Bijlage 4 Voorstel wijziging wedstrijdreglement (WR) van de BC Wilhelminapark Uitgangspunten: 1) het reglement past zonder kunstgrepen in het rekenprogramma en moet de geconstateerde problemen oplossen, 2) het wedstrijdelement blijft aanwezig, 3) het reglement is in lijn met de ambitie van Wilhelminapark, goed recreatief bridge, 4) te bevorderen dat spelers met een invaller komen om de competitie leuker te maken (te kleine lijnen zijn funest voor het plezier en een goede wedstrijd). Hoewel het rekenprogramma onlangs sterk verbeterd is, missen in het programma nog een aantal zeer gewenste opties, zoals bijvoorbeeld spelen met een invaller (van buiten of andere lijn) in eigen lijn. Tevens wordt een nieuw onderscheid aangebracht tussen spelen in een combipaar en combispeler zijn (zie definities). De instellingen voor automatische verwerking van de scores in het rekenprogramma zijn mogelijk voor combiparen spelend in eigen lijn, invallers binnen de club, invallers van buiten de club, paar in andere lijn, combispeler in een hogere of lagere lijn of vervangende scores door externe verplichtingen (zie diagrammen aan het eind van dit document). Wij stellen voor geen onderscheid te maken tussen invallers van binnen of buiten de club. Voorzover mogelijk in het NBB-rekenprogramma kiezen wij voor het toekennen van absolute bonuspercentages. Voorgestelde wijzigingen: - Instellingen voor combiparen; paren gevormd door spelers uit dezelfde lijn spelend in hun eigen lijn. Deze paren krijgen bescherming voor slechte scores door een minimum score in te stellen van eigen gemiddelde (EG) minus 3%. In ruil daarvoor leveren ze een deel van hun goede score in door een maximum in te stellen van EG plus 3%. - Spelers van dezelfde speelavond maar uit verschillende lijnen worden bij het opzetten van de speelavond of speelmiddag met combipaar aangeduid. In het rekenprogramma zijn dit combispelers, spelers uit een lagere lijn of spelers uit een hogere lijn. De combispeler die in een hogere lijn moet spelen krijgt een bonus van 10% en een ondergrens van het eigen gemiddelde. De combispeler die in een lagere lijn moet spelen krijgt een bonus van 10% van zijn behaalde score met een bovengrens van het eigen gemiddelde. Stel dat een speler uit de A-lijn (EG=53%) speelt in de B met een beginner en scoort 50%. Met een bonus van 10% van zijn score wordt zijn score 55%. Uiteindelijk wordt zijn score 53% door de bovengrens van zijn EG. Bij een dramatische score van 40% wordt zijn score uiteindelijk 44%. - De combispeler die in zijn eigen lijn speelt krijgt handmatig een bonus van 5%. Het is niet mogelijk dit automatisch in te stellen. - Voor invallers van binnen de club (uit één van de andere speelmomenten, die de club rijk is) of invallers van buiten de club, stellen we de regel gelijk aan de regel voor combiparen met een minimum van EG -3% en een maximum van EG +3%. Als een lid aankomt met een invaller zoals Berry Westra, dan kan de wedstrijdleider dat eenvoudig toestaan omdat de scores toch in dezelfde orde blijven van het oorspronkelijk paar. En de andere leden zouden het in dat geval jammer vinden dat hij maar zevenmaal mag invallen. - Paren, die door de wedstrijdleider gevraagd worden om in een hogere lijn te spelen, krijgen een bonus van 10% en een minimum score van eigen gemiddelde.
