AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN

Vergelijkbare documenten
RIS PARKEERVERORDENING BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 2 december (Vastgesteld door de gemeenteraad op 29 januari 2015)

Parkeerverordening. C!! emborg

Verordening op het parkeren 2007

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 maart 2013;

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Wetstechnische informatie Gegevens van de regeling

Parkeerverordening 2013

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

gezien het voorstel van burgemeester en wethouders van 10 september 2013, raadsvoorstelnummer 2013/073/1; Parkeerverordening 2014.

Parkeerverordening 2013

Gemeenteblad van Zaltbommel 2009 Nr. 4.13

Gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet 1994;

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen en ontheffingen voor het parkeren (Parkeerverordening 2007)

gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 3 oktober 2006, Nr. SO/2006/5545;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 6 november 2018;

op voorstel van het college van de gemeente Lelystad d.d. 15 november 2016;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 22 november 2016;

CVDR. Nr. CVDR617411_1. Parkeerverordening 2018

Datum: 6 oktober 2014 Portefeuillehouder: wethouder Horst

PARKEERVERORDENING AMSTELVEEN 2013

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 april 2015, nr. RVB ; BESLUIT: PARKEERVERORDENING 2015

gelet op artikel 147 van de Gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet, B E S L U I T:

Parkeerverordening Venray 2016

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 2 december 2016;

Wethouder Ruimtelijke ontwikkeling, grondbedrijf en verkeer

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren (PARKEERVERORDENING 2016)

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening 2014 gemeente Alkmaar AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN. 13 januari 2014

Parkeerverordening

Parkeerverordening 2017

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening december Officiële uitgave van gemeente Hoorn. Zaaknummer:

AFDELING I DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Gelet op artikel 149 van de gemeentewet en artikel 2a van de Wegenverkeerswet besluit de Raad van de gemeente Gooise Meren:

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Delft houdende regels omtrent parkeerregulering en parkeerbelasting Parkeerverordening Delft 2018

Concept Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen Rijswijk

Verordening van de gemeenteraad van Heerlen houdende het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van

Aan de gemeenteraad Gemeente Steenwijkerland Vendelweg XE Steenwijk Steenwijk, Nummer voorstel: 2014/56

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 24 november 2015;

Verordening op gebruik van parkeerplaatsen en verlening van parkeervergunningen 2017.

VERORDENING op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Parkeerverordening 2016

Gemeente Zeist - Parkeerverordening Zeist 2016

R-MRM/2015/649 BELEIDSREGELS PARKEREN BOXMEER 2015 GEMEENTE BOXMEER. 3 maart (Vastgesteld door B&W op 3 maart 2015)

Gemeente Woerden. Parkeerverordening (Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van parkeervergunningen 2012)

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening Delft 2017

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

Onderwerp : Vaststellen Verordening parkeerregulering en parkeerbelastingen 2012

Raadsvergaderi ng d.d. I 1 Z DECjrJ 13! Confonn/g;.mendee. ci _ :

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren vastgesteld

Opmerkingen m.b.t. de regeling Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren.

ONTHEFFINGSREGELING BLAUWE ZONE LEIDEN

Vaststellen verordening parkeerbelasting 2014 (inclusief tarieven) Registratienummer: GF

Parkeerverordening Gemeente Gorinchem 2015

Parkeerverordening 2014 gemeente IJsselstein Gemeenteraad mobiliteit. Wettelijke grondslag(en) of bevoegdheid waarop de regeling is gebaseerd

Gemeente Dordrecht Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren - Nr december

ONTWERP-RAADSVOORSTEL VAN BenW AAN DE RAAD VOOR 25 april 2013

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 17 december 2013;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2016;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen 2014

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelasting gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van ;

De raad van de gemeente Valkenswaard in zijn openbare vergadering van 16 december 2009;

GEMEENTEBLAD. Nr Verordening parkeerbelastingen december Officiële uitgave van gemeente Tilburg.

