De families die de achternaam (Van) Davelaar gaan dragen komen bijna allemaal aantoonbaar van één van deze boerderijen.

Vergelijkbare documenten
2. Geertje Cornelissen, tr. Jacob Claesz, ov. voor 1671 In 1669 wordt Jacob Claesz beleend na dode van zijn schoonvader Cornelis Jansz met het erf t

Woudenberg , ov. Woudenberg , zn. van Evert Willemsz van Ede en Woutertje Wouters van Ginkel 3. Cornelia Hak, geb./ged.

Samengesteld door Henk van Woudenberg september 2008

3. Aart Hendriksen van Maarn, ged. Doorn , tr. Doorn Maria/Marrigje Claassen van Maarn Negen kinderen gedoopt te Doorn.

Van de Grift (1) Met dank aan Herman Postema

In 1874 verkoopt Gerrit van Leersum, wolfabrikant te Scherpenzeel hout op de Haar (Not. Scherpenzeel nr. 157; ).

9. Willem Jacobsz Schoonderbeek, ged. Hoogland (RK) , get. Wijmpje Everts

Cornelis Gerritsen Berg en zijn vrouw Hendrikje Jansen Zuidwind, won. Hamersveld lenen

Hogeweg. Voorgeslacht zie Genealogie t Willaar

NT00064_2489. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

Bos(ch) (1) Met dank voor de verbeteringen van Herman Postema.

Capittel van St. Jan in Wijk bij Duurstede. Met registratie van de procuratie voor Not. Willem van Dam in Utrecht op , UT175a002, nr. 33.

Uit dit huw.: 1. Gerritje Jans van Hurksveld, geb. onder Essen , ged. Garderen , ov. Barneveld , tr.

gaat na zijn dood in 1671 over op zijn zusters. In 1680 gaat het bij maaggescheid over op zwager Jan Theunisz (Leenhof 110, fol. 2vo; Bel.

2. Maria Gerrits, geb. in 't bakhuis bij de Swarte Steegh, ged. Hamersveld (RK) , get. moeder van de vader 3. Cornelis Gerritsz, volgt IIIa

In 1724 wordt Oth Hendriksen van Davelaar na dode van zijn vader beleend met twee kampen land in Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1186, f. 23;

De Bree. Publicatie: Pieter Blink; Genealogie De Bree/Van Linschoten, Groningen, 1995.

Samengesteld door Henk van Woudenberg april 2009

5. Teunis Cornelissen Nimmerrust, innocent, ov. voor 1700

Uit het 1 e huw.: 1. Johannes Cornelissen Bloemendal, ged. Hamersveld (RK) , get. grootmoeder, jong ov. 2. Johanna/Jantje Cornelissen

Literatuur: W.H.M. Nieuwenhuis; Het Goed Egdom, blz. 310 ev.. In: De Klapperman; Bijdragen tot de geschiedenis van Woudenberg, november 1994.

Anderen zijn ook bezig geweest met deze familie, vooral Hans Meijer. Zijn overzicht staat op:

Kramer (1)

Van de Haar (1) Met dank aan Herman Postema voor de aanvullingen.

Met dank aan Bert Heikamp voor de opmerkingen en de aanvullingen.

Alpen, van. Eerder is over deze familie gepubliceerd door ds. Evert van Alphen Az in Gens Nostra, jg. 19, 1964, blz. 1 11, 33 39,

Cornelis Barten Blaauwendraat, ged. Veenendaal , landbouwer op de Ringelpoel, begr. Woudenberg , tr. Evertje Jans van Ginkel,

Lidm. reg. Woudenberg 1805: Hendrijn de Bree hv Erris Rol. Erris Roll, voor zichzelf en namens Matthijs van Geijtenbeek, weigraven van Woudenberg,

Deze familie komt waarschijnlijk van de boerderij Pothoven, Lunterseweg 40, een rijksmonument in Ede.

In 1858 veilen de erfgenamen van Reijer Kuijpers: 1. een stuk bouwland, genaamd het Hooge Land langs de laan van Beekvliet te Woudenberg, sectie C

Uit dit huw.: 1. Hendrina Willemijna Mater, ged. Amersfoort Willemijntje Mater, ged. Amersfoort Luitje/Lutje Mater, ged.

Zwanenburg (2) Deze familie wordt beschreven in: W. Bos, De geschiedenis van Moorst, Leusden 2001, blz

Uit het 1 e huw.: 1. Arie Berendse, geb./ged. Scherpenzeel 20-09/ , erkend bij huwelijk, koperslager, smid, ov. Scherpenzeel , tr.

5. Maaijgje Cornelissen Hardeman, ged. Veenendaal , begr. Veenendaal Hermen Cornelisz Hardeman, ged. Veenendaal , w

NT00064_152. Nadere Toegang op inv. nr 152. uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64) H.J. Postema

VAN LAMBALGEN (2) I Jan Jansz Lidmaten Scherpenzeel aangenomen : Jan Janssen (met sijn vrouw), op Cleijn Lambalgen.

Wit, de (1) I Thijmen Teunisz Cramer, otr. Utrecht Aagje Hendriks van Cooth, wed. Jan van Zutphen Bij ondertrouw staat geschreven: De bruid

Boon. Lagelandt, zijnde een deel van Cleijn Moorst. Oost: de Glinthorst, west: Kleijn Moorst, zuid:

5. Teeuwis Cornelissen, ged. Renswoude In 1728 testeert Teeuwis Cornelisse van den Grooten Dashorst, won. Scherpenzeel, op Gerrit van

Peter Dirksz van Woudenberg bruiker van 33 morgen van het Convent van St. Servaes en eigenaar en bruiker van ¾ deel van 47 morgen en 4 morgen Den

stellen aan als voogd over hun nu nog minderjarige nicht en tot executeur van hun nalatenschap:

De onderstaande genealogie is eerder verschenen: De Woudenbergse Knopperts, door W.H.M. Nieuwenhuis. Veluwse Geslachten 1996, nr. 2, blz

9. Willem Veenvliet, geb./ged. Scherpenzeel 10/ , volgt IIIb

Lidm. Scherpenzeel : Jan van Setten. Lidm. Scherpenzeel Jansje Koudijs met attestatie van Utrecht Lidm. reg.

In 1775 wordt Hanna van Beckberge, wed. Gijzbert van Soezt beleend met een derde deel van Gelazhorst (Glashorst)met huis, hof, bergen en schuren,

Schouten. II Egbert Schuiten van Delden, schoenmaker, tr. NN Uit dit huw.: 1. Hermen Schuiten/Schouten, volgt III

Berkhorst. Mogelijkheid: Otto Jacobsz is een zoon van Jacob Reijers, zie gesch. en geneal. Wolfswinkel

Woudenberg , zn. van Cornelis Rijksen van Egdom en Stijntje/Christina Willems Geijtenbeek 7. Cornelis Meerbeek, geb. Woudenberg

Jansen, tr. (2) Barneveld Jan Lubbert Cozijnsen, wed. Elisabeth Aartsen, geb. Barneveld 1814, dagloner, zn. van Wilhelmus Cozijnsen en

Met dank voor de aanvullingen door Corien Radstok en Herman Postema.

Ten noordoosten van Scherpenzeel liggen de boerderijen Groot en Klein Heintjeskamp.

5. Hendrik van der Wiel, geb. Woudenberg , ov. Woudenberg , ongehuwd 6. Willem van der Wiel, geb. Woudenberg , ov.

NT00064_2485. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

De achternaam De Koning komt rond 1740 in zwang. Nakomelingen van Willem Willemsz van de Haar/van Ubbeschoten noemen zich De Koning.

NT00064_2488. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

1. Dirkje Jans Tolboom, ged. Hoogland (RK) , get. Maria Wulferts, otr. Hoogland (gerecht) en tr. Hoogland (RK) Jan


Met dank aan Jaap Drost voor de oudste twee generaties en de aanvullingen.

Amersfoort , ov. Leusden , zn. van Hendrik Lagemaat en Maria van de Glind 5. Lammert Donkersteeg, geb. Leusbroek, ged. Woudenberg

van Utrecht en Willem Anthonij Buddingh, procureur voor het gerecht van Rhenen om op te treden bij problemen. (Notarieel Veenendaal, not.

De onderstaande twee families hebben zo op het oog niets met elkaar te maken.

Eerder verschenen in: H.M. van Woudenberg; Voskuilen, een buurtschap onder Woudenberg en Leusden. Genealogieën, genealogie 23.

Samengesteld door: Henk van Woudenberg, november 2015

Van Linden/Lienden (1)

Dekker. Met aanvullingen van Herman Postema

1. Lambert Jansz van Ginkel, ged. Woudenberg , get. Aeltje Claassen, tr. Woudenberg Evertje Hendriks, ged.

Cornelissen van Overeem met het vierde deel van de helft van Nijborg (Leenboek Huis Scherpenzeel

De eerste generaties komen uit een publicatie in Veluwse Geslachten, gepubliceerd door: R. Klaasen uit Veenendaal en E.

Kraaijenoord/De Lucht (1)

Barneveld , dr. van Dirk van Westendorp en Jannetje van Eldijk

Uit dit huw.: 1. Hendrik Blanken, geb./ged. Scherpenzeel 21-03/ , volgt IV

Zie genealogie Bosch 9. Melis Ederveen, ged. Leersum , jong ov. 10. Jannigje Ederveen, ged. Leersum , jong ov.

Zie genealogie Bosch 9. Melis Ederveen, ged. Leersum , jong ov. 10. Jannigje Ederveen, ged. Leersum , jong ov.

Met dank voor de aanvullingen van Ted Evers.

