Reglement Werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven Datum: 20/01/2017

Vergelijkbare documenten
Bijlage 1 Toelating voor het uitvoeren van handelingen. Toelating voor het uitvoeren van specifieke handelingen of werken

Reglement Werken door opdrachtnemers aan de

Reglement Werken door opdrachtnemers aan de KU Leuven VERSIE 02 Datum: 27/06/2016

Reglement Werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven Datum: 20/01/2017 Layout B

Reglement veiligheidsregels voor derden.

Circulaire BRANDPREVENTIE

Volledige golfterrein (huidig 9-holes)

Circulaire BRANDPREVENTIE

Formulier Brandgevaarlijke werkzaamheden

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

-2- Noem voorbeelden van orde en netheid (good housekeeping). -2- Bij welke werkzaamheden kan een aanvullende werkvergunning nodig zijn?

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof

Introductie uitzendkrachten

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET ICT-LOKAAL VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

Veiligheidsinstructies voor werknemers van derden

CHECKLIST Brandpreventie

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

Tijdens elke activiteit een hoofdverantwoordelijke aanduiden en minstens 1 keer per jaar een evacuatie-oefening houden zijn de belangrijkste taken!

Fiche 9 (Analyse): Artikel 52 van het ARAB

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

EXPLOSIEVEILIGHEIDSDOCUMENT Beoordeling van explosiegevaren door gas en damp van binnen arbeidsplaatsen

Veiligheidsbrochure. EOC Belgium Latex Division II. Gelieve badge en nekkoord steeds zichtbaar te dragen. Alarmnummer EOC

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN LOKALEN IN KUNSTACADEMIE TER BEUKEN

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

Conventionele veiligheid. Regels en richtlijnen in het Instituut voor Radio-elementen voor externe personen

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

EHBO Alle arbeidsongevallen en incidenten onmiddellijk melden, aan de dichtstbijzijnde Plantijn-medewerker, bel het nummer 03/

Richtlijn voor Aannemers

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen.

Conventionele veiligheid

Wat staat er in de Codex over het Welzijn op het Werk over asbest? Luc Neyens Toezicht op het welzijn op het werk

BRANDVEILIGHEID BRANDPREVENTIE -RISICOANALYSE - ALGEMEEN

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

Voorstelling Code Jo De Jonghe Expert, Health & Prevention

BRAND. Algemene informatie over brand

Brandwacht (AV-011) (inclusief: Blussen met kleine blusmiddelen (AV-012)) Versie UCvD

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE

Veiligheidsinstructies voor werknemers van derden

Koninklijk besluit van 28 maart 2014 betreffende de brandpreventie op de arbeidsplaatsen (B.S )

Gebruiksreglement polyvalente zaal Serviceflatcomplex Duinenzichterf

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Basisveiligheid voor technische en facilitair departement

Risicobeheer bij onderhoud in ziekenhuizen. Veilig werken met eigen diensten en derden Ir. Herman Devriese Hoofd Preventie en Milieu

Task Safety Requirements General Requirements NL. Approved by: HSSE Manager

EHBO Alle arbeidsongevallen en incidenten onmiddellijk melden, aan de dichtstbijzijnde Plantijn-medewerker, bel het nummer 03/

Bouwplaatsreglement. Definities:

BHV/Ontruimingsplan Ouderenzorg Anders BEM gemeente Steenbergen

3. Betrokkenen: (specifieke) Verantwoordelijkheden / Bevoegdheden

Datum laatste wijziging: 09 maart 15 Aard laatste wijziging: wijzigingen in blauwe tekst

Inhoudsopgave TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN. HOOFDSTUK I: Welzijnswet werknemers

ABESCO ACTIVITEITEN SITUATIES PREVENTIEMAATREGELEN INSTRUCTIES RISICO'S ALGEMENE RISICO S

Documentnr.: WMD002 Versie: 2.4 Versiedatum: 2015

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET OUDE SCHOOLGEBOUW VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE

Verhuurreglement Gemeentelijke sporthal

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

Inhoudsopgave TITEL I: ALGEMENE BEGINSELEN TITEL II: ORGANISATORISCHE STRUCTUREN. HOOFDSTUK IV: Maatregelen in verband met ernstige arbeidsongevallen

Adres : Postcode : Plaats : Telefoon :

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Evacuatierichtlijnen

Rol van de preventieadviseur bij onderhoud. 07 oktober 2010 Provinciaal Comité Vlaams Brabant ir Werner Vancayseele, QSE manager

Welzijn en opleidingen

Toolbox-meeting veiligheids- & gezondheidssignalering

Politiereglement Evenementen

Veiligheid, gezondheid en welzijn op school. Onthaaldocument voor onderwijzend en ondersteunend personeel, stagiairs en interimarissen.

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 3. Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

Politiereglement Evenementen

Arbeidsplaatsen Elektrische installaties - Algemeen. Infodocument

ALARM PROCEDURE PROTESTANTSE GEMEENTE WIERINGERWERF / KREILEROORD DE SAMENSTROOM WIERINGERWERF. Terpstraat AD Tel:

Pro_16_Opmaken van een risicoanalyse voor werkzaamheden met een verhoogd risico.

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5

Mededeling betreffende het besluit van de Vlaamse Regering van 1 oktober 2004 houdende de normen voor de preventie van brand in de mini-crèches

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu:

Brandpreventie- dossier. Caroline Deleu. Activity Manager B.U. Environment, Safety & Sustainability

a. Bijlage 1 tekeningen

Lokaal Dienstencentrum Oud St. Jozef gebruikersreglement

WERKEN IN DE NABIJHEID VAN FLUXYS- LEIDINGEN RICHTLIJNEN VOOR GRAAFMACHINISTEN EN GRONDWERKERS

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Veiligheidsinstructies

Welke elementen ondernemen om oudere appartementsgebouwen veiliger maken

VOORSCHRIFTEN VOOR PERSONEEL VAN EXTERNE FIRMA S WERKZAAM OP HET TERREIN VAN HET IRMM IN GEEL

Wat directies en contactpersonen moeten weten over verwijderen van asbest

HSE guidelines mei 2012 AARDGASCONDENSAAT HSE LIFE THE NATIONAL OIL&GAS INDUSTRY STANDARD FOR PROFESSIONALS

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

safety ORGANISATIE VAN EEN EVACUATIEOEFENING

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Workshop infodag contactpersonen & directie

Brandweerzone Centrum

Veiligheids- en gezondheidssignalering

BESCHRIJVING PROCEDURE

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

Transcriptie:

Reglement Werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven Datum: 20/01/2017 Pagina 1

Inhoud 1. Algemene bepalingen.... 4 1.1. Definities... 4 1.2. Toepassingsgebied... 4 1.3. Wettelijke verplichtingen... 5 1.4. Kennisname reglement... 5 1.5. Onkosten bij niet naleven... 5 2. Aanduiding en rol verantwoordelijke van de opdrachtnemer... 6 3. Aanduiding en rol verantwoordelijke opdrachtgever... 6 4. Informatie-uitwisseling en risicoanalyse... 6 5. Bijzondere werktoelatingen... 7 6. Verbodsbepalingen... 8 6.1. Roken... 8 6.2. Alcohol... 8 6.3. Bedieningen.... 8 7. Signalisatie en pictogrammen... 8 8. Noodsituaties... 8 8.1. Waarschuwen van de hulpdiensten via het noodnummer.... 8 8.2. Alarmsignalen.... 9 8.3. Evacuatieprocedure... 9 8.4. Evacuatieoefeningen... 10 8.5. Brand/ontploffing... 10 8.6. EHBO arbeidsongevallen.... 10 8.7. Milieuhinder of verontreiniging... 10 Pagina 2

