CGM/ Advies: Experimenten met onbekende adenovirussen uit mensapen

Vergelijkbare documenten
CGM/ Advies: Classificatie van en inschaling van werkzaamheden met chimpansee adenovirus type 3

CGM/ Advies: Aanvullende informatie over een klinische studie met adenovirussen

CGM/ Advies: Verzoek tot wijziging vergunning fase I/II klinische studie met conditioneel-replicerende adenovirussen

CGM/ Advies: Classificatie van elf adenovirus serotypen

CGM/ Advies: Aanvullende informatie over klinische studie met retroviraal getransduceerde T-cellen

CGM/ Advies: niet-replicerend adeno-associated virus in ratten en muizen

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J. J. Atsma Postbus GX Den Haag. Geachte heer Atsma,

CGM/ Advies classificatie en inschaling werkzaamheden mensen-, apen- en slangenadenovirussen

CGM/ Advies: Inschaling kloneringswerkzaamheden met genoom van PG-3 virussen

CGM/ Advies: Inschaling in vivo werkzaamheden met gg-cadv

CGM/ Advies classificatie en inschaling werkzaamheden chimpansee adenovirussen

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Vervolgadvies omschaling van werkzaamheden met gg-veev replicondeeltjes

CGM/ Advies: classificatie van het Trichodysplasia spinulosa-associated polyomavirus

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus GX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld,

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

Advies 'Inschaling in vivo werkzaamheden met genetisch gemodificeerd Canine

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport 'Recombinant Allergens: working safely with recombinant allergenic biologicals

CGM/ Advies: Werkzaamheden met chimeer Infectious bronchitis virus

CGM/ Advies: Inschaling retrovirale vectoren afkomstig van ecotrope muizenretrovirussen

Advies: Melding SAE in klinische studie met CRAd

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J.J. Atsma POSTBUS GX Den Haag. Geachte heer Atsma,

CGM/ Advies omlaagschaling van werkzaamheden met gepseudotypeerd, single-round genetisch gemodificeerd Vesicular stomatitis Indiana virus

CGM/ Advies: Inschaling werkzaamheden met Hepatitis E virus

Uw kenmerk Uw brief van Kenmerk Datum. IG /01.co1 14 oktober 2005 CGM/ oktober 2005

CGM/ Advies grootschalige productie van genetisch gemodificeerd Canine parvovirus in een Single-Use bioreactor

CGM/ Advies: Classificatie van Chikungunya virus

Aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

CGM/ Vervolgadvies omlaagschaling van werkzaamheden met gg-vsiv

CGM/ Advies 'Inschaling werkzaamheden genetisch gemodificeerd AAV in associatie met apen'

Datum 22 februari 2007 Kenmerk CGM/ Onderwerp Advies grootschalige productie van een influenzavaccin (IG )

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies: Classificatie en inschaling van Hepatitis delta virus

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J. J. Atsma Postbus GX Den Haag. Geachte heer Atsma,

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies 'Inschaling van gg-aav geinfecteerde (weefsels van) muizen en ratten'

Aan de staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies inschaling van werkzaamheden met replicons afgeleid van het Venezuelan equine encephalitis virus

CGM/ Verzoek tot wijziging vergunning vaccinatiestudie met gg-mazelenvirus in makaken

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus GX Den Haag. Geachte mevrouw Mansveld,

CGM/ Advies: Knock-out muizen verkregen via retroviraal getransduceerde embryonale stamcellen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CGM/ Advies omlaagschaling werkzaamheden met gg-veev RNA replicons

CGM/ Advies Classificatie en inschaling van Hepatitis B virus

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CGM/ Advies inschaling van werkzaamheden met gg-replicondeeltjes afgeleid van Venezuelan equine encephalitis virus

CGM/ Advies omlaagschaling van retroviraal getransduceerde humane cellen voor langdurige kweek

CGM/ Advies Voorgenomen wijziging van Regeling ggo inzake kennisgeving- en vergunning-plichtige activiteiten

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

CGM/ Aanbieding onderzoeksrapport international medical tourism from the Netherlands for gene therapy

CGM/ Advies herziening classificatie Hepatitis C virus

Uw kenmerk Uw brief van Kenmerk Datum CGM/ juni 2005

CGM/ Advies isolatieafstand bij veldproef met gg-aardappels

ontwerp IM overwegende,

Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu dhr. J. J. Atsma Postbus GX Den Haag. Geachte heer Atsma,