7. Cornelis Ariensz Floor, ged. Woudenberg , jong ov. 8. Cornelis Ariensz Floor, ged. Woudenberg , get. Willemijntje Arends

Van de Pol (1) Jacob Jansz

1. Geertje Arissen van Beek, geb. aan de Veenkant, ged. Renswoude Dirkje Arissen van Beek, geb. Ederveen, ged. Renswoude

1. doodgeb. kind, ov. Woudenberg Jan van Voorthuizen, geb. Woudenberg , landbouwer, ov. Renswoude , tr.

Woudenberg , dr. van Evert Kleinveld en Jannetje Kleinveld Uit dit huw.: 1. Jan van Lunteren, geb. Woudenberg

Ebbenhorst (HGA; Leenhof Gelre 27, fol. 22; ). In 1625 lijftochten Jan Cornelisz Ebbenhorst x Neeltgen Egbers, momber: Goessen van Ommeren,

2. Jan Gerritsen van Ravenhorst, ged. Woudenberg , get. Arrisje Arissen 3. Teuntje Hendriksen van Ravenhorst, ged. Amerongen ,

Jan Tijssen van Ginckel beleend door opdracht van Hendrick van Geijtenbeeck namens Hendrick van Hees met twee morgen land genaamd Het Verloren Lant,

nr 19; ). In 1737 sluiten de broers Peter en Cornelis met hun zus een overeenkomst. (RHC ZOU, arch. nr 66, inv.

Johan Vonk/van t Boveneind, geb./ged. Scherpenzeel 01/ (erkend bij huw.)

1. Aelbert Cornelisz van Santen, volgt IIIa 2. Thonis/Teunis Cornelisz van Santen, volgt IIIb

5. Aaltje van Ede, geb./ged. Woudenberg 18-10/ , ov. Amersfoort , tr. Amersfoort Andries Arler, ged.

gelopen. Daardoor had hij schade veroorzaakt. Uitspraak: gulden loon betalen. (Dorpsgerecht Leusden 1044; ) Jan Tijssen

Donkelaar (1) Met dank aan L.J. van Loon voor de aanvullingen.

4. Gijsbert Jansz Veenendaal, ged. Renswoude , op Selder, jong ov. 5. Gijsbert Jansz Veenendaal, ged. Renswoude , op Selder 6. Gij

In 1770 vindt er boedelscheiding plaats tussen de kinderen. Arien, Elbert en Aagje Teunissen, won.

NT00064_2007. Nadere Toegang op inv. nr uit het archief van de. Dorpsgerechten, (64)

1. Maatje van den Berkhof, geb. Renswoude , ov. Renswoude , tr. Renswoude Hannis Vink, geb. Renswoude ,

Tussen Zeist en Driebergen ligt De Breul, later een buitenplaats.

700,= van de gemeente gekocht op , voor de gemeenteraad (Not. Scherpenzeel 4131, nr. 7; 03-

Uit dit huw.: 1. Breunis Jansz van Essen, ged. Scherpenzeel , volgt IVa

Willemtgen Thonis Keuijersdr, laatst wed. Rutger Rutgersz, tevoren wed. Oth Henricksz, treedt op namens haarzelf en als moeder en momberse van haar on

VI Gerrit Vermeer, geb. op de Wachteldonk, ged. Renswoude , bijenhouder, dagwerker, begr. Renswoude , tr. Renswoude (otr.

Er kan een relatie bestaan tussen de bovenstaande en de onderstaande familie bestaan.

Grietje Tijssen, tr. (2) Scherpenzeel Hendrikje Hendriks, wed. Evert Jansen, geb. Garderen, begr. Scherpenzeel Inwoners

In 1874 geeft Roelofje van Boveneind x Matthijs Dolron, volmacht voor zichzelf en als voogd van Cornelis, Gerrit, Jan en Martinus de Bruin, allen te

Transcriptie:

Davelaar (1) Davelaar ligt in Woudenberg. Het zijn oorspronkelijk twee boerderijen; Groot Davelaar (nu: Peelens Hoeve) en Klein Davelaar (nu Hoeve De Beek). Op hun grondgebied ontstaan in de loop der eeuwen nog meer boerderijen door bedrijfssplitsingen. De families die de achternaam (Van) Davelaar gaan dragen komen bijna allemaal aantoonbaar van één van deze boerderijen. De onderstaande familie woont op Klein Davelaar. Waar Evert Hendricksen en zijn vrouw Roelofje Jans vandaan komen is onbekend. Misschien weet u het? We houden ons aanbevolen. Hun zoon Jan Evertsz van Davelaer neemt de boerderij over. Een andere zoon, Hendrik Evertsz van Davelaer gaat in Amerongen wonen. Eén van zijn zonen, Otto Hendriksz van Davelaar keert terug. Otto neemt de boerderij Oevelaar onder Woudenberg over van zijn oom Gijsbert Evertsz van Davelaer. Hij is de stamvaders van een groot aantal Van Davelaars in de omgeving van Woudenberg en Scherpenzeel. Zijn broer Gerrit Hendriksz van Davelaar gaat naar Leersum. Zijn zoon Gerrit Gerritsz van Davelaar trouwt met een Scherpenzeelse en wordt de stamvader van de vermogende en aanzienlijke familie Van Davelaar in het dorp met vele bezittingen zoals de boerderij Berkhorst en de helft van de boerderij Groot en Klein Gooswilligen onder Scherpenzeel, een huis in de Krommenhoek, enige landerijen onder Amerongen, een boerderij genaamd de Zandschulp en een boerderij genaamd Wildenburg. Mogelijke voorvader: Henrick Evertsen, tr. Jantien Jacobs. Jantien Jacobs, gewoond hebbende op Lambalgen, tr. (2) Scherpenzeel 15-09-1661 Derck Petersen 1.? Goossens Hendricksen, ged. Scherpenzeel 28-11-1647 I Evert Hendricksen, ov. 20-07-1694, tr. Roelofje Jans (Bosch?), ov. 18-09-1702 Lidm. Scherpenzeel Pasen 1659: Evert Henricksen en Roeloffien Jans, echtelieden, op de Beeck. Lidm. lijst Scherpenzeel 1673: Evert Hendricksen en Roelifje Jans, echtelieden op Daveler aen de Beeck. In 1675 woont Evert Henricksz met zijn vrouw en 7 minderjarige kinderen op Davelaar (Huisgezinnen Woudenberg, nr. 92). In 1693 geeft Evert Hendricksz op de Beeck, eigenaar en bruiker, drie haardsteden op (Haardstedegeld Woudenberg, 1693, nr. 126). In 1696 is de wed. Evert Hendricksz c.a. eigenaar en bruiker van Davelaar (Oudschildgeld Woudenberg nr. 94). In 1706 en 1716 zijn de erven Evert Hendricksz eigenaar van Davelaar en bruiker is Jan Evertsz (Oudschildgeld Woudenberg nr. 94). In 1702 erft Roelofje Jans, wed. Evert Hendriksz een huis met 6 morgen tussen Geitenbeek en Groot Lambalgen bij testamentaire dispositie van haar neef Herman de Cruijf (Huis Amerongen 1185, fol. 36vo; 22-08-1702). 1. Jannitgen Everts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 05-09-1652, tr. (1) Scherpenzeel 02-12-

1677 Hendrick Jansen, won. Landaes, tr. (2) won. Klein Landaes te Woudenberg (otr. Scherpenzeel) 21-08-1681 Hendrick Evertsz, won. Wittenberg, zn. van Evert Claesz en Arrisge Aerts, tr. (3) Scherpenzeel (otr. Woudenberg) 21-10-1694 Jan Willemsen van Neerwoud, won. Kleijn Landaes Testament van Jan Willemsen van Landaes, wed. Jannitje Everts van Davelaer, won. Woudenberg. Enige erfgenamen: schoonzoon en dochter Jan Gijsbertsen en zijn vrouw Willemina Jans. Octrooi Utrecht d.d. 21-06-1721. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Willem van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 42, 42vo; 23-06-1721). 2. Hendrick Evertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 18-05-1657, op de Beeck, volgt II 3. Annetien Everts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 13-11-1659, op de Beeck, otr. Scherpenzeel 27-07-1679, tr. Amersfoort 10-08-1679, tr. Leusden (gerecht) 14-11-1679 Anthonis/Teunis Teunisz Voskuijlen, 1675 onmondig, won. Leusbroek, tr. (2) won. Leusbroek, otr. Leusden (gerecht) 06-11-1696 Beernt Jansz, jm. van Hummelo, won. Leusbroek, tr. (3) Hamersveld (RK) 14-02-1706 en Leusden (gerecht) 19-02-1706 Hendrik Hendricksz Brom, wed. Geertie van Dordtmondt, won. Heiligenberg onder Leusden 4. Gijsbert Evertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 14-01-1666, op Davilaer, jong ov. 5. Grietien Everts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 14-01-1666, op Davilaer, tr. Scherpenzeel 14-06-1691 Elbert Jansen van Egdum, op Egdum Grietje Everts van Davelaar wed Elbert Jansz Ekdom, won. Leusderbroek, geassisteerd met Hendrick Evertsz haar broer en Gerrit Jansz als voogd van de nagelaten onmondige kinderen vande voorn Elbert Jansz, transporteren aan Aelbert Jansz seeckere huijsinge hofstede en annexe landerijen groot (behalven de hofste) ontrent dartigh mergen landt gelegen te Ginkel. Het goed is op 29-11-1698 verkocht en 16-05-1699 getransporteerd aan Elbert. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2474; 04-04-1714). 6. Gijsbert Evertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 16-08-1668, op Davilaer, tot 1719 landbouwer op Oevelaar, tr. Scherpenzeel 25-03-1691 Gerritje Jansen van Egdom Lidm. Scherpenzeel 02-10-1692: Gijsbert Evertsen en Gerritje Jansen, op Egdum. In 1706 is Gijsbert Evertsz van Davelaar eigenaar en bruiker van Groot Oevelaar (Oudschildgeld Woudenberg 106). Lidm. reg. Scherpenzeel 1715: Gijsbert Evertsen van Davelaar en Jantje Everts, op Oevelaar. Jan Arrissen van t Sant, wed. Willemijn Hendriks, voor zich en namens zijn kinderen, machtigt Arnoldus van Geijtenbeeck, notaris te Utrecht om 200 gulden te vorderen van Gijsbert Evertsen van Davelaar. Obligatie van 20-12-1716. (Recht. Arch. Woudenber 2346, fol. 9; 21-03-1719). Gijsbert Evertsen van Davelaar, won. op Groot Oevelaar machtigt Willem Lagerweij, secretaris van Woudenberg en Arnoldus van Geijtenbeek, notaris te Utrecht om de inboedel en het veldgewas te verkopen. Van de opbrengst moeten de achterstallige belastingen betaald worden. Ook nog 100 gulden aan Jan Arrissen van t Sant en Geertje Jans van Ginckel. Het vee wordt opgesomd. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 11vo, 12; 05-08-1719). Gijsbert Evertsen van Davelaer, won. Woudenberg, doet afstand van de huur van de hofstede Groot Oevelaer, eigendom van de weduwe en erfgenamen van Hendrik Evertsen van Davelaar en Jan Evertsen van Davelaer. Om de achterstallige huur te betalen moet de huurder al zijn hout afstaan en 450 gulden huurschuld. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Willem van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 27vo-29; 21-10-1719). 1. Marrijtje Gijsberts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 27-03-1692 2. Jan Gijsbertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 22-04-1694 3. Evert Gijsbertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 13-10-1695 4. Arisje Gijsberts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 18/29-08-1700, op Oevelaer, won. Leusden, tr. Amersfoort 21-11-1734 Herman Gerritsz, won. Leusden Testament op de langstlevende van Hermen Gerritse en zijn vrouw Errisje Gijsbertse van Davelaar, won. Leusbroek. (Dorpsgerecht Geerestein 690, blz. 94, 95; 26-05-1770). Errisje Gijsbertze van Davelaar, wed. Hermen Gerritze, won. Leusbroek laat haar testament maken. Haar neef Reinier van Glashorst en nicht Aaltje Jans van Glashorst krijgen ieder de helft van haar inboedel met o.a. winkelwaren en tappersgereedschap. (Recht. Arch. Woudenberg 2347, blz. 131, 132; 12-08-1776). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2357, blz. 23, 24, 25; 12-08-1776). Twee kinderen gedoopt te Woudenberg.

