Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Vergelijkbare documenten
Lyaemer Wonen Y.A. Tiemensma Straatweg PZ LEMMER. Datum 7 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Breda Postbus RH BREDA. Datum 13 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Petter,

J. Bosch Buntlaan MG DOORN. Datum 23 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Bosch,

Woonstad Rotterdam Postbus CJ ROTTERDAM. Datum 23 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Logchies Renovatie en Onderhoud B.V. Postbus AM BEVERWIJK. Datum 19 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Nederlandse Hervormde Kerk te Meerkerk M. van Leeuwen Postbus BB MEERKERK

Witteveen+Bos C.M. Sluis-de Leeuw Postbus AE DEVENTER. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting HOZO A.J.C. Ricke-Molleman Garbialaan LA HILLEGOM. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Haag Wonen A.S. Pronk Postbus CG S GRAVENHAGE. Datum 28 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

De Vuurvogel B.V. J. van Lamoen en T. Etaoil Coninckstraat WD AMERSFOORT

Ymere Ontwikkeling B.V. V.A.C. Regout Postbus GG AMSTERDAM. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

GEMEENTE M!D 7-EM-DELFLAND. 1 MGEKOVilN OP 2 2 NOV Zaaknum:\eí

Woningstichting Brummen A. Schreuder Postbus AC BRUMMEN. Datum 8 september 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Hoogevest Architecten B.V. M. Bakker Westsingel BA AMERSFOORT. Datum 21 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Zorgpartners Friesland J.B.A. Lettink Postbus BR LEEUWARDEN. Datum 22 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Brinkstad Holding B.V. J.C. van de Wetering Emmalaan 33 A 2405 GA ALPHEN AAN DEN RIJN

Aannemingsbedrijf Lagendijk B.V. G.J. Lagendijk Kade EP HARDINXVELD GIESSENDAM

Bouwbedrijf J. Heldoorn B.V. P. Rosier Pascalweg RC ZWOLLE. Datum 5 augustus 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Naarden P. Schrijver Raadhuisstraat EC NAARDEN. Datum 31 juli 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Njmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

Amarant Groep K. Hermens Postbus AS TILBURG. Datum 12 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Hermens,

Gemeente Nijmegen Directie Grondgebied T. Martens Postbus HG NIJMEGEN

Arcus Zuid Projectontwikkeling B.V. B.J.M. Mertens Dorpstraat JX OIRSBEEK

Gemeente Almere A.R.M. Loijer Postbus AE ALMERE. Datum 18 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Elburg W. Jager Postbus AB ELBURG. Datum 28 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jager,

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Eigen Haard Arlandaweg EX AMSTERDAM. Datum 30 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Moerhave B.V. R.J. Noordman Raadhuisstraat 1b 4835 JA BREDA. Datum 30 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

BVR Groep B.V. A. Oomen Postbus BJ ROOSENDAAL. Datum 11 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Oomen,

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Woningbouwvereniging Hoek van Holland F. Claessens Planciushof GC HOEK VAN HOLLAND. Datum 2 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Dijkhuis Aannemersbedrijf B.V. G.J. Horsman Molensteen NM HARDENBERG. Datum 11 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat Midden Nederland F. Waarsenburg Postbus AP LELYSTAD. Datum 5 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Renkum Postbus HA OOSTERBEEK. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Alphen aan den Rijn S. de Kogel Postbus AA ALPHEN AAN DEN RIJN. Datum 15 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Woudenberg Ameide B.V. L.G.P.M. Camps Postbus ZG AMEIDE. Datum 25 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Rotterdam P. Heuvelman Wilhelminkade AP ROTTERDAM. Datum 13 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Servatius Woningstichting L. Hupperts Postbus BD MAASTRICHT. Datum 31 maart 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Reinbouw Vastgoed B.V. Postbus AA DIEREN. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

GDF SUEZ Energie Nederland N.V. P. Verstappen Grote Voort BL ZWOLLE. Datum 27 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TriVia/School met de Bijbel De Kandelaar Meidoornlaan 2- Bestuursknt 4233 CN AMEIDE

Dura Vermeer Onderhoud en Renovatie Hengelo Postbus AW HENGELO OV. Datum 11 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Noordwijk W.J. Groenendijk Postbus AG NOORDWIJK ZH. Datum 13 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Den Haag M. Schalk Postbus DP DEN HAAG. Datum 12 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Hurks Vastgoedontwikkeling Eindhoven B.V. J. van Daal Postbus AR EINDHOVEN