Parkeerverordening IJsselstein 2014-I

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Parkeerverordening 2018 Gemeente Haarlem

Onderwerp: Tarieven gemeentelijke belastingen en heffingen 2012 (parkeerbelasting) Registratienummer: GF

Raadsstuk. Onderwerp: Wijziging Verordening parkeerbelastingen 2013 Reg.nummer: 99630

Parkeerverordening 2012.

gelet op het bepaalde in artikel 149 van de Gemeentewet en artikel 2a. van de Wegenverkeerswet 1994;

GEMEENTEBLAD. Nr Parkeerverordening Gemeente Gorinchem. 16 september Officiële uitgave van gemeente Gorinchem.

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 24 september 2009, sector SOB/RO (nr ) gelezen;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen

Jaar: 2009 Nummer: 114 Besluit: Gemeenteraad 01 december 2009 Gemeenteblad VERORDENING PARKEREN HELMOND 2010

gelezen het voorstel nummer RVO van het college van burgemeester en wethouders van 16 september 2014;

BESLUIT: VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Jaar: 2013 Nummer: 97 Besluit: Gemeenteraad 7 november 2013 Gemeenteblad VERORDENING PARKEERBELASTINGEN HELMOND 2014

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren Dordrecht

VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN

Raadsvoorstel 153. Gemeenteraad. Vergadering 1 december Onderwerp : Verordening Parkeren Helmond 2010

BELEIDSREGELS ONTHEFFING BLAUWE ZONE 2015 versie IV

Aanpassing Ontheffingsregeling blauwe zone Leiden

Parkeerverordening 2016

Raadsbesluit 2014/.Ö?.5.(

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens van 26 juli 1990 Stb.

VERORDENING op de heffing en de invordering van parkeer belas tingen

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 22 augustus 2017, nr ,

Verordening op de heffing en de invordering parkeerbelastingen 2018

Parkeerverordening niet toereikend Gemeente Almere Dienst Stadsbeheer

VERORDENING OP DE HEFFING EN DE INVORDERING VAN PARKEERBELASTINGEN VEERSE MEERGEBIED II NOORD-BEVELAND 2015

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 15 november 2011;

Verordening op het gebruik van parkeerplaatsen en de verlening van vergunningen voor het parkeren

heeft het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 27 oktober 2015, DIR.SO.VV (nr ) gelezen;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 21 mei 2019 met registratienummer ;

Verordening op de heffing en invordering van parkeerbelastingen Amstelveen 2016

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2016

Artikel 1 Begripsbepalingen

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 12 juni 2018;

Verordening op de heffing en de invordering van parkeerbelastingen 2019

Beleidsregels voor en ten behoeve van parkeren in de blauwe zones Hengelo 2016

Gemeente Zeist Verordening parkeerbelastingen Zeist 2016

Transcriptie:

