Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D

Vergelijkbare documenten
Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 30D

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 20D

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5DA2 8 0

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 1000D

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 450D

GEBRUIKERSHANDLEIDING

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3MA280

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 500D

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV7CA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV5TA280

EF70-300mm f/4-5.6 IS USM

EF24-70mm f/2.8l II USM

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 40D

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 550D

MultiSport DV609 Nederlands

EF-S18-135mm f/ IS

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV3JA280

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SV6YA280

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 50D

Nokia Extra Power DC-11/DC-11K /2

NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING

EF85mm f/1.2l II USM NLD. Handleiding

Bedankt voor het kopen van een Canon-product.

Basisinstructiehandleiding NEDERLANDS

2015 Multizijn V.O.F 1

Downloaded from MACRO PHOTO LENS. MP-E 65mm f/ NLD. Handleiding

2015 Multizijn V.O.F 1

2015 Multizijn V.O.F 1

SPORTCAM HANDLEIDING. Lees en volg deze instructies voordat u het apparaat gebruikt.

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW3PA280

INSTRUCTIEHANDLEIDING NEDERLANDS INSTRUCTIE- HANDLEIDING

INSTRUCTIEHANDLEIDING NEDERLANDS CEL-ST2HA281. CANON INC Shimomaruko 3-chome, Ohta-ku, Tokyo , Japan

DC C30/C40 Digitale camera Gebruiksaanwijzing

De voordelen van de belichtingsregelingen onder creatief gebruik zijn in de meeste gevallen een juist belichte en creatievere foto.

Controlelijst bij het uitpakken

Gebruikershandleiding. Digitale Video Memo

NEDERLANDS. Basisinstructiehandleiding

CCS COMBO 2 ADAPTER. Handleiding

Opdrachten. Druk dit document af en maak hierop aantekeningen tijdens uw fotosessies

EOS 6D (WG) EOS 6D (N)

EF-S60mm f/2.8 MACRO USM

GEBRUIKERSHANDLEIDING CDC300

Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 60D

EF-S10-22mm f/ USM

BLUETOOTH-AUDIO-ONTVANGER/Z ENDER

DIGITAL DOOR VIEWER 2.0 GEBRUIKERSHANDLEIDING

Electronische loep "One"

NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING

Duurzame energie. Aan de slag met de energiemeter van LEGO

EF-S17-55mm f/2.8 IS USM

2500V Digital Insulation Resistance Tester Model:

Gebruikershandleiding AT-300T/R UHF-PLL. 40 kanaals rondleidingsysteem & draadloze microfoon systemen.

Welkom op deze Fotocursus

De Verkorte handleiding is achter in deze handleiding opgenomen. NEDERLANDS INSTRUCTIE- HANDLEIDING

SingStar Microphone Pack Gebruiksaanwijzing. SCEH Sony Computer Entertainment Europe

Action Cam FullHD 1080P Wifi Action Cam FullHD 1080p. Handleiding HANDLEIDING 1

Nieuwe Functies BL B00

Handleiding Plextalk PTN1. Handleiding Daisyspeler Plextalk PTN1

DIGITAL DOOR VIEWER GEBRUIKERSHANDLEIDING

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Nokia Music Speakers MD-3

Harde schijf (met montagebeugel) Gebruiksaanwijzing

Nederlands. Multifunctionele. Digitale camera. Gebruikershandleiding

Nokia Mini Speakers MD /1

Gebruiksaanwijzing GPS car cam

Afstandsbediening Telis 16 RTS

2. Geadviseerde omgevingstemperatuur van 0 C tot 50 C.

Gebruikershandleiding voor de Nokia Video-telefoonhouder PT-8 (voor de Nokia 6630) Uitgave 1

CANON INC. CANON EUROPA N.V. Basisinstructiehandleiding NEDERLANDS

AAN DE SLAG MET HERCULES DJCONTROLWAVE EN DJUCED DJW

Inhoud. Voorbereiding... 2 Batterijen laden... 2 De draagriem vastmaken... 3 De SD/MMC-kaart plaatsen... 3