9. Werf... 11 9.1. Algemene bepalingen... 11 10. Materiaal en uitrusting... 11 10.1. Materiaal, uitrusting en gereedschappen van de KU Leuven... 11 10.2. Materiaal en uitrusting en gereedschappen van de opdrachtnemer... 11 11. Gevaarlijke producten... 12 11.1. Gevaarlijke producten ingezet door opdrachtnemer... 12 11.2. Gevaarlijke producten aan de KU Leuven... 12 11.3. gebruik van gasflessen... 12 11.4. Asbest... 13 Bijlage 1 Toelating voor het uitvoeren van handelingen... 14 Bijlage 2 Link naar VGM antennecoördinatoren... 24 Bijlage 3 Algemene Milieu- en Veiligheidsregels... 25 Bijlage 4 Betekenis van belangrijkste pictogrammen en signalisatie... 25 Bijlage 5 Signalisatie op toegangsdeuren laboratoria in sommige gebouwen... 27 Bijlage 6 Vuurvergunning... 28 Pagina 3

1. Algemene bepalingen. 1.1. Definities Volgende begrippen worden in het reglement gebruikt: Opdrachtnemer: verzamelnaam voor hoofdaannemer, onderaannemer, contractor, zelfstandige, Projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven: het KU Leuven-personeelslid of leden, nominatief aangeduid voor de interne KU Leuven-communicatie en de onderlinge samenwerking tussen KU Leuven en de opdrachtnemer. De coördinaten van deze persoon worden doorgegeven aan de verantwoordelijke van de opdrachtnemer. VGM antennecoördinator: is contactpersoon die zorgt voor de goede doorstoom van de projectgebonden informatie van de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven naar de betrokkene gebruikers. VGM antennecoördinator geeft in overleg met de gebruikers akkoord voor het uitvoeren van de werken en bezorgt indien nodig de aandachtspunten aan de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven. Verantwoordelijke van de opdrachtnemer: personeelslid van de (hoofd)aannemer nominatief aangeduid voor de interne communicatie bij de aannemer en de onderlinge samenwerking tussen de (hoofd)aannemer en KU Leuven. Deze persoon geeft zijn/haar coördinaten aan de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven. Werfzone: de ruime zone waarbinnen de werken worden uitgevoerd, en elke zone die gebruikt wordt voor ondersteuning van de werken. Dienst VGM: Dienst Veiligheid, Gezondheid en Milieu van de KU Leuven. In deze dienst is ook de Interne Dienst Preventie en Bescherming op het W erk vervat. 1.2. Toepassingsgebied Dit reglement heeft als doel de veiligheid en gezondheid zowel van de werknemers van de opdrachtnemer als van het KU Leuven personeel maximaal te garanderen. Het reglement bepaalt de regels en basisprincipes die binnen KU Leuven gelden met betrekking tot werken die door opdrachtnemers, in opdracht van KU Leuven, worden uitgevoerd en is altijd van toepassing, ook op Tijdelijke en Mobiele Bouwplaatsen. Het kadert binnen de toepassing van de W et van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk en de Codex die er uitvoering aan geeft, het Algemeen Reglement op de Arbeidsbescherming (A.R.A.B.), het Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties (A.R.E.I.) en de diverse bijhorende uitvoeringsbesluiten. Dit reglement maakt integraal deel uit van elke overeenkomst tussen KU Leuven en een aannemer die werken uitvoert of zal uitvoeren binnen KU Leuven. Alle personeelsleden en eventuele onderaannemers die de opdrachtnemer binnen KU Leuven werken laat uitvoeren, moeten op de hoogte zijn van de inhoud van onderhavig reglement. Zij moeten dit reglement strikt toepassen. Bij onduidelijkheid dient de opdrachtnemer, de projecteigenaar of projecttechnicus van de KU Leuven te contacteren. Deze zal dan uitsluitsel geven. De opdrachtnemer verbindt zich ertoe dit reglement toe te passen tijdens de ganse duur van de werken. Pagina 4

1.3. Wettelijke verplichtingen De maatregelen in dit reglement ontslaan de opdrachtnemer in geen geval van de wettelijke verplichtingen en verantwoordelijkheden, in het bijzonder wat betreft de goede uitvoering van de werken. De opdrachtnemer blijft volledig verantwoordelijk voor de toepassing van de wetteksten en de van kracht zijnde reglementen over arbeidswetgeving, milieuwetgeving, sociale zekerheid en de Europese regelgeving. De opdrachtnemer zal, vooraleer de werkzaamheden aan te vatten, KU Leuven op de hoogte brengen van alle risico s die zijn werkzaamheden met zich kunnen meebrengen alsook van de preventiemaatregelen die zullen getroffen worden om de risico s te voorkomen, schade te voorkomen of te beperken. 1.4. Kennisname reglement Bij het aanvaarden van de opdracht wordt verondersteld dat de opdrachtnemer kennis genomen heeft van dit reglement. Hij verbindt zich er toe om vóór de aanvang van de werken zijn personeelsleden en/of onderaannemers die werken dienen uit te voeren op het terreinen van KU Leuven op de hoogte te brengen en op te leiden om een correcte naleving van dit reglement te verzekeren. De KU Leuven kan de opdrachtnemer er toe verplichten met de werknemers een opstartvergaderi ng of toolboxmeeting te organiseren. Daarbij zal de opdrachtnemer de maatregelen bij de werken in het algemeen of bij specifieke handeling waarvoor een bijzondere werktoelating (zie 5.) vereist is toelichten aan zijn werknemers die voor de werken ingezet zullen worden. De KU Leuven kan van de opdrachtnemer eisen dat hij een schriftelijk verslag van deze vergadering aflevert, ondertekend door de betrokken werknemers. De opdrachtnemer verbindt zich er toe werknemers werkzaamheden uit te laten voeren met de juiste en vereiste kwalificaties. De KU Leuven behoudt zich het recht voor om de kennis en toepassing van dit reglement te testen op basis van steekproeven bij medewerkers van de opdrachtnemer die op de terreinen van de KU Leuven werkzaamheden uitvoeren. Indien vastgesteld wordt dat het reglement onvoldoende gekend is of niet wordt gerespecteerd kan de KU Leuven de werken ogenblikkelijk onderbreken. De vertragingen en of kosten die eventueel het gevolg hiervan zijn worden op geen enkele wijze aanvaard, noch vergoed door KU Leuven. Vooraleer, in dergelijk geval, de werken kunnen worden verder gezet, dient de verantwoordelijke van de opdrachtnemer zijn werknemers de nodige instructies te geven of maatregelen te treffen om het reglement toe te passen en het bewijs hiervan tegenover de KU Leuven te leveren. Hiertoe brengt hij de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven op de hoogte van de gegeven instructies. Indien de KU Leuven hiervoor in opleiding dient te voorzien, worden de kosten hiervoor in rekening gebracht. 1.5. Onkosten bij niet naleven Alle onkosten voortkomend uit het niet toepassen van dit reglement zijn ten laste van de opdrachtnemer. Volgende bepalingen zoals voorzien in de wetgeving zijn uitdrukkelijk van toepassing: a)elke onderneming van buitenaf die activiteiten uitvoert aan de KU Leuven verbindt er zich toe het reglement voor werken met derden aan de KU Leuven na te leven en door zijn onderaannemers te doen naleven. Pagina 5