24 juli 2007 CGM/ Advies recombinant Yellow Fever virus vaccin met West Nile virus insert

CGM/ Advies: Omlaagschaling werkzaamheden met gg-vesicular stomatitis Indiana virus

Datum 15 januari 2007 Kenmerk CGM/ Onderwerp Advies inschaling van handelingen met humane parechovirussen (IG )

CGM/ Advies: Werkzaamheden met gg-schmallenbergvirus

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

PorM/RB IM overwegende,

CGM/ Inschaling in vitro werkzaamheden met chimere coronavirussen

Naar aanleiding van de recente uitbraak van de ziekte blauwtong in Nederland en omringende landen deelt de COGEM u het volgende mee.

Naar aanleiding van een adviesvraag betreffende de classificatie van twee virussen deelt de COGEM u het volgende mee.

Naar aanleiding van de ontwerpbeschikking IG /12, getiteld Ontwikkeling van humane therapeutica, van N.V. Organon, adviseert de COGEM als volgt.

CGM/ Advies classificatie van de schimmel Mortierella alpina

CGM/ Inschaling van werkzaamheden met een genetisch gemodificeerd markervaccin tegen klassieke varkenspest

Toediening van adenoviraal FGF-4 in gestente kransslagaders van varkens

CGM/ Advies inschaling werkzaamheden met deletiemutant van Chikungunya virus

CGM/ Advies 'uitwisseling van de oppervlakte eiwitten tussen aviaire paramyxovirussen'

De minister van Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag. Geachte mevrouw Cramer,

Ontwerpbeschikking GGO IM-MV

CGM/ Advies: Veterinaire studie naar PM-MH vaccin in kalveren

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Beschikking IM

De COGEM heeft de classificatie van Bacillus anthracis heroverwogen en is tot het volgende advies gekomen.

Milieurisicoanalyse behorend bij de aanvraag IM Datum: 29 mei 2012

Activiteiten waarbij ongekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt: Activiteiten waarbij gekarakteriseerde donorsequenties worden gebruikt:

CGM/ Generiek advies: "handelingen met lentivirale vectoren"

6 augustus 2008 CGM/ Advies classificatie van Lactobacillus rhamnosus

Aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

CGM/ Advies: Classificatie van drie lyssavirussen

Ontwerpbeschikking GGO IM-MV _000

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw J.C. Huizinga-Heringa Postbus GX Den Haag

Geachte heer Van Geel,

CGM/ Advies productie van gg-measles virus met heterologe oppervlakte-eiwitten

Aan de minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw J.C. Huizinga-Heringa POSTBUS GX Den Haag

Aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Mevrouw dr. J.M. Cramer Postbus GX Den Haag

Uw kenmerk Uw brief van Kenmerk Datum. IG /01.co1 12 mei 2005 CGM/ mei 2005

Uw kenmerk Uw brief van Kenmerk Datum

CGM/ Advies classificatie van de orale bacterie Streptococcus oligofermentans

CGM/ Inschaling van werkzaamheden met vaccinstam Bacillus anthracis Sterne

CGM/ Advies: Werkzaamheden met gg-eiav getransduceerde kippen

Hierbij bied ik u de Signalering Criteria voor de classificatie van dierpathogene microorganismen

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

CGM/ Advies: klonering van een synthetische DNA sequentie in Escherichia coli

Aan de Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer De heer drs. P.L.B.A. van Geel Postbus GX Den Haag

Verkoudheid; virale infectie; respiratoir syncytieel virus; vaccins; antivirale middelen

Transcriptie:

BEZOEKADRES: A. A. VAN LEEUWENHOEKLAAN 9 3721 MA MA BILTHOVEN POSTADRES: POSTBUS 578 578 3720 AN AN BILTHOVEN Aan de staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu Mevrouw W.J. Mansveld Postbus 30945 2500 GX Den Haag TEL.: 030 030274 2777 FAX: 030 030274 4476 INFO@COGEM.NET WWW.COGEM.NET DATUM 10 december 2012 KENMERK ONDERWERP CGM/121210-01 Advies: Experimenten met onbekende adenovirussen uit mensapen Geachte mevrouw Mansveld, Naar aanleiding van een adviesvraag betreffende de vergunningaanvraag IG 04-017/03 met de titel Constructie en productie van host-range gemodificeerde adenovirus vectoren van het Academisch Ziekenhuis Leiden, deelt de COGEM u het volgende mee. Samenvatting De aanvrager heeft een vergunning voor het vervaardigen van genetisch gemodificeerde (gg-) virale vectoren als genoverdrachtsysteem, op basis van humane adenovirussen. Nu wil de aanvrager ook met nieuwe, nog te karakteriseren adenovirussen uit mensapen werken. Door nieuwe adenovirussen uit apen als basis voor virale vectoren te gebruiken, hoopt de aanvrager de bestaande immuniteit tegen adenovirussen in de bevolking te omzeilen. De adenovirussen zullen worden geïsoleerd uit de fecaliën van chimpansees, bonobo s en gorilla s. De te betrekken apen leven in gevangenschap en vertonen geen symptomen van ziekte. De virale vectoren zullen replicatiedeficiënt worden gemaakt door het E1 gen, dat verantwoordelijk is voor onder andere het induceren van virale replicatie, te verwijderen. Adenovirussen worden gekenmerkt door een gastheerbereik dat is beperkt tot één soort of nauw verwante soorten. Infecties met adenovirussen verlopen doorgaans zonder symptomen of met een lichte verkoudheid, hoewel patiënten of dieren met een verzwakt immuunsysteem ziek kunnen worden. Alle eerder geclassificeerde adenovirussen zijn voor gg-werkzaamheden ingedeeld in pathogeniteitsklasse 2. De COGEM acht de kans zeer klein dat de te isoleren adenovirussen voor de mens pathogener zullen zijn dan eerder beschreven primatenadenovirussen, op grond van de lage pathogeniteit van adenovirussen; de verwachte overeenkomsten tussen de nieuwe adenovirussen uit apen en reeds bekende apen- en humane adenovirussen; en het feit dat de te betrekken apen asymptomatisch zullen zijn en in nauw contact staan met mensen. De nieuwe adenovirussen uit apen kunnen daarom behandeld worden als klasse 2 pathogeen. Om transmissie van gg-adenovirussen uit apen naar de mens te voorkomen, adviseert de COGEM enkele aanvullende maatregelen. Met inachtneming van de voorgeschreven inperkingsmaatregelen en aanvullende voorschriften is de COGEM van mening dat de risico s voor mens en milieu, verbonden aan de productie van en werkzaamheden met replicatiedeficiënte vectoren op basis van nieuw te isoleren adenovirussen uit mensapen, verwaarloosbaar klein zijn.

De door de COGEM gehanteerde overwegingen en het hieruit voortvloeiende advies treft u hierbij aan als bijlage. Hoogachtend, Prof. dr. ir. Bastiaan C.J. Zoeteman Voorzitter COGEM c.c. Drs. H.P. de Wijs Dr. I. van der Leij Met het oog op eventuele belangverstrengelingen is het COGEM lid prof. dr. R.C. Hoeben niet betrokken geweest bij de besluitvorming over dit advies. COGEM Advies: CGM/121210-01 2

