Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Vergelijkbare documenten
Uitbreiding Euro Tank Terminal B.V. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding olieopslagterminal VOPAK te Rotterdam Europoort Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pluimveehouderij Van Deurzen Toetsingsadvies over de actualisatie van het milieueffectrapport

City Theater, Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting varkenshouderij Banken B.V., gemeente Etten-Leur Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Pangea Parc te Epe Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding pluimveehouderij Mts. Van der Cruijsen te Sambeek

27 juli 2010 / rapportnummer

Varkenshouderij Pluk te Boekel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Oprichting pluimveebedrijf Maatschap Huisman, gemeente Dalfsen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding Jachthavens Herkingen, gemeente Dirksland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aardgasgestookte elektriciteitscentrale in de Eemshaven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bedrijvenpark IBF Heerenveen

Bestemmingsplan buitengebied Wageningen

Alternatieve locaties baggerberging, provincie Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Plusstrook A12 Zoetermeer Zoetermeer centrum

Brandstofdiversificatie kerncentrale Borssele

Oeverpark Badplaats Nesselande Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Straathof Koningsbosch BV, gemeente Echt-Susteren Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bedrijventerrein Larserknoop te Lelystad

Bestemmingsplan buitengebied Etten-Leur

Bestemmingsplan Timmerfabriek stadsvernieuwing Belvédère Maastricht

Uitbreiding varkensbedrijf aan de Servennenstraat in Moergestel Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Dynamisch Beekdal de Aa Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Maatschap Relou-Gloudemans te De Rips Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

CCS Maasvlakte (ROAD-project)

Natuurontwikkeling Dannemeer, Groningen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Baarle-Nassau

Pluimveehouderij Van Deurzen, gemeente Groesbeek

Windpark de Hoevensche Beemden te Halderberge Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Optimalisatie Waterwinningen Budel, Eindhoven en Nuland Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan Maastricht Aachen Airport, Businesspark AviationValley

Afvalverbrandingsinstallatie SITA ReEnergy Roosendaal BV te Roosendaal

Oprichting Warmtekrachtcentrale PerGen VOF te Pernis

Uitbreiding pluimveehouderij maatschap Van der Cruijsen, gemeente Boxmeer Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Ontwikkelingsplan Hogewegzone Amersfoort

Vestiging intensieve veehouderij Beemte-Vaassen

Zoekzones stedelijke functies gemeente Ede Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

N11 Zoeterwoude-Alphen aan den Rijn

Ontwikkeling De Geusselt te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Havenkwartier Zeewolde

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Gedeeltelijke verplaatsing waterwinning Wierden Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Structuurvisie Noord-Holland

Muziekpaleis Utrecht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied Boxtel

Pluimveehouderij Laarman te Ruinen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Pluimveehouderij Duinkerken te Zuidwolde, gemeente De Wolden

Bestemmingsplan Buitengebied Midden-Drenthe

Uitbreiding pluimveebedrijf Adams te Ell, gemeente Leudal

Golfbaan Cromvoirt Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Foodpark Veghel. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 21 juli 2016 / projectnummer: 3080

Aanpassen centrale E.on Galileïstraat Rotterdam

Spitsstrook A1 Hoevelaken- Barneveld Zuidbaan Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting van een reststoffen energiecentrale (REC) te Harlingen door OMRIN

Streekplan Overijssel 2000+, uitwerkingsplan recreatiepark Scheerwolde Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Uitbreiding bedrijventerrein De Kooi, Woensdrecht

Holland Casino Utrecht

Golfbaan Cromvoirt. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 24 maart 2010 I rapportnummer

Verplaatsingsgebied Goedereede, De Klepperstee Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbetering Waterkering Waalkade Nijmegen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Aanleg aardgastransportleiding Hattem-Flevocentrale Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Droge Voeten 2050, beheergebied waterschap Noorderzijlvest

Bestemmingsplan buitengebied Doetinchem

Uitbreiding en herstructurering recreatiepark Beekse Bergen, Hilvarenbeek

Windpark Wieringermeer

Aanleg haven Papegaaienbek te Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Verbreding N209 Capaciteitsvergroting Doenkade en Reconstructie Knoop A13-N209 Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Dijkversterking Hellevoetsluis

Ontsluiting Houten. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport. 18 mei 2011 / rapportnummer

Containertransferium Alblasserdam

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Kampen

Uitbreiding van de opslagvoorzieningen voor radioactief afval bij COVRA op industrieterrein Vlissingen-Oost

Uitbreiding golfbaan De Scherpenbergh te Lieren

Hermitage Amsterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied gemeente Terneuzen