Inhoudsopgave Aan de slag met de camera 2 Productweergaven, functies 17 Meer camerafuncties 19 Cameraproblemen oplossen 23 Bijlage 24

Introductiehandleiding NEDERLANDS CEL-SW2QA280

Handleiding EMDR Lightbar

START SET DRAADLOOS SCHAKELEN

Bediening van de Memory Stick-speler

Lithium Jumpstarter en DC power source GEBRUIKSAANWIJZING. Lees goed de gebruiksaanwijzing voordat u het product gebruikt.

EF100mm f/2.8l MACRO IS USM

2. Monitor schermweergave

DB-2180 Binocular LCD DigiCam Product informatie D E B C

NEDERLANDS INSTRUCTIEHANDLEIDING

Gebruikershandleiding

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

CAL. Y182, 7T32 ALARM CHRONOGRAAF

Gebruikershandleiding Puch Radius, State of the Art, Boogy BMS

EF24-70mm f/4l IS USM

Inleiding. Inhoud van de verpakking. Nederlandse versie. JB Sweex 4.2 Megapixel Digitale Camera

EOS 750D (W) Camera Wi-Fi/NFC-functie. Basisinstructiehandleiding NEDERLANDS

Cursus Fotograferen met je spiegelreflexcamera

Nokia Charging Plate DT-600. Uitgave 1.2

sweex_jb000040_man_nl :34 Page 1 Nederlandse versie 2

DF-705 Handleiding Voor informatie en ondersteuning,

Uw gebruiksaanwijzing. PHILIPS KEY008

Gebruikershandleiding

Installatiehandleiding. LCD-kleurenbeeldscherm

ALCT 6/24-2 GEBRUIKSAANWIJZING

EF-S18-200mm f/ IS

Bedrade afstandbediening Introductie van het spare part. Knoppen en display van de afstandbediening.

Handleiding Blackview Dual Dashcam GPS dashcam

Nokia MD-4 miniluidsprekers

Transcriptie:

U kunt de aanbevelingen in de handleiding, de technische gids of de installatie gids voor CANON EOS 400D. U vindt de antwoorden op al uw vragen over de CANON EOS 400D in de gebruikershandleiding (informatie, specificaties, veiligheidsaanbevelingen, maat, accessoires, enz.). Uitgebreide gebruiksaanwijzingen staan in de gebruikershandleiding. Gebruiksaanwijzing CANON EOS 400D Gebruikershandleiding CANON EOS 400D Handleiding CANON EOS 400D Bedieningshandleiding CANON EOS 400D Instructiehandleiding CANON EOS 400D Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