Dimensis B.V. A. van der Zaan Kerkplein BM OLST. Datum 22 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting Beter Wonen Vechtdal Stelling ND HARDENBERG. Datum 24 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Koninklijke Burgers' Zoo B.V. E. Peeters Antoon van Hooffplein SH ARNHEM. Datum 29 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Recreatieschap Rottemeren K. Opstal Postbus AH SCHIEDAM. Datum 19 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Zuid B.V. L. Drijvers Postbus AA ROSMALEN

WOM Den Haag Zuidwest B.V. R.H.W. Meere Loevesteinlaan BG DEN HAAG. Datum 2 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Parteon Postbus AA WORMERVEER. Datum 22 december 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Stichting Brabantwonen H.G.P.F. Roozendaal Postbus AD OSS. Datum 2 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland A. Oosterhoff Hoofdweg BL VEENHUIZEN

Maasdelta Groep P. Bestebroer Postbus AA SPIJKENISSE. Datum 21 januari 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Van der Leden Schilders B.V. R. Nolkes Engeringstraat DN DEN HAAG. Datum 12 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Accolade Postbus AH HEERENVEEN. Datum 17 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Dordrecht R.P.E. Koppelaar Postbus AA DORDRECHT. Datum 7 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Van Wijnen Projectontwikkeling Noord B.V. P.W.L. Hutten Postbus AB GORREDIJK

Gemeente Lansingerland J. Koch Postbus AA BERKEL EN RODENRIJS. Datum 16 december 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

TU/e Dienst Huisvesting Mw.ir. V.H.H. Marks Postbus MB EINDHOVEN. Datum 24 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat Dienst Oost Nederland S. Bogaerts Eusebiusbuitensingel HZ ARNHEM. Datum 25 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Innovatiekracht b.v. S. Verwaijen Oudhuizerstraat BS KLARENBEEK. Datum 20 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Intermaris A. Slot Postbus AN HOORN NH. Datum 9 februari 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Slot,

Stichting wonencentraal B. van der Marel Postbus CA ALPHEN AAN DEN RIJN

Emmtec Services bv D. van der Meer Postbus CA EMMEN. Datum 25 mei 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Wijk Ontwikkelings Maatschappij Kerckebosch B.V. F. Steenbergen Graaf Lodewijklaan DM ZEIST

Van den Berg Lopik B.V. W.T. van den Berg Handelsweg NZ LOPIK. Datum 17 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Woningstichting SallandWonen P. Jong Postbus AD RAALTE. Datum 8 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Heusden P. Bosch Postbus AA VLIJMEN. Datum 29 maart 2017 Betreft Beslissing op aanvraag. Geachte heer Bosch,

Stadhuis Gemeente Tiel B. Jagt Postbus HH TIEL. Datum 4 november 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer Jagt,

Thuisvester Projectontwikkeling B.V. E.J.C. Hartman Rucphensebaan RE SPRUNDEL

Bouwbedrijf Boogert B.V. H. Schiettekatte Burgemeester van Eetenstraat CV NIEUWERKERK

Van der Molen Groenconsult J. van der Molen Walhof AV LOBITH. Datum 17 november 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Apeldoorn A.A.B. Klein Goldewijk Postbus ES APELDOORN. Datum 25 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Woerden J. van Leer Blekerijlaan GR WOERDEN. Datum 22 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Beweging 3.0 D. J. van Wijk Postbus GD Amersfoort. Datum 11 december 2015 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Utrecht Projectorganisatie Uithoflijn B. Pluim Laan van Maarschalkerweerd 2a 3585 LJ UTRECHT

Gemeente Arnhem M. Geurs Postbus EL ARNHEM. Datum 24 juni 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte mevrouw Geurs,

Stichting Dorpshuis De Dobbe A. van der Valk Hearrewei MS ANJUM. Datum 5 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Dienst Landelijk Gebied J.M.H. van Erp Postbus JA LEEUWARDEN. Datum 10 oktober 2014 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Rijkswaterstaat A. Thielking Postbus MA MAASTRICHT. Datum 5 september 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting Amerpoort K. Denee Nieuwenoordlaan PA BAARN. Datum 16 augustus 2017 Betreft Beslissing op uw aanvraag. Geachte heer Denee,

Stichting Actium Postbus AM ASSEN. Datum 16 augustus 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen. Geachte heer/mevrouw,

Gemeente Amstelveen S. Kuijs Postbus BA AMSTELVEEN. Datum 20 januari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stam + De Koning Bouw B.V. R. Thijssen Postbus JB EINDHOVEN. Datum 22 februari 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Havenbedrijf Rotterdam N.V. H.J. Steens Wilhelminakade AP ROTTERDAM