Varkenshouderij De Jong te Tjerkgaast Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Herinrichting Neherkade Den Haag

Eerste fase realisatie bedrijventerrein/natuurgebied. Schieveen te Rotterdam. Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Golfbaan De Hooge Vorssel, Bernheze

Anna's Hoeve RWZI, gemeente Hilversum

Varkenshouderij Hendriks te Ter Apel, gemeente Vlagtwedde

Grote Markt Oostzijde, Groningen

Winning van aardgas in de velden Spijkenisse West, Spijkenisse Oost en Hekelingen Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Bestemmingsplan buitengebied 2016 gemeente Simpelveld

Uitbreiding van de Hydrocrackerinstallatie

Klinker- en cementproductie ENCI B.V. te Maastricht Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Bioscoop Rustenburg Inverdan Zaandam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Waterwinning Engelse Werk te Zwolle Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij Lavi te Vogelwaarde

Shtandart-Tank Terminal Europoort West

Essent Milieu Wijster Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Oprichting thermische reinigingsinstallatie A. Jansen BV te Son

Bestemmingsplan Nauernasche Polder en omgeving, gemeente Zaanstad

Bioscoop Rond de Admirant Eindhoven Toetsingsadvies over het milieueffectrapport en de aanvulling daarop

Kustversterking Voorne Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Waalfront te Nijmegen Aanvullend toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Stort Noordelijke Geluidswal te Drachten Toetsingsadvies over het milieueffectrapport

Varkenshouderij J.F.M. van Gisbergen, De Gagel 16, Hooge Mierde

Transcriptie:

Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Toetsingsadvies over het milieueffectrapport 15 juli 2008 / rapportnummer 1995-62

1. OORDEEL OVER HET MER Maasvlakte Olie Terminal (MOT) heeft het voornemen haar bestaande opslagcapaciteit voor ruwe aardolie, aan de Europaweg in Rotterdam, te vergroten met vier opslagtanks met ieder een inhoud van 120.000 m 3. Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid-Holland moet een besluit nemen over de Wet milieubeheer (Wm) vergunningaanvraag van MOT. Ten behoeve van de besluitvorming is een MER 1 opgesteld. Oordeel over het MER Tijdens de toetsing heeft een gesprek plaats gevonden tussen de Commissie, het bevoegd gezag en de initiatiefnemer. Daar heeft de Commissie kenbaar gemaakt dat het MER naar haar oordeel op een aantal onderdelen geen volledig beeld geeft. Naar aanleiding hiervan heeft de initiatiefnemer nadere informatie aangeleverd over: de uitwerking van het meest milieuvriendelijke alternatief (mma); mogelijk significante negatieve gevolgen van het voornemen in cumulatie met andere activiteiten en handelingen op nabij gelegen Natura 2000 gebieden; de gehanteerde uitgangspunten in de Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) 2. De Commissie is van mening dat in het MER en de aanvulling tezamen de essentiële informatie aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats bij de besluitvorming te geven. Uit het MER blijkt dat de activiteit een atmosferische depositie heeft op de Natura 2000-gebieden Solleveld en Kapittelduinen, Voordelta en Voornes Duin. Het MER bevat geen informatie over de toename van atmosferische depositie van verzurende en vermestende stoffen in cumulatie met andere huidige en toekomstige autonome activiteiten. De bijdrage van dit initiatief is weliswaar gering maar significante negatieve gevolgen op kwetsbare habitattypen kunnen niet worden uitgesloten gezien de hoge achtergronddepositie en de overschrijding van kritische depositiewaarden (zie verder 2.2). Omdat mogelijk significante negatieve gevolgen op de instandhoudingdoelstellingen van kwetsbare habitattypen niet kunnen worden uitgesloten beveelt de Commissie aan de Habitattoets te doorlopen. In hoofdstuk 2 wordt het oordeel van de Commissie nader toegelicht. 1 Voor technische informatie over de m.e.r.-procedure, de rol van de Commissie, samenstelling van de werkgroep en een overzicht van de door de initiatiefnemer aangeleverde stukken wordt verwezen naar bijlage 1. In bijlage 2 is een overzicht van de inspraakreacties opgenomen. 2 Het doel van een kwantitatieve risicoanalyse is het kwantificeren van de externe risico s ten gevolge van ongevallen met gevaarlijke stoffen die kunnen optreden binnen de inrichting van de MOT. -1-

