Voorwoord: U hebt zojuist de vertaling van de Rules for international combined driving events, 9 e edition gedownload.

Vergelijkbare documenten
BELGISCHE AANPASSINGEN 2010 Aan het FEI-reglement 10de editie Uitgave 2009 Gereviseerd in November 2009

BELGISCHE AANPASSINGEN 2015 Aan het FEI-reglement Uitgave 2015 Gereviseerd in februari 2015

BELGISCHE AANPASSINGEN 2014 Aan het FEI-reglement Uitgave 2014 Gereviseerd in Januari 2014

K.B.R.S.F. F.R.S.B.E.

WEDSTRIJDREGLEMENT VAARDIGHEID & MENNEN DRESSUUR

Vertaling van het FEI Reglement voor aangespannen rijden.

SPECIFIEK REGLEMENT VOOR TREKPAARDEN 2013

Vertaling van het FEI Reglement voor aangespannen rijden.

VOORPROGRAMMA MENWEDSTRIJD

I f n o f a o v a o v n o d n d M en e c n o c m o m m i m s i s s i s e i e V LP

DRESSUUR HOOFDSTUK 2 - PROEF A - DRESSUUR

FEI reglementen 10 de editie

VAARDIGHEID HOOFSTUK 4 PROEF C VAARDIGHEID

BELGISCHE AANPASSINGEN

Bijlagen. Met goed gevolg deelnemen aan kampioenschappen levert 5 punten op. Met goed gevolg deelnemen aan een CAIO levert 2 punten op.

KORTE INHOUD VAN DE REGLEMENTEN VAN EEN 20 mei 2015 SAMENGESTELDE MENWEDSTRIJD:

BELGISCHE AANPASSINGEN

ALGEMENE BEPALINGEN BRABANTSE KAMPIOENSCHAPPEN 2007

BELGISCHE AANPASSINGEN

Reglement van de Wedstrijd voor Fokkers van Endurancepaarden

Bijlagen. Tijd: 11 minuten. 8 EKAP Arbeidsdraf. Buiging, regelmaat, overgang naar arbeidsdraf, drang naar voren... 9 PBX X XES

Reglement Mennen en reglement Para-Equestrian mennen

Aan de secretariaten van de kringen regio Noord-Brabant Ter kennisgeving aan de kringvoorzitters en DA s. Someren, 5 juni Geachte secretaris,

Belgisch reglement traditie-en elegantiemennen

Controle wedstrijddocumenten Kennissheet

Wedstrijdreglement Mennen

Kampioenschapsbepalingen

OPEN NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP REINING 2015

TREC club Nederland. TREC club Nederland Men TREC Reglement maart 2015 definitief Pagina 1

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger Reglementen gebruiksrubrieken Nationale Tentoonstelling

Aanvullend reglement kring Eindhoven de Kempen (versie )

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie

Kampioenschappen datum:

Koets n Keerls organiseren weer een CTA PLUS in 2016.

Het NSIJP verenigt liefhebbers van het IJslandse paard

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger

Reglement Subli Competitie Jonge Dressuurpaarden 2019

Reglement Subli Competitie 2017

Agenda. 1. De sportfora. 2. Het proces richting besluitvorming. 3. De hervormingsplannen. 4. Belangrijke data

Algemeen Reglement v

Inschrijven Sluiting inschrijving : Wijzigingen doorgeven : Zondag van 0:00:00 tot 0:00:00

NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP REINING 2017

Agenda. 1. Belangrijkste reglementswijzigingen. 2. Online inschrijven. 3. Dressuurproeven B t/m ZZ

WIJZIGINGEN IN DE REGLEMENTEN 2018

VAN MOSSEL AUTOMOTIVE CUP 2018

REGLEMENTEN EN PRAKTISCHE RICHTLIJNEN BIJ HET INRICHTEN VAN WEDSTRIJDEN OBEDIENCE IN BELGIE

3. Aantal paarden per ruiter en per proef Elke ruiter kan een onbeperkt aantal paarden starten, zowel bij de 4-,5-,6- en 7-jarige paarden.

TREC club Nederland. Reglementen Men TREC. TREC club Nederland Men TREC Reglement februari 2017 definitief Pagina 1

Wijzigingen 2015 (Vet en onderstreept is nieuw, doorgehaalde tekst komt te vervallen)

Koninklijke Nederlandse Hippische Sportfederatie

NEDERLANDS KAMPIOENSCHAP REINING 2019

6 en 7 april 2013 Samengestelde Menwedstrijd Heukelom

KNHS-Indoorkampioenschappen 2017 ZZ-Zwaar - Lichte Tour Junioren Young Riders Zware Tour Versie

Hippo Revue. Reglement Communautaire Eventingwedstrijden Reglement communautaire eventingwedstrijden VLP

MINIMARATHON 1 juli 2018

Reglement Flanders Indoor Mencup

Kampioenschapsreglement

Nationaal Kampioenschap voor BMX Clubs 2017

REGLEMENT JEUGD CUP DRESSUUR 2010

Kampioenschapsreglement

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2011

Reglement Communautaire eventingwedstrijden 2012

FRBSE KBRSF. Nationaal reglement TREC VETERINAIRE CONTROLE

Hippiade Mennen 2015 Versie 2 juni 2015

Wedstrijdtarievenlijst

Nederlands Kampioenschap Voltige Versie

F.E.I. REGLEMENT JUMPING

DISTRICTS MOTOCROSS D.M.X. REGLEMENT. DISTRICT MIDDEN en OOST K.N.M.V.

TOERNOOIREGLEMENT PETANQUE, BIJLAGE 13: REGLEMENT MASTERS KWALIFICATIE WK/EK

VRAAGPROGRAMMA DRESSUUR Outdoor Gelderland Trofee 2012 Versie 1

Lapperre Senior Golf Trophy 2013 Sportief reglement RBGF/52/2013

Vraagprogramma. Harbour Village Outdoor Gelderland Trofee Pony s 2019 categorie D / E L, M, Z & ZZ springen M1, M2, Z1 en Z2 dressuur

Vraagprogramma. Outdoor Gelderland Trofee Dressuur 2014

Programmaboekje. Menvereniging Haarlemmermeer organiseert 24 september 2017

Wedstrijdreglement. BSIJP vzw / SBCI asbl - Wouwerstraat Dessel

Wedstrijdtarievenlijst

Competitiebepalingen. KNHS-BMC Centaur Cup 2011/ ALGEMEEN

Programmaboekje. Menvereniging Haarlemmermeer organiseert 25 september 2016

Competitiebepalingen KNHS Witte Van Moort Para Dressuur Trophy 2017/2018

Koninklijke Vereniging Het Nederlandse Trekpaard en de Haflinger

Vraagprogramma. Outdoor Gelderland Trofee Pony s categorie D / E L, M, Z & ZZ springen M1, M2, Z1 en Z2 dressuur

Regiokampioenschap Zeeland Versie

NATIONAAL KAMPIOENSCHAP VOOR BMX CLUBS 2018

Samengestelde Menwedstrijd Ysselsteyn

Uitvoeringsbesluit KNHS/KWPN kampioenschap jonge springpaarden 2014 om de Isah Cup

Competitiebepalingen KNHS Para Dressuur Trophy 2013/2014

Z2 pony s 20x60m Lichtheid, harmonie, gehoorzaamheid Regelmaat van de gangen en losheid van de beweging. Afdelingsdressuur 22 23

Reglement Selectiewedstrijden en Kringkampioenschappen Kring Salland

Wedstrijdtarievenlijst

Reglement Flanders Indoor Mencup VLP-LRV

Reglement Concours Traditionele Aanspanningen PLUS

Uitvoeringsbesluit KWPN kampioenschap jonge. dressuurpaarden 2017 om de Pavo Cup.