Experimenten met onbekende adenovirussen uit mensapen COGEM advies CGM/121210-01 Inleiding De COGEM is verzocht te adviseren over een aanvraag tot wijziging van de vergunning voor de constructie en productie van virale vectoren op basis van adenovirussen. Van deze virale vectoren wordt de gastheerspecificiteit veranderd door middel van mutaties in capside-eiwitten en uitwisselingen van de aanhechtingseiwitten of fibers tussen verschillende adenovirale serotypen. De aanvrager heeft al een vergunning voor virale vectoren op basis van Humaan adenovirus serotype 5, 12 of 35. De aanvrager wil nieuwe nog te karakteriseren adenovirussen, die geïsoleerd zullen worden uit mensapen, aan deze vergunning toevoegen. Door nieuwe adenovirussen uit apen als basis voor virale vectoren te gebruiken, hoopt de aanvrager de bestaande immuniteit tegen adenovirussen in de bevolking te omzeilen. Adenoviridae Adenovirale vectoren zijn afgeleid van adenovirussen (Adenoviridae, genus Mastadenovirus) en worden veelvuldig gebruikt als een effectief genoverdrachtsysteem. Er bestaan 54 verschillende serotypes humane adenovirussen, welke geclassificeerd kunnen worden in zeven zogenaamde soorten (A tot en met G). 1 Adenovirussen hebben een gastheerbereik dat beperkt is tot één of tot nauw verwante soorten. 2,3 Adenovirussen kunnen de luchtwegen, het maag-darmstelsel en soms de ogen infecteren. 4 Een infectie verloopt meestal asymptomatisch of met lichte verkoudheidssymptomen, zonder noodzaak tot medische behandeling. 5 De infectie is doorgaans zelflimiterend. Bij patiënten met een sterk verzwakt afweersysteem kunnen echter ontstekingen aan de nieren en longen ontstaan met mogelijk fatale gevolgen. 3 Structuur en genomische organisatie van adenovirussen Adenovirale deeltjes bestaan uit een lineair dubbelstrengs DNA molecuul omgeven door een eiwitmantel. 2,3 De eiwitmantel bestaat uit capside-eiwitten met zogenaamde fibers, die uitsteken boven het manteloppervlak. De fibers hebben een steel en een kleine kop, waarmee ze binden aan een receptor op de gastheercel. De genomen van adenovirussen zijn onderverdeeld in een zogenaamde vroege (Early) en late (Late) regio. De vroege regio komt kort na binnenkomst van het virus in de cel tot expressie. De late regio komt pas tot expressie als de DNA-replicatie gestart is. De vroege regio bestaat uit vijf transcriptie-units (E1A, E1B, E2, E3 en E4). De E1A eiwitten zijn betrokken bij de inductie van virale replicatie en expressie van de overige vroege en late genen. De E1B eiwitten beschermen de gastheercel tegen geprogrammeerde celdood (apoptose). De E2 regio codeert voor eiwitten noodzakelijk voor replicatie van het virale genoom. De E3 eiwitten blokkeren de afweerreactie tegen het virus. 2,3,6 De E4 regio tenslotte, codeert voor een aantal eiwitten die betrokken zijn bij het controleren van de celcyclus. 2 COGEM Advies: CGM/121210-01 1

Adenovirale vectoren Voor de vervaardiging van zogenaamde eerste generatie adenovirale vectoren wordt de E1 regio uit het adenovirusgenoom uitgewisseld met het gen van interesse. 2 Daarnaast wordt ook vaak (een deel van) de E3 regio verwijderd. Bij adenovirale vectoren van de tweede generatie zijn hiernaast (delen van) de E2 en/of de E4 regio weggehaald. 2 Aangezien het virus na verwijdering van de E1 regio niet meer in staat is tot replicatie, is een helpercellijn noodzakelijk voor productie van de vectoren. Voor de vervaardiging van de adenovirale vectoren uit onderhavige aanvraag wordt gebruik gemaakt van de helpercellijnen PER.C6, HEK293, 911 en afgeleiden van deze cellen. In deze cellen komt onder andere de E1 regio tot expressie. Werkzaamheden De aanvrager wil de bestaande immuniteit tegen adenovirussen in de bevolking omzeilen, door nieuwe adenovirussen uit apen als basis voor virale vectoren te gebruiken. De adenovirussen zullen worden geïsoleerd uit de fecaliën van de mensapen chimpansee, bonobo en gorilla. De te betrekken apen leven in gevangenschap en vertonen geen symptomen van ziekte. Er zal worden onderzocht tot welke adenovirale soorten de isolaten behoren, waarna de aanvrager isolaten van soort C en/of E wil selecteren voor vectorontwikkeling. Adenovirussen van de soorten C en E zijn eerder gebruikt als vector voor de ontwikkeling van vaccins. Het complete virale genoom zal worden gekloneerd, waarna E1 deletiemutanten worden gemaakt om de virussen replicatiedeficiënt te maken. Uit de E1 deletiemutanten worden mogelijk ook andere sequenties verwijderd. Met behulp van de zo ontstane virale vectoren wordt gastheerspecificiteit bestudeerd. Bovendien zullen fibers tussen verschillende typen adenovirussen worden uitgewisseld en worden capside-eiwitten gemodificeerd. Eerdere COGEM adviezen De COGEM heeft eerder geadviseerd over een enigszins vergelijkbare vergunningaanvraag, die nieuw geïsoleerde polyomavirussen uit apen betrof. 7 Op grond van de beperkte pathogeniteit van al bekende polyomavirussen bij niet-humane primaten en de afwezigheid van symptomen bij de apen en de verzorgers van deze apen, achtte de COGEM het onwaarschijnlijk dat de nieuwe primatenpolyomavirussen een hogere pathogeniteit zullen bezitten dan de bekende primatenpolyomavirussen. Daarom adviseerde zij de nieuwe primatenpolyomavirussen ook in te delen in pathogeniteitsklasse 2. Overweging Pathogeniteitsklasse onbekende apenadenovirussen Adenovirussen worden gekenmerkt door een gastheerbereik dat is beperkt tot één soort of nauw verwante soorten. Infecties met adenovirussen verlopen doorgaans asymptomatisch, hoewel patiënten of dieren met een verzwakt immuunsysteem ziek kunnen worden. Alle eerder geclassificeerde adenovirussen zijn voor gg-werkzaamheden ingedeeld in pathogeniteitsklasse 2. COGEM Advies: CGM/121210-01 2

