Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Vergelijkbare documenten
Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse taal en cultuur

de kennis, het inzicht en de vaardigheden, genoemd in het eerste lid, en wordt uit

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

4. De bezitter van het diploma van de bacheloropleiding Liberal Arts & Sciences van de

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in art. 2.1 bepaalde, geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Neerlandistiek (voorheen Nederlandse taal en cultuur)

Voor het programma van de opleiding gelden geen aanvullende toelatingsvoorwaarden.

Het diploma van de opleiding kan behaald worden tot en met 31 december 2015.

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding

2. Selectie van studenten geschiedt op basis van een oordeel over de volgende kerncompetenties van belangstellenden:

Men komt in aanmerking voor toelating tot het programma Kunstgeschiedenis indien men aantoont te beschikken over de volgende competenties:

Opleidingsspecifiek deel MA Portugese taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifiek deel MA Geschiedenis. toelatingseisen opleiding

De onder artikel 2.1, lid 1, genoemde kennis, inzicht en vaardigheden kunnen onder. Opleidingsspecifieke deel OER MA Geschiedenis

Opleidingsspecifiek deel MA Engelse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding Voor toelating tot de opleiding Mediastudies komt in aanmerking de bezitter van

Opleidingsspecifiek deel MA Religie en theologie. toelatingseisen opleiding

Voor de te onderscheiden programma s van de opleiding gelden, in aanvulling op het in

Opleidingsspecfiek deel BA Kunstgeschiedenis. colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

In aanvulling op bovenstaande voorwaarden gelden de volgende aanvullende toelatingsvoorwaarden per track:

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

2. Voor het onderscheiden programma Kunstgeschiedenis van de opleiding Kunst- en

Opleidingsspecifiek deel MA Italiaanse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Taalwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Spaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

6. Het eindniveau van de onderzoeksvaardigheden die via (1), (2) en (3) verworven zijn, komt tot uitdrukking in het bacheloreindwerkstuk.

- verdiepende kennis op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

Opleiding / programma: Neerlandistiek/ Nederlandse Literatuur en Cultuur (voorheen Nederlandse letterkunde)

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Italiaanse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding American Studies. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

1. De opleiding omvat een gedeelte (major) met een studielast van 135 studiepunten, dat betrekking heeft op Taalwetenschap. Van de major dienen

1. De opleiding wordt in het Frans en Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Keltische talen en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

2. De afgestudeerde: o heeft kennis van en inzicht in (westerse) muziek in de hedendaagse samenleving en heeft vaardigheid in de historiografische,

kennis op bachelorniveau op het gebied van en inzicht in theorieën en vraagstukken binnen de cultuurgeschiedenis;

[60738] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Nederlandse taal en cultuur. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Wijsbegeerte. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Communicatie- en informatiewetenschappen. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Islam en Arabisch. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap

Opleidingsspecifieke deel OER, Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences

Het toelatingsonderzoek, bedoeld in art van de wet, heeft betrekking op de volgende vakken op VWO-niveau: Wiskunde A of B en Engels.

Opleiding / programma: BA Liberal Arts and Sciences. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecifiek deel MA Nederlandse taal en cultuur. toelatingseisen opleiding

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Cultureel Erfgoed. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

2. Afgestudeerden in de bacheloropleiding Taalwetenschap:

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht per 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Onderwijs- en Examen Regeling (OER) Programma Masteropleiding Sociologie Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Opleiding / programma: Filosofie - Philosophy / Wijsbegeerte (dicht sinds 1 september 2016), Applied Ethics (see English EER)

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Communicatiestudies

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Deel 2 (Opleidingsspecifiek deel)

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Onderwijs- en examenregeling cohort masteropleiding Cultureel erfgoed

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Literatuurwetenschap. Artikel Tekst uit OER Colloquium doctum

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding. Islam in de moderne wereld

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Islam in de moderne wereld. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

Vastgesteld door de decaan van de faculteit Wiskunde&Informatica op 28 augustus 2003

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Journalistiek. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Cultureel erfgoed

Opleidingsspecifiek deel bij de OER Bacheloropleiding Natuurwetenschap en Innovatiemanagement Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifieke deel OER, Duitse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

* Informatie over aansluitende hoofdrichtingen en studietrajecten is te vinden op de universitaire websites van de masterprogramma s.

