! VERTEL NOG EENS Themadienst kerk en school Zondag 25 september 2016 Voorganger: ds. D. Dekker Organist: dhr. A. van Dijk Aanvang: 9.30 uur! 1
Orgelspel Welkom en mededelingen Zingen: OTH 45 Als een hert dat verlangt naar water, zo verlangt mijn ziel naar U. U alleen kunt mijn hart vervullen, mijn aanbidding is voor U. U alleen bent mijn kracht, mijn schild. Aan U alleen geef ik mij geheel. U alleen kunt mijn hart vervullen, mijn aanbidding is voor U. OTH 430: 1, 2 en 3 Je hoeft niet bang te zijn, al gaat de storm te keer. Leg maar gewoon je hand in die van onze Heer. Je hoeft niet bang te zijn, als oorlog komt of pijn. De Heer zal als een muur rondom je leven zijn. Je hoeft niet bang te zijn, al gaan de lichten uit. God is er en Hij blijft, als jij je ogen sluit. OTH 444 ( k Stel mijn vertrouwen) 'k Stel mijn vertrouwen op de Heer, mijn God. Want in zijn hand ligt heel mijn levenslot. Hem heb ik lief, Zijn vrede woont in mij. 'k Zie naar hem op en 'k weet: Hij is mij steeds nabij. Stil gebed! 2
Onze hulp. en groet Begintekst: Jesaja 43: 16,21 Zo zegt de HEERE, Die een weg maakte in de zee en een pad in machtige wateren: dit volk heb Ik mij geformeerd, zij zullen Mijn lof vertellen. Zingen: psalm 9: 1 en 11 1. Ik zal met al mijn hart den HEER', Blijmoedig geven lof en eer. Mijn tong zal mijn gemoed verzellen, En al Uw wonderen vertellen. 11. Zingt, zingt den HEER', die eeuwig leeft, Die Sion tot Zijn woning heeft; En laat voor aller volken oren, Met psalmgezang, Zijn daden horen. Samenvatting van de Tien Geboden (Markus 12: 28-31) Zingen: psalm 133: 3 3. Waar liefde woont, gebiedt de HEER' den zegen: Daar woont Hij Zelf, daar wordt Zijn heil verkregen, En 't leven tot in eeuwigheid. Gebed om de opening van het Woord, in de verlichting met de Heilige Geest! 3
Schriftlezing: Jozua 3: 1-4 en 14-17, Jozua 4: 1-7 en 17-24 De doortocht door de Jordaan 1 Toen stond Jozua 's morgens vroeg op. Zij braken op uit Sittim en kwamen tot aan de Jordaan, hij en al de Israëlieten. En zij overnachtten daar voordat zij overstaken. 2 En het gebeurde na verloop van drie dagen dat de beambten door het midden van het kamp gingen 3 en het volk geboden: Wanneer u de ark van het verbond van de HEERE, uw God, ziet, en de Levitische priesters die hem dragen, moet ú vanaf uw plaats opbreken en hem volgen. 4 Er moet echter een afstand zijn tussen u en de ark van ongeveer tweeduizend el lengte. U mag er niet dichter bij komen, opdat u de weg zult weten die u moet gaan, want u bent die weg niet eerder gegaan. 14 En het gebeurde, toen het volk uit zijn tenten opbrak om de Jordaan over te steken, dat de priesters de ark van het verbond droegen, voor het volk uit. 15 En zodra de dragers van de ark tot aan de Jordaan kwamen, en de voeten van de priesters die de ark droegen, in het water gedompeld waren, aan de rand van het water de Jordaan was helemaal buiten zijn oevers getreden al de dagen van de oogst 16 bleef het water dat van bovenaf kwam, staan. Het bleef staan als een dam heel ver weg bij de stad Adam, die naast Sarthan ligt. En het water dat naar de zee van de Vlakte, de Zoutzee, stroomde, verdween; het werd afgesneden. Toen stak het volk over, tegenover Jericho. 17 Maar de priesters die de ark van het verbond van de HEERE droegen, stonden op het droge, in het midden van de Jordaan, onbeweeglijk. En heel Israël stak over op het droge, tot heel het volk het oversteken van de Jordaan voltooid had. De twaalf gedenkstenen 1 En het gebeurde, toen heel het volk het oversteken van de Jordaan voltooid had, dat de HEERE tegen Jozua zei: 2 Neem voor u twaalf mannen uit het volk, uit elke stam één man, 3 en gebied hun: Neem van hier uit het midden van de Jordaan, van de plaats waar de voeten van de priesters staan, voor uzelf twaalf stenen op. Neem ze met u mee naar de overkant en leg ze neer in het kamp waar u deze nacht gaat overnachten.! 4