Er zijn verschillende studies uitgevoerd naar nieuwe adenovirussen uit apen, waarbij de virussen geïsoleerd werden uit apen zonder symptomen van virale infectie. 8,9,10,11 Het betreft hier zowel apen die in het wild als in gevangenschap leefden. Fylogenetische stambomen hebben uitgewezen dat de nieuwe adenovirussen uit apen in te delen zijn bij de verschillende soorten waarin ook humane adenovirussen worden ingedeeld. De virussen uit apen bezitten eigenschappen die eender zijn aan de bekende humane adenovirussen. De aanvrager is van plan adenovirussen te isoleren uit apen in gevangenschap. Deze apen zullen geen symptomen vertonen van ziekte door adenovirussen. De verzorgers van deze apen worden regelmatig blootgesteld aan eventueel aanwezige ziekteverwekkers uit deze apen. Er zijn bij de COGEM geen gevallen bekend dat mensen die in contact waren met apen, geïnfecteerd zijn door een adenovirus uit apen. Wel is er een geval bekend, waarbij een nieuw adenovirus bij een kolonie rode springaapjes in gevangenschap tot een heftige uitbraak van longontsteking leidde met een hoge letaliteit. 12 Van dit adenovirus is de natuurlijke gastheer nog onbekend. De COGEM merkt op dat er nooit volledige zekerheid gegeven kan worden over de pathogeniteit van onbekende virussen, totdat zij gekarakteriseerd zijn. Echter, op grond van de lage pathogeniteit van adenovirussen, de verwachte overeenkomsten tussen de nieuwe adenovirussen uit apen en reeds bekende apen- en humane adenovirussen, en het feit dat de te betrekken apen asymptomatisch zullen zijn en in nauw contact staan met mensen, acht de COGEM de kans zeer klein dat de te isoleren adenovirussen voor de mens pathogener zullen zijn dan eerder beschreven primatenadenovirussen. Zij ziet daarom geen redenen om de uit mensapen te isoleren adenovirussen in een hogere pathogeniteitsklasse in te delen dan andere tot nu toe geclassificeerde primatenadenovirussen. Gezien het bovenstaande, is de COGEM van mening dat werkzaamheden met deze nieuwe adenovirussen uit apen kunnen plaatsvinden op ML-II inperkingsniveau. Het is niet geheel uitgesloten dat de nieuwe apenvirussen of afgeleide recombinanten mensen kunnen infecteren vanwege hun nauwe verwantschap met humane adenovirussen. Infecties zullen hoogstwaarschijnlijk in een asymptomatisch verloop resulteren. Gezien de ongewenstheid van een mogelijke transmissie van gg-adenovirussen uit apen naar mensen, acht de COGEM van belang om inademing van infectieuze aërosolen door werknemers te voorkomen. Ze wijst daarom op de volgende aanvullende voorschriften, die standaard zijn voor werkzaamheden met adenovirussen: Open handelingen dienen uitgevoerd te worden in een veiligheidskabinet van klasse-ii; het dragen van handschoenen is verplicht. Het kloneren van de delen van de genomen van de nieuwe adenovirussen kan uitgevoerd worden onder ML-I inperkingsniveau conform de Regeling ggo. Ontstaan van recombinant replicatiecompetent adenovirus De aanvrager wil van de geïsoleerde apenvirussen replicatiedeficiënte vectoren maken door het E1 gen te verwijderen. Hierbij is er kans op het ontstaan van replicatiecompetent adenovirus (RCA), indien homologe recombinatie plaats kan vinden met E1 uit de helpercellijnen, waarin het virus wordt vermeerderd. COGEM Advies: CGM/121210-01 3