Wovesto L.A.M. Overmars Postbus AC SINT-OEDENRODE. Datum 1 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Gemeente Deventer E.T.M. Masman Postbus GC DEVENTER. Datum 17 oktober 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Kickersvoet B.V. J.M. Borstlap Carrouselweg LN HELLEVOETSLUIS. Datum 12 juli 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

Stichting UWOON M. de Jager Postbus AG HARDERWIJK. Datum 9 november 2016 Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen

IJsselsteinse Woningbouwvereniging H.T.J. van den Heiligenberg Postbus AB IJSSELSTEIN

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Onze referentie Bijlagen De aanvraag Overwegingen

Gemeente Amsterdam Afdeling Onderwijs, Jeugd en Zorg J. Stam Postbus BV AMSTERDAM

TenneT TSO B.V. K. Bakker Utrechtseweg AR ARNHEM ONTWERP-BESLUIT

Provincie Noord-Brabant J.A.L. van Zandvoort Postbus MC s-hertogenbosch. Datum 20 juli 2016 Betreft Beslissing op wijzigingsverzoek

Transcriptie:

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland > Retouradres Postbus 40225, 8004 DE Zwolle TenneT TSO B.V. S. Zehenpfenning Postbus 718 6800 AS ARNHEM Rijksdienst voor Postbus 40225, 8004 DE Zwolle mljn.rvo.nl T 088 042 42 42 ffwet@rvo.nl Betreft Toekenning ontheffing Ruimtelijke ingrepen Kenmerk FF/75C/2016/0167.toek.vv Bijlagen 1 Geachte mevrouw Zehenpfenning, Naar aanleiding van uw verzoek van 29 maart 2016 en de aanvullingen hierop van 15 juni 2016, 5 juli 2016, 8 juli 2016 en 14 juli 2016, geregistreerd onder aanvraagnummer, om een ontheffing als bedoeld in artikel 75 van de Flora- en faunawet te krijgen, deel ik u het volgende mee. Ik verleen u ontheffing van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten of andere voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en de buizerd. Procedure In artikel 20a, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat op de besluitvorming voor dit project de rijkscoördinatieregellng als bedoeld in artikel 3.35 van de Wet ruimtelijke ordening van toepassing Is. Dat wil in dit geval zeggen dat de besluiten die nodig zijn voor de hoogspanningsverbinding Randstad 380kV (Noordring) gezamenlijk worden voorbereid, waarbij deze procedure wordt gecoördineerd door de Minister van Economische Zaken (EZ). Daarbij doorlopen de besluiten, op grond van artikel 3.31, derde lid, in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro, de uniforme openbare voorbereidingsprocedure als bedoeld In afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht met toepassing van de bijzondere regels in artikel 3.31, derde lid, In samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wro. Dit besluit is één van de besluiten die nodig zijn voor de hoogspanningsverbinding Randstad 380kV (Noordring). Daarom is ook op dit besluit de rijkscoördinatieregellng van toepassing. Pagina 1 van 8

De minister van EZ heeft een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten voor de hoogspanningsverbinding Randstad 380kV (Noordring) bevorderd. Onderhavig besluit is samen met een aantal andere besluiten als volgt voorbereid: op 8 september 2016 is een kennisgeving met betrekking tot het ontwerp gepubliceerd in de Staatscourant; kennisgeving heeft ook plaatsgevonden in enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen; op 8 september 2016 is door de minister van EZ een ontwerp van het besluit aan aan TenneT TSO B.V gezonden; het ontwerp van het besluit heeft van 9 september tot en met 20 oktober 2016 ter inzage gelegen bij de gemeente Haarlemmermeer, de gemeente Kaag en Braassem en de gemeente Lanslngerland. RIJksdienst voor Op grond van artikel 3.32 in samenhang met artikel 3.35, vierde lid, van de Wet ruimtelijke ordening worden dit besluit en de andere besluiten gelijktijdig door de minister van EZ bekendgemaakt. Tevens doet de minister van EZ daarvan mededeling in de Staatscourant, enkele huis-aan-huisbladen en regionale dagbladen en langs elektronische weg. Eerdere insprekers en grondelgenaren en beperkt gerechtigden op die gronden worden persoonlijk geïnformeerd. Behandeling zienswijzen Naar aanleiding van de publicatie van de kennisgeving en de terinzagelegging van de ontwerp-besluiten van de vijfde fase voor de hoogspanningsverbinding Randstad 380kV (Noordring) zijn geen zienswijzen over de ontwerp-besluiten naar voren gebracht. De aanvraag De aanvraag heeft betrekking op de realisatie van het project 'Randstad 380kV Noordring', gelegen in de gemeente Haarlemmermeer. Het project betreft de aanleg van een nieuwe 380 kv hoogspanningsverbinding tussen Beverwijk en Bleiswijk. De werkzaamheden bestaan uit: Aanleg van hoogspanningsmasten en aanbrengen bovengrondse leidingen; Aanleg door middel van open ontgraving; Gestuurde boringen met aanleg in- en uittredepunten; Kap van bomen en groen; Aanbrengen bouwwegen en werklocaties; Verwijderen van masten en kabels. Ontheffing wordt gevraagd van de verbodsbepalingen genoemd in artikel 11 van de Flora- en faunawet voor wat betreft exemplaren van de gewone dwergvleermuis (Pipistrellus pipistrellus), ruige dwergvleermuis (Pipistrellus nathusii) en de buizerd (Buteo buteo). Pagina 2 van 8