INHOUD SPECIFIEKE BEPALINGEN HARDRIJDEN KORTEBAAN/ SUPERSPRINT. Artikel 201 Algemeen. Artikel 202 De baan. Artikel 203 Wedstrijdbepalingen Open NK

Competitiebepalingen KNHS-Greenpoint Kostendrukkers Cup 2018/2019

FEI -SPRING REGLEMENT

Kampioenschapsreglement Hippiade 2017

KNHS-Indoorkampioenschappen 2018 ZZ-Zwaar - Lichte Tour Junioren Young Riders U25 Zware Tour Versie

Prijzen inschrijvingen. Showreglement

Bank Degroof Petercam is in 2016 de organisator van de golfcompetitie Passion for Golf Trophy

Reglement Clubkampioenschap

Transcriptie:

Voorwoord: U hebt zojuist de vertaling van de Rules for international combined driving events, 9 e edition gedownload. Op 11 november werden in het FEI bulletin 5/ wijzigingen gepubliceerd van de 9 e editie. Deze wijzigingen zijn verwerkt in de vertaling en worden aangeduid met:. Deze wijzigingen zijn ook apart vertaald in het document wijzigingen_nov.pdf. In november publiceerde de FEI opnieuw wijzigingen, deze zijn verwerkt in de vertaling en worden aangeduid met. De wijzigingen werden apart vertaald in het document wijzigingennov.pdf 2007 Dit is een niet officiele vertaling van het reglement. Het enige officiële reglement is de FEI Engelse versie. Hoewel met zorg vertaald is het mogelijk dat er onjuistheden, vergissingen in de vertaling voorkomen. De vertaalster kan niet aansprakelijk gesteld worden voor eventuele gevolgen daarvan. Het is niet toegestaan deze aan te bieden op uw internetsite of op enige andere wijze te publiceren of te vermenigvuldigen zonder de expliciete schriftelijke toestemming van de vertalers (Bert & Ghita Jambon). Hierbij tevens een oproep om eventuele vergissingen/ opmerkingen door te geven, zodat we de vertaling regelmatig kunnen aanpassen. U kunt deze opmerkingen doormailen naar: info@mencursus.net of: mia.allo@pandora.be Met dank aan Bert voor de uitleg en correctie, Mia Allo voor haar hulp en correcties en Mark Wentein voor zijn correcties. De lay out is overgenomen van de Nl vertaling van de 8 e editie, en is zo opgesteld dat bij dubbelzijdig printen de paragraaf-indeling aan de buitenmarge van de pagina valt. Legenda: = tekst niet vertaald, zie versie in Eng of Frans = zie Belgische aanpassingen = nieuw in de 9 e editie = aanpassing in de 9 e editie Ghita Jambon. 2007 = aanpassing in de 9 e editie reglement voor samengestelde menwedstrijden 9 e FEI-editie versie 16 dec

REGLEMENTEN van de FEI voor SAMENGESTELDE MENWEDSTRIJDEN VOORWOORD Deze uitgave van de Reglementen voor Menwedstrijden is van kracht per 1 januari. Vanaf deze datum zijn alle andere teksten die eerder zijn gepubliceerd over ditzelfde onderwerp (voorafgaande uitgaven, officiële meldingen, memoranda of bulletins) vervallen. Hoewel dit boekje nauwkeurig omschreven reglementen van de FEI omvat betreffende de uitvoering van internationale menwedstrijden, moet het in samenhang met de Statuten, de Algemene Reglementen en de Veterinaire Reglementen van de FEI worden gelezen. Deze Reglementen kunnen niet in alle zaken voorzien. Bij onvoorziene of buitengewone omstandigheden is het de plicht van de jury een besluit te nemen in een sportieve geest en zo dicht mogelijk in aansluiting op deze Reglementen en de Algemene Reglementen van de FEI. In deze publicatie zal het woord paard de betekenis hebben van paard of pony, het mannelijke zal ook de vrouwelijke inhouden en het enkelvoudig gebruik zal ook het meervoudig gebruik van het woord inhouden, tenzij anders wordt uitgelegd in die specifieke regel. Een aparte publicatie: Guidelines for organisers and officials verdiept zich inde interpretatie van de reglementen. De meest recente editie is ter beschikking op de FEI website: http://www.horsesport.org/ Legenda: = tekst niet vertaald, zie versie in Eng of Frans = zie Belgische aanpassingen = nieuw in de 9 e editie = aanpassing in de 9 e editie 2007 = aanpassing in de 9 e editie reglement voor samengestelde menwedstrijden 9 e FEI-editie versie 16 dec

ALGEMEEN art. 900 1. Dit reglement is niet bedoeld om de uniformiteit van wedstrijden voor aangespannen paarden te overdrijven, echter internationale wedstrijden moeten eerlijk zijn voor alle deelnemers. Daarom is het noodzakelijk een aantal nauwkeurige en duidelijke regels op te stellen, die zorgvuldig in acht moeten worden genomen. Tegelijkertijd behouden organiserende comités de bevoegdheid, binnen het kader van deze regels de wedstrijden naar eigen believen interessant te maken voor de deelnemers en aantrekkelijk voor de toeschouwers. 2. De FEI is zich volledig bewust van de moeilijkheden die zich in de praktijk voor organiserende comités voordoen als gevolg van de hedendaagse weg- en verkeersomstandigheden en de grote verscheidenheid in rijtuigen en tuigen. De FEI aanvaardt daarom, dat zij rekening moet houden met zaken, die niet nader zijn omschreven in deze reglementen. Het is in elk geval van belang dat alle kampioenschappen en elke wedstrijd, omschreven als internationaal, deze reglementen volgen. 3. STRAFFEN Het reglement moet strikt worden toegepast door de terreinjury. De deelnemers die het reglement niet naleven kunnen gediskwalificeerd of uitgesloten worden, tenzij andere strafbepalingen voorzien werden in de hiernavolgende artikels. 4. DISKWALIFICATIE (D) 4.1 Deelnemers kunnen op gelijk welk ogenblik tijdens de wedstrijd gediskwalificeerd worden wanneer zij het reglement niet naleven. Iedere gediskwalificeerde menner kan daarna niet verder deelnemen of een prijs winnen. Disciplinaire maatregelen kunnen worden genomen door respectivelijk de nationale federatie of door de FEI als het incident wordt gemeld aan de FEI door het Appeal comittee 4.2 Paarden die niet fit bevonden worden om te starten of verder deel te nemen aan een wedstrijdonderdeel zullen worden uitgeschakeld of gediskwalificeerd zoals hieronder beschreven. Als een paard gediskwalificeerd is mag het niet verder deelnemen in de wedstrijd. 5. ELIMINATIE (El) 5.1 Deelnemers kunnen geëlimineerd worden wanneer zij sommige overtredingen bestraft met eliminatie, hebben begaan. De eliminatie wordt opgesomd met andere straffen, maar kan slechts worden toegepast wanneer er geen andere specifieke straf wordt omschreven. 5.2 Paarden: paarden die geëlimineerd zijn in wedstrijdonderdeel A mogen deelnemen in wedstrijdonderdeel B en C. Paarden die geëlimineerd zijn in onderdeel B mogen deelnemen in onderdeel C. 6. OPGAVE (Re) Een deelnemer die voor om het even welke reden, niet verder wenst deel te nemen, kan zich op om het even welk moment terugtrekken uit de competitie. Een jurylid kan ook vragen aan een deelnemer zich terug te trekken uit de competitie, wanneer hij denkt dat de menner, de paarden/pony's of koets niet meer in staat is of zijn om de wedstrijd verder te zetten. Een deelnemer die opgeeft, kan opnieuw deelnemen aan een volgend wedstrijdonderdeel. 7. TERUGTREKKING (Wi) Een deelnemer wordt verondersteld zich te hebben teruggetrokken uit de wedstrijd, wanner hij om één of andere reden, de start van een wedstrijdonderdeel niet heeft genomen. Eens teruggetrokken kan hij niet deelnemen aan een volgend wedstrijdonderdeel. 8. KREUPELE OF NIET FITTE PAARDEN Als een paard kreupel of niet fit wordt geacht door de voorzitter van de jury in proef A, zal het paard worden gediskwalificeerd en mag het niet meer deelnemen in om het even welke andere proeven. 9. PRIJZEN: 10. DEFINITIES: 10.1 Samengestelde menwedstrijd: een groep van 1 of meer wedstrijden die begint 1 uur voor het aangekondigde begin van de 1 e inspectie en eindigt ½ uur na de aankondiging van de eindresultaten, tenzij het goedgekeurde programma anders voorziet. 10.7 Afstappen: het vrijwillig verlaten van het rijtuig door groom of deelnemer. 1