b)indien de onderneming van buitenaf het reglement niet of gebrekkig naleeft, kan de KU Leuven zelf de nodige maatregelen treffen, op kosten van de onderneming van buitenaf; c)de onderneming van buitenaf die een beroep doet op een onderaannemer of onderaannemers voor het uitvoeren van activiteiten aan de KU Leuven, verbindt er zich toe om in de overeenkomst(en) met deze onderaannemer(s ) de bedingen op te nemen zoals bedoeld onder a) en b), wat inzonderheid inhoudt dat zij zelf, indien de onderaannemer het Reglement voor werken door externe opdrachtnemers aan de KU Leuven niet of gebrekkig naleeft, de nodige maatregelen kan treffen op kosten van de onderaannemer. Ook indien bij een incident blijkt dat medewerkers van de opdrachtnemer niet op de hoogte waren van dit reglement zullen de kosten van de eventuele incidentschade die het gevolg is van deze gebrekkige kennis door de KU Leuven in rekening gebracht worden. De inbreuken op dit reglement en op de voorschriften zoals vermeld in het ARAB en VLAREM I en II, e.d., kunnen aanleiding geven tot een toegangsverbod op de werf, zonder betaling van een schadevergoeding en zonder verlenging van de uitvoeringstermijn van de werken. 2. Aanduiding en rol verantwoordelijke van de opdrachtnemer. De opdrachtnemer zal vanaf het begin van de werken, naam, adres en kwalificatie van de verantwoordelijke van de opdrachtnemer opgeven, die de nodige instructies kan ontvangen en toepassen. Deze persoon zal ook instaan voor de veiligheid op de werf/werkplaats. De verantwoordelijke van de opdrachtnemer verzekert alle contacten met de KU Leuven en is op eenvoudig verzoek aanwezig bij vergaderingen op initiatief van de KU Leuven. De verantwoordelijke van de opdrachtnemer dient de Nederlandse taal machtig te zijn èn een taal die de werknemers die voor het werk worden ingezet begrijpen en spreken. Er wordt aangenomen dat de opdrachtnemer op ieder ogenblik op de hoogte is van alle beslissingen of wijzigingen die besproken werden tussen de KU Leuven en de verantwoordelijke van de opdrachtnemer. Elke wijziging van de verantwoordelijke van de opdrachtnemer moet medegedeeld worden aan de projecteigenaar / projecttechnicus van de KU Leuven. 3. Aanduiding en rol verantwoordelijke opdrachtgever De KU Leuven zal aan de opdrachtnemer voor de start van de werken meedelen wie de projecteigenaar en of projecttechnicus KU Leuven is van het werk dat wordt uitgevoerd. 4. Informatie-uitwisseling en risicoanalyse Elke opdrachtnemer is er toe gehouden een analyse van de risico s met betrekking tot de uitvoering van het werk op te maken in overeenstemming met art. 5 van de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen wordt deze risicoanalyse bovendien ook opgesteld volgens art. 50 van het KB TMB. In elk geval worden in de risicoanalyse naast de risico s voor eigen werknemers van de opdrachtnemer ook eventuele risico s voor personen in de omgeving en derden geanalyseerd. Pagina 6

Indien uit deze risicoanalyse blijkt dat personen (personeel, studenten,...), proefopstellingen, installaties, gebouwen,... belangrijke risico s lopen, zullen de te nemen maatregelen in overleg met de projecteigenaar/projecttechnicus KU Leuven en voor tijdelijke of mobiele bouwplaatsen eveneens met de veiligheidscoördinator bepaald worden. Alvorens de werken worden aangevat zal de aannemer aan de opdrachtgever de nodige informatie verstrekken over de risico's die eigen zijn aan zijn werken. De beheersmaatregelen die volgen uit de analyses worden door de opdrachtnemer zelf geïmplementeerd. 5. Bijzondere werktoelatingen Voor het uitvoeren van bepaalde werken of handelingen is voorafgaand een toelating vereist. De opdrachtnemer mag het werk pas aanvatten of de handeling stellen nadat hij in het bezit is van deze toelating. De toelating wordt afgeleverd door de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven. In de toelating worden de te nemen voorbereidende maatregelen bepaald en wordt geregistreerd wie zal instaan voor de uitvoering ervan. Alle betrokken partijen dienen per email hun akkoord voor de toelating te geven. Voor volgende werken/handelingen is een bijzondere werktoelating vereist: - onderbreken of wijzigen van ventilatie in laboratorium - onderbreken of wijzigen van gas-, water- of elektriciteitstoevoer in laboratorium - werken in een laboratorium - werken in een serverruimte - werken in Ex-zones (zones waarin een explosieve atmosfeer kan ontstaan) - werken onder elektrische spanning. Het model van toelating is opgenomen in bijlage 1. De werken mogen pas aangevat worden nadat alle betrokkenen zich akkoord verklaren met de werken en de vermelde voorbereidende maatregelen zijn genomen. Pagina 7

6. Verbodsbepalingen 6.1. Roken Aan de KU Leuven geldt een algemeen rookverbod in de universitaire gebouwen. 6.2. Alcohol Het is verboden alcoholhoudende dranken te nuttigen in de gebouwen en op terreinen van de KU Leuven. 6.3. Bedieningen. Het is verboden om op eigen initiatief kranen open- of dicht te draaien, schakelaars te bedienen, of regelinstellingen te veranderen, tenzij dit uitdrukkelijk deel uitmaakt van de opdracht of voorafgaandelijk hiervoor door de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven toelating werd verleend. 7. Signalisatie en pictogrammen De opdrachtnemer leidt zijn werknemers op inzake het herkennen en interpreteren van de aan de KU Leuven gebruikte pictogrammen en signalisatie. In het bijzonder zal hij ter plaatse de nodige aandacht vestigen op de pictogrammen in en in de nabijheid van de werfzone en zijn medewerkers de betekenis van de pictogrammen zoals gevoegd in bijlage 3 toelichten. In bijlage 4 wordt daarnaast de betekenis gegeve n van de signalisatie op de toegangsde ur e n van laboratoria in ee n aantal gebouwen. Tenzij anders overeengekomen met de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven dienen de verbod-, gebod- en voorzorgmaatregelen zoals volgend uit de betekenis van de pictogrammen en/of signalisatie strikt te worden gevolgd. 8. Noodsituaties Indien tijdens de werken onveilige toestanden worden vastgesteld, ook al is dit geen gevolg van de eigen aannemingswerken, dient men onmiddellijk de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven te verwittigen. Indien het gaat om acuut dreigend gevaar dient het noodnummer te worden gewaarschuwd en eventueel het bevel tot evacuatie te worden gegeven. Iedereen aanwezig in de gebouwen van de KU Leuven is er toe gehouden gevolg te geven aan alarmsignalen of instructies van de hulpdiensten. 8.1. Waarschuwen van de hulpdiensten via het noodnummer. Hiervoor is dag en nacht een telefoonnummer beschikbaar via een buitenlijn: 016/32.22.22 of via interne lijn 22.22. Dit moet gebruikt worden in noodsituaties op de terreinen van de KU Leuven, zoals: 1. Brand of rookontwikkeling 2. Evacuatie van een gebouw 3. Nood aan een ziekenwagen Pagina 8