5. Roelof Gijsbertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 01-10-1702, op Oevelaer 6. Geertje Gijsberts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 10-01-1706, op Oevelaer, won. Leusden, tr. Scherpenzeel 21-08-1729 Jan Cornelissen (Glashorst), wed. Reijntje Besselsen van Essen, ged. Scherpenzeel 20-12-1696, zn. van Cornelis Gijsbertsen en Mechteld Jansen 7. Jannetje Gijsberts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 27-02-1707, op Oevelaer 8. Jantje Gijsberts van Davelaer, ged. Scherpenzeel 29-07-1708, op Oevelaer 7. Jan Evertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 19-11-1671, op de Beeck, ov. ca 1723, tr. Scherpenzeel 21-02-1703 Marijtje Willemsen van Lambalgen, ged. Scherpenzeel 26-12-1659, op Voscuijlen, ov. voor 1704, dr. van Willem Evertsz en Geertje Gijsberts, tr. (2) Amerongen (aanget. Scherpenzeel en Woudenberg) 24-08-1704 Neeltje Otten, won. Ginckel onder Amerongen, ged. Scherpenzeel 15-03-1685, aen de Haer, ov. 22-11-1713, dr. van Oth Gijsbertsen en Evertje Jacobs van Meerveld In 1704 wordt Jan Evertsz van Davelaar beleend na opdracht door Evert Willemsz met de Haverkamp van t Voort (HUA; Leenhof 112, fol. 174; 1704). Gijsbert Willemsz in qualiteijt als voor 1/3 part mede-erfgenaam van sijn suster Maria Willems, in haar leven huijsvrouw van Jan Everts van Davelaer, welke Maria Willems een dochter en voor 1/4 part erfgenaam is geweest van Willem Everts x Geertje Gijsberts, gewoond hebbende tot Lambalgen en als het recht verkregen hebbende van den impt en haren zwager Jan Corneliss als getrouwd hebbende Trijntje Willems hare suster tot gelijcke 2/4 parten inde navolgende obligatie contra kinderen en erfgenamen van vrouwe Maria Spex in leven wed van dhr Bartholomeus de Gruijter in leven heer van Groenewoude. (HUA, Hof van Utrecht, inv.nr. 154-47; 27-10-1704). Lidm. Scherpenzeel 12-04-1705: Neeltje Otten hv Jan Evertsen, op Davelaer. In 1706 en 1716 zijn de erven Evert Hendricksz eigenaar van Davelaar en bruiker is Jan Evertsz (Oudschildgeld Woudenberg nr. 94). In 1716, 1719, 1725, 1735 en 1745 zijn Hendrik Evertsz van Davelaar en Jan Evertsz van Davelaar eigenaar van Groot Oevelaar (Oudschildgeld Woudenberg 106). Jan Evertsen van Davelaar stelt Gerrit Hendrikz van Davelaar en Oth Hendrikz van Davelaar aan tot mombers. Toeziend voogd: Willem Lagerweij. Met uitsluiting van de weeskamer. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 12, 12vo; 08-10-1719). Gijsbert Evertsen van Davelaer, won. Woudenberg, doet afstand van de huur van de hofstede Groot Oevelaer, eigendom van de weduwe en erfgenamen van Hendrik Evertsen van Davelaar en Jan Evertsen van Davelaer. Om de achterstallige huur te betalen moet de huurder al zijn hout afstaan en 450 gulden huurschuld. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Willem van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 27vo-29; 21-10-1719). In 1719 is Jan Evertsz eigenaar en bruiker van Davelaar (Oudschildgeld Woudenberg nr. 94). Oudschildgeld Woudenberg nr. 94, 1719: Jan Evertsz, bruiker zelf. In 1725 toont Evertjen Jacobs, wed. Hendrick Evertsen van Davelaer de uitkoop van Jan Evertsen van Davelaer, eerst wed. Marija Willemsen van Lambalgen voor not. Quirijn Pauw te Utrecht, gepasseerd op 03-04-1704. Hieruit blijkt dat de erfgenamen van Marija een vierde deel van een bank in de Grote Kerk krijgen (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 16-04-1725). Uit het 2 e huw.: 1. Evert Jansz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 20-04-1707, ov. voor 1727 2. Roelofje Jans van Davelaer, ged. Scherpenzeel 22-09-1709, ov. voor 1726 De erfgenamen van Roelofje Jans van Davelaar laten huis, bergen, schuren, hof en hofstede met ca. 40 morgen land, genaamd Davelaar taxeren. Bruiker: Erris Klaassen. Geschat op 800 gulden. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 61, 61vo; 05-09-1726). De erfgenamen van Roelofje Jans van Davelaar laten een derde deel van ca. 2 morgen land in het erf t Voort taxeren. Bruiker: Erris Klaassen. Geschat op 160 gulden. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 61vo, 62; 05-09-1726). De erfgenamen van Roelofje Jans van Davelaar laten een zesde deel van een huis, bergen en schuren, hof en hofstede met ca. 39 morgen land, genaamd Groot Oevelaar taxeren. Bruiker: Jan Hendriksen. Geschat op 600 gulden. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 62; 05-09- 1726). 3. Evertje Jans van Davelaar, ged. Scherpenzeel 16-03-1712, op Davelaar, begr. Doorn 02-03-1764, tr. Woudenberg 03-11-1737 Cornelis Gijsbertsen Methorst, ged. Renswoude 16-08-1705, koster en schoolmeester van Doorn, begr. Doorn 11-11-1784,