art. 901 ORGANISATIE 1. SOORTEN KAMPIOENSCHAPPEN: OPSOMMING 2. ORGANISATIE. 3. SOORTEN PROEVEN Dit reglement is van toepassing op drie soorten proeven: proef A - Dressuur; proef B - Marathon; proef C - Vaardigheid. Elke combinatie van deze proeven dient te worden aangeduid als een samengestelde menwedstrijd. 4. KEUZE VAN DE PROEVEN 2.1. De kampioenschappen en de CAIO's zijn steeds samengesteld uit de 3 wedstrijdonderdelen [a-b-c]. Het organiserend comité van een internationale wedstrijd type CAI-A is vrij te beslissen welke van de 3 proeven hij geschikt acht voor haar bepaalde wedstrijd: één, twee of alle drie proeven. Voor de duidelijkheid zij erop gewezen dat de marathon (proef B) steeds beschouwd wordt als de belangrijkste proef. Proef A kan vóór of na proef B worden afgelegd, doch proef C vormt steeds het laatste onderdeel. Bij CAI s, categorie B, behoeft proef C niet de laatste te zijn. 4.2. De nationale wedstrijden [CAN] waaraan maximum 8 buitenlandse menners mogen deelnemen uit maximum 4 verschillende landen. 5. SOORTEN AANSPANNINGEN Alle of enkele van de hieronder opgesomde type aanspanningen mogen deelnemen aan dezelfde wedstrijd, weliswaar elk in een aparte reeks: -enkelspan paard - tweespan paard - tandem paard -vierspan paard -enkelspan pony -tweespan pony -tandem pony -vierspan pony 6. TYPE WEDSTRIJDEN Er zijn 4 soorten internationale wedstrijden: 7. NEVENWEDSTRIJDEN Er zijn 4 soorten wedstrijden: Gedurende kampioenschappen en CAIO s mogen organiserende comités een CAI-A- of CAI-B-wedstrijd laten plaatsvinden voor andere categorieën dan die deelnemen aan het kampioenschap of CAIO. Bij deze wedstrijden dient men zich aan dit reglement te houden. Hetzelfde marathontraject mag gebruikt worden, echter pas nadat het kampioenschap of het CAIO heeft plaatsgevonden 8. DATUMBEPALING 6.1. De aanvraag om een CAI-A te mogen organiseren, moet zo spoedig mogelijk, echter uiterlijk 1 oktober van het jaar voordat de wedstrijd gepland is bij het secretariaat van de FEI ingediend worden. (Art. 902 en Alg. Regl.117.3). 6.2. De aanvraag om een CAI-B te organiseren moet zo spoedig mogelijk bij het FEI-secretariaat ingediend worden (Art. 902 en Alg. Regl.117.3). 6.3. De aanvraag om een CAIO te organiseren wordt gedaan volgens de bepalingen van art. 117.4, 6, 7 en 8. 9. OFFICIALS 10. JURY VAN BEROEP 2

11. INSCHRIJVINGEN Art 11.2.6 over het reservepaard wordt verwijderd Art 11.2.2 : deelnemers en paarden hoeven niet gekwalificeerd te worden als combinaties behalve in hun eigen categorie. Art 11.2.4: Bij nationale wedstrijden, die in aanmerking willen komen als kwalificatiewedstrijd, dient tenminste 1 internationaal jurylid in de terreinjury te zijn. Nationale federaties die wensen dat een nationale wedstrijd als internationale kwalificatiewedstrijd in aanmerking komt dienen voordat de wedstrijd plaats vindt aan de FEI de lijst van juryleden te vragen waaruit het internationale jurylid kan worden gekozen. Art 11.2.5: het internationale jurylid in nationale wedstrijden, die in aanmerking komen voor een kwalificatie voor een WK, dienen buitenlands te zijn en door de FEI goedgekeurd voordat de wedstrijd plaats vindt. 2007 COÖRDINATIE MET DE FEI art. 902 1. VOORLOPIG VRAAGPROGRAMMA Om uniformiteit te waarborgen, moeten de organiserende comités van alle kampioenschappen, CAIO s, CAI-A s en CAI-B s een voorlopig vraagprogramma via de nationale bonden naar het secretariaat van het FEI sturen, 16 weken voor de wedstrijd zal plaatsvinden, waarin de algemene voorwaarden voor elke proef worden aangegeven en alle bijzondere voorwaarden waarin dit reglement niet voorziet en welke de organisatie wenst in te voeren. 2. DEFINITIEF VRAAGPROGRAMMA Het definitieve vraagprogramma moet 4 weken voordat de wedstrijd plaatsvindt naar de FEI gezonden worden. 3. UITNODIGINGEN De uitnodigingen tot inschrijving moeten naar de nationale bonden gestuurd worden, niet naar de individuele deelnemers (zie Alg. Regl. Art. 120). Deze uitnodigingen moeten alle nodige informatie bevatten die het de nationale bonden mogelijk maakt hierop in te schrijven. 4. UITSLAGEN EN PROGRAMMA De uitslagen en het programma overzicht moeten binnen 14 dagen naar de FEI gezonden worden door het organiserend comité. OFFICIALS art. 903 1. Bij alle internationale wedstrijden moeten tenminste 3, maar niet meer dan 5 juryleden aanwezig zijn voor elke categorie. Tezamen vormen de leden de jury van de wedstrijd. 2. 2.1. De voorzitter en de 4 leden van de jury bij wereldkampioenschappen worden door het bureau van de FEI aangewezen. De jury bij kampioenschappen moet bestaan uit 5 juryleden inclusief de voorzitter. De voorzitter, het buitenlandse jurylid en één van de andere juryleden moeten officieel internationaal jurylid van de FEIlijst zijn. De 2 andere juryleden zijn tenminste internationaal jurylid. Een reserve internationaal jurylid zal ook worden aangewezen, maar van hem wordt niet vereist om aanwezig te zijn tijdens de wedstrijd tenzij hier speciaal om verzocht is. 2.2. De buitenlandse voorzitter van de jury van continentale kampioenschappen alsook een internationaal officieel jurylid, wordt door het bureau van de FEI aangewezen. De 4 andere leden, waarvan één uit het buitenland, worden door het organiserend comité benoemd. Het buitenlands jurylid en één ander jurylid moet gekozen worden uit de lijst van officiële internationale juryleden. 2.3. CAIO. De organisator nodigt de voorzitter van de terreinjury uit, alsook 4 andere leden waarvan 1 uit het buitenland. De voorzitter van de terreinjury wordt gekozen uit de lijst van officiële 3