4. Een bommelding 5. Een explosie. 6. Vechtpartijen, inbraak,... 7. Melden van verdachte personen of situaties 8. W egvallen van nutsvoorzieningen (ventilatie, water, gas, elektriciteit) in een gebouw of deel ervan. 9. Alle omstandigheden waarbij onmiddellijke interventie noodzakelijk is Het is noodzakelijk om het noodnummer van de KU Leuven te gebruiken en niet rechtstreeks de brandweer of de Dienst 112 te verwittigen. De meldkamer van de KU Leuven bezorgt immers belangrijke bijkomende informatie aan de interventiediensten en stuurt ook interne hulpploegen van de KU Leuven aan die de externe interventiediensten kunnen ondersteunen. Geef bij het contacteren van het noodnummer de volgende inlichtingen, traag en duidelijk: - naam en functie - naam en adres van het gebouw - de verdieping (eventueel het lokaalnummer) - reden van de oproep Blijf in de buurt, ter beschikking van de opgeroepen hulpdiensten om hen de nodige informatie te geven. 8.2. Alarmsignalen. In de universitaire gebouwen worden twee signalen gebruikt: - een waarschuwingssignaal: wordt gegeven door de activering van de sirenes gedurende 3-10 seconden. Het weerklinken van dit signaal betekent dat in het gebouw een branddetector werd geactiveerd en geeft opdracht aan de eerste interventieploeg van de KU Leuven om op zoek te gaan naar de oorzaak. De werknemers van de opdrachtnemer dienen naar aanleiding van dit signaal geen specifieke actie te ondernemen. W el wordt een verhoogde waakzaamheid gevraagd voor eventuele abnormale situaties in de onmiddellijke nabijheid van de werken. - een evacuatiesignaal: in dit geval worden dezelfde sirenes geactiveerd gedurende langere tijd (5 minuten). Van zodra dit signaal weerklinkt wordt de evacuatie van het gebouw gestart en krijgen alle aanwezigen het bevel het gebouw te verlaten, inclusief bezoekers en werknemers van opdrachtnemers. 8.3. Evacuatieprocedure Bij het horen van het evacuatiesignaal: - schakel elektrische toestellen uit - doof toortsen, branders. - sluit ramen en deuren - verlaat onmiddellijk het gebouw Is de reguliere uitgang door vuur of rook versperd, dan dienen de nooduitgangen gebruikt te worden door de daarvoor voorziene groene pictogrammen te volgen. Alle personen die het gebouw verlaten, begeven zich naar de verzamelplaats en wachten daar op nadere instructies van de hulpploegen. Niemand gaat het gebouw weer binnen, zonder dat daarvoor uitdrukkelijk toestemming is gegeven, ook niet nadat de sirenes zijn gestopt! Pagina 9

8.4. Evacuatieoefeningen De KU Leuven organiseert op jaarlijkse basis evacuatieoefeningen in haar gebouwen. Ook medewerkers van een opdrachtnemer die in de gebouwen aanwezig zijn dienen te allen tijde gevolg te geven aan het bevel tot evacueren. 8.5. Brand/ontploffing De opdrachtnemer is verantwoordelijk tegenover schade aan derden. De verantwoordelijke van de opdrachtnemer waakt voortdurend over de toepassing van de reglementen in verband met brandveiligheid, zoals onder meer beschreven in art. 52 van het ARAB. Brandblusapparaten moeten in voldoende mate door de opdrachtnemer geplaatst worden in de lokalen en op de werven waar de opdrachtnemer werkt, tenzij deze reeds aanwezig zijn. Ingeval van brand zullen onderstaande stappen doorlopen worden: 1. Alarmeer uw onmiddellijke omgeving en laat het noodnummer bellen 2. Blus, één poging 3. Evacueer het gebouw indien nodig door het indrukken van een handmelder 4. W aarschuw het noodnummer. 5. Blijf ter plaatse voor informatieverstrekking aan de hulpdiensten. 8.6. EHBO arbeidsongevallen. Elke onderneming moet in regel zijn met de van toepassing zijnde wetten en de nodige installaties aanbrengen om de eerste zorgen toe te kunnen dienen op de werf. Indien bijkomende hulp vereist is, dient het noodnummer te worden gewaarschuwd. Elk arbeidsongeval op de terreinen van de KU Leuven dat ingevolge de reglementering ter zake, dient gemeld te worden aan de Arbeidsinspectie, en dient onmiddellijk ter informatie gemeld te worden aan de projecteigenaar / projecttechnicus van de KU Leuven. Tevens moet een kopie van de reglementaire ongevallenaangifte overgemaakt worden aan de dienst VGM van de KU Leuven. 8.7. Milieuhinder of verontreiniging Bij elke ongeplande milieuhinder of verontreiniging (lekken, morsen, accidentele lozing naar bodem, lucht of water) dient men deze onmiddellijk op te ruimen met passend absorptiemateriaal en de Pagina 10

projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven te verwittigen. Bij ernstig incident of bij afwezigheid van de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven dient het noodnummer te worden gebeld. 9. Werf 9.1. Algemene bepalingen Indien het KU Leuven-personeel of publiek over de werf dient te gaan, dan zal de opdrachtnemer de nodige doorgangen op een veilige manier inrichten, o.a. rekening houdend met mogelijk vallende voorwerpen, verlichting, aanduidingen, etc. Alle elementen die een hinder kunnen vormen voor het verkeer, moeten zichtbaar aangegeven zijn gedurende dag en nacht en dit volgens de wettelijke voorschriften. Bij het hijsen van lasten dient er door de opdrachtnemer door middel van signalisatie en omheiningen voor gezorgd te worden dat personen die geen functie hebben op de werf zich niet onder de last kunnen begeven. De doorgangen, trappen, (nood)uitgangen en de toegang tot brandweermateriaal moeten op elk ogenblik van de werken vrij en toegankelijk blijven, tenzij anders overeengekomen; Ter voorkoming van brand dient de opdrachtnemer steeds: - de hoeveelheden brandbaar materiaal te beperken - verpakkingsmateriaal dagelijks te verwijderen - afstand te houden tussen warmtebronnen en brandbare materialen - bij het verlaten van het lokaal op het einde van de werkdag alle eigen elektrische toestellen uit te schakelen en de stekkers uit de contactdozen te verwijderen - de ramen en deuren te sluiten en de lichten te doven bij het verlaten van de lokalen. 10. Materiaal en uitrusting 10.1. Materiaal, uitrusting en gereedschappen van de KU Leuven Materiaal, uitrusting en gereedschappen van de KU Leuven mogen enkel na uitdrukkelijke toestemming door de opdrachtnemer gebruikt worden. 10.2. Materiaal en uitrusting en gereedschappen van de opdrachtnemer Gereedschappen en arbeidsmiddelen. Alle gebruikte gereedschappen en arbeidsmiddelen, inclusief de collectieve en persoonlijke beschermingsmiddelen dienen conform te zijn met de van toepassing zijnde wettelijke bepalingen, in het bijzonder de welzijnswet (en uitvoeringsbesluiten), het A.R.A.B., het AREI Op vraag van de KU Leuven moet de opdrachtnemer het bewijs leveren dat de gebruikte toestellen of installaties de door de reglementering voorziene keuringen door de ter zake bevoegde organismen ondergingen en dat aan de opmerkingen de gepaste gevolgen werden gegeven; Pagina 11