2. TOELICHTING OP HET OORDEEL 2.1 Uitwerking van het mma MER De technische inrichtingsvarianten die in de vastgestelde richtlijnen voor het MER zijn genoemd zijn zeer beknopt en kwalitatief beschreven. De alternatieven die in het MER beschreven worden zijn allen gebaseerd op een bekende technologie die reeds door MOT wordt toegepast. In het MER ontbreekt de argumentatie om andere opslag regimes met duidelijke milieuvoordelen, zoals opslagtanks met een vast dak en dampverwerkingssysteem, niet in beschouwing te nemen bij de uitwerking van het mma. Aanvulling In de aanvulling, wordt een uitgebreidere beschrijving gegeven waarom geen andere tanktypes en daarbij behorende varianten door MOT zijn onderzocht. De Commissie onderschrijft de conclusie dat andere tanktypes geen reëel alternatief zijn. Hiermee is voldoende informatie over het mma aanwezig. 2.2 Natuur Uit het MER blijkt dat de activiteit een atmosferische depositie heeft op de Natura 2000-gebieden Solleveld en Kapittelduinen, Voordelta en Voornes Duin. Het MER vermeldt de achtergronddepositie over 2006 en de bijdrage van MOT van verzurende en vermestende stoffen op habitattypen die hiervoor gevoelig zijn. 3 De bijdrage van dit initiatief aan de atmosferische depositie is zo gering dat deze binnen de foutenmarge van het gebruikte model 4 zal vallen. Dat sluit echter niet uit dat er geen kans is op mogelijke negatieve gevolgen op de instandhoudingdoelstellingen van kwetsbare habitattypen, gezien de hoge achtergronddepositie en de overschrijding van kritische depositiewaarden. 5 Vanwege een te hoge achtergronddepositie en overschrijding van grenswaarden kan elke meetbare toevoeging (ook een zeer geringe) immers worden uitgelegd als een verhoogde kans op significante gevolgen voor de betreffende Natura 2000-gebieden. 6 De Commissie adviseert vanwege de mogelijke effecten op de gebieden Solleveld en Kapittelduinen, Voordelta en Voornes Duin de Habitattoets te doorlopen. In de regio Rijnmond zijn veel activiteiten en projecten aanwezig die bijdragen aan de aanwezige (achtergrond) atmosferische depositie. Daarnaast zijn meerdere planologische ontwikkelingen voorzien die nog zullen gaan bijdragen aan deze atmosferische depositie. Het MER bevat geen informatie over de toe- 3 Atmosferische depositie kan, wanneer kritische drempelwaarden zijn overschreden, resulteren in vergrassing en verruiging, waardoor de omvang en kwaliteit van beschermde habitattypen afnemen. De grenswaarden voor stikstofdepositie is vastgesteld. Voor de zuurdepositie bestaan nog geen grenswaarden. 4 De Commissie constateert dat andere gangbare modellen een vergelijkbare foutmarge hebben. 5 Zie ook de brief van 12 december 2007 van de Commissie voor de m.e.r. aan de provincie Zuid-Holland onder kenmerk 1684-146 op www.eia.nl. 6 Het bevoegd gezag voor het verlenen van een vergunning in het kader van de Natuurbeschermingswet bij de opslag van diepe delfstoffen is LNV. -2-

name van atmosferische depositie van verzurende en vermestende stoffen in cumulatie met activiteiten in de autonome ontwikkeling. De hierbij benodigde bepaling van de cumulatieve gevolgen van alle relevante activiteiten en projecten in de huidige en de toekomstige situatie is complex en omvangrijk. De Commissie geeft de provincie in overweging te onderzoeken of de Habitattoets (inclusief ADC-fase 7 ) collectief doorlopen kan worden voor alle relevante projecten. 2.3 Kwantitatieve Risicoanalyse (QRA) MER De gehanteerde uitgangspunten voor de modellering van de externe risico s in het MER waren niet geheel duidelijk. Niet inzichtelijk was of enkele van deze uitgangspunten zouden kunnen leiden tot een onderschatting van het risico. Aanvulling De aanvulling op de QRA geeft een uitgebreidere toelichting waarin de consequenties van een aantal gehanteerde uitgangspunten op de veiligheidsrisico s van de huidige en toekomstige situatie goed in beeld zijn gebracht. Hierin wordt aangetoond dat de in de QRA gebruikte waarden geen onderschatting van het risico oplevert. Hiermee is voldoende informatie over de QRA aanwezig. 7 Indien significante negatieve gevolgen niet kunnen worden uitgesloten -ook bij twijfel over eventuele significante negatieve gevolgen- dan moeten de ADC stappen van de Habitattoets in de juiste volgorde doorlopen worden (Alternatieven, Dwingende redenen van openbaar belang en Compensatie, voor meer informatie www.minlnv.nl). -3-