internationale juryleden. De 4 andere leden worden gekozen uit de lijst van officiële internationale juryleden of van de lijst der internationale juryleden. De FEI benoemt het buitenlandse jurylid. 2.4. CAI - A. De organisator nodigt de voorzitter van de terreinjury uit, alsook 2 of 4 andere leden. Een buitenlands jurylid is vereist. De voorzitter en het buitenlands jurylid moeten tenminste internationale juryleden zijn. 2 juryleden moeten van een andere nationaliteit zijn dan het gastland. Van de jury moeten tenminste 3 leden internationaal jurylid zijn. Indien er meer dan 3 juryleden zijn, moeten beide andere juryleden tenminste kandidaat-internationaal juryleden zijn. 2.5. CAI - B. Wedstrijden van CAI s cat. B moeten worden beoordeeld door een jury, bestaande uit een voorzitter en twee tot vier leden. De voorzitter moet een officieel internationaal jurylid of internationaal jurylid zijn en één van de leden moet een buitenlands jurylid zijn en tenminste kandidaat internationaal. De overige juryleden kunnen nationale juryleden zijn. 3. TAKEN VAN DE TERREINJURY 3.1. Taken en verantwoordelijkheden van de terreinjury staan omschreven in hoofdstuk VIII van het algemeen reglement. Daarbij komt dat ieder jurylid het recht en de plicht heeft ieder paard of pony te elimineren waarvan hij denkt dat het mankt of niet meer in staat is de wedstrijd verder te zetten volgens art 900.8. 3.2. De terreinjury is verantwoordelijk voor het goede verloop van de wedstrijd. 3.3. De voorzitter van de terreinjury zal beslissen waar de juryleden zullen toezien op de Wedstrijdonderdelen A, B en C 3.4. Alle leden van de terreinjury zullen het onderdeel dressuur jureren. De juryleden zullen maximaal 40 deelnemers per dag jureren. Enkel mits toestemming van de juryvoorzitter kan dit getal verhoogd worden. 3.5. De voorzitter van de terreinjury is verantwoordelijk voor de controle op alle uitslagen en voor de publicatie ervan. 4. BELANGENCONFLICT: Art. 904 TECHNISCH AFGEVAARDIGDE 1. BENOEMING: Zodra een wedstrijd proef B en/of C omvat is een technisch afgevaardigde [TD] verplicht. (alg. regl. Art 156) 2. SELECTIE PER TYPE WEDSTRIJD: 2.1. Kampioenschap: de FEI-mencommissie benoemt een buitenlandse technisch afgevaardigde uit de lijst van officiele internationale technisch afgevaardigden. 2.2. CAIO en CAI-A: de organisator kiest een T.A. uit de lijst van officiele internationale technisch afgevaardigden of internationale TA s. Bij een CAIO is hij een buitenlander. 2.3. CAI-B: Voor CAI s cat. B moet de technisch afgevaardigde gekozen worden uit de FEI-lijst van officiele internationale TA s, internationale TA s of kandiaat internationaal technisch afgevaardigden. Indien deze niet beschikbaar zijn, moet een Internationaal of kandidaat internationaal parcoursbouwer of een internationaal of kandiaat internationaal jurylid als technisch afgevaardigde worden aangewezen. 3. PLICHTEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN 3.1. Bij kampioenschappen en CAIO s moet de technisch afgevaardigde alle administratieve voorzieningen voor de deelnemers goedkeuren vanaf het moment dat hij benoemd is tot het einde van de wedstrijd. 3.2. Hij moet zich ervan overtuigen dat de huisvesting van de deelnemers, de grooms en de paarden/pony s, hun voeding, de oefenterreinen enz. in alle opzichten voldoen. 4

3.3. Inspecteren van het parcours voor elke proef om zich ervan te overtuigen dat de technische vereisten in overeenstemming zijn met de desbetreffende voorschriften in de Algemene Reglementen en de Bijzondere Reglementen van de FEI. 3.4. Hij ziet erop toe dat het parcours en de hindernissen correct en zonder gevaar zijn en dat de kennis van bijzondere lokale omstandigheden de binnenlandse deelnemers niet bevoordelen. 3.5. Waar hij dat nodig acht zal hij aanwijzingen geven aan de organisator en aan de parcoursontwerper om veranderingen in het parcours of hindernissen aan te brengen. 3.6. Zich ervan te overtuigen dat de officiële tijdwaarnemers, waarnemers in het veld, Hinderniswaarnemers en hindernisrechters volledig bekend zijn met hun taak, waarbij inbegrepen het gebruik en aflezen van chronometers en stopwatches. 3.7. Hij meldt aan de voorzitter van de jury wanneer alles gereed is om een proef te laten beginnen. 3.8. Voortdurend toezicht uit te oefenen op het technische verloop van de wedstrijd, ook nadat hij de voorzitter van de jury heeft meegedeeld dat hij tevreden is met de getroffen maatregelen. Hij is verantwoordelijk voor de regelmatige aanvoer van de gegevens naar de rekenkamer. 3.9. Voor meer details betreffende de verantwoordelijkheden en taken van de technisch afgevaardigde, wordt verwezen naar de FEI-"Guidelines for organisers en officials the duty of TD s. 4. In bijzondere omstandigheden mag dezelfde persoon de functies van technisch afgevaardigde en buitenlands jurylid uitoefenen. Het organiserend comité dient hiervoor de toestemming van de secretaris generaal van de FEI te vragen voordat een afspraak wordt gemaakt. 5. Assistent technisch afgevaardigde [ATD]: 5.1. de benoeming ervan is facultatief voor CAI en CAIO. Als hij wordt aangeduid zijn de kosten ten laste van de organisatie. 5.2. Voor kampioenschappen moet een assistent technisch afgevaardigde benoemd worden. Kosten ten laste van de organisatie. 5.3. Wanneer een ATD wordt benoemd bij een CAI of CAIO dan mag hij de nationaliteit van het uitnodigend land bezitten en moet op zijn minst de status van nationaal technisch afgevaardigde hebben. 5.4. Voor wereldkampioenschappen mag de ATD de nationaliteit hebben van het uitnodigend land maar moet status hebben van ten minste kandidaat internationaal technisch afgevaardigde. VETERINAIR AFGEVAARDIGDE en VETERINAIRE COMMISSIE Art. 905 1. 1 De samenstelling van de veterinaire commissie, die verplicht is voor kampioenschappen en CAIO s en de aanwijzing van haar voorzitter en leden dient in overeenstemming te zijn met de Veterinaire Reglementen. 2..1 Bij CAI-A en CAI-B, overeenkomstig de Veterinaire Reglementen, moet een dierenarts gekozen worden uit de FEI-lijst van wedstrijddierenartsen. Hij is de veterinaire afgevaardigde van het organiserend comité. 2.2 De afgevaardigde dierenarts en de leden van de veterinaire commissie mogen niet optreden als behandelende dierenarts. VEILIGHEID en STALBEVEILIGING Art. 906 1. Kampioenschappen, CAIO: cfr. Veterinair reglement annex XII 2. CAI-A en CAI-B: 2.1 het is niet verplicht de stallen in één zone te hebben. Nochtans is de organisator verantwoordelijk voor de stalcontrole opdat volgende minimale beveiligingen worden toegepast: 2.1.1 Het welzijn van de paarden heeft de hoogste prioriteit 2.1.2 De stalzone(s) moet 24 uur op 24 uur onder toezicht staan van een stalmeester of de aangestelde commissarissen. 2.1.3 Een veiligheidsomheining is niet verplicht maar slagbomen en deuren kunnen om veiligheidsredenen en om loslopende dieren af te schermen van de openbare wegen en publiekszones, noodzakelijk zijn. 2.1.4 Een strikte toegangscontrole aan de stallen is niet vereist maar een permanent staltoezicht moet worden aangehouden. 5

Art. 907 PARCOURSONTWERPER 1. BENOEMING De parcoursontwerper [PO] voor wereldkampioenschappen wordt aangeduid door de organisator en de uitnodigende nationale federatie uit de lijst van de FEI officiële internationale parcoursontwerpers na goedkeuring van de FEI-mencommissie (alg. regl. Art. 155) 2. SELECTIE 2.1 Voor het kampioenschap, CAIO en CAI-A moet de aangeduide PO gekozen worden uit de lijst van officiele internationale parcoursontwerpers. 2.2 Voor CAI-B wordt de PO gekozen uit van officiele internationale of internationale parcoursontwerpers of kandidaat internationale parcoursontwerpers. 2.3 De parcoursontwerper kan voor alle proeven dezelfde persoon zijn, of voor elke proef kan een ander persoon parcoursbouwer zijn. 2.4 De naam van de PO of namen van de PO s dienen in het programma vermeld. 2.5 Zie voor meer details FEI-"Guidelines for organisers en officials the duty of TD s. 3. OPDRACHTEN De parcoursontwerper is verantwoordelijk, onder toezicht van de technisch afgevaardigde, voor 3.1.1 Uitzetten en opmeten van de dressuurpiste. 3.1.2 Het uitzetten en meten van het marathonparcours, de bouw van hindernissen in de marathon. 3.1.3 Ontwerpen, uitzetten en opmeten van het vaardigheidsparcours. 3.2 Alleen de parcoursontwerper en zijn medewerkers mogen veranderingen aanbrengen of anderzijds ingrijpen in elk deel van het parcours. Wanneer een deelnemer of een lid van zijn team een verandering in het parcours aanbrengt, op welke wijze ook, heeft dit uitsluiting van die deelnemer tot gevolg. 3.3 Als de technisch afgevaardigde of de parcoursontwerper bij afwezigheid van de technisch afgevaardigde oordeelt dat een parcours in alle opzichten voldoet zal hij dit aan de voorzitter van de jury melden. 3.4 De jury mag pas het startsein voor een proef geven, nadat de technisch afgevaardigde heeft meegedeeld dat alles gereed is. Vanaf dit ogenblik draagt de jury de volledige verantwoordelijkheid voor het verloop van de proef. Art. 908 FEI STEWARD 1. BENOEMING Voor ALLE internationale wedstrijden moet de organisatie een hoofdsteward kiezen uit de lijst van FEIstewards. De hoofdsteward draagt een armband of badge van zijn functie (alg. regl. Art. 144) 2007 2007 2. OPDRACHTEN 2.1. De stewards worden benoemd volgens art. 144 van het alg. regl. en zijn verantwoordelijk voor: 2.1.1. Rijtuigeninspectie van iedere deelnemer na de proef A en C, en vooral de breedte van het rijtuig voor proef B en de start en finish van Sectie E. 2.1.2. Bitten-controle van alle dieren na de dressuur en na de vaardigheidsproef, alsook vóór de marathon en erna. Gebruik van onaanvaardbare bitten moeten gemeld worden een de voorzitter van de terreinjury. 2.1.3. Inbreuken betreffende iedere overtreding van de reglementen, niet beperkt tot uitsluitend lampen, banden, tuig of bitten, moeten gemeld worden aan de voorzitter van de terreinjury. 2.1.4. Controleren dat deelnemers zich houden aan de regels van de publiciteit. 2.1.5. Andere taken zoals vastgelegd in de algemene reglementen 2.2. Stewards of andere officials moeten gevallen van wreedheid zo snel mogelijk melden aan de voorzitter van de terreinjury. 6