Overwegingen Wettelijk kader Beschermde soorten De gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn beschermde inheemse diersoorten als bedoeld in artikel 4, lid 1, onder a, van de Flora- en faunawet en zijn tevens opgenomen in bijlage IV van de EU-Habitatrichtlijn, dieren plantensoorten van communautair belang die strikt moeten worden beschermd. De buizerd is een beschermde inheemse diersoort als bedoeld In artikel 4, lid 1, onder b, van de Flora- en faunawet. Voor vogels is alleen ontheffing nodig indien het nest valt onder de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Verbodsbepalingen Op grond van artikel 11 van de Flora- en faunawet is het verboden om nesten, holen of andere voortplantlngs- of vaste rust- of verblijfplaatsen van beschermde inheemse diersoorten te beschadigen, te vernielen, uit te halen, weg te nemen of te verstoren. RIJksdienst voor Voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen Totvoortplantings-of vaste rust- of verblijfplaatsen als bedoeld in artikel 11 van de Flora- en faunawet worden locaties gerekend waarin zich kraamkolonies, paarverblijven, overwlnteringsplaatsen en verblijven van groepen mannetjes bevinden, afhankelijk van de soort. Essentiële migratie- en vliegroutes en foerageergebieden die van belang zijn voor de instandhouding van een voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de soort op populatieniveau, vallen hier ook onder. Daarnaast vallen ook tijdelijke, seizoensgebonden, verblijfplaatsen {bijvoorbeeld holen) of standplaatsen die van belang zijn voor de gunstige staat van Instandhouding van een soort op populatieniveau of per exemplaar hieronder. Ontheffing Op grond van artikel 75, lid 5, van de Flora- en faunawet worden ontheffingen slechts verleend wanneer er geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort. Op grond van artikel 75, lid 6, aanhef en onder c, wordt voor soorten genoemd op bijlage IV van de Habitatrichtlijn en de Vogelrichtlijn ontheffing slechts verleend wanneer er, naast de voorwaarde dat geen afbreuk wordt gedaan aan een gunstige staat van instandhouding van de soort, geen andere bevredigende oplossing bestaat en met het oog op andere, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, belangen. De belangen waarnaar verwezen wordt, zijn genoemd in artikel 2, lid 3 van het Besluit vrijstelling beschermde dier- en plantensoorten. Instandhouding van de soorteh Gewone dwergvleermuis en ruige dwergvleermuis De gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis zijn in het plangebied aangetroffen. Er zijn tien paarverblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en drie zomer- en paarverblijfplaatsen van de ruige dwergvleermuis vastgesteld In bomen. Het dijkvak wordt door de soorten gebruikt als essentiële vlieg- en foerageerroute. Pagina 3 van 8