Steigers Indien er gebruik gemaakt wordt van steigers die ter plaatse worden opgebouwd en waarbij een val van 2 meter of meer mogelijk is, dient de stelling te worden opgebouwd door een persoon die hiertoe een passende opleiding gekregen heeft. De aannemer zal op eenvoudige vraag hiervan het bewijs leveren. Vaste steigers moeten voor ingebruikname gelabeld worden. Antival-bev eiligi ng Op de plaatsen waar een antival-beveiliging voorzien is, zijn de uitvoerders verplicht deze te gebruiken. Hiertoe dient de betrokken aannemer de nodige harnassen te voorzien en vooraf na te gaan of de te gebruiken systemen compatibel zijn. Hefwerktuigen, heftoebehoren en aanslagmiddelen Voor alle hefwerktuigen, heftoebehoren en aanslagmiddelen die op de werf aanwezig zijn, moet het verslag voor indienststelling en het meest recente keuringverslag kunnen voorgelegd worden. Indien op het verslag melding wordt gemaakt van inbreuken mogen deze middelen niet langer gebruikt worden zolang er geen nieuwe controle door een Externe Dienst voor Technische Controles werd uitgevoerd. 11. Gevaarlijke producten 11.1. Gevaarlijke producten ingezet door opdrachtnemer Alle, door de aannemer, gebruikte producten moeten reglementair geëtiketteerd en opgeslagen worden. De veiligheidsgegevens van producten moeten, op het ogenblik van het gebruik, ter plaatse ter beschikking worden gehouden. Deze kunnen op elk ogenblik door de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven of door interne en externe interventiediensten opgevraagd worden. Indien er gevaarlijke producten dienen te worden opgeslagen in een hoeveelheid die de dagelijkse verbruikbare hoeveelheid overtreft, zal in overleg met de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven de locatie bepaald worden alsook de voorwaarden waaronder de opslag kan gebeuren. 11.2. Gevaarlijke producten aan de KU Leuven Binnen de gebouwen van de KU Leuven kan men geconfronteerd worden met allerlei risico s, o.a. risico s verbonden aan het gebruik van gevaarlijke producten, ioniserende straling (werken met radioactieve producten), niet-ioniserende straling (laser, UV, e.d.), biologische agentia (werken met bacteriën, e.d.), elektriciteit, enz. Voor de aanduiding van de hiermee verbonden risico s wordt gebruik gemaakt van de gangbare pictogrammen. In bijlage 4 worden de belangrijkste verklaard. 11.3. gebruik van gasflessen Niet in gebruik zijnde gasflessen dienen steeds buiten de gebouwen opgeslagen te worden, voorzien van een beschermkap en beveiligd tegen omvallen. Bij gebruik van gassen moeten de voor het gas en de toepassing geschikte toebehoren gebruikt worden. Pagina 12

11.4. Asbest De visueel waarneembare aanwezige asbest is opgenomen in een inventaris. De opdrachtnemer raadpleegt deze hem ter beschikking gestelde inventaris en gaat na of asbesthoudende toepassingen tijdens de werken beschadigd kunnen worden of gemanipuleerd moeten worden, en neemt de gepaste maatregelen. Van zodra de opdrachtnemer een toepassing vermoedt van asbest waarvan hij niet op voorhand op de hoogte is gebracht, contacteert hij hiervoor de projecteigenaar / projecttechnicus van de KU Leuven. In afwachting dient het betrokken materiaal onberoerd te blijven. Pagina 13

B I J Z O N D E R E W E R K T O E L A T I N G Bijlage 1 Toelating voor het uitvoeren van handelingen Toelating voor het uitvoeren van specifieke handelingen of werken Dit document geldt als toelating op voorwaarde dat elk van de betrokken zijn akkoord per email heeft gegeven aan de projectverantwoordelijke en zich akkoord verklaard heeft met de inhoud. De toelating wordt voorafgaandelijk aan de werken verreist. Identificatie van het werk Werknummer: Perceelnummer: Opdrachtnemer: Periode waarvoor de toelating geldt: van tot Locatie van het werk: Afdeling: Lokaalnummer: Gebouw: Installatie: Datum: 20/01/2017 Onderdelen van het werk of de handeling waarvoor een schriftelijke toelating wordt afgeleverd (niet limitatief, meerdere mogelijkheden kunnen worden aangeduid): - onderbreken of wijzigen van ventilatie in een laboratorium - onderbreken of wijzigen van gas-, water- of elektriciteitstoevoer in een laboratorium - werken in een laboratorium - werken in een serverruimte - werken in een EX-zone - werken onder elektrische spanning - vuurvergunning Pagina 14

Vereiste voorzorgsmaatregelen onderbreken of wijzigen van ventilatie: Risico Maatregel Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM-ant.doord. Niet van toepass. Maatrege l uit te voeren voor (datum invullen): Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM-ant.coord Niet van toepass. Opmerkingen Laboratoriumactivi teiten gaan door zonder of met onvoldoende ruimteventilatie De projecttechnicus brengt de projecteigenaar op de hoogte van het juiste tijdstip waarop de werken plaatsvinden. De projecteigenaar verwittigt de VGMantennecoördinator(en) X X De VGM-antennecoördinator verwittigt de gebruikers van de ruimten die beïnvloed worden door de werken en van de aard van de onderbreking of wijziging X De VGM-antennecoördinator brengt de projecteigenaar op de hoogte wanneer hij de gebruikers heeft verwittigd. Na de werken dient een functionele controle van de goede werking van de ventilatie in de betreffende ruimte(n) plaats te vinden. X X Zie indienststelling veiligheidskritieke installaties (checklist ruimteventilatie) aannemer voert meting uit, PT controleert metingen Ook in de andere ruimten waarin de ventilatie kan beïnvloed zijn door de werken dient de goede werking van de ventilatie te worden gecontroleerd. X X Metingen door Exploitatie en Operationeel Beheer is een mogelijkheid. De projecteigenaar verwittigt de VGMantennecoördinator van het feit dat de ventilatie opnieuw in werking is gesteld en functioneert. X Pagina 15

Laboratoriumactivi teiten gaan door zonder of met onvoldoende debieten van de zuurkasten of puntafzuigingen De projecteigenaar verwittigt de VGMantennecoördinator(en) van het betrokken gebouwdeel van de aard van de onderbreking of wijziging. De VGM-antennecoördinator verwittigt de gebruikers van de aard van de onderbreking of de wijziging. Op de betrokken zuurkasten dient een aanduiding te worden aangebracht van niet-functioneren X X X Na de werken dient een controlemeting van de goede werking van de ventilatie van de zuurkasten of puntafzuigingen van de betreffende ruimte plaats te vinden. X X Ook andere puntafzuigingen en zuurkasten waarvan de werking kan beïnvloed zijn door de werken dienen te worden nagemeten X X De aanduiding van niet-functioneren dient verwijderd te worden. De gebruikers worden geïnformeerd van het einde van de werken X Ontstaan explosieve atmosfeer van Indien de werken het uitschakelen van de ventilatie met zich meebrengt in EX-gezoneerde ruimten dient de dienst VGM om advies te worden gevraagd omtrent de te nemen maatregelen. X Pagina 16