JURY van BEROEP Art. 909 1. SAMENSTELLING 1.1 Een jury van beroep, bestaande uit een voorzitter en tenminste twee leden, zal moeten worden benoemd voor alle wedstrijden type Kampioenschap, CAIO, CAI-A en CAI-B,overeenkomstig de Algemene Reglementen Art. 154. 1.2. Bij een Kampioenschap of CAIO moet de voorzitter of een lid de buitenlandse nationaliteit bezitten. 1.3 De afgevaardigde dierenarts moet aanwezig zijn als adviseur bij behandeling van gevallen waar veterinaire vragen moeten beantwoord worden. 2. BENOEMING 3. KWALIFICATIE 4. VERGADERINGEN 5. BESLISSING VOORWAARDEN om DEEL TE NEMEN Art. 910 1. LEEFTIJD DEELNEMERS 1.1 Deelnemers in de categorieën vierspan paard, tweespan paard en tandem paard mogen deelnemen aan een internationale wedstrijd vanaf het begin van het kalenderjaar waarin zij de leeftijd bereiken van 18 jaar. 1.2 Deelnemers in de categorie enkelspan paard, enkelspan pony, tweespanpony,tandem pony en vierspan pony mogen deelnemen aan een internationale wedstrijd vanaf het begin van het kalenderjaar waarin zij de leeftijd bereiken van 16 jaar : (Artikel 124.6 Alg. Regl.) 2-4 en tandem PAARD 18 jaar 1 PAARD 16 jaar PONYS: 4,2,tandem,1 16 jaar 1.3 Tijdens een internationale proef moeten grooms op het rijtuig, in het kalenderjaar, waarin de wedstrijd plaatsvindt, de leeftijd van 14 jaar bereiken. 1.4 Inbreuken tegen deze bepalingen leiden tot eliminatie. 1.5 Passagiers zijn niet toegestaan op het rijtuig gedurende proef A,B en C.Passagiers zijn toegestaan op het rijtuig gedurende de openings- en sluitingsplechtigheid en/of gedurende de facultatieve presentatieproef. 2. PUBLICITEIT 2.1 Competitie A cfr. Art. 936.2 2.2 Competitie B cfr. Art. 947.3 2.3 Competitie C cfr. Art. 960.4 3. DOCUMENTATION 7

Art. 911 PAARDEN - PONY's 1. LEEFTIJD In alle klassen behalve enkelspannen dienen paarden die deelnemen aan CAI tenminste 5 jaar oud zijn en tenminste 6 jaar oud voor CAIO s en kampioenschappen. Enkelspannen dienen tenminste 6 jaar oud te zijn voor CAI,CAIO en kampioenschappen. 2. SCHOFTHOOGTE Alle dieren met een schofthoogte tot 148 cm zonder hoefbeslag of 149 cm met hoefbeslag worden beschouwd als pony. Alle andere dieren worden gerangschikt in de categorie paarden. Pony's in de categorie "enkelspan pony", meten minimaal 120 cm zonder hoefbeslag of 121 cm met hoefbeslag. 3. AANTAL 3.1 Het vereiste aantal dieren moeten aangespannen worden over alle wedstrijdonderdelen. Deelnemers kunnen geen paarden terugtrekken uit de wedstrijd en verder deelnemen met een kleiner aantal dan voorzien in hun categorie. 3.2 Een paard of pony mag slechts éénmaal deelnemen aan dezelfde wedstrijd. 3.3 Inbreuken tegen de artikelen 3.1 en 3.2 leiden tot diskwalificatie. 4. SPECIALE VOORWAARDEN: (zie Veterinairy regulations 1011.2.6.3-3.6.5) 4.1 Drachtige merries 4.2 Tracheotomie en neurectomie 4.3 Tong vastbinden Art. 912 PASPOORT 1.1 Elk paard/pony ingeschreven voor CAN s, of CAI s cat. B in het buitenland en alle paarden, ingeschreven voor CAI s cat. A, CAIO s of kampioenschappen hetzij in eigen land, hetzij in het buitenland moeten een officieel geldig FEI-paspoort bezitten of een geldig nationaal paspoort, dat goedgekeurd is door de FEI, en begeleid door een FEI Recognition Card teneinde te kunnen worden geïdentificeerd en de eigenaar te kunnen vaststellen. (alg. regl. 139.1) 1.2 Paarden/pony s die in eigen land deelnemen aan CAN s en CAI s cat. B behoeven geen paspoort te hebben als bedoeld in voorgaande paragraaf. Al deze paarden/pony s moeten duidelijk zijn geregistreerd en identificeerbaar zijn en een geldig inentingsbewijs hebben, tenzij in het organiserend land en in het land van herkomst geen nationale eisen ten aanzien van inenting tegen influenza bestaan. (alg. regl. 139.2) Art. 913 IDENTIFICATIENUMMERS 1. PAARDEN / PONIES Elk paard/pony krijgt bij aankomst een identificatienummer dat te allen tijde gedragen moet worden wanneer het de box verlaat zodat het geïdentificeerd kan worden door officials en stewards. 2. DEELNEMER Elke deelnemer behoudt hetzelfde identificatienummer vanaf het moment van aankomst tot aan het einde van de wedstrijd. Dit nummer moet worden aangebracht op elk rijtuig tijdens de proeven en gedurende de voorbereidingen en trainingen op de oefenterreinen, zodat de deelnemers kunnen worden herkend door alle officials met inbegrip van de stewards. 3. STRAFFEN Wanneer het identificatienummer niet wordt gedragen volgt eerst een waarschuwing en in geval van herhaling wordt de deelnemer door de jury of de jury van beroep een geldboete opgelegd (zie Alg. Regl. Art. 162 en 174). 8