De bonus en bescherming voor slechte scores moet dit aantrekkelijk genoeg maken om eens te spelen in een hogere lijn. Voor spelen in een lagere lijn, wat in principe ongewenst is, heeft de behaalde score een bovengrens van het eigen gemiddelde. Een opslag van 10% van de eigen score lijkt op zijn plaats omdat dit slechts in uitzonderlijke gevallen en op verzoek van de wedstrijdleider zal plaatsvinden. Door de bovengrens van het eigen gemiddelde zal de score niet uit de hand lopen en wellicht is een opslag van 20% te overwegen omdat er geen ondergrens mogelijk is. Een dramatische score van 30%, wat niet te verwachten is maar wel mogelijk is, wordt door de opslag een iets meer dragelijke score van 36%. Bovenstaande voorstellen leiden tot de volgende aanpassingen in het WR: 1 Bij definities toevoegen de terminologie van NBB: Combipaar: een gelegenheidspaar bestaande uit twee spelers van dezelfde lijn Combispelers: vormen samen een gelegenheidspaar maar bestaan uit twee spelers uit verschillende lijnen. In normaal spraakgebruik lastig te onderscheiden van een combipaar. Het verschil zit in hoe het rekenprogramma ermee om gaat. Hier is sprake van een speler die in een hogere of lagere lijn moet gaan spelen. De andere helft van het paar speelt in zijn eigen lijn. 2. Invallersregeling Interne Paren Competitie (IPC) en externe viertallen 2.1. Een paar of viertal is zelf verantwoordelijk voor het zorgen voor eigen invaller(s). Zij moeten er daarbij naar streven dat de invallers van gelijke speelsterkte zijn als de eigen speelsterkte (ES). 2.2. Er wordt bij de interne wedstrijden geen beperking vooraf gesteld aan invallers. Wel moet bij inschrijving gemeld worden dat er sprake is van (een) invaller(s). Niet-leden van Wilhelminapark mogen per seizoen maximaal zeven maal invallen. De competitieleider kan dispensatie verlenen. 2.3. In de Interne Paren Competitie (IPC) geldt het volgende: Als twee spelers van verschillende paren uit dezelfde lijn van dezelfde speelavond samenspelen in hun eigen lijn, dan is dit in de terminologie van de reglementen van de Bridgebond een combipaar. De behaalde score geldt voor beide paren. De score is maximaal 3% hoger of lager dan het eigen gemiddelde. Beide paren worden geacht aanwezig te zijn geweest. Als twee spelers uit verschillende lijnen van dezelfde speelavond samenspelen, wordt gespeeld in de hoogste groep en geldt de behaalde score met een bonus van 5% voor de speler in de hoogste groep. De speler uit de laagste groep krijgt de behaalde score met een bonus van 10% en een ondergrens van het eigen gemiddelde. Beide paren worden geacht aanwezig te zijn geweest. Indien twee spelers uit verschillende lijnen van dezelfde speelavond samenspelen, en er wordt gespeeld in de laagste groep, krijgt de speler uit de hoogste groep een bonus van 10% van de behaalde score met maximaal het eigen gemiddelde. De speler uit de laagste groep krijgt het behaalde resultaat met een bonus van 5%. Voor spelen met invallers van binnen de club of van buiten de club is de regel gelijk aan de regel voor combiparen. De score is maximaal 3% hoger of lager dan het eigen
gemiddelde. De score wordt overgenomen in de stand voor het paar dat met invallers speelde. Indien een paar op verzoek van de wedstrijdleider in een hogere lijn speelt dan krijgt het paar een bonus van 10% en een minimum score van het eigen gemiddelde. Indien een paar op verzoek van de wedstrijdleider in een lagere lijn speelt dan krijgt het paar een bonus van 10% van de behaalde score met een maximum score van het eigen gemiddelde. 2.4. Het eigen gemiddelde (EG) van een paar wordt in elk competitieblok bepaald uit de behaalde resultaten door het standaard ingestelde NBB-rekenprogramma. 2.5. In bijzondere gevallen kan de competitieleider een correctie op een IS plegen of anderszins (toestemming geven) af (te) wijken van deze invallersregeling. Corrie de Goede Patrick Schenkhuizen Bijlage 1 Relevante schermen uit NBB-rekenprogramma Twee spelers van verschillende paren uit dezelfde lijn spelend in hun eigen lijn: combipaar in de terminologie van het NBB rekenprogramma Invaller binnen de club
Invaller buiten de club Invaller uit een andere lijn; combipaar is hier niet de term die het rekenprogramma hier hanteert maar combispelers, spelend in een hogere of lagere lijn. De speler die in zijn eigen lijn speelt, krijgt een bonus van 5% (handmatig) maar kan niet genieten van een bovengrens of ondergrens. Dit wordt direct in de behaalde score verrekend door de wedstrijdleider.
Paar speelt in een hogere lijn of lagere lijn