Aantasting van foerageergebieden en vliegroutes is enkel ontheffingsplichtig indien deze van groot belang zijn vqor de functionaliteit van de vaste rust- of verblijfplaatsen van de betreffende soort, doordat er onvoldoende alternatieven voorhanden zijn. Door de werkzaamheden kunnen voortplantings- of vaste rustof verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis worden beschadigd, vernield en verstoord. Rijksdienst voor Om negatieve effecten van de werkzaamheden op de soorten tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op de pagina's 21 tot en met 23 van het bij de aanvraag gevoegde rapport 'Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet VIR 380' van 14 juni 2016. De door u voorgestelde maatregelen zijn voldoende. Door de kapwerkzaamheden gaat een deel van een essentiële vlieg- en foerageerroute verloren. De achttal populieren bevatten geen verblijfplaatsen van vleermuizen. Er wordt een alternatieve vliegroute gecreëerd op de locatle van de originele vliegroute. Minimaal een maand voorafgaand aan de kapwerkzaamheden worden schermen aangebracht die als tijdelijke overbrugging zullen dienen. Met inachtneming van de door u voorgestelde ma?ttregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de vlieg- en foerageerroute van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. De functionaliteit van de vlieg- en foerageerroute van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis blijft hierdoor gegarandeerd. Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden een essentiële vlieg- en foerageerroute van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis verstoord. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vlieg- en foerageerroute van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis wel In de omgeving aanwezig blijft komt de gunstige staat van instandhouding niet In het geding. De kap van de bomen op de Geniedijk vind pas na het actieve vliegseizoen van de vleermuizen plaats. De essentiële vlieg- en foerageerroute wordt dan niet gebruikt, waardoor er geen negatieve effecten te verwachten zijn op de gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis. Doordat er tijdig schermen worden geplaatst kunnen exemplaren van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis in het actieve seizoen weer gebruik maken van de route en naar de overkant van de Driemerenweg komen. De gunstige staat van instandhouding van de gewone dwergvleermuis en de ruige dwergvleermuis komt niet in gevaar, mits gewerkt wordt conform de door u voor~estelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Pagina 4 van 8

Buizerd Het nest van een vogel is de plaats of ruimte die een vogel gebruikt voor het leggen en uitbroeden van de eieren en, voor zover het geen nestvlieders betreft, het grootbrengen van de jongen. In de context van artikel 11 van de Flora- en faunawet moet onder nest ook de inhoud en de functionele omgeving daarvan, voor zover het broedsucces van vogels daarvan afhankelijk is, worden begrepen. Daartoe zijn alle activiteiten begrepen die het broedsucces negatief beïnvloeden of tenlet doen. Artikel 11 van de Flora- en faunawet Is gedurende het broedselzoen van toepassing op alle in gebruik zijnde nesten van vogels. De meeste vogels maken elk broedseizoen een nieuw nest of zijn In staat een nieuw nest te maken en gebruiken hun nest niet als vaste rust- of verblijfplaats. Dergelijke nesten voor eenmalig gebruik genieten buiten het broedselzoen niet de bescherming van artikel 11 van de Flora- en faunawet. Rijksdienst voor Nesten van de buizerd vallen ook buiten het broedseizoen onder de definitie van 'vaste rust- of verblijfplaatsen' in artikel 11 van de Flora- en faunawet. Deze nesten zijn daarom, voor zover ze niet permanent verlaten zijn, jaarrond beschermd. Derhalve Is, bij overtreding van de verbodsbepalingen, ontheffing nodig van artikel 11 van de Flora- en faunawet met betrekking tot de _vaste rustof verblijfplaatsen van de soort. De buizerd is in het plangebied aangetroffen. Aan de zuidzijde van het Floriade terrein ten oosten van het Pannenkoekenpaviljoen is een nestplaats van de buizerd vastgesteld. Door de werkzaamheden kunnenvoortplantings-of vaste rust- of verblijfplaatsen van de buizerd worden beschadigd, vernield en verstoord. Om negatieve effecten van de w~rkzaamheden op de soort tot een minimum te beperken stelt u maatregelen voor zoals beschreven op pagina 20 van het bij de aanvraag gevoegde rapport 'Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet VIR 380' van 14 juni 2016. De door u voorgestelde maatregelen zijn in grote lijnen voldoende. U sluit niet uit dat er werkzaamheden zullen plaatsvinden in het broedseizoen van de buizerd. Dit is niet toegestaan. U dient gedurende het broedseizoen van de buizerd géén verstorende werkzaamheden uit te voeren. Door de werkzaamheden gaat één nestplaats van de buizerd verloren. In de directe omgeving zijr;1 voldoende potentiële nestlocaties voor de buizerd voorhanden. Met inachtneming van alle bovengenoemde maatregelen zorgt u vooraf voor voldoende alternatief dat in kwantiteit en kwaliteit overeenkomt met de huidige functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats voor de aanwezige populatie van de buizerd. De functionaliteit van de voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaats van de buizerd blijft hierdoor gegarandeerd. Pagina 5 van 8