De aanvrager geeft aan dat de wildtype geïsoleerde apenadenovirussen op helpercellijnen zullen worden vermeerderd, en dat hierbij de vorming van recombinant replicatiecompetent apenadenovirus met humane E1 eiwitten niet uitgesloten kan worden. Hoewel het onwaarschijnlijk is dat dit resulteert in hogere pathogeniteit, acht de COGEM het niet raadzaam om de wildtype apenadenovirussen op helpercellijnen te vermeerderen. De COGEM merkt op dat werkzaamheden met wildtype virussen in principe niet onder de ggo-wetgeving vallen. Het vermeerderen van replicatiedeficiënte virale vectoren op basis van de onbekende apenvirussen zal met helpercellijnen PER.C6, 911 of 293 plaatsvinden. De aanvrager geeft aan dat door deletie van de E1 regio s uit de onbekende apenvirussen er geen homologe recombinatie op kan treden in PER.C6 cellen met herstel van de replicatie van het virus tot gevolg. Hier is wel een geringe kans op in de oudere helpercellijnen 911 en 293. Daarom zullen alle helpercellijnen periodiek getest worden op de vorming van RCA met een gevoelige methode, zoals voorgeschreven in de huidige vergunning. Omdat gewerkt zal worden met replicatiedeficiënte vectoren en homologe recombinatie grotendeels uitgesloten kan worden, kunnen werkzaamheden met de replicatiedeficiënte adenovirale vectoren op basis van de nieuwe apenadenovirussen volgens de COGEM plaatsvinden op ML-I inperkingsniveau. Mocht er onverhoopt RCA ontstaan, dan zal deze worden gedetecteerd door middel van de methode zoals de aanvrager deze hanteert onder de huidige vergunning. Met inachtneming van bovenstaande inperkingsmaatregelen en aanvullende voorschriften is de COGEM van mening dat de risico s voor mens en milieu, verbonden aan de productie van en werkzaamheden met replicatiedeficiënte vectoren op basis van nieuw te isoleren adenovirussen uit mensapen, verwaarloosbaar klein zijn. Referenties 1. King AMQ et al. (editors) (2012). Virus taxonomy: classification and nomenclature of viruses Ninth Report of the International Committee on Taxonomy of Viruses. San Diego, Elsevier Academic Press 2. McConnell M.J & Imperiale, M.J. (2004). Biology of adenovirus and its use as a vector for gene therapy. Hum. Gene Ther. 15:1022-1033 3. Knipe DM & Howley PM (2001). Fields virology, volume two, fourth edition. Lippincott Williams & Wilkins. Philadelphia. 4. Vorburger SA & Hunt KK (2002). Adenoviral gene therapy. Oncologist 7: 46-59 5. Brew BJ & Garrick R (1987). Gliomas presenting outside the central nervous system. Clin Exp Neurol 23: 111-117 6. Miller DL et al (2006). Adenovirus type 5 exerts genome-wide control over cellular programs COGEM Advies: CGM/121210-01 4

governing proliferation, quiescence, and survival. Genome Biology 8:R58 7. COGEM (2007). Replicatie en transformatie eigenschappen van nieuwe primaten polyomavirussen. Advies CGM/071127-01 8. Roy et al. (2011). Creation of a panel of vectors bases on ape adenovirus isolates. J Gene Med 13:17-25 9. Roy et al. (2012). Adenovirus in fecal samples of asymptomatic rhesus macaques, United States. Emerg Infect Dis 18:1081-1088 10. Bányai et al. (2010). Molecular detection of novel adenoviruses in fecal specimens of captive monkeys with diarrhea in China. Vet Microbiol 142:416-419 11. Wevers et al. (2011). Novel adenoviruses in wild primates: a high level of genetic diversity and evidence of zoonotic transmissions. J Virol 85:10774-10784 12. Chen et al. (2011). Cross-species transmission of a novel adenovirus associated with a fulminant pneumonia outbreak in a new world monkey colony. PLoS pathogens 7:e1002155 COGEM Advies: CGM/121210-01 5