Vereiste voorzorgsmaatregelen bij onderbreken of wijzigen van gas-, water- of elektriciteitstoevoer Risico Maatregel Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM ant.coord. Gebruikers Niet van toepass. Maatregel uit te voeren voor (datum invullen): Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM ant.coord. Gebruikers Niet van toepass. Opmerkingen Experimenten of installaties die gas- waterof elektriciteitstoevoer vereisen worden op een ongecontroleerde manier beïnvloed. Dit is van toepassing op labo gebouwen. De VGM antenne coördinator(en) in het gebouw of gebouwdeel worden op de hoogte gebracht van de aard van de onderbreking en worden verzocht verder te communiceren aan de gebruikers. In de communicatie wordt aangegeven welke nutsvoorzieningen wegvallen met welke timing en welke gevolgen dit heeft voor de voorzieningen in het gebouw (koeling, ventilatie, verwarming, branddetectie, ) X Indien door het uitschakelen van de nutsvoorzieningen ook de ventilatie wordt beïnvloed dienen de nodige maatregelen te worden getroffen (zie: Vereiste voorzorgsmaatregelen onderbreken of wijzigen van ventilatie ) X X X X X X Pagina 17

Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken in een laboratorium Opmerkingen Risico Maatregel Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antcoord. Gebruikers Niet van toepass. Maatrege l uit te voeren voor (datum invullen): Controle van het nemen van de maatregel voor de start van het werk Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antcoord. Gebruikers Niet van toepass. Contact met chemische producten, biologische agentia, radioactieve elementen De VGM antenne coördinator(en) in het gebouw of gebouwdeel worden op de hoogte gebracht van de aard van de werken en worden verzocht verder te communiceren aan de gebruikers. De gebruikers dienen toestemming te geven voor het doorgaan van de werken: Zij dienen in te staan voor: - Het verwijderen uit de werkzone van alle chemische producten, biologische agentia, radioactieve elementen. - Het voorafgaandelijk reinigen of ontsmetten van alle oppervlakken die zullen aangeraakt worden tijdens de werken. - Het veilig stellen van proefopstellingen. - Het informeren van de projecteigenaar/ projecttechnicus van de PBM s die dienen gedragen te worden bij het betreden van het laboratorium tijdens de werken. - Het informeren van de projecteigenaar/projecttechnicus omtrent de chemische, biologische of radioactieve stoffen die aanwezig kunnen zijn in leidingen of infrastructuur die tijdens de werken worden geopend of gemanipuleerd. X X X Pagina 18

VGM antenne coördinator bezorgt de toestemming van de gebruikers aan de PE X In geval het gaat om werken in een ruimte waar met radioactieve bronnen wordt gewerkt (herkenbaar aan pictogram) dient de ruimte te worden vrijgegeven door VGM. X X Beschadiging van onderzoeksapparatuur Ongewilde activering van de branddetectie Gevoelige apparatuur dient afgeschermd of tijdelijk verwijderd te worden. Indien nodig dienen maatregelen te worden genomen om stofproductie te voorkomen Indien nodig dient de detector in de betrokken ruimte buiten werking te worden gesteld door de werkplaatsen KU Leuven en worden de VGM ant.co. op de hoogte gebracht. Na afloop van de werken dienen buiten gebruik gestelde detectoren opnieuw in werking te worden gesteld door de werkplaatsen KU Leuven X X X X Pagina 19

Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken in een serverruimte Risico Maatregel Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antcoord. Gebruikers Niet van toepas. Maatregel uit te voeren voor (datum invullen): Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antcoord Gebruikers Niet van toepass. Opmerkingen Beschadiging van de apparatuur door stofproductie Stofdichte afscherming van gevoelige apparatuur X Ongewilde activering van de automatische blussing Voor zover aanwezig dient de automatische blussing te worden geborgd in overleg met de beheerder van de serverruimte. X X Pagina 20

Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken onder elektrische spanning: Opmerkingen Risico Maatregel Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antcoord. Gebruikers Niet van toepas. Maatregel uit te voeren voor (datum invullen): Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antcoord Gebruikers Niet van toepas. Elektrocutie- en brandgevaar / Risico op beschadiging van aangesloten toestellen. Het advies van de installatieverantwoordelijke (hoofd divisie I&T of hoofd van Projectcoördinatie Installatietechnieken / hoofd van Infrastructuurbeleid Technieken) dient ingewonnen te worden met betrekking tot de te nemen maatregelen. X De uitvoerder van de werken dient te beschikken over een toelating voor werken onder spanning uitgereikt door de installatieverantwoordelijke. X Pagina 21

Vereiste voorzorgsmaatregelen bij werken in een EX-zone: opmerkingen Risico Maatregel Verantwoordelijke voor het nemen van de maatregel Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antecoord. Gebruikers Niet van toepas. Maatregel uit te voeren voor (datum invullen): Controle van het nemen van de maatregel onmiddellijk voorafgaand aan het werk Projecteigenaar Projecttechnicus Opdrachtnemer VGM antecoord Gebruikers Niet van toepas. Door de mogelijke aanwezigheid van een explosieve atmosfeer kan bij ontsteking een explosie plaatsvinden Het advies van de dienst VGM dient ingewonnen te worden met betrekking tot de te nemen maatregelen. Recipiënten en apparatuur die voor een explosieve atmosfeer zorgen dienen verwijderd te worden X X X De werken dienen plaats te vinden onder constante monitoring van de concentraties aan ontvlambare gassen en dampen X X De werken moeten uitgevoerd worden met uitsluitend explosieveilige apparatuur die is aangepast aan de zone waarin de werken plaatsvinden X X Pagina 22

Projecteigenaar stuurt het ingevoelde formulier per email naar de VGM antenne coördinator(en) en aannemer die hun akkoord met planning en maatregelen per email terugsturen. Verklaring van de KU Leuven projecteigenaar / projecttechnicus. Ik verklaar over de werkzaamheden en de te nemen voorzorgsmaatregelen te hebben gecommuniceerd met de opdrachtnemer en de gebruikers. Ik verbind mij er toe om de door mij te nemen maatregelen tijdig uit te voeren of te laten uitvoeren Verklaring van de VGM antennecoördinator Ik verklaar kennis te hebben genomen van de aard van de werken die zullen uitgevoerd worden, dat ik dit gecommuniceerd heb aan de betrokkenen gebruikers en hun akkoord heb ontvangen. Ik verbind mij er toe om de door mij en de gebruikers te nemen maatregelen tijdig te laten uitvoeren. Ik zal de toelat ing geven om de installatie pas (opnieuw) in dienst te nemen nadat ik mij vergewist heb van het einde van de werken. Verklaring van de verantwoordelijke van de opdrachtnemer: Ik verklaar kennis te hebben genomen van de te nemen voorzorgsmaatregelen. Ik verbind mij er toe om de werken pas te starten na vaststelling dat alle noodzakelijke maatregelen zijn genomen. Indien zich tijdens de uitvoering onvoorziene omstandigheden voordoen neem ik onmiddellijk contact met de projecteigenaar / projecttechnicus KU Leuven. Pagina 23