zn. van Gijsbert Roelofsz Methorst en Aeltje Cornelissen van Aarderoort Evertje en Marijtje Jans van Davelaar genoemd in testament van hun grootmoeder Evertje Jacobs van Meerveld (AT031a002; 28-03-1727). In 1724 wordt Evertje Jans van Davelaar beleend na dode van haar vader met de Lege camp in Lambalgen onder Woudenberg (Huis Amerongen 1186, fol. 27; 15-12-1724). Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer; Cornelis Gijsbertsen Methorst, getrouwd met Evertje Jans van Davelaer; Hendrik Derksen Woudenberg, getrouwd met Marritje Jans van Davelaer; erfgenamen van Evertje Jacobs, laatst wed. Hendrik Evertsen van Davelaar. Gerrit Hendriksen van Davelaer krijgt een huis, bergen, schuur, duifhuis, schaaphokken, bakhuis en land, genaamd De Bovenste Rouwe Hofstede, aan de berg in Ginkel onder Amerongen. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. Een huis met berg, schuur en land, onder Amerongen, gebruikt door Jan Eersten. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. 250 gulden gevestigd in een huis en land in de Groep onder Amerongen, in bezit van Hendrik Thijsz en Jan Theunisz van Weeld. Oth Hendriksen van Davelaer krijgt de helft van een huis, hof en hofstede, bergen, schuren en land, genaamd Groot Oevelaar onder Woudenberg. Tijnsplichtig aan het Huis Renswoude. De wederhelft is van Hendrik Woudenbergh. Een huis, hof en hofstede, berg, schuur en 12 a 13 morgen land, genaamd Coudijs, gebruikt door Wulfert Theunisz, nu Jan Jansz Gat. Gerrit en Oth houden gemeenschappelijk de helft van een huis, berg, schuurtje, schaaphok en land in Achterberg onder Rhenen. De wederhelft is van de erfgenamen van Willem Andriessen. Zij moeten tweemaal 1600 gulden uitkeren aan de anderen. Testament Evertje Jacobs d.d. 28-03-1727 voor not. J. Harderwijk te Amersfoort, waarbij het testament van d.d. 07-07-1718 voor not. A. Hardenberg te Amerongen en het testament van d.d. 07-04-1720 voor not. G. van Swoll te Rhenen werden teniet gedaan. Haar oudste zoon uit haar tweede huwelijk, Gerrit Hendriksen van Davelaar krijgt 100 gulden. De twee kinderen van haar overleden zoon uit haar eerste huwelijk met Oth Gijsbertsen, Gijsbert Otten van de Haar, met namen Oth en Neeltje krijgen 1600 gulden. De twee kinderen van haar overleden dochter Neeltje Otten, met namen Evertje en Marritje krijgen 1600 gulden. Enige erfgename: Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer. Octrooi Utrecht d.d. 08-03-1700. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jacob Blotenburgh. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 313-319; 07-03-1740). 4. Maria/Marijtje/Mechteld Jans van Davelaar, ged. Scherpenzeel 16-03-1712, op Davelaar, tr. Leersum 30-03-1738 Hendrik Dirksz van Woudenberg, ged. Leersum 15-07-1710, zn. van Dirk Petersen van Woudenberg en Mechteld Jans van Os. Hendrik van Woudenberg, tr. (2) Trijntje Versteeg Hendrik Dirksen Woudenberg x Maria Jans van Davelaar testeren op elkaar. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2480; 07-12-1738). Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer; Cornelis Gijsbertsen Methorst, getrouwd met Evertje Jans van Davelaer; Hendrik Derksen Woudenberg, getrouwd met Marritje Jans van Davelaer; erfgenamen van Evertje Jacobs, laatst wed. Hendrik Evertsen van Davelaar. Gerrit Hendriksen van Davelaer krijgt een huis, bergen, schuur, duifhuis, schaaphokken, bakhuis en land, genaamd De Bovenste Rouwe Hofstede, aan de berg in Ginkel onder Amerongen. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. Een huis met berg, schuur en land, onder Amerongen, gebruikt door Jan Eersten. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. 250 gulden gevestigd in een huis en land in de Groep onder Amerongen, in bezit van Hendrik Thijsz en Jan Theunisz van Weeld. Oth Hendriksen van Davelaer krijgt de helft van een huis, hof en hofstede, bergen, schuren en land, genaamd Groot Oevelaar onder Woudenberg. Tijnsplichtig aan het Huis Renswoude. De wederhelft is van Hendrik Woudenbergh. Een huis, hof en hofstede, berg, schuur en 12 a 13 morgen land, genaamd Coudijs, gebruikt door Wulfert Theunisz, nu Jan Jansz Gat. Gerrit en Oth houden gemeenschappelijk de helft van een huis, berg, schuurtje, schaaphok en land in Achterberg onder Rhenen. De wederhelft is van de erfgenamen van Willem Andriessen. Zij moeten tweemaal 1600 gulden uitkeren aan de anderen. Testament Evertje Jacobs d.d. 28-03-1727 voor not. J. Harderwijk te Amersfoort, waarbij het testament van d.d. 07-07-1718 voor not. A. Hardenberg te Amerongen en het testament van d.d. 07-04-1720 voor not. G. van Swoll te Rhenen werden teniet gedaan. Haar oudste zoon uit haar tweede huwelijk, Gerrit Hendriksen van Davelaar krijgt 100 gulden. De twee kinderen van haar overleden zoon uit haar eerste huwelijk met Oth Gijsbertsen, Gijsbert Otten van de Haar, met namen Oth en Neeltje krijgen 1600 gulden. De twee kinderen van haar overleden dochter Neeltje Otten, met namen Evertje en Marritje krijgen 1600 gulden. Enige erfgename: Gerrit en

Oth Hendriksen van Davelaer. Octrooi Utrecht d.d. 08-03-1700. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jacob Blotenburgh. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 313-319; 07-03-1740). Dirk Petersen Woudenberg x Magtelt van Os verkopen aan Hendrik Woudenberg 10 morgen land met een schaaphok daarop staande in de Broeken tot Leersum (RHC ZOU, arch.nr. 2481; 15-06-1744). In 1724 wordt Maria Jans van Davelaar beleend na dode van haar vader Jan Evertsz van Davelaar met de Haverkamp van t Voort (HUA; Leenhof 115, fol. 39; 1724). In 1747 wordt Gerrit Gerritsz van Overeem beleend door opdracht van Maria Jans van Davelaar x Hendrik Woudenberg met de Haverkamp van t Voort (HUA; Leenhof 118, fol. 34; 1747). Jan Woudenberg, Hendrik Woudenberg, Wulphert Jansen van Ginkel x Siementje Woudenberg, en dan nog Jan Woudenberg, Hendrik Woudenberg en Claas van Soest als voogden over Dirk en Fijgjen van Soest, onmondige kinderen van Claas van Soest x Jannigjen Woudenberg, mitsgaders Aaltje Bootsman nagelaten dochter van Teuntje Woudenberg x Dirk Bootsman, kinderen en kleinkinderen van Dirk Petersen Woudenberg. Dirk is inmiddels overleden zijn erfgenamen willen boedelscheiding. Jan van Woudenberg krijgt de hele boedel bestaande in een huizinge hofstede berg en schuur genaamd het Roekenest te Leersum, behalve het broek dat aan Hendrik Woudenberg nu toebehoort. Hij keert aan ieder 25 gl uit. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2481; 24-04-1759). Jan van Woudenberg en Sijmentje Woudenberg x Wulphert Jansen van Ginkel en ook namens de andere kinderen en erfgenamen van Dirk Petersen Woudenberg x Magtelt van Os transporteren aan Hendrik Woudenberg 10 morgen land met een schaaphok daar op staande in de Broeken te Leersum. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2481; 24-09-1759). Huwelijkse voorwaarden van Hendrik Woudenberg, wednr. Maria Davelaar, won. Leersum en Trijntje Versteeg, won. Utrecht. (RHC ZOU, arch.nr. 35, inv.nr. 1; 19-04-1760). Uitkoop van Teuntje Versteegh, minderjarige dochter, uit de boedel ter voldoening van haar vaderlijk erfdeel door Cornelia Roelofse aan de Steeg, wed Evert Versteegh. Teuntje heeft als voogd Hendrik Woudenberg, won. Leersum, en Jan Versteegh, won. Leersum. (HUA, Not. Arch.; 08-06-1767). Juni 1785 is Hendrik Woudenberg voogd over Teuntje Versteeg. (RHC ZOU, arch.nr. 64, inv.nr. 2479). 5.? Geertje Jans van Davelaer, tr. Woudenberg 27-07-1727 Jacob Jansz van Ackeren, soldaat Regiment De Baern, won. Woudenberg 8. Geertje Everts van Davelaer, tr. Scherpenzeel 07-04-1699 Gerrit Jansen van Egdum. Gerrit tr. (2) Lunteren (otr. Scherpenzeel) 20-02-1707 Gerritje/Geurtje Everts, ged. Lunteren 28-10- 1683, dr. van Evert Hendriksen en Brentje Wouters Lidm. Scherpenzeel 25-12-1685: Geertje Evertsen van Davelaer. Bij haar huw. in 1699 zijn haar broer Hendrick en haar neef Herman de Kruijf getuigen. In 1703 wordt Gerrit Jansz van Egdom beleend door opdracht van Roelofje Jans, wed. Evert Hendriksz met een huis met 6 morgen tussen Geitenbeek en Groot Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 36vo; 1703). II Hendrik Evertsz van Davelaer, ged. Scherpenzeel 18-05-1657, op de Beeck, ov. voor 1719, tr. Amerongen 29-04-1688 Evertje Jacobs van Meerveld, wed. Ot Gijsberts, won. aan de bergkant onder Ginkel, Amerongen, van Someren bij Voorthuizen, dr. van Jacob Thonisz van Meerveld en Neeltje Teunissen Brants. Evertje, tr. (1) otr. Amerongen, tr. met attestatie naar Voorthuizen 15-02-1675 Oth Gijsbertsz (van de Haar), van Ginkel In 1663 schenkt Henrick, zoon van Evert Henricksen op de Beeck f 3-3 voor een kroonluchter voor de kerk (Archief Grote Kerk 1; 22-01-1663). In 1697 wordt Hendrick Everts van Davelaer, wonende aan de Haer onder Amerongen x Evertjen Jacobs beleend door opdracht van Aert Hendricks van der Meulen met de helft van de Haer, gekocht op 23-04-1696 voor f 1151,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 22; 12-05-1697). Gerecht estimeert ten verzoeke van Teunis Jacobsz en Evertje Jacobs x Hendrick Evertsz Davelaer en Marrigje Jacobs laest wed Hendrick Jansz als erfgenaam van hun oom Brant Teunisz ¼ van seeker bouw, weij, veen en heetvelt aen 3 verscheijde partijen gelegen inde Ginckel op 500 gl. (Dorpsgerecht Amerongen 143; 29-08-1698). Hendrick Evertsz Davelaer x Evertje Jacobs te voren wed Oth Gijsbert won aan de Ginckel beleend.

