:BN8235

ECLI:NL:RBALM:2011:BU1896

ECLI:NL:RBAMS:2017:1537

ECLI:NL:RBROT:2015:7740

ECLI:NL:RBMID:2008:BE0039

ECLI:NL:RBUTR:2009:BI6799

ECLI:NL:RBROT:2007:BB1240

ECLI:NL:RBLIM:2017:4418

ECLI:NL:RBROT:2016:665

ECLI:NL:RBASS:2006:AY8841

Vonnis in kort geding in de zaak met zaaknummer / rolnummer: / KG ZA van

ECLI:NL:RBOVE:2016:286

ECLI:NL:RBAMS:2016:1678

ECLI:NL:RBHAA:2010:BN9920

ECLI:NL:RBLIM:2017:8199

ECLI:NL:RBAMS:2015:5812

ECLI:NL:GHSHE:2016:2505

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBGEL:2017:2434

ECLI:NL:RBLIM:2017:3845


ECLI:NL:RBARN:2007:BB1598

ECLI:NL:RBOVE:2014:2411

ECLI:NL:RBMID:2007:BB8676

ECLI:NL:RBOVE:2014:5435

ECLI:NL:RBALK:2012:BV0727

ECLI:NL:RBSGR:2011:BP8136

ECLI:NL:RBROT:2009:BJ2053

ECLI:NL:RBLEE:2009:BJ8522

vonnis RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE Sector civiel recht zaaknummer / rolnummer: / KG ZA Vonnis in kort geding van 29 maart 2010 in de zaak van

LJN: BV6124,Voorzieningenrechter Rechtbank Arnhem, Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBHAA:2009:BI7758

ECLI:NL:RBROT:2017:5469

ECLI:NL:RBSGR:2007:BA9024

ECLI:NL:OGEAA:2016:286

ECLI:NL:GHDHA:2014:3834

ECLI:NL:RBUTR:2003:AN8905

ECLI:NL:RBAMS:2011:BS8906

ECLI:NL:RBROT:2012:BY8333

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA


ECLI:NL:RBMNE:2015:5675

zaaknummer rechtbank Amsterdam : C/13/ KG ZA arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 22 juli 2014

ECLI:NL:RBOVE:2017:2573

ECLI:NL:RBROT:2008:BG2357

Vonnis in kort geding van 2 februari 2007, bij vervroeging,

ECLI:NL:RBROT:2009:BI9844

ECLI:NL:RBROT:2015:8694


ECLI:NL:RBROT:2015:4468

Rechtspraak.nl - Print uitspraak

ECLI:NL:RBROT:2013:8793

ECLI:NL:RBARN:2005:AT7137

ECLI:NL:RBGEL:2017:2637

ECLI:NL:RBHAA:2006:AX8776

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

ECLI:NL:RBMID:2008:BD3414

ECLI:NL:RBNHO:2013:9371

ECLI:NL:RBUTR:2007:BA4351

ECLI:NL:RBROT:2010:BN3221

ECLI:NL:GHAMS:2010:932 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer

ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6219

zaaknummer / rolnummer: / KG ZA

vonnis in kort geding ex artikel 254 lid 5 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van de kantonrechter, zitting houdende te Rotterdam,

zaaknummer / rolnummer: C/09/ / KG ZA

ECLI:NL:RBAMS:2016:199

ECLI:NL:GHAMS:2016:4193 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBROT:2016:3340

ECLI:NL:RBDHA:2017:4885

LJN: BN3986, Rechtbank Zutphen, / KG ZA Datum uitspraak: Datum publicatie:

ECLI:NL:RBOVE:2017:2151

ECLI:NL:RBMNE:2017:1813

ECLI:NL:RBMID:2009:BK9164

ECLI:NL:RBSGR:2005:AT3886

ECLI:NL:RBARN:2011:BU7634

ECLI:NL:RBMID:2011:BR4744

ECLI:NL:RBSGR:2011:BT8221

ECLI:NL:RBZLY:2011:BV2289

ECLI:NL:GHAMS:2016:5140 Gerechtshof Amsterdam Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer /01

ECLI:NL:RBOVE:2016:593

ECLI:NL:RBROT:2017:3565

[eiser] - gedaagde DomJur Rechtbank Haarlem, sector civiel Zaak-/rolnummer: / KG ZA Datum: 19 december 2005

ECLI:NL:RBDHA:2016:14100

Uitspraak. Bijzondere kenmerken Hoger beroep kort geding Inhoudsindicatie Kort geding. Spoedeisend belang. Overeenkomst tot stand gekomen?