Echter, ondanks deze maatregelen worden door het realiseren van de werkzaamheden voortplantings- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de buizerd verstoord. Immers, de buizerd wordt gedwongen om de huidige verblijfplaats te verlaten en een alternatief te gaan zoeken. Door de werkzaamheden wordt het in artikel 11 van de Flora- en faunawet neergelegde verbod op het verstoren van de vaste rust- of verblijfplaats van de buizerd derhalve overtreden, zodat voor die werkzaamheden een ontheffing is vereist. Daar de buizerd wel in de omgeving aanwezig blijft gaat er geen wezenlijke invloed uit van deze verstoring. RIJksdienst voor Er zijn voldoende potentiële nestlocaties waar de Quizerd naar kan uitwijken en daarmee is het aannemelijk dat de soort in het plangebied aanwezig blijft. De gunstige staat van instandhouding van de buizerd komt niet in gevaar, mits g.ewerkt wordt conform de door u voorgestelde maatregelen en volgens de overige in de ontheffing opgelegde voorschriften. Belang van de ingreep U heeft ontheffing van verbodsbepalingen aangevraagd op grond van de belangen: 'de volksgezondheid of openbare veiligheid' en 'dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten'. Het belang 'de volksgezondheid of openbare veiligheid' is niet van toepassing op uw project. Bij het uitblijven van netinvesteringen zal bij een grote vraag naar transport van elektriciteit niet meer aan de vraag voldaan kunnen worden. Daarnaast zal het steeds moeilijker worden om stroom te transporteren naar gebieden buiten de regio. Tot slot geeft u aan dat de kans op grootschalige stroomuitval in de Randstad groter wordt. Uit uw onderbouwing blijkt niet in hoeverre er een gevaar is voor de volksgezondheid of openbare veiligheid. De aanvraag is daarom uitsluitend beoordeeld op grond van het belang 'dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten'. Voor vogels kan alleen ontheffing verleend worden ten behoeve van belangen genoemd in de Vogelrichtlijn. Het door u aangedragen belang 'dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten' is niet genoemd in de Vogel richtlijn. Het belang genoemd in artikel 2, derde lid, aanhef en onder e, van het Vrijstellingsbesluit kan in dit geval echter wel aan de ontheffingverlening ten grondslag liggen, er is immers geen sprake van verstoring met wezenlijke invloed. In de Randstad moet een nieuwe 380 kv-hoogspanningsverbinding worden gerealiseerd om in de toekomst voldoende capaciteit te kunnen bieden voor elektriciteitstransport in de regio. Er bestaat namelijk in toenemende mate zorg over de kwetsbaarheid van de stroomvoorziening in de Randstad, mede door het beperkte aantal aansluitpunten van het 150 kv net op het landelijke 380 kv net. Hierdoor is kans op grootschalige stroomuitval in de Randstad groter en kan er op termijn niet meer aan de vraag worden voldaan, waardoor de netten overbelast kunnen raken. Genoemde knelpunten worden veroorzaakt doordat het elektriciteitsgebruik de komende jaren verder zal toenemen. Pagina 6 van 8

