Omzendbrief aan - de houders van fokpluimvee; - de beroepsorganisaties van veehouders; - de bedrijfsdierenartsen. Geachte mevrouw, meneer,

Vergelijkbare documenten
Omzendbrief betreffende de salmonellabestrijding bij fokpluimvee

KB van 27 april 2007 betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee

KB van 27 april 2007 betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee

Omzendbrief (versie 2) aan de bedrijfsdierenartsen in de leghennensector. Geachte dokter,

Omzendbrief betreffende de salmonellabestrijding bij fokpluimvee

Omzendbrief betreffende de salmonellabestrijding bij fokpluimvee

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen. betreffende de bestrijding van zoönotische Salmonella bij leghennen

Omzendbrief betreffende de salmonellabestrijding bij fokpluimvee

Omzendbrief aan de houders van braadkippen en vleeskalkoenen, de bedrijfsdierenartsen en de sectororganisaties. Geachte mevrouw, meneer,

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

PRI 3004 Houden van pluimvee - Diergezondheid [3004] v1

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Gearchiveerd op 05/01/2015

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Bijlage A1: Pluimvee: Aanvraag zoötechnische erkenning bij de Vlaamse Overheid

Omzendbrief betreffende de gezondheidskwalificatie van pluimvee

Nota BP-FDS/Labo/ bijlage 2

Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee

WETENSCHAPPELIJK COMITÉ VAN HET FEDERAAL AGENTSCHAP VOOR DE VEILIGHEID VAN DE VOEDSELKETEN

VADEMECUM VOOR DE GEZONDHEIDSKWALIFICATIE VAN EN DE BESTRIJDING VAN SALMONELLA BIJ PLUIMVEE

Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee

Omzendbrief betreffende de algemene toelatingsvoorwaarden voor het houden van pluimvee

CORRIGENDUM. Aan: Uw brief van Uw kenmerk Ons Kenmerk Bijlagen Datum PCCB/GDS387969/B 23/12/2009

Ziekte van Newcastle Maatregelen van kracht in België (KB van 28 november 1994, MB van 1 augustus 2018 en MB van 29 augustus 2018)

VADEMECUM VOOR HET HOUDEN VAN PLUIMVEE EN DE BESTRIJDING VAN SALMONELLA BIJ PLUIMVEE

VADEMECUM VOOR HET HOUDEN VAN PLUIMVEE EN DE BESTRIJDING VAN SALMONELLA BIJ PLUIMVEE

VADEMECUM VOOR HET HOUDEN VAN PLUIMVEE EN DE BESTRIJDING VAN SALMONELLA BIJ PLUIMVEE

Diergeneesmiddelen op het landbouwbedrijf

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Frankrijk.

INTEGRALE TEKST bijgewerkt t/m wijziging 2012-I, gepubliceerd d.d

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Frankrijk.

Tabel 1.1: overzicht van de minimale frequentie voor bemonstering hygiëneonderzoek afhankelijk van de gezondheidskwalificatie en categorie pluimvee

Infosessie KB I&R Pluimvee en konijnen

Ik dank u voor uw medewerking. Hoogachtend.

WAT U VOORAF ZEKER MOET WETEN OVER DE VERPLICHTE ADMINISTRATIE VAN VACCINATIES UITGEVOERD OP EEN I2-BESLAG

Omzendbrief betreffende het toekennen van een unieke stempelcode aan pluimveebedrijven voor het stempelen van eieren

PRI 3045 Dierlijke producten (rauwe melk) - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3045] v1

Bijlage 11: Omschrijving monsternemingen en onderzoek

Omzendbrief ten attentie van de. Handelaars in levende dieren. 1. Context

Omzendbrief met betrekking tot de grensbeweiding met Nederland en met het Groothertogdom Luxemburg.

Wijziging Regeling vaccinatie Newcastle disease

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

KB I&R Pluimvee en konijnen Infosessie konijnenhouders

4. Pluimveebedrijf: inrichting gebruikt voor het fokken of houden van pluimvee.

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

Het vaccinatieplan tegen NCD

Omzendbrief met betrekking tot de informatie over de voedselketen voor varkens.