Onderwijs- en Examenregeling (OER) Masterprogramma van Onderwijskunde. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Keltische talen en cultuur

[60715] Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Kunstbeleid en -management. Paragraaf 1 Algemene bepalingen

Onderwijs- en examenregeling masteropleiding Communicatiestudies

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling 2010/2011

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Engelse Taal en Cultuur:

Opleidingsspecifiek deel Natuurwetenschap en Innovatiemanagement bij de OER Bacheloropleidingen Undergraduate School Geosciences

Opleidingsspecifieke deel OER BA Media en cultuur

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Spaanse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Opleidingsspecfiek deel BA Duitse taal en cultuur. colloquium doctum

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologie en Religiewetenschappen. Bachelor Religiewetenschappen

Onderwijs- en Examenregeling 2012/2013

Bijlage Onderwijs- en Examenregeling (OER) Master Programma van Pedagogische Wetenschappen. Faculteit der Gedrags- en Maatschappijwetenschappen

De opleiding wordt zowel voltijds als in deeltijd verzorgd.

genoemd in het eerste lid, en wordt uit dien hoofde toegelaten tot de opleiding.

Onderwijs- en examenregeling (OER) Inhoud:

Opleidingsspecifieke deel OER, BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

Erratum Onderwijs en Examenregeling (OER) Bacheloropleidingen

Onderwijs- en examenregeling Masteropleiding Dramaturgie. Paragraaf 1 Algemene bepalingen. art. 1.1 toepasselijkheid van de regeling

BA Nederlandse taal en cultuur. Artikel Tekst 2.3 Colloquium doctum

B. OPLEIDINGSSPECIFIEK DEEL VAN DE ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING VAN DE DUALE PROGRAMMA NEDERLANDS ALS TWEEDE TAAL FACULTEIT DER GEESTESWETENSCHAPPEN

ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING. Faculteit der Filosofie, Theologe en Religiewetenschappen. Deel 2 (opleidingsspecifiek deel): Bachelor Theologie

Afgestudeerden in de bacheloropleiding Spaanse taal en cultuur

Opleidingsspecfiek deel BA Franse taal en cultuur. colloquium doctum

Transcriptie:

Opleidingsspecifieke deel OER, 2015-2016 Opleiding / programma: Communicatie- en Informatiewetenschappen/ Communicatie en Organisatie Artikel Tekst 2.1 Toelatingseisen opleiding (Zie 2.3) 2.3 Toelating programma s Alle studenten die per 1 september 2016 willen starten met een masterprogramma, krijgen te maken met een vorm van selectie. In de loop van het studiejaar 2015-2016 komt informatie over de selectiecriteria en -procedure per masterprogramma online te staan. Houd de sites van de programma's waarin je geïnteresseerd bent in de gaten. 1. Toelaatbaar tot het programma is de bezitter van een Nederlands of een buitenlands diploma van hoger onderwijs, die aantoont te beschikken over de volgende kennis, inzicht en vaardigheden op bachelor niveau: a) inzicht in talige communicatieprocessen waarin het accent ligt op begrijpen en overtuigen. b) vaardigheid in het analyseren en op effectiviteit beoordelen van communicatie-uitingen en processen in verschillende media. c) basaal inzicht in de relaties tussen organisatie en communicatie. d) vaardigheden wat betreft het zelfstandig verrichten van empirisch onderzoek, d.w.z. het ontwerpen van een onderzoeksopzet, het verzamelen van gegevens, het statistisch analyseren daarvan, het relateren van gegevens aan theoretische begrippen, en het schrijven van een onderzoeksverslag op academisch niveau. e) een hoog niveau van schrijfvaardigheid in het Nederlands. f) een goede vaardigheid in het lezen van artikelen over empirisch onderzoek, zowel in het Nederlands als in het Engels. 2. Op de studiekiezerswebsite Communicatie en organisatie staan specifieke ingangseisen ten aanzien van de punten 1a) tot en met 1d) voor UU-studenten met de volgende bachelordiploma s: - Communicatie- en informatiewetenschappen ; - Nederlandse taal en cultuur ; - Taal- en cultuurstudies ; - Liberal Arts & Sciences ; - Algemene sociale wetenschappen. 3. Bij studenten van hierboven niet genoemde opleidingen wordt door de toelatingscommissie aan de hand van het inschrijfdossier bepaald of zij beschikken over de kennis, het inzicht en de vaardigheden vermeld in lid 1a) tot en met 1d). Voor studenten die niet over deze kennis, dit inzicht en deze vaardigheden beschikken is een premasterprogramma ontwikkeld. Daartoe hebben toegang studenten met een universitair BA-diploma en studenten met een hbo-opleiding Communicatie of Journalistiek. 4. Het voldoen aan de ingangseisen 1e) en 1f) wordt bepaald aan de hand van een toelatingstest, waaraan zij mogen deelnemen die voldoen aan de ingangseisen 1a) tot en met 1d). De toelatingstest hoeft niet te worden afgelegd door universitaire inschrijvers die op 1 maart van het jaar van inschrijving in hun BA-studiedossier een gemiddeld cijfer hebben van 7.5 of hoger. 2.5 Toelatingsprocedure 1