Parkeerverordening Súdwest-Fryslân 2014 AFDELING I. DEFINITIES EN BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN Artikel 1 In deze verordening wordt verstaan onder: a. RVV 1990: het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990; b. motorvoertuigen: hetgeen daaronder wordt verstaan in het RVV 1990 met inbegrip van brommobielen, zoals bedoeld in artikel 1 onder ia van het RVV 1990; c. parkeren: het gedurende een aaneengesloten periode doen of laten staan van een motorvoertuig, anders dan gedurende de tijd die nodig is voor en gebruikt wordt tot het onmiddellijk in- of uitstappen van personen dan wel het onmiddellijk laden of lossen van goederen, op binnen de gemeente gelegen voor het openbaar verkeer openstaande terreinen of weggedeelten, waarop dit doen of laten staan niet ingevolge een wettelijk voorschrift is verboden; d. houder: degene op wiens naam het voor het motorrijtuig opgegeven kenteken ten tijde van het parkeren was ingeschreven in het krachtens de Wegenverkeerswet 1994 aangehouden register van opgegeven kentekens; e. parkeerapparatuur: parkeermeters, parkeerautomaten met inbegrip van verzamelparkeermeters en hetgeen naar maatschappelijke opvatting overigens onder parkeerapparatuur wordt verstaan; f. parkeerapparatuurplaats: een parkeerplaats waarvoor parkeerbelasting wordt geheven door middel van parkeerapparatuur; g. belanghebbendenplaats: een parkeerplaats die: i. is aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of ii. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E9 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd; h. parkeerverbodszoneplaats: een parkeerplaats waar een parkeerverbod geldt die: i. is aangeduid met bord E1 uit bijlage 1 van het RVV 1990, of ii. gelegen is binnen een zone aangeduid met bord E1 uit bijlage 1 van het RVV 1990 met het opschrift zone, voor zover deze plaats niet is uitgezonderd;. i. parkeerschijfzoneplaats: een parkeerplaats die is voorzien van een blauwe streep, waar het parkeren van een motorvoertuig op meer dan twee wielen slechts is toegestaan indien het motorvoertuig overeenkomstig het bij ministeriële regeling bepaalde is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf. j. vergunning: een door het college verleende vergunning, krachtens welke het is toegestaan een motorvoertuig te parkeren op daartoe aangewezen parkeerapparatuur- of belanghebbendenplaatsen; k. ontheffing: een door het college verleende ontheffing op grond van artikel 87 van het RVV krachtens welke het wordt toegestaan te parkeren bij een parkeerverbodszoneplaats (art. 62, verkeersteken E1) of een parkeerschijfzoneplaats zonder dat het motorvoertuig is voorzien van een duidelijk zichtbare parkeerschijf (art. 25 van het RVV). l. vergunninghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een vergunning is verleend; m. ontheffinghouder: de natuurlijke persoon of rechtspersoon aan wie een ontheffing is verleend; n. autodate: het herhaald en opeenvolgend gezamenlijk gebruik van motorvoertuigen op grond van een overeenkomst tussen natuurlijke personen en een aanbieder of tussen natuurlijke personen uit meer dan één huishouden; o. autodateplaats: een parkeerplaats aangewezen voor een motorvoertuig bestemd voor autodate. AFDELING II. PLAATSEN VOOR VERGUNNINGHOUDERS, VERGUNNINGEN EN VERGUNNINGBEWIJZEN Artikel 2 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen die bestemd zijn voor het parkeren door vergunninghouders. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 3, derde lid. 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren alleen aan vergunninghouders is toegestaan.

Artikel 3 1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een vergunning verlenen voor het parkeren op belanghebbendenplaatsen of parkeerapparatuurplaatsen. 2. Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een vergunning. 3. Een vergunning kan worden verleend aan: a. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen bewonersvergunning b. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren, te noemen bedrijfsvergunning; c. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die eigenaar is van een zelfstandige recreatiewoning in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen recreatiewoningvergunning; d. degene die woont in een gebied waar belanghebbendenplaatsen en/of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van degene die hem of haar bezoekt, te noemen bezoekersvergunning, d. een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar belanghebbendenplaatsen of mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn, te noemen autodatevergunning;. e. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die gebruik wil maken van de parkeerapparatuurplaatsen buiten de stadsgrachten van Sneek, te noemen parkeerabonnement, lang parkeren Sneek, g. instellingen die voor de uitoefening van de functie of taak structureel één of meer motorvoertuigen in de gehele gemeente moet bezigen, voor het parkeren op parkeerapparatuur- en/of belanghebbendenplaatsen, te noemen functionele vergunning; g. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar mede door vergunninghouders te gebruiken parkeerapparatuurplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren, voor één dag, te noemen dagvergunning;4. Het college kan in bijzondere gevallen een vergunning ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten. 5. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven vergunningen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen. 6. Het college kan aan een vergunning voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan een autodatevergunning genoemd in artikel 3, lid d kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik. Artikel 4 1. Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een vergunning. 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 5 De vergunning bevat in ieder geval de volgende gegevens: 1. de periode waarvoor de vergunning geldt; 2. het gebied waarvoor de vergunning geldt; 3. de naam van de vergunninghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de vergunning is verleend.