Checklist Codiplan PLUS Varken Spotaudit - enkel te gebruiken in het kader van de 20% Codiplan PLUS Varken Spotaudits.

EUROPEAN COMMISSION HEALTH AND CONSUMERS DIRECTORATE-GENERAL

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

AGRIBEX 2013 Conditions sanitaires Sanitaire voorwaarden Version/versie 25/09/2013

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer naar Marokko van runderen bestemd voor de vetmesting afkomstig uit België

Omzendbrief betreffende de informatie over de voedselketen voor pluimvee

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

Toelatingsvoorwaarden voor opslagbedrijven voor producten afkomstig van categorie 2- en 3 materiaal

PRI 3050 Konijnenbedrijven - geneesmiddelen en bedrijfsbegeleiding [3050] v1

IEC 3026 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [3026] v.1

Toelichting bij registratieformulier houders van pluimvee, loopvogels en broeierijen

IEC 3026 Douane Unie - ERKENNING EXPORT [3026] v1

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

oktober 2013 Veterinair certificaat voor de uitvoer van fokrunderen afkomstig uit België naar Marokko

Omzendbrief met betrekking tot de informatie over de voedselketen voor varkens.

Omzendbrief met betrekking tot de informatie over de voedselketen voor runderen, schapen en geiten.

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

Vertaling. Overwegende:

Certificaat voor de intracommunautaire handel Deel I: Informatie betreffende de aangeboden zending

IB.ZA juli Productomschrijving GN-code Land Vers vlees van gevogelte Zuid-Afrika Separatorvlees van gevogelte.

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

geneesmiddelen op het landbouwbedrijf

IB.CN December Veterinair certificaat voor de uitvoer van siervogels

Bijlage B1: Runderen Melding in SANITEL van geboorte of vertrek van een rund

Vogelgriep-vaccinatie van hobbypluimvee.

WAT U VOORAF ZEKER MOET WETEN OVER DE VERPLICHTE ADMINISTRATIE VAN VACCINATIES UITGEVOERD OP EEN I2-BESLAG

DPA 2099 RUNDEREN - IDENTIFICATIE EN REGISTRATIE [2099] v2

Omzendbrief met betrekking tot de microbiologische analyses van gehakt vlees en vleesbereidingen in de detailhandel

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen - 1 -

Activiteitenverslag Diergeneeskundige begeleiding PLUIMVEE

EUROPEAN COMMISSION HEALTH & CONSUMERS DIRECTORATE-GENERAL. Unit G5 - Veterinary Programmes

Bijlage 10 Omschrijving Monsternemingen en Ontheffingsaanvragen IKB Kip

Advies : Wetenschappelijke evaluatie van de «Autocontrolegids voor de braadkippenkolom» (dossier Sci Com 2005/70) Het Wetenschappelijk Comité

Provinciale dienst van:... Datum:... Verantwoordelijke Controleur:... Nr:... Operator :... N uniek... Adres :... C NC Punten NA. 1.

Begripsbepalingen. Hygiëne-eisen inrichting kuikenbroederij

Omzendbrief met betrekking tot de informatie over de voedselketen voor kalveren.

KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INRICHTING VAN DE ZWOEGERZIEKTEBESTRIJDING BIJ HET SCHAAP (B.S )

Bijlage P1: Varkens register aan- en verkoop varkens

Gearchiveerd op 02/02/2016

Omzendbrief betreffende de verplichtingen van de slachthuisexploitanten in het kader van de controle van de identificatie van paarden

Wat dient gemeld te worden? Niets.

Procedure voor het gebruik van een fijndoseertoestel voor de inmenging van gemedicineerde voormengsels in mengvoeders op de veehouderij (versie1 2007)

Erkenningsvoorwaarden voor embryoteams en embryoproductieteams voor paarden VANAF 01/09/2010

Omzendbrief met betrekking tot het in de voedselketen brengen van duiven.