(Leenregister Sterkenburg 414, inv.nr. 7; 06-05-1699). Hendrick Everts Davelaar, won. Driebergen, geassisteerd met Willem Jans gerechtsbode tot Driebergen, sijn swager als oom en voogd over de onmondige kinderen bij hem verwekt aan Marrigje Jans van Dijck draagt op 10 morgen in Doorn vanouds genaamd Cleijn Maet ten overstaen van Reijertje Elis lest weduwe Jan Cornelis Blanckesteijn versoekde dat beleend wordt Harman Gijsbertsz Vernoij oudste soon van Reijertje Elis. (Leenregister Sterkenburg 414, inv.nr. 7; idem?). In 1699 beleend met 2 venen onder Amerongen na dode van haar oom Brant Theunisz (HuisAmerongen 1185, f. 28; 1699). In 1706 wordt Hendrik Evertsz van Davelaar beleend na dode van Geertje Everts Cruijven met een kamp land in Lambalgen (Huis Amerongen 1185, f. 49; 11-11-1706. Bel. Holevoet nr. 42). Hendrick Evertsz Davelaar x Evertje Jacobs te voren wed Oth Gijsbertsz won aan de Ginkel onder Amerongen worden beleend (Leenregister Sterkenburg 414, inv.nr. 7; 19-11-1707). In 1714 wordt Hendrik Evertsz van Davelaar beleend door opdracht van Gerrit Jansz van Egdom met een huis met 6 morgen tussen Geitenbeek en Groot Lambalgen (Huis Amerongen 1185, fol. 85; 1714). In 1711 wordt Hendrik Evertsz van Davelaar beleend na aankoop van Cornelis Aelbertsen van Santen met 3 morgen land in Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, f. 75; 1711. Bel. Holevoet nr. 48). In 1712 wordt Gijsbert Otten, wonende de Haer x Geurtjen Willems van 't Vliet beleend door opdracht van Hendrick Everts van Davelaer met de helft van de Haer, gekocht op 30-11-1712 voor f 2000,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol. 93vo; 15-12-1712). In 1715 wordt Hendrik Evertsz van Davelaar beleend door opdracht van Jacob Jansz met twee kampen land in Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1185, f. 92,93. 11-09-1715. Bel. Holevoet nr. 41a). Lidm. Scherpenzeel 28-03-1717 met attestatie van Amerongen: Hendrik Everts Davelaar en Evertje Hendriks(?), echtelieden en Ot Hendriksz Davelaar, jm, later met attestatie vertrokken naar Amerongen, thans woonende op Koudijs. In 1716 wordt Hendrick Everts Davelaer, wonende onder Amerongen, stiefvader en momber van de onmondige Ot Gijsberts, zoon van Gijsbert Otten x Arrisjen Hendricks beleend na dode van Gijsbert Otten met de helft van de Haer (Leenboek Huis Scherpenzeel 143, fol. 101vo; 25-08-1716). In 1716, 1719, 1725, 1735 en 1745 zijn Hendrik Evertsz van Davelaar en Jan Evertsz van Davelaar eigenaar van Groot Oevelaar (Oudschildgeld Woudenberg 106). Gijsbert Evertsen van Davelaer, won. Woudenberg, doet afstand van de huur van de hofstede Groot Oevelaer, eigendom van de weduwe en erfgenamen van Hendrik Evertsen van Davelaar en Jan Evertsen van Davelaer. Om de achterstallige huur te betalen moet de huurder al zijn hout afstaan en 450 gulden huurschuld. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Willem van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 27vo-29; 21-10-1719). In 1725 toont Evertjen Jacobs, wed. Hendrick Evertsen van Davelaer de uitkoop van Jan Evertsen van Davelaer, eerst wed. Marija Willemsen van Lambalgen voor not. Quirijn Pauw te Utrecht, gepasseerd op 03-04-1704. hieruit blijkt dat de erfgenamen van Marija een vierde deel van een bank in de kerk krijgen (Recht. Arch. Scherpenzeel 4; 16-04-1725). In 1727 laat Evertje Jacobs, tweemaal weduwe, won. Coudijs haar testament maken. Octrooi 08-03- 1700 Hof van Utrecht. Vorige testamenten: 07-04-1720, notaris G. van Zwoll en 07-07-1718, not. Adriaen Hardenberg te Amerongen. Zoon Gerrit uit haar 2 e huw. krijgt 100 gl. Andere erfgen. zijn haar andere kinderen: Gijsbert (ov.); Oth en Neeltje (ov.) (AT031a002; 28-03-1727). Evertje Jacobs van Meervelt, wed. Hendrik Evertsz van Davelaer verhuurt opnieuw aan Wulfert Theunisz een huis, berg en ca. 14 morgen land, genaamd Coudijs, onder Woudenberg. Voor drie jaar, van 1737-1740. Voor 62 gulden per jaar. M.u.v. de kamer en achtergeut, door de verhuurder zelf bewoond. Getuigen: Jacob Blotenburgh en Theunis Jansz van Ginkell. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 404-406vo; 14-01-1737). Evertje Jacobs van Meervelt, wed. Hendrik Evertsz van Davelaar verhuurt opnieuw aan Jan Eersten een huis, hof en hofstede, berg, schuur en ca. 10 morgen land in Ginkel onder Amerongen. Voor zes jaar, van 1736-1742. Voor 30 gulden per jaar. Getuigen: Gijsbert Bosch, mr. chirurgijn en Theunis Jansz van Ginkell. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 411-412 vo; 14-01-1737). Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer; Cornelis Gijsbertsen Methorst, getrouwd met Evertje Jans van Davelaer; Hendrik Derksen Woudenberg, getrouwd met Marritje Jans van Davelaer; erfgenamen van Evertje Jacobs, laatst wed. Hendrik Evertsen van Davelaar. Gerrit Hendriksen van Davelaer krijgt een huis, bergen, schuur, duifhuis, schaaphokken, bakhuis en land, genaamd De Bovenste Rouwe Hofstede, aan de berg in Ginkel onder Amerongen. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. Een huis met berg, schuur en land, onder Amerongen, gebruikt door Jan Eersten. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. 250 gulden gevestigd in een huis en land in de Groep onder Amerongen, in bezit van Hendrik Thijsz en Jan Theunisz van Weeld. Oth Hendriksen van Davelaer krijgt de helft van een huis, hof en hofstede, bergen, schuren en land,

genaamd Groot Oevelaar onder Woudenberg. Tijnsplichtig aan het Huis Renswoude. De wederhelft is van Hendrik Woudenbergh. Een huis, hof en hofstede, berg, schuur en 12 a 13 morgen land, genaamd Coudijs, gebruikt door Wulfert Theunisz, nu Jan Jansz Gat. Gerrit en Oth houden gemeenschappelijk de helft van een huis, berg, schuurtje, schaaphok en land in Achterberg onder Rhenen. De wederhelft is van de erfgenamen van Willem Andriessen. Zij moeten tweemaal 1600 gulden uitkeren aan de anderen. Testament Evertje Jacobs d.d. 28-03-1727 voor not. J. Harderwijk te Amersfoort, waarbij het testament van d.d. 07-07-1718 voor not. A. Hardenberg te Amerongen en het testament van d.d. 07-04-1720 voor not. G. van Swoll te Rhenen werden teniet gedaan. Haar oudste zoon uit haar tweede huwelijk, Gerrit Hendriksen van Davelaar krijgt 100 gulden. De twee kinderen van haar overleden zoon uit haar eerste huwelijk met Oth Gijsbertsen, Gijsbert Otten van de Haar, met namen Oth en Neeltje krijgen 1600 gulden. De twee kinderen van haar overleden dochter Neeltje Otten, met namen Evertje en Marritje krijgen 1600 gulden. Enige erfgename: Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer. Octrooi Utrecht d.d. 08-03-1700. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jacob Blotenburgh. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 313-319; 07-03-1740). 1. Gerrit Hendriksz van Davelaar, ged. Amerongen 16-03-1690, volgt IIIa 2. Otto Hendriksz van Davelaar, ged. Amerongen 06-11-1692, volgt IIIb IIIa Gerrit Hendriks van Davelaar, ged. Amerongen 16-03-1690, ov. Scherpenzeel 20-10-1774, tr. Leersum 21-02-1712 Teuntje Jacobs Blotenburg, won De Haer onder Leersum, ged. Amerongen 05-09-1697, ov. Scherpenzeel 24-02-1777, dr. van Jacob Gerritsz van Blotenburg en Maria Peters van Woudenberg Jan Evertsen van Davelaar stelt Gerrit Hendrikz van Davelaar en Oth Hendrikz van Davelaar aan tot mombers. Toeziend voogd: Willem Lagerweij. Met uitsluiting van de weeskamer. (Recht. Arch. Woudenberg 2346, fol. 12, 12vo; 08-10-1719). Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Gerrit Hendericks van Davelaer en Teuntje Jakobs van Blotenburg. Boedelscheiding tussen Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer; Cornelis Gijsbertsen Methorst, getrouwd met Evertje Jans van Davelaer; Hendrik Derksen Woudenberg, getrouwd met Marritje Jans van Davelaer; erfgenamen van Evertje Jacobs, laatst wed. Hendrik Evertsen van Davelaar. Gerrit Hendriksen van Davelaer krijgt een huis, bergen, schuur, duifhuis, schaaphokken, bakhuis en land, genaamd De Bovenste Rouwe Hofstede, aan de berg in Ginkel onder Amerongen. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. Een huis met berg, schuur en land, onder Amerongen, gebruikt door Jan Eersten. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. 250 gulden gevestigd in een huis en land in de Groep onder Amerongen, in bezit van Hendrik Thijsz en Jan Theunisz van Weeld. Oth Hendriksen van Davelaer krijgt de helft van een huis, hof en hofstede, bergen, schuren en land, genaamd Groot Oevelaar onder Woudenberg. Tijnsplichtig aan het Huis Renswoude. De wederhelft is van Hendrik Woudenbergh. Een huis, hof en hofstede, berg, schuur en 12 a 13 morgen land, genaamd Coudijs, gebruikt door Wulfert Theunisz, nu Jan Jansz Gat. Gerrit en Oth houden gemeenschappelijk de helft van een huis, berg, schuurtje, schaaphok en land in Achterberg onder Rhenen. De wederhelft is van de erfgenamen van Willem Andriessen. Zij moeten tweemaal 1600 gulden uitkeren aan de anderen. Testament Evertje Jacobs d.d. 28-03-1727 voor not. J. Harderwijk te Amersfoort, waarbij het testament van d.d. 07-07-1718 voor not. A. Hardenberg te Amerongen en het testament van d.d. 07-04-1720 voor not. G. van Swoll te Rhenen werden teniet gedaan. Haar oudste zoon uit haar tweede huwelijk, Gerrit Hendriksen van Davelaar krijgt 100 gulden. De twee kinderen van haar overleden zoon uit haar eerste huwelijk met Oth Gijsbertsen, Gijsbert Otten van de Haar, met namen Oth en Neeltje krijgen 1600 gulden. De twee kinderen van haar overleden dochter Neeltje Otten, met namen Evertje en Marritje krijgen 1600 gulden. Enige erfgename: Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer. Octrooi Utrecht d.d. 08-03-1700. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jacob Blotenburgh. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 313-319; 07-03-1740). Gerrit Hendriksz Davelaar verhuurt aan Claas Derksz Lagerweij een huis, hof en hofstede, twee bergen, bakhuis, duivenhok, drie schaaphokken, twee wagenschuren en land, genaamd De Bovenste Rouwe Hofstede onder Amerongen. Voor zes jaar, van 1744-1750. Voor 170 gulden per jaar. Getuigen: Cornelis Theunisz van Barnevelt en Hendrik van Geijtenbeek. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 439-441; 19-08-1743). Lidm. Scherpenzeel: Gerrit Hendriks van Davelaar en Teuntje Jakobs van Blotenburg met attestatie van Leersum 11-04-1751. Reijnier van Wessel als rentmeester van de gravin van Athlone en namens de graaf van Wassenaar, heer van Obdam, en voor mevrouw van Overmeer en dhr Bergeijck, Adriaan Pieter van Keppel, notaris te