Bijlage 2 Link naar VGM antennecoördinatoren INFO VOOR KU LEUVEN PROJECTEIGENAARS Via info.td, gebouw- & terrein is het mogelijk om per gebouw/verdieping/ruimte de verantwoordelijke VGM antennecoördinator te vinden. Gaan naar gebouw- & terrein en kies Ruimtebeheer (MCS webmodule). Bij "Snel zoeken" kan je per gebouwnummer zoeken en dan de tekening van de gewenste verdieping kiezen. In het venster "schema" kan je kiezen "2-Toegewezen (Direct)" zodat je op het plan kan zien welk lokaal aan wie toegewezen is. In de linker kolom vind je een overzicht van alle VGM-Coördinatoren. In functie van de omvang van de geplande ingreep kan je bepalen welke VGM-coördinatoren gecontacteerd moeten worden. Pagina 24

Bijlage 3 Algemene Milieu- en Veiligheidsregels In het kader van uw opdracht bent u verplicht onderstaande voorschriften na te leven. Indien dit om bepaalde redenen niet kan, neemt u contact met de u toegewezen projecteigenaar KU Leuven Toegang Betreed enkel de zones waarin de werken uitgevoerd worden Lokalen waar door pictogrammen aangeduid is dat er geen toegang voor onbevoegden toegelaten is, mag u pas betreden na akkoord van uw projecteigenaar KU Leuven. Verboden In de gebouwen van de KU Leuven geldt een algemeen rookverbod. Het is verboden alcoholische dranken te gebruiken in de gebouwen of op de terreinen van de KU Leuven Het is verboden evacuatiewegen te versperren zonder voorafgaand akkoord van de projecteigenaar KU Leuven Toelating Voor volgende handelingen of werken heeft u voorafgaandelijk een (schriftelijke) bijzondere werktoelating nodig van uw projecteigenaar: - onderbreken of wijzigen van ventilatie - onderbreken of wijzigen van gas-, water of electriciteitstoevoer - werken in een laboratorium - werken in een serverruimte - werken onder spanning - werken in een EX-zone (zone met risico op ontplofbare atmosfeer) Afval ALGEMENE MILIEU- EN VEILIGHEIDSREGELS VERSIE 02 Datum: 19/01/2012 p 1/1 U bent verplicht om het afval dat voortkomt uit uw werk (verpakkingsafval, zelf geproduceerd afval, ) op te ruimen en mee te nemen tenzij anders overeengekomen. Gebruik van PBM s Asbest Gevaarlijke producten U dient steeds de voor uw werk aangepaste persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen. Bovendien dient u ook de persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die door de KU Leuven via pictogrammen verplicht worden gesteld. Voorafgaand aan de werken dient de asbestinventaris van de KU Leuven geconsulteerd te worden. Hiervoor kan u terecht bij de projecteigenaar KU Leuven. Indien er vermoedens zijn dat asbesthoudend materiaal aanwezig is dat niet in de inventaris voorkomt, dient de projecteigenaar KU Leuven onmiddellijk te worden verwittigd en moet het materiaal onaangeroerd te blijven. Van elk product waarop gevarensymbolen zijn aangebracht en dat wordt gebruikt dient op de werf een veiligheidsfiche aanwezig te zijn. De gebruiksinstructies en in het bijzonder de veiligheidsmaatregelen voor de gebruiker en zijn omgeving dienen strikt te worden nageleefd. Lekken en ongelukken dienen onmiddellijk te worden gemeld via het noodnummer. Noodsituaties Noodnummer 016/32.22.22 Alarmsignaal van U hoeft niets te ondernemen. 3 seconden Alarmsignaal van meer dan 3 seconden Gevaarlijke situaties, dreigend gevaar, verwondingen Vragen U verlaat onmiddellijk het gebouw nadat u toestellen en gereedschap uitgeschakeld heeft. U begeeft zich naar de verzamelplaats. U gaat het gebouw slechts opnieuw binnen na uitdrukkelijke toestemming. U belt het noodnummer, zegt wie u bent, waar u zich bevindt en beschrijft de situatie. Bij vragen over de correcte en veilige uitvoering van de werken, contacteert u steeds de KU Leuven projecteigenaar of projecttechnicus Materiaal en uitrusting KU Leuven materiaal en uitrusting mogen pas na uitdrukkelijke toestemming door u worden gebruikt

Bijlage 4 Betekenis van belangrijkste pictogrammen en signalisatie haspel Pagina 25

VERBODEN TE ROKEN VUUR, OPEN VLAM EN ROKEN VERBODEN VERBODEN MET WATER TE BLUSSEN GEEN DRINKBAAR WATER VERBODEN TOEGANG voor onbevoegden VOORZICHTIG BEVAT ASBEST Het inademen van asbeststof is schadelijk voor de gezondheid. Houdt u aan de veiligheidsvoorschriften Asbesthoudend materiaal Pagina 26

Bijlage 5 Signalisatie op toegangsdeuren laboratoria in sommige gebouwen In sommige bouwen wordt een uniform systeem van signalisatie toegepast voor laboratoria. Voor het werken in deze laboratoria is steeds de bovenvermelde bijzondere werktoelating (bijlage 1) noodzakelijk. Toegang tot deze lokalen is enkel mogelijk na contact en toestemming met de projecteigenaar of lokaalverantwoordelijke waarvan de gegevens op de signalisatiefiche zijn aangebracht en het respecteren van alle gebods- en verbodspictogrammen en gevaarssymbolen. De signalisatiefiches kunnen een zwarte, rode, gele of groene rand hebben, in dalende volgorde van risico. Pagina 27

Bijlage 6 Vuurvergunning algemene informatie Verricht brandgevaarlijke werkzaamheden bij voorkeur aan het begin van de dag en stop vóór het einde van de werktijd (zie hieronder) zodat controle mogelijk is. Bij alarm moet het werk onmiddellijk gestopt worden. Gloeiende delen afkoelen. Motoren en apparaten uitschakelen. Evacueren. Naar verzamelplaats gaan. Bij brand noodnummer KU Leuven 016 32 22 22 verwittigen, evacuatiebevel geven en één bluspoging doen. invullen door PE/PT Plaats van het werk: W nr: OGB-nr: Benaming: Niveau/lokaalnummer: Dakdeel: Omschrijving: Geldigheid toelating: Van dag: Tot dag: Werktijden: Van uur: Tot uur: Gegevens betrokkenen (contactpersoon, telefoon, E-mail) Identificatie aannemer: Engie Fabricom Spie Deservis Rayen Projects Bries elektrotechnieken Andere: Identificatie verantwoordelijke KU Leuven: Andere betrokkenen: algemene informatie Algemene brandrisicofactoren aanwezig aan de KU Leuven: Brandbare bouwproducten of bekledingsmaterialen Ventilatie- of andere openingen waarlangs vonken en vuur zich kunnen verspreiden Warmte- en ontstekingsbronnen Pagina 28