ECLI:NL:RBROT:2015:5262

ECLI:NL:GHARL:2015:350

EJEA ECLI:NL:RBMNE:2016:3152 Rechtbank Midden-Nederland Datum uitspraak Datum publicatie Zaaknummer414169/KG ZA

Transcriptie:

ECLI:NL:RBROT:2010:BL3553 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum uitspraak 04-02-2010 Datum publicatie 11-02-2010 Zaaknummer 345753/KG ZA 09-1372 Rechtsgebieden Bijzondere kenmerken Inhoudsindicatie Civiel recht Kort geding Vordering strekt materieel bezien tot betaling van een geldsom. Criteria voor geldvordering in kort geding van toepassing. Vordering wordt afgewezen bij gebreke aan spoedeisend belang Vindplaatsen Rechtspraak.nl Uitspraak RECHTBANK ROTTERDAM Sector civiel recht Zaak-/rolnummer: 345753/KG ZA 09-1372 Uitspraak: 4 februari 2010 VONNIS in kort geding in de zaak van: de vennootschap onder firma V.O.F. Ontwikkelingscombinatie Ridex, gevestigd te Barendrecht, eiseres, advocaat mr. C. Almeida, - tegen - de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid [gedaagde], gevestigd te Ridderkerk, gedaagde, advocaat mr. D.M. Uithol. Partijen worden hierna aangeduid als Ridex respectievelijk [gedaagde].

1 Het verloop van het geding De voorzieningenrechter heeft kennis genomen van de volgende stukken: - dagvaarding d.d. 12 januari 2010; - pleitnotities en producties van mr. Almeida; - pleitnotities en producties van mr. Uithol. De raadslieden van partijen hebben de respectieve standpunten toegelicht ter zitting van 20 januari 2010. 2 De feiten Als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende bestreden alsmede op grond van de inhoud van de door partijen overgelegde producties, kan in dit kort geding van de volgende feiten worden uitgegaan 2.1 Op 1 september 2008 heeft [gedaagde] van Ridex het bedrijfspand [adres unit 1] (unit 1) gekocht voor een bedrag van 352.500,-- (exclusief btw). De koopovereen-komst luidt voor zover thans van belang: ( ) De voor de overdracht vereiste akte van levering zal worden verleden ( ) uiterlijk op 1 oktober 2008, of zoveel eerder of later als partijen in onderling overleg nader zullen over-eenkomen. ( ) Artikel 3 1. De betaling van de koopsom en kosten, rechten en belastingen vindt uitsluitend plaats via het kantoor en op een bankrekening van de notaris. ( ). 2.2 Daarnaast huurt [gedaagde] met ingang van 1 oktober 2008 van de besloten vennootschap V&S Onroerend Goed IV B.V. de bedrijfsruimte [adres unit 10] (unit 10). 2.3 Ridex en V&S Onroerend Goed IV B.V. zijn gelieerd aan de Vinc Batenburg Groep. 2.4 Voorafgaand aan de oplevering van beide units is een proces-verbaal van opname opge-maakt met betrekking tot unit 1 en unit 10. In dit proces-verbaal is opgenomen welke werk-zaamheden ten aanzien van beide units nog verricht zouden worden. 2.5