Utrecht, Hendrik Gerritsen ook namens zijn broer Arent Gerritsen, Frans Jansen van Velthuijsen als mede-erfgenaam van Egbert Reijersen en ook namens de verdere erfgenamen, Willem Brus, Hendrik Eersten als erfgenaam van Jan Franken, Gerrit Hendriksen Davelaar, Reijer Lubbertsen, Wulphert Teunissen ook namens zijn broer Arris Teunissen, te kennen gevende, hoe dat door het graven van een nieuwe grift of leijsloot en het maken van een waterlinie aan den Roden Haan enz der comparantens Landerijen aan de oude grift of water lossing gelegen, sijn vergraven dat de comparanten hebben verstaan dat eenige vergoeding daar voor sal worden gedaan. Daar willen zij voor in aanmerking komen. (Dorpsgerecht Amerongen 145; 17-2-1752). Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Gerridt Hendricksz van Davelaer en Teuntje van Blotenborgh. In 1753 worden Gerret Hendricksen van Daevelaer x Teuntije van Blotenburg beleend door opdracht van Geijsbert Woutersen met Berckhorst, gekocht voor f 1675,=. Zij belenen hun oudste zoon Gerret Gertse van Daevelaer ermee (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 18; 09-04-1753). Lidm. lijst Scherpenzeel 1771,1772-1774: Gerrit Hendrikz van Davelaar en Teuntje Jakobs van Blotenburg In 1760 laten Gerrit van Davelaar x Teuntje Blotenburgh, won. Scherpenzeel hun testament op de langstlevende maken. Erfgenamen de kinderen: Gerrit van Davelaar; Evert van Davelaar; Peter van Davelaar; de onm. kinderen van ov. Maria van Davelaar x Arend Vonk. Octrooi om te testeren, not. H. van Dam; 20-09-1760 (HUA; UT184a24-260; 20-09-1760). In 1772 laten Gerrit van Davelaar x Teuntje Blotenburgh, won. Scherpenzeel hun testament op de langstlevende o.a. een boerderij in de Groep (gekocht 24-07-1772 nr. 911) (AE; AT042a007 nr. 912; 24-07-1772). 1. Hendrik Gerritsz van Davelaar, ged. Amerongen 09-10-1718, ov. voor 1760 2. Hendrijntje Gerrits van Davelaar, ged. Amerongen 16-02-1721, ov. voor 1760 3. Jacob Gerritsz van Davelaar, ged. Leersum 01-03-1722, wegens absentie v.d. pred. te Amerongen, ov. voor 1760 4. Maria Gerrits van Davelaar, ged. Amerongen 06-02-1724, ov. voor 1760, tr. Scherpenzeel 26-12-1751 Arend Jan Vonk, geb. Tiel, zn. van moeder Adr. Arnold Noot Lidm. reg. Scherpenzeel 1740: Maria van Davelaer, met attestatie vertrokken naar Utrecht. 1. Hendrika Adiana Vonk, geb. Nijkerk 1752, ov. Scherpenzeel 22-01-1830, tr. Scherpenzeel 24-10-1784 Arris van Maanen, ged. Scherpenzeel 22-11-1750, ov. Scherpenzeel 17-01-1847, zn. van Jan Adriaan Dirksz van Maanen en Deliana van Wolfswinkel Lidm. Scherpenzeel 03-05-1777: Hendrika Adriana Vonk, jd. Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Hendrica Adriana Vonk. Everd van Davelaar laat de maaggescheid van 05-09-1777 tussen hem, zijn overleden broer Gerrit van Davelaar aan de ene kant en hun nicht Hendrika Adriana Vonk aan de andere kant registreren. Hieruit blijkt dat Gerrit en Everd van Davelaar het erf Birkhorst toekomt (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 188; 27-09-1786). 5. Hendrik Gerritsz van Davelaar, ged. Amerongen 28-04-1726, ov. voor 1760 6. Jan Gerritsz van Davelaar, ged. Amerongen 14-11-1728, ov. voor 1760 7. Gerrit Gerritsz van Davelaar, ged. Leersum 19-08-1731, volgt IVa 8. Evert Gerritsz van Davelaar, ged. Leersum 13-12-1733, ov. Scherpenzeel 14-08-1822, ongehuwd Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Evert van Davelaer. Lidm. Scherpenzeel: Evert van Davelaer, met attestatie van Utrecht 01-10-1760. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771,1772-1774 en 1805: Evert van Davelaer. Gerrit en Everd van Davelaar aan de ene kant en hun nicht Hendrika Adriana Vonk, geassisteerd door Pieter Dixkes, aan de andere kant; maaggescheid over de nalatenschap van (groot)ouders Gerrit van Davelaar x Teuntje van Blotenburg, overleden te Scherpenzeel, eveneens is overleden: Peter van Davelaar, broer van Gerrit en Everd. De maaggescheid is niet geheel geregistreerd. Gerrit en Everd krijgen: 1. een boerderij onder Amerongen, 2. enige landerijen onder Amerongen, 3. de helft van de boerderij de Zandschulp, 4. de helft van de Wildenburg, 5. Birkhorst, 6. een huis en hof (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 187; 05-09-1777). Gerrit van Davelaar x Grietje van Breeschoten aan de ene kant en Everd van Davelaar aan de andere

kant; maaggescheid. Gerrit krijgt: 1. de helft van de boerderij Groot en Kleijn Gooswilgen, publiek gekocht op 16-08-1774, gehuurd door Kors Pater, Jan Kornelissen en Jan Teunissen. De andere helft is van Willem Renes, 2. een huis in de Krommenhoek, 3. enige landerijen onder Amerongen. Evert krijgt: 1. een boerderij genaamd de Zandschulp, 2. een boerderij genaamd Wildenburg. De boerderij Berkhorst blijft onverdeeld (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 165; 16-08-1779). Everd van Davelaar laat de maaggescheid van 05-09-1777 tussen hem, zijn overleden broer Gerrit van Davelaar aan de ene kant en hun nicht Hendrika Adriana Vonk aan de andere kant registreren. Hieruit blijkt dat Gerrit en Everd van Davelaar het erf Berkhorst toekomt (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 188; 27-09-1786). 8. Petrus/Peter Gerritsz van Davelaar, ged. Leersum 15-01-1736 IVa Gerrit Gerritsz van Davelaar, ged. Leersum 19-08-1731, ov. Scherpenzeel 04-07-1784, tr. Scherpenzeel 02-02-1755 Grietje van Breeschoten, ged. Scherpenzeel 08-02-1728, dr. van Hendrik van Breeschoten en Johanna Coudijs Lidm. Scherpenzeel 07-12-1774: Gerrit van Davelaar en Grietje van Breeschoten. Gerrit en Everd van Davelaar aan de ene kant en hun nicht Hendrika Adriana Vonk, geassisteerd door Pieter Dixkes, aan de andere kant; maaggescheid over de nalatenschap van (groot)ouders Gerrit van Davelaar x Teuntje van Blotenburg, overleden te Scherpenzeel, eveneens is overleden: Peter van Davelaar, broer van Gerrit en Everd. De maaggescheid is niet geheel geregistreerd. Gerrit en Everd krijgen: 1. een boerderij onder Amerongen, 2. enige landerijen onder Amerongen, 3. de helft van de boerderij de Zandschulp, 4. de helft van de Wildenburg, 5. Birkhorst, 6. een huis en hof (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 187; 05-09-1777). In 1778 laten Gerrit van Davelaar x Margaretha van Breeschoten, won. Scherpenzeel een testament op de langstlevende maken (AE; AT042a010 nr. 1392; 21-05-1778). Gerrit van Davelaar x Grietje van Breeschoten aan de ene kant en Everd van Davelaar aan de andere kant; maaggescheid. Gerrit krijgt: 1. de helft van de boerderij Groot en Kleijn Gooswilgen, publiek gekocht op 16-08-1774, gehuurd door Kors Pater, Jan Kornelissen en Jan Teunissen. De andere helft is van Willem Renes, 2. een huis in de Krommenhoek, 3. enige landerijen onder Amerongen. Evert krijgt: 1. een boerderij genaamd de Zandschulp, 2. een boerderij genaamd Wildenburg. De boerderij Berkhorst blijft onverdeeld (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 165; 16-08-1779). Everd van Davelaar laat de maaggescheid van 05-09-1777 tussen hem, zijn overleden broer Gerrit van Davelaar aan de ene kant en hun nicht Hendrika Adriana Vonk aan de andere kant registreren. Hieruit blijkt dat Gerrit en Everd van Davelaar het erf Birkhorst toekomt (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 188; 27-09-1786). In 1794 eist Grietje van Breeschooten, wed. Gerrit van Davelaar betaling van f 223-16 van de gebr. Geerling, winkeliers, gewoond hebbende te Hilversum, voor geleverde vijfschaften (Recht. Arch. Scherpenzeel 14; 12-09-1794). Grietjen van Breeschoten, wed. Gerrit van Davelaar, geassisteerd door haar zoon Gerardus van Davelaar, stelt zich borg voor haar schoonzoon Jan Verburgt, als rentmeester van het S. Pieters-gasthuis te Arnhem, met toestemming van haar kinderen Anthonia x Jan van Beek, Hendrik van Davelaar x Aalbertje Wilbrink, Gerardus van Davelaar x Johanna ter Leth, Maria van Davelaar x Decemer Appeldoorn. Onderpand: de helft van Groot en Kleijn Gooswilligen, getaxeerd op f 11.000,=. Evert van Davelaar stelt verder tot onderpand: Birkhorst, getaxeerd op f 5000,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 146 fol. 209; 28-01- 1797). 1. Tonia/Antonia van Davelaar, ged. Scherpenzeel 17-08-1755, tr. Scherpenzeel 16-11-1783 Jan van Beek, geb. Hemmen, won. Harderwijk Lidm. Scherpenzeel 07-02-1774: Antonia van Davelaar, met attestatie vertrokken naar Harderwijk 27-02-1784. 2. Hendrick van Davelaar, ged. Scherpenzeel 20-02-1757, ov. Arnhem 11-06-1815, tr. (1) Velp (att. van Arnhem) 04-12-1792 Aalbertje Wilbrink, tr. (2) Johanna Capel, ov. Arnhem 26-01- 1855. Johanna, tr. (2) Gerrit Jansen, tr. (3) Berend Fels, tr. (4) Arij van der Slooten Lidm. Scherpenzeel 14-04-1779: Hendrik van Davelaar, met attestatie vertrokken naar Arnhem 05-10- 1789. Hendrik van Davelaar, als oudste zoon, mede namens de andere erfgenamen beleend na dode van zijn vader Gerrit Gerritse van Davelaar met de helft van Berkhorst. De andere helft is van zijn oom Everd van Davelaar, waarmee Hendrik namens hem beleend wordt (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 189; 27-09-1786). Hendrik van Davelaar opnieuw beleend door de komst van Borchard Fredrik Willem van Westerholt als