Artikel 6 1. De vergunning kan worden uitgegeven onbepaalde tijd, 2. In afwijking van het eerste lid kan de geldigheid van de vergunningen korter zijn, indien bij het verlenen van de vergunning reeds bekend is dat de vergunning nodig is voor een bepaalde tijd; Artikel 7 Het college kan een vergunning intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de vergunninghouder; b. wanneer de vergunninghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning is verleend; c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de vergunning; d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van vergunningen komt te vervallen of wordt gewijzigd; e. wanneer de vergunninghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn vergunning heeft voldaan; f. wanneer de vergunninghouder handelt in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften; g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de vergunning onjuiste gegevens zijn verstrekt; h. om redenen van openbaar belang. AFDELING III. PLAATSEN VOOR ONTHEFFINGHOUDERS, ONTHEFFINGEN EN ONTHEFFINGBEWIJZEN Artikel 8 1. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, weggedeelten aanwijzen waarvoor ontheffingen kunnen worden verleend. Het college kan hierbij onderscheid maken in de categorieën als bedoeld in artikel 8, derde lid. 2. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, de tijdstippen vaststellen waarop het parkeren aan ontheffinghouders is toegestaan. Artikel 9 1. Het college kan op een daartoe strekkende aanvraag een ontheffing verlenen voor het parkeren op een parkeerverbodszoneplaats of een parkeerschijfzoneplaats. 2. Het college kan regels stellen voor het aanvragen en verlenen van een ontheffing. 3. Een ontheffing kan worden verleend aan: a. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die woont in een gebied waar parkeerverbodszoneplaatsen of parkeerschijfzoneplaatsen aanwezig zijn, te noemen bewonersontheffing. b. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die een beroep of bedrijf uitoefent in een gebied waar parkeerverbodszoneplaatsen of parkeerschijfzoneplaatsen aanwezig zijn en die aantoont dat het in het belang van diens beroep- of bedrijfsuitoefening noodzakelijk is in dat gebied een motorvoertuig te parkeren, te noemen bedrijfsontheffing; b. een eigenaar of houder van een motorvoertuig die eigenaar is van een zelfstandige recreatiewoning in een gebied waar parkeerverbodszoneplaatsen of parkeerschijfzoneplaatsen aanwezig zijn, te noemen recratiewoningontheffing; c. degene die woont in een gebied waar parkeerverbodszoneplaatsen of parkeerschijfzoneplaatsen aanwezig zijn, ten behoeve van het parkeren van het motorvoertuig van degene die hem of haar bezoekt, te noemen bezoekersontheffing, d. een eigenaar of houder van een motorvoertuig bestemd voor autodate, waarvan de autodateplaats is gelegen in een gebied waar parkeerverbodszoneplaatsen of parkeerschijfzoneplaatsen aanwezig zijn, te noemen autodateontheffing; 4. Het college kan in bijzondere gevallen een ontheffing ook verlenen aan een eigenaar of houder van een motorvoertuig die niet voldoet aan één van de in het derde lid genoemde vereisten. 5. Het college kan, bij openbaar te maken besluit, een maximum aantal uit te geven ontheffingen per aaneengesloten gebied en per categorie vaststellen. 6. Het college kan aan een ontheffing voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van een goede verdeling van de beschikbare parkeerruimte. Aan