DEELNAME Art. 914 1. WIJZE VAN MENNEN De deelnemer is vrij in de keuze van zijn manier en stijl van rijden. 2. DEELNEMER 2.1 Uitgezonderd de reglementair toegestane omwisseling moet de deelnemer gedurende gans de wedstrijd mennen met dezelfde paarden / pony's (art. 919) 2.2 Noch menner, noch groom mogen tijdens dezelfde wedstrijd meer dan éénmaal deelnemen aan de marathon. 2.3 Grooms mogen met meer dan 1 deelnemer deelnemen aan de dressuur en/of vaardigheidsproef. 2.4 Enkel de menner mag gedurende de ganse wedstrijd de leidsels, zweep en remmen hanteren. Inbreuk hiertegen, zelfs om een ongeval te vermijden, wordt bestraft met 20 strafpunten.voor uitzonderingen zie art 914.2.5; 939.3; 952.7.5; 955.4.1.5 en 964.5.4 2.5 Een groom mag de leidsels hanteren tijdens de proeven zonder toekenning van strafpunten op voorwaarde dat het rijtuig stil blijft staan. 2.6 Paarden en pony's mogen niet deelnemen in meerdere categorieën tijdens dezelfde wedstrijd en mogen slechts éénmaal deelnemen per wedstrijdonderdeel. 2.7 Om veiligheidsredenen mag niemand op gelijk welke wijze vastgebonden worden aan het rijtuig gedurende alle wedstrijdonderdelen.een menner mag beveiligd door een koord, singel of riem waarvan één uiteinde wordt vastgehouden door de groom en dat niet rondgedraaid of vastgemaakt mag zijn aan het rijtuig zodat het onmiddellijk kan gelost. 2.8 Het zelfde rijtuig dient gebruikt in de proeven A en C 3. HORS CONCOURS Geen deelnemer mag buiten wedstrijd deelnemen in een internationale wedstrijd (Alg Regl Art 122.5) RIJTUIGEN Art. 915 1. MATEN EN GEWICHTEN 1.1 De standaard spoorbreedte wordt gemeten op de grond aan de buitenzijde van de achterwielen. De maatvoering en het gewicht per categorie en per wedstrijdonderdeel wordt omschreven in de diverse artikels per wedstrijdonderdeel. 1.2 Wielhoepels zijn verboden over de ganse wedstrijd. 1.3 Deelnemers kunnen hun rijtuigen officieel laten meten en wegen vóór proef A. 1.4 De voorzitter van de terreinjury zal beslissen of alle rijtuigen worden gewogen dan wel enkele bepaald bij loting, na de marathon en gemeten na de vaardigheid. Deelnemers met rijtuigen niet conform de bepaling rond gewicht en spoorbreedte zullen worden geëlimineerd uit de relevante proef. 2007 2. UITRUSTING 2.1 Rijtuigen gebruikt in competitie A zijn uitgerust met rijtuiglampen en achterlampen of reflectoren. (strafpunten voor onjuiste presentatie). Lampen zijn toegestaan in proef C. 2.2 Snelheidsmeters en kilometertellers zijn niet toegestaan in om het even welk wedstrijdonderdeel. 2.3 Blokkeerinrichtingen of vertragingsmechanismen van het draaistel aan de voor zijde van het rijtuig zijn niet toegestaan in de competitie A en C. De rijtuigen zullen worden nagezien nadat de deelnemer het wedstrijdonderdeel A en C heeft gereden. 3. BANDEN Luchtbanden of pneumatische banden zijn verboden. Rijtuigen moeten uitgerust zijn met ijzeren of rubberbeslag. Het loopvlak moet vlak zijn. Overtreding betekent uitsluiting. 9

Art. 916 TUIG 1. KOPPELRIEMEN In alle proeven zijn koppelriemen tussen de garelen of de borsttuigen toegestaan. De voorpaarden van een 4 span mogen op geen enkele andere wijze met elkaar verbonden zijn (met uitzondering van de leidsels). 2. HULPTEUGELS Hulpteugels, waaronder mede verstaan elk soort opzetteugels, zijn niet toegestaan. 3. STAART Het is verboden staarten aan rijtuigen of strengen vast te maken. De staart mag niet vastgebonden of verbonden aan het rijtuig, strengen of broek. 4. HEFBOMEN Alle ringen, sleutels en/of andere voorzieningen aan het tuig welke een duidelijk hefboomeffect op de leidsels of bit uitoefenen zijn strafbaar. Deelnemers die een inbreuk hierop plegen - in wedstrijdonderdeel A en C worden bestraft met 10 strafpunten door de voorzitter van de terreinjury - in wedstrijdonderdeel B worden bestraft met 10 strafpunten door de terreinjury. 5. BITTEN Het gebruik van een hoofdstel zonder bit (hackamore) is niet toegestaan, ook niet wanneer het gebruikt wordt in combinatie met een bit. 6. TONG Het is verboden de tong van een paard / pony vast te binden op eender welke wijze. 7. BEPERKTE ZICHTBAARHEID Het zicht van de achterpaarden mag niet belemmerd worden door enige voorziening tussen voor- en achterpaarden. 8. VREEMDE STOFFEN Aanbrengen van producten of voorwerpen aan de strengen of disselboom, die een irritatie aan de paarden zou kunnen veroorzaken, is verboden. 9. STRAFFEN Inbreuk tegen iedere paragraaf in dit artikel (uitgezonderd 916.4- strafpunten binnen de wedstrijd) zal de eliminatie als gevolg hebben tijdens de proef en een waarschuwing en/of gele kaart op ieder ander moment tijdens de wedstrijd. 2007 Art. 917 HOEFBESLAG 1. TYPES Paarden / pony s mogen elk type hoefbeslag dragen, doch dubbel beslag en loden vullingen zijn verboden. 2. OMWISSELING Het verwisselen van ijzers tijdens de proef B is toegestaan, bij een verloren, vervormd of beschadigd ijzer, maar er wordt geen extra tijd voor gegeven. Het verwisselen van een ijzer om andere redenen is niet toegestaan. 3. STRAFFEN Overtreding tegen art. 917 leidt tot eliminatie. 10

INSCHRIJVINGEN Art. 918 1. CAI-A en CAI-B 1.1 CAI s cat. A en CAI s cat. B zijn in eerste instantie bedoeld voor individuele deelnemers zonder enige beperking wat betreft het aantal deelnemers of landen dat inschrijft. 1.2 Buitenlandse deelnemers mogen deelnemen aan CAI s cat. B voor het gastland waar zij verblijven indien de wedstrijd plaatsvindt in dat land en met goedkeuring van de nationale federatie van dat land. 2. KAMPIOENSCHAP EN CAIO Kampioenschappen en CAIO s staan open voor nationale teams. Een nationaal team bestaat uit drie deelnemers met dezelfde nationaliteit. Echter, wanneer een land slechts twee deelnemers kan zenden, moeten deze als team worden ingeschreven. Een inschrijving van een land dat slechts 1 deelnemer kan zenden zal als individuele deelnemer worden beschouwd. 3. INDIVIDUELE INSCHRIJVINGEN 3.1 Met goedkeuring van het organiserend comitee mogen de nationale federaties, die een nominatieve inschrijving gedaan hebben voor een team, bijkomende individuele deelnemers inschrijven. Het gastland mag tot 6 deelnemers inschrijven. 3.2 Een tweede nominatieve inschrijvingsdatum zal in het voorprogramma worden opgenomen voor het gaval het organiserend comitee zou beslissen dat de nationale federaties bijkomende individuele inschrijvingen kunnen doen. 3.3 Het aantal genomineerde deelnemers mag 2x het aantal definitief toegestane deelnemers zijn zoals in 3.1 en 3.2 uitgelegd. 3.4 Voor individuele inschrijvingen voor WK pony mennen zie art 901.11.6 4. AANTAL INGESCHREVEN PAARDEN per deelnemer categorie paarden/pony s Maximum bij inschrijving Maximum deelname aan wedstrijd Vierspan 10 5 Tweespan 6 3 Tandem 6 3 Enkelspan 2 1 VERVANGING PAARDEN Art. 919 1. OMWISSELING VOOR AANVANG WEDSTRIJD 1.1 In geval van ziekte of ongeval van de menner of een paard voor de wedstrijd mogen verwisselingen gebeuren op voorwaarde dat de organiserende instantie zijn goedkeuring geeft voordat de paard(en) van de deelnemer worden aangeboden in de 1 e inspectie. 2. OMWISSELING GEDURENDE DE WEDSTRIJD 2.1 De omwisseling van een paard / menner is tijdens een proef is niet toegestaan. 2.2 De deelnemers in de categorie 4-span mogen uit de 5 inschreven dieren, van start gaan in iedere proef met 4 paarden / pony's naar keus. 2.3 De 2-span-menners en tandem mogen in iedere proef starten met 2 van de 3 ingeschreven dieren naar keuze. 2.4 De enkelspan-menners mogen niet omwisselen, tenzij er een klassement per nationaal team bestaat. In dit geval is slechts 1vervanging per team gedurende de gehele wedstrijd toegestaan. Deze uitzondering wordt enkel toegepast tijdens een kampioenschap of een CAIO. OPGAVE DEFINITIEVE DEELNEMERS Art. 920 11