Heer van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 191; 20-08-1789). Hendrik van Davelaar opnieuw beleend door de komst van Johannis Sebastiaan van Naamen als Heer van Scherpenzeel (Leenboek Huis Scherpenzeel 145 fol. 143vo; 12-12-1793). 1. Gerrit van Davelaar, geb. Arnhem 11-10-1793, tr. Deventer 08-12-1832 Antjen van Groningen, geb. Deventer 14-08-1814, dr. van Berend van Groningen en Elisabeth Sophia van Burck 2. Willemina van Davelaar, geb. Arnhem 1795, tr. Arnhem 20-10-1815 Pieter Reinier van Ellekom, geb. Nijmegen 1771, zn. van Jan van Ellekom en Johanna Maria Vermasen 3. Margrieta van Davelaar, geb. Arnhem 1798, tr. Arnhem 04-07-1816 Gradus de Veer, geb. Arnhem 1790, zn. van Claas de Veer en Judith van Alphen 4. Hendrika Gijsbarta van Davelaar, geb. Arnhem 1800, ov. Arnhem 23-09-1835, tr. Arnhem 25-11-1824 Gerrit Mos, geb. Arnhem 1794, zn. van Gerrit Mos en Johanna Hendrika Mos 3. Gerhardus van Davelaar, ged. Scherpenzeel 18-02-1759, volgt V 4. Johanna van Davelaar, ged. Scherpenzeel 20-12-1761, ov. Arnhem 03-06-1830, tr. Scherpenzeel 19-07-1795 Jan Verburgt, geb. Arnhem 1765, rentmeester, ov. Arnhem 26-09- 1849, zn. van Klaas Verburgt en Grietje van Stuijvenberg Lidm. Amersfoort okt. 1777: Johanna van Davelaar. Lidm. Scherpenzeel: Johanna van Davelaar, met attestatie van Amersfoort 12-11-1777, met attestatie vertrokken naar Renswoude 21-05-1783,. met attestatie van Renswoude 27-02-1784, met attestatie vertrokken naar Arnhem. 1. Nicolaas Verburgt, geb. Arnhem dec. 1802, tr. Scherpenzeel 14-07-1830 met zijn nicht Harbarta van Davelaar, geb./ged. Scherpenzeel 22-01/07-02-1802, dr. van Gerhardus van Davelaar en Johanna ter Leth 5. Maria van Davelaar, ged. Scherpenzeel 20-01-1765, tr. Scherpenzeel 18-08-1793 Decimer Appeldoorn, geb. Harderwijk 1761, wethouder, ov. Harderwijk 19-11-1847, zn. van Eibertus van Appeldoorn en Geertruij Stant Lidm. Scherpenzeel 28-12-1784: Maria van Davelaar, met attestatie vertrokken naar Harderwijk 21-08- 1794. 6. Jakob van Davelaar, ged. Scherpenzeel15-11-1767, ov. voor 1797 V Gerhardus van Davelaar, ged. Scherpenzeel 18-02-1759, ov. Scherpenzeel 28-12-1847, tr. (1) Velp 22-07-1796 (otr. Scherpenzeel) Johanna ter Leth, wed. Coenradus Aveling, geb. Arnhem, won. Velp, ov. Scherpenzeel 23-02-1807, tr. (2) Scherpenzeel (kerk) 23-01-1812 Jansje Boom, geb. Ankeveen 1772, ov. Scherpenzeel 31-01-1840 Lidm. Scherpenzeel 14-04-1783: Gerardus van Davelaar. Lidm. reg. Scherpenzeel 1805: Gerardus van Davelaar. Ernst Burgerst als gemachtigde van Sara Rijsdorp wed Kornelis van t Willaar transporteert aan Gerardus van Davelaar, won. Scherpenzeel, 1 morgen bouwland gelegen in het Lege Erv. (Dorpsgerecht Renswoude 1801; 14-09-1810). In 1836 geeft Gerardus van Davelaar, wed. Johanna Terleth, rentenier te Scherpenzeel toestemming voor het huwelijk van zijn dochter Johanna van Davelaar, wed. Herbert Homoet, z.b. te Scherpenzeel en Johannes van Raalten, ontvanger der rijksbelasting te Putten (Not. Scherpenzeel 1211, nr. 36; 28-06-1836). Uit het 1e huw.: 1. Margrietha van Davelaar, geb./ged. Scherpenzeel 18-04/07-05-1797, ov. Scherpenzeel 26-10-1864, tr. Scherpenzeel 27-07-1816 Jan Gijsbert Broekman, wed. Gijssabarta Wilhelmina Meulenburg, geb. Arnhem 1787, ov. s-hertogenbosch (ingeschr. te Arnhem) 03-01-1823, zn. van Harmanus Broekman en Gerritje van Heerdt In 1848 verhuren Margeretha van Davelaar, wed. Jan Gijsbert Broekman en Johanna van Davelaar, eerder