VRAGEN EN ANTWOORDEN IN VERBAND MET DE ZIEKTE VAN NEWCASTLE EN VOGELGRIEP

1. AANGIFTE IN DE GIP 2 2. CONTROLES 2 3. VERVOER NAAR SCHEEPSBEVOORRADER 3 4. ERKENNINGSVOORWAARDEN VOOR SCHEEPSBEVOORRADER 3

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen

KONINKLIJK BESLUIT BETREFFENDE DE INRICHTING VAN DE BESTRIJDING VAN DE VIRALE CAPRINE ARTRITIS ENCEFALITIS (B.S

VRAGENLIJST BIOVEILIGHEID OP PLUIMVEEBEDRIJVEN

Omzendbrief met betrekking tot de fytosanitaire invoercontroles

Opstellen van een bericht over de toewijzing van analyses in het geval van een niet-erkend laboratorium

DG CONTROLEBELEID. Directie Plantenbescherming en Veiligheid van de Plantaardige Productie

UNIZO UCM FEDIS FWA BOERENBOND ABS. Wateronderzoek bij bedrijven in de voedingssector

Transcriptie:

Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen Controlebeleid Directie Dierengezondheid en Veiligheid van de Dierlijke Producten AC - Kruidtuin Food Safety Center B-1000 Brussel Tel. : 02 211 82 11 Fax: 02 211 86 30 info@favv.be www.favv.be Omzendbrief aan - de houders van fokpluimvee; - de beroepsorganisaties van veehouders; - de bedrijfsdierenartsen. Correspondent : Katie Vermeersch Toestelnummer : 02/208 38 92 E-mail : Katie.vermeersch@favv.be Uw brief van Uw kenmerk Ons Kenmerk Bijlagen Datum PCCB/S2/KVH/418588 2 09/04/2010 Betreft : Salmonellabestrijding bij fokpluimvee Geachte mevrouw, meneer, Op 18 juni 2007 ging de huidige salmonellabestrijding bij fokpluimvee (kippen) van start. De bestrijding is gebaseerd op verschillende Europese verordeningen (VO (EG) nrs. 2160/2003, 1003/2005 en 1177/2006 en op Belgische wetgeving (koninklijk en ministerieel besluit van 27 april 2007 betreffende de bestrijding van Salmonella bij pluimvee en de besluiten aangaande de gezondheidskwalificatie). Op 15 februari 2010 verscheen het koninklijk besluit van 14 januari 2010 en op 9 april 2010 het ministerieel besluit van 8 maart 2010 tot wijziging van de besluiten van 27 april 2007. Hieronder vindt u een samenvatting van de verplichte vaccinatie, de bemonstering en de maatregelen die opgelegd zijn in bovenstaande Europese en Belgische regelgeving. De recentste wijzigingen door het KB en MB van 14 januari 2010 worden aangegeven in het rood. Deze omzendbrief vervangt de omzendbrief van 9 februari 2007 betreffende het salmonellabestrijdingsprogramma bij fokpluimvee 2007. Het bestrijdingsprogramma is van toepassing voor fokpluimvee tijdens de opfok en tijdens de productie op bedrijven met een capaciteit van 200 of meer stuks fokpluimvee (kippen). Vaccinatie Onze opdracht is te waken over de veiligheid van de voedselketen en de kwaliteit van ons voedsel, ter bescherming van de gezondheid van mens, dier en plant. Elke toom moederdieren moet gevaccineerd zijn tegen Salmonella Enteritidis. De vaccinatie is niet verplicht voor tomen die in het intracommunautair handelsverkeer gebracht worden of geëxporteerd worden. De vaccinatie van selectiepluimvee tegen Salmonella is verboden. Voor de vaccinatie moet aan volgende voorwaarden worden voldaan: het gebruikte vaccin moet geregistreerd zijn in België voor het gebruik bij moederdieren; de moederdieren moeten gevaccineerd zijn op de tijdstippen zoals voorgeschreven door de fabrikant van het vaccin; de vaccinatie wordt uitgevoerd door de bedrijfsdierenarts of, indien er een overeenkomst van diergeneeskundige bedrijfsbegeleiding is afgesloten, mag de verantwoordelijk zelf de dieren vaccineren. Volgende voorwaarden worden opgelegd bij vaccinatie door de verantwoordelijke: o het vaccin mag enkel aangekocht worden bij de bedrijfsdierenarts;