invullen door PE/PT Specifieke (brand)risicofactoren verbonden aan de plaats waar gewerkt wordt: Machines, apparaten of proefopstellingen met brandbare gassen of vloeistoffen Machines, apparaten of proefopstellingen met onderdelen onder druk Leidingen met brandbare gassen of vloeistoffen (in dit lokaal of in de nabije omgeving) Recipiënten met brandbare gassen of vloeistoffen Ex-gezoneerde ruimte (explosiegevaar) Ruimte voorzien van branddetectie (risico op onnodige evacuaties) Ruimte voorzien van automatisch blussysteem (risico op onnodige activatie) Langskomende voertuigen Spuiterijen Dompelruimten Magazijnen Koel- en vriesruimtes Wanden en deuren die met kunststof zijn geisoleerd Opslagplaats voor vaten Tanks en transporteurs voor brandbare (vloei)stoffen Andere: Omschrijving van de risico's en specifieke te nemen maatregelen: Geen invullen door aannemer Specifieke brandrisicofactoren geïntroduceerd door de aannemer: Brandbare gassen in flessen Andere gassen in flessen Spuitbussen Vloeibare brandstoffen Andere ontvlambare vloeistoffen (solventen, oliën, vetten, verven, ) Gemakkelijk brandbare vaste stoffen Andere: Omschrijving van de risico's en specifieke te nemen maatregelen: Geen Brandgevaarlijke activiteiten: (tussen haakjes minimaal verplichte maatregelen, zie kader hieronder) Lassen (3, 4, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 12, 14) Snijbranden (1, 4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 14) Open vuur (4, 5, 6, 8, 9, 10, 11, 12, 14) Dakwerken met brandgevaar (1, 2, 4, 5, 8, 9, 11, 12, 14) Andere: Geen algemene informatie Indien in de drie bovenliggende kaders "Geen" aangekruist werd is het toepassen van de vergunningsprocedure voor brandrisicohoudend werk niet verplicht. Pagina 29

maatregelen bepaald door de hierboven aangeduide brandgevaarlijke activiteiten Door aannemer te nemen standaardmaatregelen brandveiligheid: (ongeacht andere noodzakelijke veiligheidsmaatregelen) 1 Gasflessen beschermen tegen omvallen 2 Ontspanner beschermen of verwijderen en beschermkap aanbrengen vóór verplaatsen gasfles 3 Werkkledij uit vlamvertragende stof (EN ISO 11611) 4 Omgeving afschermen tegen hitte en vonken en/of verwijderbare brandbare materialen wegnemen 5 Verwijderde brandbare materialen pas terugplaatsen na controle op het einde van de werken 6 Warmtebestendige draagstukken gebruiken om hete voorwerpen op te leggen 7 Gebruikte elektroden in een aangepaste bak werpen 8 Putten, goten, riolen afdekken 9 Openingen door vloeren, plafonds en wanden afdekken 10 Werkzone afzetten 11 Werkplek ten vroegste één uur na laatste brandgevaarlijk werk verlaten 12 Blusmiddelen voorzien en ter plaatse klaarhouden (keuze van blusmiddel aanduiden) 12a Poederblusser ABC 12b Waterschuimblusser 12c Haspelslang gereedhouden 12d Afrollen 12e Afsluitkraan open 13 Andere: 14 Communicatiemiddelen gebruiksklaar houden (noodnummer 016 32 22 22) invullen door aannemer Afwijking van de door KU Leuven opgelegde preventiemaatregelen: Afwijking gevraagd voor maatregelnummer(s): Motivatie: Evenwaardige alternatieve maatregelen: Geen invullen door PE/PT/aannemer Door aannemer te nemen maatregelen in aanvulling op de bovenstaande maatregelen: Installatie vrijmaken van energie Installatie/leidingen drukvrij maken Installatie/leidingen aftappen Installatie/leidingen productvrij maken (spoelen met inert fluïdum) Afkoppelen Aanbrengen van aarding Enkel vonkvrij gereedschap gebruiken Voorraad op de werkvloer beperken tot dagvoorraad, max 25 liter of 6 liter inhoud spuitbussen Geen voorraad in de gebouwen Pagina 30

Installatie/leidingen vullen met geschikt inert Te gebruiken fluïdum fluïdum: Werkplek en/of werkstuk nat houden Werkzone stofdicht afschermen Geforceerde ventilatie gebruiken Brandwacht opstellen Bijkomende maatregelen of afwijkingen van standaardmaatregelen: Maatregelen voorgeschreven in op schrift gestelde en bijgevoegde omstandige taakrisicoanalyse (bijlage) Geen invullen door PE/PT Door KU Leuven te nemen maatregelen branddetectie en automatische blusmiddelen Onmiddellijk vóór start werken Buiten dienst stellen branddetectie zone Afdekken rookmelders Buiten dienst stellen automatische blussing Onmiddellijk na het aflopen van deze vergunning In dienst stellen automatische blussing Controle en vrijmaken rookmelders In dienst stellen branddetectie Bevestigen dat detectie en/of blussing opnieuw actief is Geen Door KU Leuven veilig te stellen technische installaties: Onmiddellijk vóór start werken Buiten dienst stellen aardgastoevoer. Afsluitkraan in lokaal: Identificatie: Buiten dienst stellen labogastoevoer: Type gas: Afsluitkraan in lokaal: Identificatie: Type gas: Afsluitkraan in lokaal: Identificatie: Buiten dienst stellen ventilatie Buiten dienst stellen stookinstallatie In lokaal: Buiten dienst stellen waterleiding Afsluitkraan in lokaal: Buiten dienst stellen bluswaterleiding Afsluitkraan in lokaal: Buiten dienst stellen andere leiding: Fluïdum: Afsluitkraan in lokaal: Fluïdum: Afsluitkraan in lokaal: Buiten dienst stellen elektriciteit: Schakelkast in lokaal: Buiten dienst stellen andere installaties: Onmiddellijk na einde werken In dienst stellen alle installaties Controle goede werking alle installaties Bevestigen dat alle installaties opnieuw succesvol in dienst zijn Tag-out procedure volgen (kranen, schakelaars voorzien van werksignalisatie) Pagina 31

Lock-out procedure volgen (kranen, schakelaars materieel beveiligen tegen ongewenste manipulatie) Geen Door de aannemer veilig te stellen technische installaties: Onmiddellijk vóór start werken Buiten dienst stellen aardgastoevoer. Afsluitkraan in lokaal: Identificatie: Buiten dienst stellen labogastoevoer: Type gas: Afsluitkraan in lokaal: Identificatie: Type gas: Afsluitkraan in lokaal: Identificatie: Buiten dienst stellen ventilatie Buiten dienst stellen stookinstallatie In lokaal: Buiten dienst stellen waterleiding Afsluitkraan in lokaal: Buiten dienst stellen bluswaterleiding Afsluitkraan in lokaal: Buiten dienst stellen andere leiding: Fluïdum: Afsluitkraan in lokaal: Fluïdum: Afsluitkraan in lokaal: Buiten dienst stellen elektriciteit: Schakelkast in lokaal: Buiten dienst stellen andere installaties: Onmiddellijk na einde werken In dienst stellen alle installaties Controle goede werking alle installaties Bevestigen dat alle installaties opnieuw succesvol in dienst zijn Tag-out procedure volgen (kranen, schakelaars voorzien van werksignalisatie) Lock-out procedure volgen (kranen, schakelaars materieel beveiligen tegen ongewenste manipulatie) Geen Meldingen van de aannemer vóór aanvang werken Projectverantwoordelijke KU Leuven die desnoods verder de melding zal doen naar: VGM Antennecoördinator / Lokaal aanspreekpunt (indien automatisch) Verwittigen EIP Werkplaatsen elektrotechniek/beveiliging Uit dienst stellen branddetectie Werkplaatsen elektrotechniek/beveiliging Opnieuw in dienst stellen branddetectie Centrale Dispatch 016 / 32 20 00 Geen Naam Handtekening Datum Aannemer/onderaannemer (die toezicht houdt op het uitvoeren van de werken conform de opgelijste maatregelen) Verantwoordelijke KU Leuven Preventieadviseur KU Leuven Pagina 32