Met betrekking tot de onder 2.4 genoemde werkzaamheden zijn partijen overeengekomen dat van de onder 2.1 genoemde koopsom een bedrag van 30.000,-- op de derdengeldreke-ning van notaris mr. Th.A.M. Jansen te Ridderkerk zou blijven staan. Het faxbericht van Ridex aan [gedaagde] d.d. 30 september 2008 luidt voor zover thans van belang: ( ) Wij gaan éénmalig akkoord met het uitstel van het notarieel transport van het bedrijfspand tot en met uiterlijk vrijdag 3 oktober aanstaande. Aanvullend bevestigen wij u het volgen-de: Een bedrag van 30.000,- (excl. Omzetbelasting) zal achterblijven op de derdereke-ning van de notaris. Dit bedrag vertegenwoordigt de waarde van de nog door ons uit te voeren werkzaamheden ten behoeve van de oplevering van het object zoals vastge-legd in het proces-verbaal van opname opgemaakt door uw adviseur Program Bouw-advies B.V. d.d. 18 september 2008 ( ). Uiterlijk 15 oktober aanstaande zullen de werkzaamheden ten aanzien van de ople-verpunten door onze aannemer Poelbouw zijn uitgevoerd; ( ). 2.6 De levering van unit 1 heeft plaatsgevonden op 3 oktober 2008. 3 Het geschil 3.1 Ridex vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, a) veroordeling van [gedaagde] om mee te werken aan het vrijstellen van het depotbedrag van 30.000,-- (zie 2.5), zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom. b) dat het in deze te wijzen vonnis dezelfde kracht krijgt als een in wettige vorm opgemaak-te akte van [gedaagde] tot vrijstelling van het depotbedrag, dan wel dat een door de voor-zieningenrechter aan te wijzen vertegenwoordiger de handeling zal verrichten die nodig is voor het vrijstellen van het depotbedrag, dan wel dat indien voor de uitkering van het depot [gedaagde] gehouden is om gezamenlijk met Ridex een akte op te maken, het in deze te wijzen vonnis in plaats treedt van die akte of een deel daarvan, een en ander met veroorde-ling van [gedaagde] in de proceskosten. 3.2 Ridex stelt hiertoe dat partijen zijn overeengekomen dat de in het proces-verbaal van opna-me genoemde werkzaamheden (zie 2.4) in opdracht van Ridex zouden worden uitgevoerd, maar voor rekening en risico van [gedaagde]. Voornoemde werkzaamheden zijn uitgevoerd door Poelbouw B.V. De kosten voor deze werkzaamheden zijn door Ridex aan Poelbouw B.V. betaald. Ridex heeft derhalve recht op uitkering van het depotbedrag. [gedaagde] wei-gert echter de notaris te instrueren om het depotbedrag aan Ridex uit te keren. Indien voor-noemde werkzaamheden niet naar behoren zijn verricht, moet [gedaagde] zich wenden tot Poelbouw B.V. Ridex was slechts gehouden tot juridische levering van unit 1. 3.3 [gedaagde] concludeert tot afwijzing van de vorderingen van Ridex. Zij stelt hiertoe dat partijen hebben afgesproken dat het depotbedrag van 30.000,-- aan Ridex zal worden uit-gekeerd, zodra alle afbouwwerkzaamheden en gebreken, voor rekening en risico van Ridex, zijn hersteld. Deze werkzaamheden zijn echter niet tijdig en naar behoren uitgevoerd. Unit 1 voldoet thans nog steeds

niet aan de koopovereenkomst, zodat [gedaagde] niet gehouden mee te werken aan vrijstelling van het depotbedrag. 3.4 Voor zover nodig zal op hetgeen partijen overigens over en weer hebben aangevoerd bij de beoordeling worden ingegaan. 4 De beoordeling 4.1 Ridex vordert -kort gezegd- veroordeling van [gedaagde] om mee te werken aan het vrij-stellen van het depotbedrag van 30.000,-- (zie 2.5). Materieel bezien strekt deze vordering tot toewijzing van een geldvordering. Een geldvordering kan voor toewijzing in kort geding in aanmerking komen, indien die vordering voldoende aannemelijk is. Voorts geldt dat te-rughoudendheid geboden is, mede met het oog op het restitutierisico, en dat dienaangaande naar behoren feiten en omstandigheden moeten worden aangewezen die meebrengen dat een zodanige voorziening uit hoofde van onverwijlde spoed geboden is. Het spoedeisend belang is een noodzakelijk en apart te toetsen vereiste, ook indien een vordering niet strekt tot beta-ling van een geldsom. De voorzieningenrechter is van oordeel dat Ridex onvoldoende heeft gesteld om tot het oor-deel te kunnen leiden dat van spoedeisendheid in de zojuist bedoelde zin sprake is. Ridex heeft immers niet meer gesteld dan dat van haar niet verlangd kan worden dat zij nog langer wacht totdat zij betaling van de gehele koopsom ontvangt en dat van haar niet verlangd kan worden dat zij de door [gedaagde] reeds in december 2008 aangekondigde maar tot op he-den nog immer niet aanhangig gemaakte bodemprocedure afwacht. Hiermee heeft Ridex onvoldoende concrete feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan beoordeeld kan worden of Ridex voldoende spoedeisend belang bij haar vordering heeft. Voorshands valt niet in te zien waarom Ridex een bodemprocedure van [gedaagde] moet afwachten. Ridex zou, en had, immers ook zelf een bodemprocedure jegens [gedaagde] aanhangig kunnen maken. 4.3 Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen, bij gebreke van een spoedeisend belang, wor-den afgewezen. De overige stellingen van partijen behoeven derhalve geen bespreking. 4.4 Ridex zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten. 5 De beslissing De voorzieningenrechter, wijst de vorderingen af; veroordeelt Ridex in de kosten van dit kort geding, tot aan deze uitspraak aan de zijde van

[gedaagde] bepaald op 262,-- aan verschotten en op 816,-- aan salaris voor de advocaat; verklaart dit vonnis voor wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is gewezen door mr. P. de Bruin, voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van mr. L.A. Bosch, griffier. Uitgesproken in het openbaar. 2083/2009