4 Daarop riep Jozua de twaalf mannen die hij had laten aanstellen uit de Israëlieten, uit elke stam één man, 5 en Jozua zei tegen hen: Ga voor de ark van de HEERE, uw God, uit naar het midden van de Jordaan. En laat ieder voor zich een steen op zijn schouder heffen, volgens het aantal stammen van de Israëlieten, 6 zodat dit een teken is onder u. Wanneer uw kinderen morgen vragen zullen: Wat betekenen deze stenen voor u? 7 dan moet u tegen hen zeggen dat het water van de Jordaan werd afgesneden voor de ark van het verbond van de HEERE. Toen hij door de Jordaan ging, werd het water van de Jordaan afgesneden. Daarom zullen deze stenen voor de Israëlieten tot een gedenkteken zijn tot in eeuwigheid. 17 Toen gebood Jozua de priesters: Klim op uit de Jordaan. 18 En het gebeurde, toen de priesters die de ark van het verbond van de HEERE droegen, uit het midden van de Jordaan opgeklommen waren, en de voetzolen van de priesters nog maar net op het droge stonden, dat het water van de Jordaan op zijn plaats terugkeerde en als voorheen langs zijn beide oevers stroomde. 19 Het volk was de tiende van de eerste maand uit de Jordaan opgeklommen, en zij sloegen hun kamp op in Gilgal, aan de oostkant van Jericho. 20 Die twaalf stenen die zij uit de Jordaan genomen hadden, richtte Jozua op in Gilgal. 21 Hij zei tegen de Israëlieten: Wanneer uw kinderen morgen aan hun vader vragen: Wat betekenen deze stenen? 22 dan moet u uw kinderen laten weten: Op het droge stak Israël deze Jordaan over, 23 want de HEERE, uw God, heeft het water van de Jordaan voor uw ogen doen opdrogen, totdat u overgestoken was, zoals de HEERE, uw God, met de Schelfzee gedaan heeft, die Hij voor onze ogen heeft doen opdrogen, totdat wij overgestoken waren, 24 opdat alle volken van de aarde zouden weten dat de hand van de HEERE sterk is; opdat u de HEERE, uw God, alle dagen vreest. Collecten! 5
Zingen: themapsalm, psalm 78: 1 en 2 1. Neem, o mijn volk, neem mijne leer ter oren; Neig oor en hart, om naar mijn stem te horen; 'k Zal met mijn mond u wijze spreuken leren, Verborgenheen, van ouds af waardig t' eren. Mij vloeit een schat van wijsheid uit den mond, Gelijk een bron, die voortspringt uit den grond. 2. Verborgenheen, met diep ontzag te melden, Die ons voorheen de vaderen vertelden, Die wij, hun kroost, ook niet verbergen mogen, Die stellen wij het nageslacht voor ogen; Des HEEREN lof uit 's lands historieblaan, Zijn sterken arm en grote wonderdaan. Tekst: Jozua 4: 4-7 Preek Zingen: themalied, Alles wordt nieuw (dl.iv, nr. 3): 1, 2 en 5 Waarom staan die stenen daar zomaar in het land, twaalf stenen bij elkaar aan de waterkant? Is het soms een spelletje, nee, t is een verhaal, luister, ik vertel het je allemaal. Twaalf stenen in een kring, hier bleef het water staan en het volk van Israel ging droog door de Jordaan. Nee, het is geen spelletje, het is een verhaal, luister, ik vertel het je allemaal. Twaalf stenen, meer is t niet, hier bij de Jordaan; daarom als een kind het ziet, blijf dan even staan. Nee, het is geen spelletje, het is een verhaal, luister, ik vertel het je allemaal. Dankgebed en voorbeden! 6
Zingen: psalm 75: 1 1. U alleen, U loven wij; Ja wij loven U, o HEER', Want Uw Naam, zo rijk van eer, Is tot onze vreugd nabij. Dies vertelt men in ons land, Al de wond ren Uwer hand. Zegen Orgelspel We nodigen u en jou hartelijk uit om de werkstukken en de werkjes van de kinderen te bekijken in de grote zaal van Elim.! 7