1. De toelating tot de opleiding en het onderscheiden programma is opgedragen aan de Toelatingscommissie van de Utrecht Graduate School Humanities, kamer Academische Masters. 2. Met het oog op de toelating tot het programma onderzoekt de toelatingscommissie of de kandidaat voldoet dan wel tijdig zal voldoen aan de daarvoor in art. 2.1 genoemde competenties. De eerste vier competenties moeten blijken uit het dossier dat de kandidaat meestuurt met de inschrijving. De commissie betrekt bij haar onderzoek de kennis van de kandidaat van de taal waarin het onderwijs van het programma wordt verzorgd. 3. De uiteindelijke toelating is in eerste instantie afhankelijk van het halen van de toelatingstest. Halen er meer inschrijvers de toelatingstest dan de voor dat jaar vastgestelde capaciteit, dan worden de inschrijvers met de beste testresultaten toegelaten. Het toelatingsonderzoek en de toelatingstest vinden eenmaal per jaar plaats. 4. Een verzoek te worden toegelaten tot de opleiding wordt vóór 1 april ingediend bij de toelatingscommissie. De kandidaat die blijkens het dossier beschikt over de eerste vier competenties krijgt daarover uiterlijk begin april bericht. De toelatingstest wordt in april/mei afgenomen. 5. De toelating wordt verleend onder de voorwaarde dat de kandidaat uiterlijk op de betreffende begindatum van de opleiding zal voldoen aan de in art. 2.1 genoemde getuigschriften van door hem gevolgde opleidingen. 6. De kandidaat ontvangt per e-mail een bewijsstuk van de toelatings- c.q. afwijzingsbeslissing tot de opleiding en een bepaald programma. Hierin wordt gewezen op de beroepsmogelijkheid bij het College van beroep voor de examens. 2.6 Hardheidsclausule toelating De hardheidsclausule is niet van toepassing op studenten die willen starten met het masterprogramma per 1 september 2016 of later. 1. In bijzondere gevallen kan de toelatingscommissie de kandidaat die zich voorbereidt op het afsluitend examen van de in art. 2.1, tweede lid, genoemde bacheloropleiding, op diens verzoek voor een half jaar toelaten tot de opleiding, indien: - hij de verplichte onderdelen van de major heeft behaald en hij overigens van de bacheloropleiding nog slechts onderdelen met een gezamenlijke studielast van ten hoogste 15 studiepunten moet behalen, èn - de gerechtvaardigde verwachting bestaat dat hij de bacheloropleiding in zeer korte tijd, doch maximaal binnen een half jaar vanaf het moment dat student voorlopig is toegelaten tot de masteropleiding zal kunnen afronden, èn - hij ten gevolge van overmacht onvoldoende heeft kunnen doorstromen en er een onevenredige studievertraging zou optreden indien hij niet alvast aan de masteropleiding kan beginnen. 2. Na het behalen van het afsluitend examen van de in art. 2.1, tweede lid, genoemde bacheloropleiding wordt de toelating voor een half jaar omgezet in een definitieve toelating. 3. Indien de student niet binnen 6 maanden na aanvang van de masteropleiding het afsluitend examen van de in art. 2.1, tweede lid, genoemde bacheloropleiding heeft behaald, wordt hij uitgesloten van verdere deelname aan de masteropleiding totdat het bachelorexamen is behaald. 3.1 Doel van het programma Communicatie en organisatie: 1. Met de opleiding wordt beoogd om de studenten te kwalificeren voor drie kernactiviteiten: - het analyseren, ontwerpen en evalueren van communicatiemiddelen; - het analyseren van en adviseren over processen in organisaties die gericht zijn op (verbetering van) communicatie; - het ontwikkelen van communicatieve competenties van medewerkers in organisaties. 2