o de vaccinatie wordt uitgevoerd volgens een schema dat opgesteld werd door de bedrijfsdierenarts; o Het vaccin wordt bewaard, gebruikt en toegediend volgens de schriftelijke instructies van de bedrijfsdierenarts. De schriftelijke instructies worden opgesteld in de taal van de pluimveehouder; o de vaccinatie wordt ingeschreven in het geneesmiddelenregister. De bedrijfsdierenarts stelt voor elke toediening of verschaffing van het vaccin een afzonderlijk toedienings- en verschaffingsdocument op met vermelding van beslagnummer, hoknummer en geboortedatum van de toom dieren waarvoor het vaccin bestemd is. Bij de verplaatsing naar een ander bedrijf wordt de gevaccineerde toom vergezeld van een verklaring van vaccinatie (vaccinatiemelding) opgesteld door de verantwoordelijke samen met een kopie van de toedienings- en verschaffingsdocumenten die van toepassing zijn op de vaccinatie en op de toom. Het bedrijf van bestemming bewaart de vaccinatiemeldingen gedurende 5 jaar. Er wordt geen standaard document opgelegd voor de vaccinatiemelding maar minstens volgende gegevens moeten erop voorkomen: o Naam en adres van de overlater; o Nummer en adres van het beslag; o Hoknummer; o Categorie pluimvee (fokpluimvee: eendagskuikens, poeljen, ruidieren); o Aantal dieren waarop deze melding betrekking heeft; o Naam van het vaccin; o Data van de Salmonella vaccinaties; o Nummer(s) bijhorende toedienings- en verschaffingsdocument(en); o Datum van ondertekening; o Handtekening van de verantwoordelijke ter verklaring van de echtheid van de gegevens. Een kopie van het toedienings- en verschaffingsdocument is niet vereist indien alle gegevens van het document overgenomen worden op de vaccinatiemelding, inclusief de handtekening van de bedrijfsdierenarts. De verantwoordelijk van een toom fokpluimvee in productie moet op elk ogenblik de vaccinatiemelding met bijhorend(e) toedienings- en verschaffingsdocument(en) kunnen voorleggen. Indien de toom in het buitenland gevaccineerd werd moet een bewijs van vaccinatie opgesteld door een officiële dierenarts van het land van herkomst kunnen voorgelegd worden. Salmonella bemonstering Om de aanwezigheid van Salmonella in een toom na te gaan worden op volgende tijdstippen van elke toom stalen genomen: bij eendagskuiken; op 4 weken; vanaf 24 weken, om de 2 weken tijdens de productie (inclusief ruiperiode). De stalen worden genomen door de verantwoordelijke. Hij kan eveneens beroep doen op de bedrijfsdierenarts of op DGZ of ARSIA voor het nemen van de stalen. De pluimveehouder blijft verantwoordelijk voor het feit dat de staalname uitgevoerd wordt. 2

