Bestnr. 12 11 42 FALCON Paneelmeter DPM951 Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatische gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en vertaalfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. Copyright 2007 by CONRAD ELECTRONIC BENELUX B.V. Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl of www.conrad.be
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet opvolgen van de handleiding, vervalt het recht op garantie. Voor volgschades, die hieruit ontstaan zijn wij niet aansprakelijk. Voor meer informatie kunt u kijken op www.conrad.nl of www.conrad.be. Introductie Gering stroomverbruik Bedrijfsspanning 5 of 9 Volt gelijkspanning (instelbaar door de gebruiker) Aanduidingen voor gangbare maateenheden en decimale scheidingstekens Auto- polariteit Schaaleindwaarde 200mV In de 5V-mode genereert elke module een eigen 5V-voeding, zodat ook signalen gemeten kunnen worden, waarbij de gelijkmatige nulwaarde overeenkomt met de spanningsbron. Door de aansluitingen van de module zijn er verschillende bedrijfsfuncties mogelijk (eenzijdig, verhoudingsmeting en differentiaal). De respectieve bedrijfsfunctie wordt geselecteerd door het verbinden van de desbetreffende printplaat-soldeerplaatsen. Technische gegevens minimaal typisch maximaal eenheden Nauwkeurigheid (± 1 laagste positie) 0,05 0,1 % Lineariteit ± 1 laagste positie Samplingrate 3 per sec Temperatuurstabiliteit 30 ppm/ C Werktemperatuur 0 50 C Opslagtemperatuur -20 70 C Voedingsspanning (5-V-werking) 3 5 7 V DC Voedingsspanning (9-V-werking) 7 9 12 V DC Stroomverbruik 2 ma Verlichtingsstroom (HED281/DPM951) 80 ma Verlichtingsstroom (HED282/DPM952) 160 ma Ingangsimpedantie 100 M Keuze voedingsspanning 5-Volt-werking LK5 open LK6 gesloten 9-Volt-werking LK5 gesloten LK6 open Interne referentiespanning De interne referentiespanning (REF HI) wordt ingesteld met VR1. De spanning is vanaf fabriek op 100,0 mv vooraf ingesteld; deze kan overeenkomstig het gebruiksdoel aangepast worden, bijvoorbeeld om een onnauwkeurigheid van externe weerstanden bij schaalconfiguratie te compenseren. 2
Alleen bij de HED281/282: Het betreft hier een potmeter met negen wikkelingen, waarmee de hoogste nauwkeurigheid verkregen kan worden. Toepassingsschakelingen Aanwijzing: Bij de toepassingsschakelingen gebeurd de stroomverzorging via de contacten +V en 0V. Waarschuwing: Wanneer de meetspanning refererend is aan de voedingsspanning (bij stroom- of spanningstoepassingen), mag de spanning aan IN HI resp. IN LO bij de 5-V-werking ±4,5V en bij de 9-V-werking ±3,5V niet overstijgen. Schaalconfiguratie De HED282/ DPM952 kan tijdelijk voor andere spanningsbereiken geconfigureerd worden, hiertoe worden de weerstanden gesoldeerd aan de posities RA en RB. Bij levering is aan RA een 0--weerstand aangebracht. Bij de HED281/ DPM951 moeten RA en RB extern aangebracht worden. Voor een nauwkeurigheid van 0,1% zijn 0,1-%-weerstanden nodig. Wanneer de gevraagde nauwkeurigheid minder is, kan de opgegeven waarde overeenkomstig afwijken. Aansluiting CN1 Pin Benaming Functie 1 IN HI Meetingang positief 2 IN LO Meetingang negatief 3 VDD Gelijkspanning voor module positief, +5V of +9V 4 VSS Gelijkspanning voor module negatief, 0 V 5 COMMON Analoge common-ingang 6 BL+ Achtergrondverlichting: aansluiting aan +5V of met externe weerstand voor +9V-voeding * 7 REF LO Referentiespanning negatief 8 REF HI Referentiespanning positief 9 BP (geselecteerd) Aansluiting aan weergavenvelden of decimale puntingangen 10 BP (niet geselecteerd) Aansluiting aan alle niet gebruikte weergavenvelden of decimale-puntingangen 11 BL- Negatieve voeding voor achtergrondverlichting. Aanwijzing: direct aan 0V aansluiten, niet aan pin 4 12 DP3 Decimale punt 1.999 13 DP2 Decimale punt 19.99 14 DP1 Decimale punt 199.9 3
Aansluiting CN2 (alleen bij HED282/ DPM952) Pin Weergavenveld Functie 1 BP (geen weergavenveld geselecteerd) 2 A Ampère 3 C Graden Celsius 4 F Graden Fahrenheit 5 µ Micro- 6 M Milli- 7 K Kilo- 8 M Mega- 9 Ohm 10 V Volt 11 BP (weergavenveld geselecteerd) Weergavenvelden Voor het tonen van een weergavenveld moet een soldeerverbinding gemaakt worden tussen het desbetreffende weergavenveld- soldeerplaats en de daarnaast liggende soldeerplaats BP (geselecteerd). Bij de niet gebruikte weergavenvelden moet een soldeerverbinding gemaakt worden tussen het desbetreffende weergavenveld- soldeerplaats en de daarnaast liggende soldeerplaats BP (niet geselecteerd) zodat deze velden niet verschijnen. Verbindingen en mode- aansluitingen Functie HED281/DPM951 HED282/DPM952 Verbinding ANALOGUE COMMON met IN LO Pin 2-5 van CN1 verbinden LK1 solderen Verbinding ANALOGUE COMMON met VSS Pin 4-5 van CN1 verbinden LK2 solderen Verbinding REF LO met ANALOGUE Pin 7-5 van CN1 verbinden LK3 solderen COMMON Verbinding REF HI met VR1 (verbinding LK4 solderen LK4 solderen onderbreken wanneer externe referentiespanningsschakeling toegepast wordt) Verbinding voor voedingsspanningsmode (zie LK5 solderen LK5 solderen "Keuze van de voedingsspanningsmode" Verbinding voor voedingsspanningsmode (zie LK6 solderen LK6 solderen "Keuze van de voedingsspanningsmode" Testverbinding; display wordt op 1888 gezet. Maximaal 2 seconden gebruiken, anders wordt het display beschadigd LKT kort overbruggen LKT kort overbruggen Analoge ingangen IN HI, IN LO en REF HI zijn differentiaal- ingangen. Zij reageren steeds op de aanliggende spanning en niet op de spanning met betrekking op de stroombron. Een enkele uitzondering bestaat bij de 5V-mode bij een verbonden ANALOGUE COMMON en VSS. De met differentiaal- ingang meetbare spanning is beperkt tot de zogenoemde common mode range. Er mogen geen ingangsspanningen buiten het bereik VDD minus 0,5 V en VSS plus 1,0V aanliggen. Als het risico bestaat, dat deze grenswaarden overschreden worden, moet een geschikte weerstand voor de begrenzing van de stroom op 100µA met de ingang in serie geschakeld worden, anders wordt het apparaat beschadigd. 4
Printplaten en verbindingen Precisie referentiespanning 5
Voorbeeld bedrading van de weergavenvelden decimale punt Toepassingsschakelingen Spanning 6
Spanningsverhouding Spannings-Offset Stroom 7
Stroom en spanning Temperatuur met thermoelement 8
Temperatuur met signaaldiode Temperatuur afstellen Afmetingen http://www.trumeter.com 9