Art. 921 STARTVOLGORDE 1. INDIVIDUELE DEELNEMERS (CAI) 1.1 De nummers, toegekend aan alle deelnemers worden in een urne geplaatst. De startnummers in een andere urne. Een simultane lottrekking zal bepalen welke deelnemer in welke volgorde van start gaat. 1.2 De startvolgorde mag per computer willekeurig bepaald worden bij CAI-A of CAI-B door de organisatie. 2. LOTTREKKING VOOR CAIO en KAMPIOENSCHAP 2.1 De lottrekking van de individuele deelnemers gebeurd los van hun eigen nationaliteit en wordt uitgevoerd zoals de omschrijving in 921.1. 2.2 De nationale equipes worden ingeschreven op een alfabetische lijst. Een gelijk aantal loten als er landen zijn, worden in een urne geplaatst. De eerst alfabetisch geplaatste equipe gaat van start volgens het eerst getrokken nummer, enz. 2.3 Onmiddellijk na lottrekking voor de nationale equipes, grijpt een supplementaire lottrekking plaats om de startvolgorde van de officiële deelnemers uit de landenteams voor proef A te bepalen. Voor proef B, moeten de chefs d'équipe de startvolgorde van de leden van hun team kenbaar maken. 2.4 De eerste officiële deelnemer uit het landenteam van ieder land zal worden ingeschoven in de lottrekking van equipes, op de vacante plaatsen tussen de individuele deelnemers, gevolgd door de officiële teamdeelnemers van de 2 de groep, enz. 2.5 De individuele deelnemers en de positie van ieder officieel teamlid in de 2 de groep van proef A zullen van start gaan als eersten in proef B. (cfr. hierboven 2.3). Indien er een oneven aantal deelnemers is, zal de groep op dusdanige wijze in tweeën worden gedeeld dat er in de tweede groep één deelnemer meer is dan in de eerste groep. Bijvoorbeeld als er elf deelnemers zijn dan starten de nummer 6 t/m 11 in de eerste proef, het eerst in de tweede proef, gevolgd door de nummers 1 t/m 5. 2.6 Voor een gedetailleerde beschrijving zie Guidelines for Organisers and Officials 3. PROEF C (vaardigheid) 3.1 In proef C zowel bij wedstrijden voor individuele deelnemers als voor teams, zal de deelnemer met het hoogste aantal strafpunten in de proeven A en/of B als eerste starten gevolgd door de deelnemer met het op één na hoogst aantal strafpunten en zo verder, zodat de deelnemer met het laagste aantal strafpunten als laatste start 3.2 Indien er meer deelnemers hetzelfde aantal strafpunten hebben zal de procedure conform Art. 924.3 gevolgd worden ART. 922 KEURING EN ONDERZOEK 1. EERSTE ONDERZOEK Ref: veterinairy regulations art 1011. 1.1 Dit vindt plaats bij aankomst en in elk geval alvorens de paarden/pony s de wedstrijdstallen in gaan. 1.2 De bedoeling is in de eerste plaats om de identiteit van paard/pony vast te stellen door het paspoort en elk ander document te controleren en in de tweede plaats om de algemene staat van gezondheid vast te stellen 1.3 Dit zal moeten worden uitgevoerd door de veterinair afgevaardigde of een praktiserend dierenarts van het organiserend land 1.4 Elk twijfelgeval moet zo snel mogelijk en in ieder geval niet later dan één uur voor de eerste keuring aan de veterinair afgevaardigde worden gerapporteerd. 2. EERSTE INSPECTIE 2.1 Deze keuring vindt plaats voor proef A, wordt uitgevoerd door de voorzitter van de jury tezamen met een lid van de jury en de veterinair afgevaardigde en/of de voorzitter van de veterinaire commissie. Zie voor meer details Veterinary regulations en Guidelines for organisers and officials. 2.2 Om veiligheidsredenen moeten de paarden/pony s met het hoofdstel en bit voorgebracht worden. Ieder dier draagt zijn identificatienummer (art.913.1). 2.3 De paarden en pony's worden voorgebracht zonder deken of bandages. 2.4 Geen enkel dier mag worden voorgebracht met door verf of inkt verborgen kenmerken. 12

2.5 Een steward moet met een zweep aanwezig zijn. Hij is de enige persoon die mag assisteren, wanneer een paard/pony weigert te draven. Voorbrengers mogen geen zweep dragen tijdens het voorbrengen van het paard. Het gebruik van een korte zweep om hengsten en moeilijke paarden te bedwingen mag op vraag toegestaan worden door het inspectie comitee.( zie FEI Vet reg 101 1.8.6) 2.6 Bij alle disciplines begint de keuring consequent met de bezichtiging van het paard in stilstand. Het paard/pony moet daarna stappen en 30 m draven van de commissie af en vervolgens draven naar de keuringscommissie toe. 2.7 Een dierenarts kan worden toegestaan om een been, een deel van een been of andere delen van het lichaam aan te raken. Hij mag geen klinische testen uitvoeren (bv. buigproef of stappen en draven op een volte vet.regl. art. 1011.3.3) 2.8 In uitzonderlijke gevallen en in geval van twijfel kan de jury een paard/pony naar een aparte ruimte verwijzen, die onder officieel toezicht staat, voor een nader onderzoek, op een geschikt moment tijdens de inspectie. 2.9 een paard/pony gevraagd worden voor een nieuwe inspectie de volgende dag. Dit paard/pony kan ook gecontroleerd worden op verboden middelen voordat het wordt toegelaten om deel te nemen aan proef A. 2.10 Enkel de jury is bevoegd om een paard/pony uit te sluiten wanneer het duidelijk als niet fit beschouwd kan worden voor de wedstrijd (getoonde kreupelheid, ernstige verwonding of een slechte algehele conditie). Een dierenarts heeft niet de bevoegdheid een paard/pony uit te sluiten. 2.11 In geval van onenigheid over de fitheid van een paard om deel te nemen heeft de voorzitter van de jury een doorslaggevende stem en het besluit zal onmiddellijk worden bekend gemaakt. 3. TWEEDE INSPECTIE 3.1 Deze vindt plaats tijdens en op locatie van de verplichte 10 minuten rust na sectie D in proef B. Een lid van de jury en een dierenarts zijn verantwoordelijk voor deze keuring. Deze keuring moet zorgvuldig maar snel worden afgehandeld, zodat de deelnemer de gelegenheid en tijd krijgt om zijn paarden/pony s te verzorgen te starten in sectie E. 3.2 De gezondheidstoestand van de paarden/pony s moet klinisch worden vastgesteld wat kan inhouden hartslag bepaling, de ademhaling en de temperatuurmeting in overeenstemming met de veterinairy regulations. Deze gegevens moeten op een kaart worden opgeschreven. 3.3 Kreupele, verwonde of duidelijk uitgeputte paarden/pony s moeten van verdere deelname worden uitgesloten. 3.4 Enkel de terreinjury is gemachtigd een deelnemer uit te sluiten wanneer zijn paard/pony niet meer in staat is de wedstrijd verder te zetten. 4. TWEEDE ONDERZOEK 4.1 Vindt plaats bij de finish van sectie E in proef B. Het wordt uitgevoerd onder toezicht van een behandelend dierenarts in het geval een paard/pony onmiddellijke verzorging nodig heeft. De dierenarts heeft niet de bevoegdheid een paard/pony te elimineren. Hij moet zijn bevindingen zo spoedig mogelijk rapporteren aan de afgevaardigde wedstrijd-dierenarts nadat alle deelnemers de proef B hebben volbracht. 4.2 Een 2 de onderzoek is verplicht tijdens kampioenschappen en CAIO's. Het is niet verplicht bij wedstrijden type CAI-A of CAI-B. 5. LAATSTE OBSERVATIE VOOR PROEF C 5.1 Deze vindt plaats voor proef C en wordt verricht door de keuringcommissie die is samengesteld uit één lid van de terreinjury en de afgevaardigde dierenarts of de dierenartscommissie. De 3 de keuring is verplicht op alle wedstrijden. 5.2 De paarden/pony s worden aangespannen voor het rijtuig gekeurd. Beenbandages en springschoenen zijn toegestaan doch dienen verwijderd indien gevraagd door een lid van de dierenarts commissie 5.3 Alleen een lid van de terreinjury heeft de bevoegdheid een paard te diskwalificeren als een paard/pony niet fit wordt bevonden om verder deel te nemen aan de wedstrijd. 5.4 Bij CAI-B s is het niet nodig deze keuring te verrichten voor B of voor C als proef B de laatste proef is. 6. EEN PAARD UIT DE WEDSTRIJD VERWIJDEREN 6.1 Ieder lid van de terreinjury heeft het recht en de plicht een paard/pony te elimineren of aan de deelnemer te vragen om op te geven op om het even welk ogenblik tijdens de proef B, in de klaarblijkelijke gevallen van kreupelheid, verwonding of als een paard niet meer in staat is de wedstrijd verder te zetten. 13