1

BIJLAGE 1: Projectgegevens Initiatiefnemer: Maasvlakte Olie Terminal (MOT) Bevoegd gezag: het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Zuid- Holland Besluit: vergunning in het kader van de Wet milieubeheer Categorie Gewijzigd Besluit m.e.r. 1994: C25.0 Activiteit: Maasvlakte Olie Terminal (MOT) heeft het voornemen haar bestaande opslagcapaciteit voor ruwe aardolie, aan de Europaweg in Rotterdam, te vergroten met vier opslagtanks met ieder een inhoud van 120.000 m 3. Betrokken documenten: De Commissie heeft de volgende documenten betrokken bij haar advisering: Milieueffectrapport en vergunningaanvraag Wm Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, maart, 2008. Memo: Aanvulling op het milieueffectrapport van Maasvlakte Olie Terminal voor het uitbreiden van de opslagcapaciteit met 4 tanks, juli 2008. Memo: Aanvulling op het milieueffectrapport van Maasvlakte Olie Terminal voor het uitbreiden van de opslagcapaciteit met 4 tanks: onderdeel QRA, juli 2008. De Commissie heeft kennis genomen van de inspraakreacties en adviezen, die zij van het bevoegd gezag heeft ontvangen. Dit advies verwijst naar een reactie als die nieuwe inzichten naar voren brengt over specifieke lokale milieuomstandigheden of te onderzoeken alternatieven. Procedurele gegevens: aankondiging start procedure: 17 oktober 2007 aanvraag richtlijnenadvies: 16 oktober 2007 ter inzage legging startnotitie: 22 oktober tot en met 19 november 2007 richtlijnenadvies uitgebracht: 20 december 2007 richtlijnen vastgesteld: januari 2008 kennisgeving MER: 28 april 2008 aanvraag toetsingsadvies: 22 april 2008 ter inzage legging MER: 28 april 2008 tot en met 9 juni 2008 toetsingsadvies uitgebracht: 15 juli 2008 Werkwijze Commissie bij toetsing: Tijdens de toetsing inventariseert de Commissie eerst of er tekortkomingen zijn in het voldoen aan de (vooraf) gestelde eisen. Vervolgens beoordeelt de Commissie de ernst van de eventuele tekortkomingen. Daarbij staat de vraag centraal of de benodigde informatie aanwezig is om het milieubelang een volwaardige plaats te geven bij de besluitvorming. Is dat naar haar mening niet het geval dan signaleert de Commissie dat er sprake is van een zogenoemde essentiële tekortkoming. De Commissie adviseert dan dat die informatie alsnog beschikbaar komt, alvorens het besluit wordt genomen. Overige tekortkomingen in het MER worden in het toetsingsadvies opgenomen, voor 2

zover ze kunnen worden verwerkt tot duidelijke aanbevelingen voor het bevoegde gezag. Deze werkwijze impliceert dat de Commissie zich in het advies tot hoofdzaken beperkt en niet ingaat op onjuistheden of onvolkomenheden van ondergeschikt belang. Samenstelling van de werkgroep: Per project stelt de Commissie een werkgroep samen. De werkgroepsamenstelling bij het onderhavige project is als volgt: ir. B. Barten (werkgroepsecretaris) ir. H.S. Buijtenhek drs. H.G. Ouwerkerk (voorzitter) ir. A.J. Pikaar drs. H.W. Waardenburg 3

BIJLAGE 2: Lijst van inspraakreacties en adviezen 1. Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten, Amersfoort 2. Rijkswaterstaat Zuid-Holland, Rotterdam 4

Toetsingsadvies over het milieueffectrapport Uitbreiding opslagcapaciteit Maasvlakte Olie Terminal, Maasvlakte Rotterdam Maasvlakte Olie Terminal (MOT) heeft het voornemen haar bestaande opslagcapaciteit voor ruwe aardolie, aan de Europaweg in Rotterdam, te vergroten met vier opslagtanks met ieder een inhoud van 120.000 m 3. MOT heeft een milieueffectrapport (MER) opgesteld ten behoeve van de besluitvorming over de vergunningaanvraag in het kader van de Wet milieubeheer. De Commissie voor de milieueffectrapportage geeft in dit toetsingsadvies weer of het MER de benodigde informatie voor de besluitvorming bevat. ISBN: 978-90-421-2438-7