Dit komt onder meer door technologische ontwikkelingen die een toename van het gebruik van elektriciteit veroorzaken, zoals computers en airconditioners. Ook bij economische groei neemt het gebruik van elektriciteit toe. Daarnaast bepaald In een vrije markt de consument bij welke producent hij zijn elektriciteit haalt. Daardoor vindt het transport van energie plaats over langere afstanden. Met de geplande werkzaamheden wordt de elektriciteitsvoorziening in de Randstad veilig gesteld. Gelet op het voorgaande en de onverminderde actualiteit van de naar voren gebrachte omstandigheden ben ik van oordeel dat het belang 'dwingende redenen van groot openbaar belang, met inbegrip van redenen van sociale of economische aard en voor het milieu wezenlijk gunstige effecten' voldoende onderbouwd is om de negatieve effecten op de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en de buizerd, die als gevolg van de uitvoering van.het project zullen optreden, te rechtvaardigen. Rijklidleut voor Ondernemend Nederl nd D tum Andere bevredigende oplossing Het project is locatlespeciflek. Op basis van de randvoorwaarden uit de planologische kernbeslissing 'Randstad 380kV-verbinding', het milieueffectrapport en de voorziene ruimtelijke ontwikkelingen en technische randvoorwaarden is een afweging gemaakt die heeft geleld tot een definitieve tracékeuze voor de Noordrlng. Het tracé van de Noordring is ongeveer zestig kilometer lang en loopt van het transformatorstation In Beverwijk via het transformatorstation Vijfhuizen tot aan het transformatorstation in Bleiswijk in de gemeente Zoetermeer. Er is sprake van drie ondergrondse delen in het tracé van de Noordring: voor het passeren van het Noordzeekanaal, bij de Wijk Florlande in Hoofddorp en bij Rijpwetering en de Nieuwe Wetering. Elders Is sprake van eèn bovengronds tracé. De huidige keuze ligt langs de grote infrastructurele ontsluitingen als wegen en spoorlijnen. De oversteek over het Haarlemmermeersebos zou ook veel knelpunten voor flora en fauna naar voren brengen. Vooral omdat dan niet de al aanwezige infrastructuur gevolgd wordt, wat meer versnippering teweeg brengt. Daarbij zal dezelfde werkwijze worden toegepast, waardoor ook veel diersoorten zullen worden verstoord. Door de gekozen Inrichting, werkwijze en de planning (bulten de kwetsbare periode) wordt schade aan de gewone dwergvleermuis, ruige dwergvleermuis en de buizerd zoveel mogelijk voorkomen. Hiermee is het voldoende aangetoond dat geen andere bevredigende oplossing voorhanden is. Zorgplicht Voor de soorten waarvoor Ik u ontheffing verleen, bent u gehouden aan de in de ontheffing opgenomen voorschriften. Voor alle soorten echter, geldt de zorgplicht ex artikel 2 van de Flora- en faunawet, die van toepassing Is op zowel beschermde als onbeschermde dier- en plantensoorten, ongeacht vrijstelling of ontheffing. Op grond hiervan dient u zoveel als redelijkerwijs mogelijk is schade aan deze soorten te voorkomen. ~ U dient gedurende de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van vogels. Verstoring van broedgevallen van vogels dient te worden voorkomen. Voor de In het plangebied te verwachten vogelsoorten kan dit plaatsvinden door werkzaamheden buiten de broedperiode van aanwezige soorten uit te voeren. Pagina 7 van 8

Tevens kunnen voorbereidende maatregelen worden getroffen om te voorkomen dat vogels tot broeden kunnen komen binnen het plangebled. Ik wijs u erop dat voor het broedselzoen geen standaardperiode wordt gehanteerd In het kader van de Flora- en faunawet. Van belang Is of een broedgeval aanwezig Is, ongeacht de periode. Conclusie Gelet op het voorgaande verleen Ik u ontheffing ex. artikel 75 van de Flora- en faunawet. Aan deze ontheffing zijn voorschriften verbonden. Rijkadienat voor De ontheffing en de voorschriften treft u hierbij aan. Beroep Instellen Belanghebbenden kunnen tegen dit beslult beroep Instellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, postbus 20019, 2500 EA, Den Haag. De termijn voor het Indienen van een beroepschrift bedraagt zes weken en vangt aan met Ingang van de dag na die waarop het beslult ter Inzage Is gelegd. Een belanghebbende die redelijkerwijs niet kan worden verweten dat hij geen zienswijze naar voren heeft gebracht op het ontwerp van het desbetreffende beslult kan ook beroep Instellen. Op dit beslult Is de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende In het beroepschrift moet aangeven welke beroepsgronden hij aanvoert tegen het besluit. Na afloop van de termijn van zes weken kunnen geen nieuwe beroepsgronden meer worden aangevoerd. Het wordt aanbevolen In het beroepschrift te vermelden dat de Crisis- en herstelwet van toepassing Is. Meer informatie Heeft u nog vragen, kijk dan op onze website mljn.rvo.nl. Of bel ons: 088 042 42 42 {lokaal tarief). Met vriendelijke groet, Marco Klaassen De teammanager Vergunningen Rijksdienst voor Pagina 8 van 8

