Inspectierapport De Volle Maan (BSO) Plaza 127 6852RM HUISSEN Registratienummer 190175448 Toezichthouder: Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden In opdracht van gemeente: LINGEWAARD Datum inspectie: 16-06-2014 Type onderzoek : Regulier onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 08-07-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Tijdens de inspectie zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd toezicht (RGT). Op basis van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Beschouwing Buitenschoolse opvang De Volle Maan, onderdeel van Kinderopvang Zonnekinderen, biedt opvang aan maximaal 80 kinderen in de leeftijd van 4 tot en met 12 jaar, verdeeld over 4 groepen. De buitenschoolse opvang is gevestigd in de brede school Binnenste Buiten. In hetzelfde pand zijn ook een kinderdagverblijf, een basisschool en een peuterspeelzaal gevestigd. Uit het huidige onderzoek is gebleken dat de houder aan alle getoetste voorwaarden uit de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen voldoet. De inspectie is in een open en prettige sfeer verlopen. De toezichthouder heeft gesproken met de teamcoördinator dhr Rikken. De beroepskrachten waren enthousiast en gedreven. Als onderdeel van deze inspectie heeft de oudercommissie een vragenlijst toegestuurd gekregen. De toezichthouder heeft deze vragenlijst retour ontvangen. De oudercommissie is tevreden over de samenwerking met de houder. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: emotionele veiligheid; persoonlijke competentie; sociale competentie; overdracht van normen en waarden. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk is gebruik gemaakt van het Instrument observatie pedagogische praktijk, versie september 2013. De schuingedrukte teksten zijn letterlijke teksten uit het observatie-instrument. De observatie heeft plaatsgevonden op het moment dat de kinderen uit school kwamen. De kinderen uit groep 1/2 kwamen terug van schoolreisje. Er werd eerst buitengespeeld en daarna binnen in de eigen stamgroep gegeten en gedronken. Vervolgens konden de kinderen uit verschillende activiteiten kiezen. Pedagogische praktijk Tijdens de observatie blijkt dat de beroepskrachten voldoende op de hoogte zijn van het pedagogische beleidsplan. Op het kindercentrum wordt pedagogisch verantwoord gehandeld. Emotionele veiligheid De beroepskrachten maken een voorstel voor de activiteiten waaruit kinderen kunnen kiezen. De beroepskrachten helpen de kinderen die het moeilijk vinden om te kiezen. (...) Tijdens het eet- en drinkmoment vertellen de beroepskrachten uit welke activiteiten de kinderen kunnen kiezen. Op de middag van de inspectie kunnen kinderen kiezen uit; - sporten/ buitenspelen - reiskoffer maken - vrij binnen spelen - loombands maken (alleen voor 8+) Kinderen die geen keuze kunnen maken krijgen in eerste instantie meer tijd om na te denken. Wanneer ze dan nog geen keuze kunnen maken legt de beroepskracht uit met concrete voorbeelden wat de activiteiten precies inhouden. De kinderen en beroepskrachten zijn vertrouwd met elkaar. De beroepskrachten noemen het kind bij hun naam en de kinderen kennen de namen van de beroepskrachten. Kinderen bewegen zich vrij door de ruimte en zoeken zelf contact met de beroepskracht. De kinderen spelen in groepjes. Persoonlijke competentie De beroepskracht ondersteunt de kinderen bij het aangaan van een activiteit, maar heeft vooral oog voor de eigen inbreng van de kinderen in deze activiteit. Wanneer ze uitlegt wat het maken van een reiskoffer inhoudt stelt ze vragen als; - Wat is een reiskoffer? - Wat neem je mee op vakantie? - Wie gaat er van de zomer op vakantie? Vervolgens geeft ze voorbeelden hoe je een reiskoffer kan maken, maar zegt: 'Je moet vooral doen wat je zelf leuk en mooi vindt.' Sociale competentie 4 van 11
Kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren. Tijdens het eten en drinken vertellen de kinderen voluit en andere kinderen zijn betrokken, de kinderen luisteren naar elkaar. De kinderen die vrij spelen binnen hebben gekozen zijn in groepjes aan het spelen. Twee jongens spelen op het kleed met de lego, een groepje speelt kwartet en een groepje is aan tafel aan het kleuren. Overdracht van normen en waarden Beroepskrachten betrekken de kinderen bij het nadenken over en het maken van afspraken, regels en omgangsvormen. Kinderen leren verantwoordelijkheid krijgen en dragen. De kinderen hebben samen met de beroepskrachten regels opgesteld. De regels zijn op schilderijen geschilderd en hangen in de groepsruimte. Een aantal voorbeelden; - Als ik zeg stop dan weet je houdt op! - Gewoon praten; OK. Schreeuwen of grove taal; Nee - Voor groot en klein zullen we aardig zijn - De school is van binnen een wandelgebied, van buiten lekker niet Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan 5 van 11
Personeel en groepen Binnen dit domein zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kindratio en de stamgroepen zijn gecontroleerd aan de hand van presentielijsten en personeelroosters. Verklaring omtrent het gedrag Op basis van een steekproef zijn van 6 beroepskrachten en 3 stagiaires de verklaringen omtrent het gedrag ingezien. Allen beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie Op basis van een steekproef is van 6 beroepskrachten het diploma ingezien, zij beschikken allen over een passende beroepskwalificatie. Beroepskracht-kindratio Op alle groepen is de beroepskracht-kindratio beoordeeld op de dag van de inspectie. Op alle groepen worden voldoende beroepskrachten ingezet in verhouding met het aantal aanwezige kinderen. Opvang in groepen Er wordt opvang geboden in 4 groepen. naam groep leeftijd kinderen aantal kinderen Rood 4 tot en 7 jaar 20 Goud 4 tot en met 12 jaar 20 Oranje 4 tot en met 7 jaar 20 Zilver 7 tot en met 12 jaar 20 Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11
Veiligheid en gezondheid Binnen dit domein is gekeken naar de meldcode kindermishandeling. In de praktijk is gekeken naar de kennis van de beroepskrachten met betrekking tot de meldcode en de mogelijkheid om kennis te kunnen nemen van de meldcode. Meldcode kindermishandeling De houder gebruikt de Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling, versie juli 2013. De meldcode is in een teamvergadering besproken. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 7 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Volle Maan Website : http://www.zonnekinderen.nl Aantal kindplaatsen : 80 Gegevens houder Naam houder : Zonnekinderen Adres houder : Postbus 201 Postcode en plaats : 6900AE ZEVENAAR Website : www.zonnekinderen.nl KvK nummer : 09127903 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : Veiligheids- en Gezondheidsregio Gelderland Midden Adres : Postbus 5364 Postcode en plaats : 6802EJ ARNHEM Telefoonnummer : 0800-8446000 Onderzoek uitgevoerd door : Sandra van Eck Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : LINGEWAARD Adres : Postbus 15 Postcode en plaats : 6680AA BEMMEL Planning Datum inspectie : 16-06-2014 Opstellen concept inspectierapport : 30-06-2014 Zienswijze houder : 01-07-2014 Vaststelling inspectierapport : 08-07-2014 Verzenden inspectierapport naar houder : 08-07-2014 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 08-07-2014 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 15-07-2014 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Op 16 juni 2014 heeft een onaangekondigd inspectiebezoek plaatsgevonden op BSO de Volle Maan te Huissen. Wij delen het beeld dat het bezoek op prettige wijze is verlopen en kunnen ons vinden in de beschouwing en rapportage van de toezichthouder. 11 van 11