Bij grondstallen worden 2 monsters verzameld, het eerste bestaande uit 3 paar overschoenen, het tweede uit 2 paar overschoenen. Indien de dieren in kooien gehuisvest zijn worden 2 verzamelmonsters van 150 g natuurlijk gemengde mest genomen. De verzamelmonsters worden genomen op plaatsen zodat elke stapelkooi vertegenwoordigd is in een van de twee verzamelmonsters. Het materiaal voor de bemonstering kan op aanvraag bekomen worden bij DGZ of ARSIA. De monsters worden overgemaakt aan DGZ of ARSIA binnen de 48 uur na staalname met vermelding van volgende gegevens op elk monster: beslagnummer; stal en/of hoknummer; datum staalname; aard van het staal. In afwachting van het transport naar het laboratorium worden de stalen koel bewaard. De analyses van de stalen tijdens de productieperiode zijn opgenomen in het controleprogramma van het Agentschap en worden bekostigd door het Agentschap. Om opvolging van de staalname mogelijk te maken wordt aangeraden de onderzoeken van één toom in hetzelfde laboratorium (of DGZ, of ARSIA) te laten uitvoeren. Alle stalen worden vergezeld van een volledig ingevuld inzendformulier. Dit formulier is te bekomen bij de betrokken laboratoria en bevat minimaal volgende gegevens: beslagnummer en adres; naam verantwoordelijke; stal en/of hoknummer volgens bedrijfsplan; datum opzet toom; identificatie bedrijfsdierenarts; naam staalnemer; pluimveesoort: kippen; categorie pluimvee: fokpluimvee; type pluimvee: leg, vlees, gemengd; afnemende broeierij; onderzoekstijdstip (week X); bij ingangscontrole: bedrijf van herkomst; aard van het staal (mengmest of overschoentjes); datum bemonstering; datum laatste Salmonella vaccinatie; naam Salmonella vaccin; handtekening van de verantwoordelijke. Stalen met onvolledig gegevens zullen niet aanvaard worden voor analyse. Op de volgende tijdstippen wordt een officiële controle uitgevoerd door DGZ of ARSIA: 16 weken; 22 weken; 46 weken; 56 weken voor type vlees; 62 weken voor type leg. Indien nodig wordt de bemonstering op 16 weken aangepast afhankelijk van de leeftijd van de dieren op het ogenblik van de overplaatsing naar de productie-eenheid. De 3

bemonstering moet in ieder geval binnen de 2 weken vóór de overplaatsing uitgevoerd worden. Ten minste 6 weken voor de overplaatsing wordt DGZ of ARSIA op de hoogte gebracht van het tijdstip van bemonsteren indien dit niet op 16 weken moet uitgevoerd worden. Om te vermijden dat tomen positief zijn voor een vaccinstam van S.e. of S.t. wordt aangeraden de bemonstering uit te voeren juist voor de laatste vaccinatie en niet erna. Indien de bemonstering op 56 of 62 weken niet valt binnen de 8 weken voor het slachten moet dit eveneens 3 weken op voorhand gemeld worden aan DGZ of ARSIA. Ruitomen vormen een verhoogd risico op Salmonella. Indien een toom in de rui gaat wordt dit minstens 3 weken op voorhand gemeld aan DGZ of ARSIA en worden op volgende tijdstippen bijkomende stalen genomen door DGZ of ARSIA: In de laatste 3 weken van de eerste productieperiode; In de eerste 3 weken van de tweede productieperiode; In de 15 e week van of halverwege de 2 e productieperiode. De tomen worden niet bemonsterd door de verantwoordelijke in de weken dat ze bemonsterd worden door DGZ of ARSIA. De ingangscontrole op Salmonella bij eendagskuikens en bijgeplaatste hanen, eveneens noodzakelijk voor de gezondheidskwalificatie, blijft eveneens van toepassing. De kosten voor de analyses en de bemonstering door DGZ of ARSIA vallen ten laste van het Agentschap, met uitzondering van de bemonstering en analyse van de stalen bij eendagskuikens, bijgeplaatste hanen en op 4 weken leeftijd. De verantwoordelijke deelt alle resultaten van de reeds uitgevoerde Salmonella controles mee aan de volgende schakel in de voedselketen, alvorens de dieren of eieren te verplaatsen. Dit betekent onder andere dat de poeljen niet mogen verplaatst worden zolang het resultaat van het onderzoek op 16 weken niet gekend is. De overdracht van de resultaten kan onder gelijk welke vorm. Indien de dieren naar het slachthuis gaan, wordt hiervoor gebruik gemaakt van het VKI document. De ontvanger houdt de resultaten gedurende 5 jaar bij. Maatregelen Volgende maatregelen worden opgelegd indien een toom positief is voor een van de 5 te bestrijden serotypes zoönotische Salmonella (Salmonella Enteritidis, Salmonella Typhimurium, Salmonella Infantis, Salmonella Virchow en Salmonella Hadar): Het is verboden het pluimvee te behandelen met antimicrobiële middelen voor de bestrijding van zoönotische Salmonella; Het bedrijf wordt onder toezicht van het Agentschap geplaatst. Contacten op het bedrijf worden beperkt; De dieren van de positieve toom worden logistiek geslacht of vernietigd binnen de maand na positieve staalname; Reeds bebroede broedeieren geproduceerd na de laatste negatieve staalname worden vernietigd; Niet bebroede broedeieren geproduceerd na de laatste negatieve staalname worden vernietigd of gekanaliseerd naar de eiverwerkende industrie voor hittebehandeling. Bij het transport van de eieren gelden volgende voorwaarden: 4