6.2 De terreinjury kan tijdens de wedstrijd een paard/pony diskwalificeren wanneer het jurylid de mening is toegedaan dat het paard/pony niet meer in staat is de wedstrijd verder te zetten. Er is geen beroep tegen deze beslissing mogelijk 6.3 De TD mag een deelnemer doen stoppen als hij van mening is dat het paard niet meer in staat is de wedstrijd verder te zetten. Bijbehorende strafpunten zijn de bevoegdheid van de jury. 7. CONTROLE GENEESKUNDIGE BEHANDELING De controle op de geneeskundige behandeling moet worden uitgevoerd overeenkomstig de Algemene Reglementen en de Veterinaire Reglementen (alg. regl. art. 145 en 146 + vet.regl. 1013) art. 923 PUNTENTOEKENNING 1. PUNTENFORMULIEREN De wijze van puntentoekenning en klassering voor elke proef is aangegeven in het nader uitgewerkte reglement betreffende die proef (zie Guidelines for organisers and Officials) art. 924 KLASSERING SAMENGESTELDE MENWEDSTRIJD 1. PROEVEN 1.1 Na afloop van iedere proef zullen de deelnemers volgens de behaalde strafpunten in die proef geklasseerd worden. 1.2 De deelnemer met de minste strafpunten is de winnaar van de proef. 1.3 De uitslag wordt berekend met 2 decimalen. 2. WEDSTRIJD 2.1 De eindklassering van individuele deelnemers wordt vastgesteld door de behaalde strafpunten in elke proef bij elkaar op te tellen. De deelnemer met de minste strafpunten is de winnaar van de wedstrijd. 2.2 Deelnemers die werden gediskwalificeerd, zich hebben teruggetrokken uit de wedstrijd of die hebben opgegeven in een proef kunnen niet worden gerangschikt in de einduitslag. Zij zullen enkel worden vermeld in de uitslag van de proef waaraan zij hebben deelgenomen met de vermelding "geëlimineerd" (EL), gediskwalificeerd" (Di), "opgave" ( Re) en "terugtrekking" (Wi) 2.3 Een voorbeeld van een scoreformulier is terug te vinden in de Guidelines for organisers and Officials. 3. GELIJKE SCORE In geval van ex aequo zal de deelnemer met de minste strafpunten in proef B de winnaar zijn. Is ook dit puntenaantal gelijk, dan zal het behaalde aantal strafpunten in proef A doorslaggevend zijn. 4. TEAMKLASSEMENT De klassering van de teams wordt bepaald door de strafpunten van de twee hoogst geplaatste deelnemers van elk landenteam per proef bij elkaar op te tellen. Alleen die punten van teamleden die niet zijn uitgeschakeld in één van de proeven tellen mee voor de eindrangschikking. 5. COMBINED CHAMPIONSHIPS 6. NAAM van de PAARDEN De namen van de paarden/pony s moeten op de einduitslag vermeld staan. Dit is inclusief het reservepaard/pony, indien deze ingezet is. 7. OFFICIELE UITSLAG De uitslagen zijn officieel zodra zij getekend zijn door de voorzitter van de jury. 14

HULP VAN DERDEN Art 925 1. DEFINITIE Elke tussenkomst van derden niet meerijdend op het rijtuig, gevraagd of ongevraagd, met als doel de taak van de rijder te vergemakkelijken of zijn paarden/pony s te helpen wordt beschouwd als niet toegestane hulp van derden. 2. VOORBEELDEN Voor voorbeelden van ongeoorloofde hulp van derden zie: Dressuur: art 939.2 Marathon: art 955.2 Vaardigheid: art.963.2 3 STRAFFEN Hulp van derden is verboden op straffe van uitsluiting, ter beoordeling aan de jury. 4. TOEGESTANE HULP 4.1 Hierna voorbeelden van toegestane hulp van derden 4.1.1 Hulp op verplichte rusten en in neutrale zones 4.1.2 Hulp om ongelukken te voorkomen 4.1.3 Hulp om een omgevallen rijtuig overeind te zetten 4.1.4 Paarden/pony s in moeilijkheden ten gevolge van een ongeluk binnen de strafzone te helpen op voorwaarde dat de grooms op de grond staan. 4.2 De jury zal de omstandigheden beoordelen. In geval van twijfel kan mening van de hinderniswaarnemer c.q. waarnemers in het veld gevraagd worden om hun mening. WREEDHEID Art. 926 1. DEFINITIE Het buitensporig aanzetten van uitgeputte paarden/pony s, het buitensporig gebruiken van de zweep, een te strak aangespannen of slecht zittend bit of gebroken of beschadigd bit alsook alle handelingen die volgens de terreinjury ontegensprekelijk en duidelijk een daad van wreedheid is. 2. STEWARDS 2.1 Er zullen stewards aangewezen worden met verantwoordelijkheden zoals is vermeld in Art. 144 van het Alg. Regl. en die zijn 2.1.1 Controle van de rijtuigen van alle deelnemers na proef A en C alsook voor en na proef 2.1.2 Bittencontrole bij alle dieren na proef A en C alsook voor en na proef B. Gebruik van niet toegestane bitten worden onmiddellijk gerapporteerd aan de voorzitter van de terreinjury. 2.1.3 Rapportering van inbreuken betreffende de aanwezigheid van lampen, blokkeersystemen, banden, tuigen of bitten. 2.1.4 Begeleiding tijdens de 1 ste inspectie 2.2 Stewards alsook ieder ander official moet alle gevallen van wreedheid melden aan de voorzitter van de terreinjury zo spoedig als mogelijk. 2007 3. STRAFFEN Iedere daad die duidelijk kan omschreven worden als wreedheid volgens de terreinjury, zal worden bestraft met diskwalificatie. art. 927 tot 931 [Informatie is opgenomen in de artikels 901.1; 901.2; 901.9; 901.10; 901.11] 15

Art. 932 BEKENDMAKING van de STARTERS De procedure met betrekking tot de bekendmaking van de starters moet aan de eisen voldoen zoals in Art. 126 van de Algemene Reglementen en art. 920. Art. 933 KOSTEN en PRIVILEGES 1. KOSTEN en PRIVILEGES Kosten en voorrechten zijn omschreven in Art. 132 en 133 van de Algemene Reglementen. 2. MAALTIJDEN, VERBLIJF EN LOGIE 2.1 Kampioenschappen 2.2 CAIO 5 sterren 2.3 CAIO 3 sterren 3. TRANSPORT GEDURENDE DE WEDSTRIJD Organiserende comités zijn gedurende het kampioenschap ook verantwoordelijk, indien de situatie dat noodzakelijk maakt, voor het transport van de voorzitter en leden van de jury, de jury van beroep, de veterinaire commissie, de technisch afgevaardigde en parcoursontwerper. Art. 934 DIVERSEN In alle situaties die niet gedekt worden door de bestaande reglementen zal de jury, geleid door de Algemene Reglementen en de Reglementen voor Samengestelde Menwedstrijden, en de Guidelines for organisers and officials een beslissing nemen waarvan zij denkt dat deze de beste is om een eerlijke klassering te verkrijgen. 16