In de opleiding ligt het accent op Nederlandstalige communicatie in Nederlandse overheidsorganisaties, non-profit organisaties en bedrijven. De studenten worden voorbereid op een functie waarin zij deze organisaties adviseren over communicatieproducten, -processen en -strategieën. 2. Meer in het bijzonder beschikt de afgestudeerde over de volgende algemene (1-5) en taakgerichte (6-10) competenties: 1. Hij/zij is in staat om een communicatieonderzoek te karakteriseren wat betreft methodische aanpak en theoretische achtergrond, en het te beoordelen wat betreft kwaliteit. 2. Hij/zij is in staat om zelfstandig nieuwe kennis en vaardigheden op het terrein van communicatie en organisatie te verwerven door eigen onderzoek en literatuuronderzoek. 3. Hij/zij is in staat om nieuwe onderzoeksresultaten te integreren met bestaande inzichten. 4. Hij/zij beschikt over excellente communicatieve vaardigheden, die nodig zijn om als communicatieadviseur effectief te kunnen optreden. 5. Hij/zij beschikt over een academische attitude tegenover kennisclaims en een professionele attitude wat betreft het functioneren in organisaties. 6. Hij/zij is in staat om communicatieproblemen van organisaties en medewerkers te onderzoeken en te analyseren. 7. Hij/zij is in staat op basis van analyses communicatieproblemen te vertalen in concrete ontwerp-, competentieontwikkelings- en adviesvragen. 8. Hij/zij is in staat om communicatieproducten te ontwerpen, met gebruikmaking van de laatste stand van onderzoek. 9. Hij/zij is in staat het ontwerp(proces) van communicatieproducten in organisaties te initiëren en te begeleiden. 10. Hij/zij is in staat om communicatie-interventies wat betreft competentie- en organisatieontwikkeling te ontwerpen en te implementeren, zoals kwaliteitscriteria, schrijfadviezen, (tekst)modellen, adviezen aan het management, en kortlopende trainings- en coachingsactiviteiten. 3.2 Vorm van de opleiding De opleiding wordt voltijds verzorgd. 3.3 Taal waarin de opleiding wordt verzorgd 1. De opleiding wordt in het Nederlands verzorgd. 2. In afwijking van het eerste lid kunnen een of meer onderdelen van de opleiding in het Engels worden verzorgd indien de herkomst van de student of docent daartoe noodzaakt of als het onderdeel als zodanig geprogrammeerd is. 3.5 Startmomenten Het masterprogramma Communicatie en Organisatie start één keer per jaar: per 1 september. 3.6.1 Samenstelling programma s Het onderscheiden programma omvat de volgende onderdelen met de daarbij vermelde studielast: Cursorisch onderwijs Verplicht 45 ECTS Individueel afstudeerproject Verplicht 45 ECTS 3

Onderwijsprogramma Communicatie en Organisatie (90 ECTS): Verplicht (45 ECTS) Cursuscode Cursusnaam ECTS Periode NEMV12004 NEMV12005 TLMV13014 USG6840 Ned-Communicatie, taalgebruik en organisaties Ned-Communicatie in organisaties onderzoeken Ned-Diagnose en interventies in communicatieprocessen Management en dynamiek van communiceren 7,5 1 7,5 1 7,5 2 7,5 2 TLMV13010 Ned-Effectieve documenten ontwerpen 7,5 3 TLMV13011 Ned-Adviseren over communicatie 7,5 3 Afstudeerproject (45 ECTS) Cursuscode Cursusnaam ECTS Periode TLMV13009 Ned-Onderzoeksseminar Communicatie en Organisatie 15 4 TLMV13008 Ned-Stage Communicatie en Organisatie 15 1 2 TLMV13013 Ned-Interventieonderzoek Communicatie en Organisatie 15 1 2 4

Overgangsregelingen masteropleiding Communicatie en Organisatie, 2015-2016 Algemene opmerkingen Een onderwijsonderdeel kan in een nieuw onderwijsprogramma terugkomen op een andere plek in het curriculum, terwijl de cursus ongewijzigd blijft (bijv. verschuiving van verplicht naar verplichte keuze of andersom). Indien u een onderdeel heeft behaald dat in uw programma op een bepaalde plek stond (bijv. verplicht) dan blijft deze cursus voor u op diezelfde plek geregistreerd staan. Indien u een onderwijsonderdeel dat voor u verplicht was, niet heeft behaald, dan blijft dit voor u een verplicht onderdeel, ook al geldt het onderdeel voor studenten gestart in een ander collegejaar als een keuzeonderdeel. Een onderdeel kan nooit twee keer behaald worden, ook al is de status in het curriculum veranderd. Studenten dienen het onderwijsprogramma af te ronden zoals beschreven in de OER-bijlage van hun cohort. Indien bepaalde onderdelen van dat onderwijsprogramma in het huidige collegejaar 2015-2016 niet meer worden aangeboden, geldt onderstaande overgangsregeling voor studenten die dit onderwijsonderdeel nog niet hebben behaald. Het is mogelijk om over te stappen naar het onderwijsprogramma van het huidige collegejaar (2015-2016). Als men hiervoor kiest, dient te worden voldaan aan alle voorwaarden van het onderwijsprogramma 2015-2016 en dient dit te worden goedgekeurd door de examencommissie van de opleiding*. Instroom in het masterprogramma Communicatiestudies is niet meer mogelijk per 1 september 2013. Het diploma van dit programma kan behaald worden tot en met 31 augustus 2015. * Als u dit overweegt, neem dan contact op met de studieadviseur. Overgangsregelingen voor studenten die zijn ingestroomd in het collegejaar 2013-2014 (cohort 2013) en 2014-2015 (cohort 2014) [examenprogramma CO- CORM-13] 1) Afstudeertraject verplicht De onderdelen van het verplichte afstudeertraject zijn ongewijzigd. 2) Cursorisch verplichte onderdelen De cursorisch verplichte onderdelen zijn ongewijzigd. 5