o de houders met de eieren worden voorzien van de Salmonella resultaten; o de eieren worden op het bedrijf gestempeld als B eieren (met een B of een gekleurd punt van minimum 5 mm hoog). Hiervoor wordt een inkt gebruikt dat geschikt is voor het stempelen van eieren. Rechtstreeks leveren van eieren aan de levensmiddelenindustrie zonder markeren is niet meer mogelijk; o de eieren afkomstig van een positieve toom worden op gescheiden houders getransporteerd van de eieren afkomstig van de negatieve tomen van hetzelfde bedrijf; o de eieren afkomstig van positieve bedrijven worden als laatste opgehaald; o na transport worden de transportmiddelen en het gebruikte vervoermateriaal grondig gereinigd en ontsmet om contaminatie van andere bedrijven te voorkomen. Wegwerpmateriaal wordt slechts 1 maal gebruikt; o de eieren afkomstig van een positieve toom worden niet toegelaten in het pakstation maar rechtstreeks naar het eiverwerkend bedrijf getransporteerd. Voor de opzet van een nieuwe toom wordt de stal grondig gereinigd en ontsmet. De nodige leegstand moet gerespecteerd worden; De stal wordt gecontroleerd door DGZ of ARSIA, samen met het hygiënogram, op de aanwezigheid van Salmonella voor de opzet van een nieuwe toom. De stal mag pas opnieuw bevolkt worden indien geen Salmonella kan teruggevonden worden. Bevestigingsonderzoek Het is mogelijk een bevestigingsonderzoek aan te vragen op het ogenblik van de bekendmaking van het positief resultaat. Er mag tussen de laatste staalname en het bevestigingsonderzoek geen antibiotica gebruikt zijn. Het bevestigingsonderzoek wordt uitgevoerd door DGZ, ARSIA of het Agentschap. Het bevestigingsonderzoek bestaat uit 5 paar overschoentjes of 5 mengmeststalen en 2 stofstalen. Indien de verantwoordelijke geen bevestigingsonderzoek wilt, ondertekent hij een verklaring dat hij afstand doet van het bevestigingsonderzoek. Het resultaat van het bevestigingsonderzoek is bindend. De kosten voor de bemonstering en analyse vallen ten laste van de verantwoordelijke. Terwijl het bevestigingsonderzoek lopende is worden voorlopige maatregelen opgelegd: Het bedrijf blijft onder toezicht van het Agentschap. De toom mag het bedrijf niet verlaten tenzij om geslacht te worden. De broedeieren mogen niet ingelegd worden. Bebroede broedeieren mogen niet uitkippen. Niet bebroede broedeieren worden vernietigd of gekanaliseerd naar de eiverwerkende industrie voor hittebehandeling. 5

Gezondheidskwalificatie De maatregelen die opgelegd worden in het kader van de gezondheidskwalificatie blijven van kracht. De gezondheidskwalificatie bevat immers de preventieve maatregelen voor de salmonellabestrijding. Als bijlage 1 wordt de bemonsteringsmethode voor Salmonella bij fokpluimvee weergegeven, als bijlage 2 de bemonsteringsmethode voor de controle op Salmonella na het reinigen en ontsmetten. Met de meeste hoogachting, H. Diricks (get.) Directeur-generaal 6