een ontheffing voor categorie IV kan het college voorschriften en beperkingen verbinden die strekken tot bescherming van het belang van het voorkomen of beperken van door het verkeer veroorzaakte overlast, hinder of schade alsmede de gevolgen voor het milieu, bedoeld in de Wet milieubeheer, waaronder mede wordt begrepen het stimuleren van selectief autogebruik. Artikel 10 1. Het college beslist binnen vier weken na ontvangst van een aanvraag voor een ontheffing. 2. Het college kan de in het eerste lid genoemde termijn met ten hoogste vier weken verlengen. Van een verlenging van deze termijn wordt de aanvrager schriftelijk in kennis gesteld. Artikel 11 De ontheffing bevat in ieder geval de volgende gegevens: 1. de periode waarvoor de ontheffing geldt; 2. het gebied waarvoor de ontheffing geldt; 3. de naam van de ontheffinghouder of het kenteken van het motorvoertuig waarvoor de ontheffing is verleend. Artikel 12 1. De ontheffing kan wordt uitgegeven onbepaalde tijd, 2. In afwijking van het eerste lid kan de geldigheid van de vergunningen korter zijn, indien bij het verlenen van de ontheffing reeds bekend is dat de ontheffing nodig is voor een bepaalde tijd. Artikel 13 Het college kan een ontheffing intrekken of wijzigen: a. op verzoek van de ontheffinghouder; b. wanneer de ontheffinghouder niet meer woonachtig is of geen beroep of bedrijf meer uitoefent in het gebied, waarvoor de vergunning of ontheffing is verleend; c. wanneer er zich een wijziging voordoet in een van de omstandigheden die relevant waren voor het verlenen van de ontheffing; d. wanneer voor het betreffende gebied het stelsel van ontheffingen komt te vervallen of wordt gewijzigd; e. wanneer de ontheffinghouder niet of niet tijdig aan zijn betalingsverplichting voor zijn ontheffing heeft voldaan; f. wanneer de ontheffinghouder handelt in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften; g. wanneer blijkt dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste gegevens zijn verstrekt; h. om redenen van openbaar belang. AFDELING IV. VERBODSBEPALINGEN Artikel 14 1. Het is verboden gedurende de tijden waarop het parkeren op een belanghebbendenplaats of een autodateplaats slechts aan vergunninghouders is toegestaan aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder vergunning; b. bij vergunningen die volgens artikel 5, lid 3 op naam zijn verleend: zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven vergunningsbewijs; c. in strijd met de aan de vergunning verbonden voorschriften. d. Houders van een Gehandicaptenparkeerkaart zijn hiervan uitgezonderd. 2. Het is ontheffinghouders verboden gedurende de tijden waarop ontheffing is verleend voor het parkeren bij parkeerverbodszoneplaatsen en parkeerschijfzoneplaatsen aldaar een motorvoertuig te parkeren of geparkeerd te houden: a. zonder ontheffing; b. bij ontheffingen die volgens artikel 10, lid 3 op naam zijn verleend: zonder dat het motorvoertuig duidelijk zichtbaar is voorzien van de voor dat motorvoertuig afgegeven ontheffingsbewijs; c. in strijd met de aan de ontheffing verbonden voorschriften. d. Houders van een gehandicaptenparkeerkaart zijn hiervan uitgezonderd.

3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste en tweede lid van dit artikel. Artikel 15 1. Het is verboden om enig voorwerp, niet zijnde een motorvoertuig, te plaatsen of te laten staan: a. op een parkeerapparatuurplaats b. op een belanghebbendenplaats; c. op een parkeerverbodszoneplaats; d. op een parkeerschijfzoneplaats. 2. Het is verboden een fiets, een bromfiets of enig ander voorwerp op zodanige wijze tegen of bij parkeerapparatuur te plaatsen of te laten staan, dat daardoor een normaal gebruik daarvan wordt belemmerd of verhinderd. 3. Het college kan ontheffing verlenen van het bepaalde in het eerste lid van dit artikel. AFDELING V. STRAFBEPALING Artikel 16 Overtreding van het bepaalde in afdeling IV van deze verordening wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste een maand of geldboete van de eerste categorie. AFDELING VI. OVERGANGS- EN SLOTBEPALINGEN Artikel 17 Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de buitengewoon opsporingsambtenaren van het Team Handhaving en Toezicht Publiek Domein. Artikel 18 Deze verordening wordt aangehaald als: Parkeerverordening Súdwest-Fryslân 2014. Artikel 19 1. Deze verordening treedt in werking op 1 april 2014 of een door het college bij openbaar besluit bekend te maken datum. 2. Bij inwerkingtreding van deze verordening vervalt de Parkeerverordening Súdwest-Fryslân 2013 3. Vergunningen en ontheffingen die zijn verleend krachtens de verordeningen genoemd in artikel 18, tweede lid worden geacht te zijn verleend krachtens deze verordening.