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland ONTHEFFING Naar aanlelding van het verzoek van mevrouw S. Zehenpfenning op 29 maart 2016, namens TenneT TSO B.V. en de aanvullingen hierop van 15 juni 2016, 5 juli 2016, 8 juli 2016 en 14 juli 2016 gelet op artikel 75, lid 3, van de Flora- en faunawet Verleent de Staatssecretaris 1 van Economische Zaken hierbij aan: Naam: TenneT TSO B.V. (hierna: ontheffinghouder) Adres: Utrechtseweg 310 Postcode en woonplaats: 6812 AR ARNHEM Ontheffing voor het tijdvak van: 9 augustus 2016 tot en met 31 juli 2018 Van de verbodsbepalingen genoemd In artlkel11 van de Flora- en faunawet voor zover dit betreft het verstoren van nesten of andere voortplanting&- of vaste rust- of verblijfplaatsen van de gewone dwergvleermuis (Piplstre/lus p/plstrellus), ruige dwergvleermuis (Piplstrellus nathusll) en de buizerd (Buteo buteo). Het gebled waarvoor de ontheffing geldt, betreft het plangebied voor de realisatie van het project 'Randstad 380kV Noordrlng', gelegen tussen het transformatorstation In Beverwijk vla het transformatorstation Vijfhuizen tot het transformatorstation in Bleiswijk, één en ander zoals is weergegeven in afbeelding 1 van het bij de aanvraag gevoegde rapport 'Projectplan onthefflngsaanvraag Flora- en faunawet; VIR 380' van 14 juni 2016 Aan deze ontheffing zijn de volgende voorschriften verbonden: Algemene voorschriften 1. De ontheffing wordt slechts voor de hierboven genoemde soorten en beschreven verboden handelingen verleend. 2. Deze ontheffing geldt alleen voor de werkzaamheden die conform de aanvraag worden uitgevoerd, voor zover in deze ontheffing zelf niet anders Is aangegeven. 3. De ontheffinghouder dient onverwijld contact op te nemen met Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Indien bij het uitvoeren van de werkzaamheden van het project andere beschermde soorten dan de genoemde worden aangetroffen of andere handelingen als bedoeld In voorschrift 1 noodzakelijk zijn. 4. Deze ontheffing kan uitsluitend gebruikt worden door (medewerkers van) de ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers of In opdracht van de ontheffinghouder handelende (rechts-)personen. De ontheffinghouder of haar rechtsopvolgers blijven daarbij verantwoordelijk en aansprakelijk voor de juiste naleving van deze ontheffing. 5. Tijdens de uitvoering van de werkzaamheden dient een afschrift van deze ontheffing en de bijbehorende brief op de locatle van de werkzaamheden aanwezig te zijn en op verzoek te worden getoond aan de daartoe bevoegde toezichthouders of opsporingsambtenaren. 1 Krachtens de wettekst Is de Minister bevoegd tot het afgeven van een ontheffing ex artikel 75 van de Flora- en faunawet. Op basis van de portefeuilleverdeling tussen de Minister van EZ en de Staatssecretaris van EZ Is deze bevoegdheld belegd bij de Staatssecretaris. 1 van2

6. De ontheffinghouder dient, zodra de datum waarop de werkzaamheden zullen aanvangen bekend is, het bijgevoegde meldingsformulier volledig in te vullen en naar Rijksdienst voor Ondernemend Nederland te zenden. Specifieke voorschriften 7. U dient, met in achtneming van onderstaande voorschriften, de maatregelen uit te voeren zoals beschreven op de pagina's 20 tot en met 23 van het bij de aanvraag gevoegde rapport 'Projectplan ontheffingsaanvraag Flora- en faunawet VIR 380' van 14 juni 2016. 8. U dient bij de planning van de werkzaamheden rekening te houden met het broedseizoen van de buizerd. De buizerd broedt tussen februari en eind augustus. Ik wijs u erop dat voor het broedselzoen geen standaardperiode wordt gehanteerd in het kader van de Aora- en faunawet. Van belang is of een broedgeval aanwezig Is, ongeacht de periode. Afhankelijk van het seizoen en de weersomstandigheden kan deze periode langer dan wel korter zijn. De geschiktheid van de periode voor het uitvoeren van de werkzaamheden dient te worden bepaald door een deskundige op het gebied van de buizerd. Het Is niet toegestaan om verstorende werkzaamheden in het broedseizoen van de buizerd uit te voeren. Overige voorschriften 9. De werkzaamheden en bovengenoemde voorschriften dienen te worden uitgevoerd onder begeleiding van een deskundige op het gebied van de soorten waarvoor ontheffing is verleend. 10. U dient een ecologisch werkprotocol op te stellen met daarin bovengenoemde voorschriften. Alle betrokken partijen, met name ook de uitvoerenden op de bouw- of projectlocatle, dienen van het werkprotocol op de hoogte gesteld te worden. 11. Deze ontheffing kan worden Ingetrokken, indien blijkt dat de ontheffinghouder zich niet houdt aan de voorschriften. 12. Indien blijkt dat de in de ontheffing gestelde termijn niet voldoende is om de werkzaamheden waarop de ontheffing betrekking heeft uit te voeren, dient u, minimaal vier maanden voor het verstrijken van deze termijn een nieuwe aanvraag in te dienen. Dit voorkomt onnodige vertraging van het project. 13. Aanspreekpunt in het kader van deze ontheffing en de daaruit voortvloeiende voorschriften is Rijksdienst voor, Postbus 40225, 8004 DE Zwolle. Den Haag, 2 van 2