wed. Herbert Homoet, nu wed. Johannes van Raalten de landerijen, genaamd Berkhorst bestaande uit 29 percelen, die afzonderlijk worden genoemd aan tien mensen, alles voor 6 jaar, ingaande 22-02-1849 (Not. Scherpenzeel 4131, nr. 36; 14-09-1848). In 1850 scheiding van het land tussen Margaretha van Davelaar, wed. Jan Gijsbert Broekman en Johanna van Davelaar, eerst wed. Herbert Homoet, nu wed. Johannes van Raalten, zonder beroep, won. Scherpenzeel, eigenaressen van Berkhorst, en mr. Isaac Scheltus, Heer van Leusden, eigenaar van Groot Rooiwinkel. Het geschil over het gebruik van de weg wordt bijgelegd (Huis Scherpenzeel 77; Not. Scherpenzeel 4131, nr. 11; 18-03-1850). 2. Johanna van Davelaar, geb./ged. Scherpenzeel 16/25-12-1798, ov. Scherpenzeel 17-08- 1873, tr. (1) Scherpenzeel 25-01-1818 Harbert Homoet, geb./ged. Scherpenzeel 01/15-05- 1785, ov. Scherpenzeel 06-05-1820, zn. van Jacob Homoet en Grietje Harberts, tr. (2) Putten 09-07-1836 Johannes van Raalten, geb. Harderwijk 1794, rijksontvanger, ov. Putten 17-06- 1843, zn. van Rijer van Raalten en Cornelia Schutten In 1848 verhuren Margeretha van Davelaar, wed. Jan Gijsbert Broekman en Johanna van Davelaar, eerder wed. Herbert Homoet, nu wed. Johannes van Raalten de landerijen, genaamd Berkhorst bestaande uit 29 percelen, die afzonderlijk worden genoemd aan tien mensen, alles voor 6 jaar, ingaande 22-02-1849 (Not. Scherpenzeel 4131, nr. 36; 14-09-1848). In 1850 scheiding het land tussen Margaretha van Davelaar, wed. Jan Gijsbert Broekman en Johanna van Davelaar, eerst wed. Herbert Homoet, nu wed. Johannes van Raalten, zonder beroep, won. S., eigenaressen van Berkhorst, en mr. Isaac Scheltus, Heer van Leusden, eigenaar van Groot Rooiwinkel. Het geschil over het gebruik van de weg wordt bijgelegd (Huis Scherpenzeel 77; Not. Scherpenzeel 4131, nr. 11; 18-03- 1850). Uit het 1 e huw.: 1. Jan Jacob Homoet, geb./ged. Schepenzeel 18-11/06-12-1818, ov. Arnhem 15-02-1908, tr. Zwolle 21-08-1845 met zijn nicht Elberta Johanna Cnopius, geb. IJsselstein 1824, ov. Arnhem 19-02-1907, dr. van Lodewijk Christiaan Cnopius en Antonia Alberta van Davelaar, zie V3.1 Van 1873-1886 (en wellicht langer) is Jan Jacob Homoet eigenaar van Berkhorst. 2. Gerardus Homoet, geb./ged. Schepenzeel 24-01/06-02-1820, tr. Aalten 24-07-1846 Susanna Elisabeth Thomson, geb. Vlissingen 1822, ov. Utrecht 23-01-1888, dr. van Jan Jacob Thomson en Aagje Rumph 3. Antonia Alberta van Davelaar, geb./ged. Scherpenzeel 31-01/02-03-1800, tr. Scherpenzeel 09-07-1820 Lodewijk Christiaan Cnopius, geb. Arnhem 1791, zn. van Pieter Cnopius en Elberta Lenting 1. Elberta Johanna Cnopius, geb. IJsselstein 1824, tr. Zwolle 21-08-1845 Jan Jacob Homoet, geb./ged. Schepenzeel 18-11/06-12-1818, ov. Arnhem 15-02-1908, zn. van Harbert Homoet en Johanna van Davelaar, zie V2.1 4. Harbarta van Davelaar, geb./ged. Scherpenzeel 22-01/07-02-1802, ov. Arnhem 07-03-1874, tr. Scherpenzeel 14-07-1830 met haar neef Nicolaas Verburgt, geb. Arnhem dec. 1802, koopman, ov. Arnhem 11-03-1872, zn. van Jan Verburgt en Johanna van Davelaar 5. Gerritje Jacomijntje van Davelaar, geb./ged. Scherpenzeel 26-12-1803/22-01-1804, ov. Scherpenzeel 24-02-1807 (dag na haar moeder, bij haar in de kist begraven) IIIb Otto Hendriksen van Davelaar, ged. Amerongen 06-11-1692, ov. voor 1767, tr. Woudenberg 01-04-1731 Neeltje Jacobs van Lambalgen, ook wel Neeltje van Leusden, ged. Scherpenzeel 22-07-1708, op Groot Lambalgen, ov. Scherpenzeel 23-05-1783, dr. van Jacob Jansen en Barbertje Teunissen van Wittenberg Lidm. Scherpenzeel 28-03-1717: Ot Hendriksz Davelaar, jm, met attestatie van Amerongen.. In 1724 wordt Oth Hendriksz van Davelaar beleend na dode van zijn vader Hendrik Evertsz van Davelaar met een huis met 6 morgen tussen Geitenbeek en Groot Lambalgen (Huis Amerongen 1186, fol. 23; 11-11-1724. Bel. Holevoet nr. 47). In 1724 wordt Oth Hendriksz van Davelaar beleend na dode van zijn vader Hendrik Evertsz van

Davelaar met 3 morgen land in Klein Lambalgen (Huis Amerongen 1186, fol. 23; 11-11-1724). Bel. Holevoet nr. 48). In 1712 wordt Gijsbert Otten, wonende de Haer x Geurtjen Willems van 't Vliet beleend door opdracht van Hendrick Everts van Davelaer met de helft van de Haer, gekocht op 30-11-1712 voor f 2000,= (Leenboek Huis Scherpenzeel 143 fol. 93vo; 15-12-1712). Jan Evertsen van Davelaar stelt Gerrit Hendrikz van Davelaar en Oth Hendrikz van Davelaar aan tot mombers. Toeziend voogd: Willem Lagerweij. Met uitsluiting van de weeskamer. (Dorpsgerecht Woudenberg 2346, fol. 12, 12vo; 08-10-1719). Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer; Cornelis Gijsbertsen Methorst, getrouwd met Evertje Jans van Davelaer; Hendrik Derksen Woudenberg, getrouwd met Marritje Jans van Davelaer; erfgenamen van Evertje Jacobs, laatst wed. Hendrik Evertsen van Davelaar. Gerrit Hendriksen van Davelaer krijgt een huis, bergen, schuur, duifhuis, schaaphokken, bakhuis en land, genaamd De Bovenste Rouwe Hofstede, aan de berg in Ginkel onder Amerongen. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. Een huis met berg, schuur en land, onder Amerongen, gebruikt door Jan Eersten. Tijnsplichtig aan het Huis Amerongen. 250 gulden gevestigd in een huis en land in de Groep onder Amerongen, in bezit van Hendrik Thijsz en Jan Theunisz van Weeld. Oth Hendriksen van Davelaer krijgt de helft van een huis, hof en hofstede, bergen, schuren en land, genaamd Groot Oevelaar onder Woudenberg. Tijnsplichtig aan het Huis Renswoude. De wederhelft is van Hendrik Woudenbergh. Een huis, hof en hofstede, berg, schuur en 12 a 13 morgen land, genaamd Coudijs, gebruikt door Wulfert Theunisz, nu Jan Jansz Gat. Gerrit en Oth houden gemeenschappelijk de helft van een huis, berg, schuurtje, schaaphok en land in Achterberg onder Rhenen. De wederhelft is van de erfgenamen van Willem Andriessen. Zij moeten tweemaal 1600 gulden uitkeren aan de anderen. Testament Evertje Jacobs d.d. 28-03-1727 voor not. J. Harderwijk te Amersfoort, waarbij het testament van d.d. 07-07-1718 voor not. A. Hardenberg te Amerongen en het testament van d.d. 07-04-1720 voor not. G. van Swoll te Rhenen werden teniet gedaan. Haar oudste zoon uit haar tweede huwelijk, Gerrit Hendriksen van Davelaar krijgt 100 gulden. De twee kinderen van haar overleden zoon uit haar eerste huwelijk met Oth Gijsbertsen, Gijsbert Otten van de Haar, met namen Oth en Neeltje krijgen 1600 gulden. De twee kinderen van haar overleden dochter Neeltje Otten, met namen Evertje en Marritje krijgen 1600 gulden. Enige erfgename: Gerrit en Oth Hendriksen van Davelaer. Octrooi Utrecht d.d. 08-03-1700. Getuigen: Hendrik van Geijtenbeek en Jacob Blotenburgh. (Notarieel Woudenberg 2461, fol. 313-319; 07-03-1740). Lidm. Scherpenzeel 02/09-04-1741: Oth Henderickzen van Davelaer en Neeltje Jakobs, won. op Lambalgen, met attestatie van Amerongen. In 1744 geeft het kapittel van St. Pieter aan Jacob Gerritsz. van Blootenburg en Oth Hendricksz. van Davelaar in erfpacht de grove en smalle tienden uit hun goederen in Ginkel, (HUA; Kapittel St. Pieter nr. 325; 1744). In 1745 is Oth van Davelaar en in 1775 zijn weduwe buiker van Groot Oevelaar (Oudschildgeld Woudenberg 106). In 1752 procederen de erven van Teunis Floor tegen Jacob Gerritse van Blootenburgh en Oth Hendrikse Davelaer (HUA; U214a002, nr. 85; 04-11-1752). Lidm. reg. Scherpenzeel 1756-1758: Otto Hendricksz Davelaer en Neeltje Jakobsz, op Oevelaer. Lidm. reg. Scherpenzeel 1771: Neeltje Jakobsz, wed. Otto Hendriks Davelaar op Oevelaar. Lidm. reg. Scherpenzeel 1772-1774: Neeltje Jakobsz, wed. Otto Hendrikz Davelaar op Oevelaar. Neeltje Jacobs van Leusden, wed. Otto Hendrikse van Davelaar verkoopt aan Willem Geurtsen Renes een hofstede en verder opstal met ca. 20 morgen land, genaamd Koudijs. (Dorpsgerecht Geerestein 692; 25-02-1767). Otto van Davelaar, ov. op Hoevelaar, getr. met Neeltje van Leusden. Procuratie boedelafwikkeling door zoon Jacob van Davelaar te Woudenberg: (Notarieel Amersfoort, not. G. Vogelesang AT048a001 rep 19; 04-10-1778). Neeltje Jacobse van Leusden, wed. Oth Hendrikse van Davelaar, won. op Oevelaar laat haar testament maken. Haar oudste zoon Hendrik van Davelaar krijgt jaarlijks 40 gulden. Haar jongste zoon Evert van Davelaar krijgt jaarlijks 35 gulden. Haar jongste dochter Roelofje van Davelaar krijgt jaarlijks 30 gulden. In te gaan 1763 en zolang als zij bij haar inwonen voor hun getrouwe dienst. Hendrik van Davelaar krijgt alle immen (bijenvolken). Curator en voogd: haar neef Gerrit van Davelaar en haar zoon Hendrik van Davelaar. (Dorpsgerecht Woudenberg 2347, blz. 161, 162, 163; 09-12-1778). (Origineel in: Dorpsgerecht Woudenberg 2357, blz. 41, 42, 43, 44, 45; 09-12-1778). Neeltje Jacobse van Leusden, wed. Oth Hendrikse van Davelaar, won. op Oevelaar laat haar testament maken. Haar testament van 09-12-1778 blijft van kracht. Ze prelegateert haar oudste zoon Hendrik van Davelaar, bij haar inwonend, boven wat er in het testament van 1778 staat: de hofstede, huis, berg, schuur, schaaphok en bakhuis met het land, genaamd Oevelaar en de zogenaamde Zeeven Morgen, de