Handleiding samenvatting: Zo leert u de camera te gebruiken en optimaal te genieten van fotografie. Lees de Veiligheidsmaatregelen (pag. 10 en 11) en Tips en waarschuwingen voor het gebruik (pag. 12 en 13) om slechte foto's en ongelukken te voorkomen. De camera testen voor gebruik Geef de opname nadat u deze hebt gemaakt weer en controleer of de opname goed is opgeslagen. Wanneer de camera of de geheugenkaart gebreken vertoont en de opnamen niet op de kaart kunnen worden opgeslagen of niet kunnen worden gelezen door een pc, aanvaardt Canon hiervoor geen aansprakelijkheid. Copyright Mogelijk verbiedt de wet op het auteursrecht in uw land het gebruik van opnamen van mensen en bepaalde onderwerpen anders dan voor privé-gebruik. Het maken van opnamen van bepaalde openbare optredens, exposities en dergelijke kan zelfs voor privé-gebruik verboden zijn. Website om te leren fotograferen en ervan te genieten http://web.canon. jp/imaging/enjoydslr/index.html 2 Controlelijst onderdelen Controleer voordat u begint of alle onderstaande onderdelen van de camera aanwezig zijn. Neem contact op met uw dealer als er iets ontbreekt. U kunt de bijbehorende accessoires ook controleren aan de hand van het systeemoverzicht (pag. 164). Camera: EOS 400D DIGITAL (inclusief oculairdop, cameradop en batterij voor de datum-/tijdklok) Lens: EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 II (inclusief lensdop en stofkap) *Alleen lensset. Stroombron: batterij NB-2LH (inclusief beschermdeksel) Oplader: batterijoplader CB-2LW/CB-2LWE *CB-2LW of CB-2LWE wordt meegeleverd. Voedingskabel voor batterijoplader *Voor CB-2LTE. 2 kabels Interfacekabel IFC-400PCU Videokabel VC-100 Draagriem: EW-100DBII (met oculairdop) 2 cd-rom's EOS DIGITAL Solution Disk (meegeleverde software) EOS DIGITAL Software Instruction Manuals Disk Beknopte gebruikershandleiding Beknopte gebruikershandleiding voor het maken van opnamen. EOS 400D DIGITAL Instructiehandleiding (het document dat u nu leest) Softwarehandleiding Geeft een overzicht van de meegeleverde software en uitleg over het installeren hiervan. Garantiekaart van camera Garantiekaart van lens *Alleen lensset. * Bewaar bovengenoemde zaken zorgvuldig. * De CF-kaart (voor het maken van opnamen) is niet meegeleverd. U moet deze apart aanschaffen. 3 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt Pictogrammen in deze handleiding Het pictogram <6> staat voor het hoofdinstelwiel. De pictogrammen <V> en <U> geven de pijltjestoetsen aan. Het pictogram <0> staat voor de knop SET. 0, 9 of 8 geeft aan dat de desbetreffende functie respectievelijk 4 sec., 6 sec. of 16 sec. actief blijft nadat u de knop loslaat. De pictogrammen en markeringen in deze handleiding die verwijzen naar knoppen, instelwielen en instellingen op de camera, corresponderen met de pictogrammen en markeringen op de camera en het LCD-scherm. Het pictogram 3 wijst op een functie die kan worden gewijzigd door op de knop <M> te drukken en de instelling te wijzigen. Het pictogram M rechtsboven op de pagina geeft aan dat de functie alleen beschikbaar is in Creatief gebruik-modi (pag. 20). (pag.**) Geeft het referentiepaginanummer weer. De symbolen : Tip of advies voor betere opnamen. : Advies voor probleemoplossing. : Waarschuwing om opnameproblemen te voorkomen. : Aanvullende informatie. Basisveronderstellingen * Bij alle handelingen die in deze handleiding worden beschreven, wordt ervan uitgegaan dat de aan-/uitschakelaar al is ingesteld op <1>. * Er wordt aangenomen dat alle menu-instellingen en persoonlijke voorkeuren staan ingesteld op de standaardinstellingen. * De instructies ter verduidelijking laten de camera zien met een EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 II-lens bevestigd. 4 Inhoudsopgave Inleiding Controlelijst onderdelen.....3 Symbolen en afspraken die in deze handleiding worden gebruikt.....4 Inhoudsoverzicht. 8 Tips en waarschuwingen voor het gebruik

12 Beknopte gebruikershandleiding 14 Namen van onderdelen...16 1 1 Aan de slag 23 2 De batterij opladen. 24 De batterij plaatsen en verwijderen.26 De CF-kaart installeren en verwijderen...

.28 Een lens bevestigen en verwijderen... 30 Opnamen maken...31 Het LCD-scherm inschakelen....34 Menugebruik en -instellingen.....35 Voordat u begint..

...37 3 2 Eenvoudige opnamen maken en weergeven 39 4 Volautomatische opnamen....40 Volautomatische technieken......42 Portretfoto's.. 43 Landschappen...44 Close-ups..

...45 Bewegende onderwerpen.....46 Nachtopnamen.. 47 Flitser uitschakelen 48 De zelfontspanner gebruiken

49 Opnameweergave..50 5 6 3 Geavanceerde opnametechnieken 51 7 AE-programma......52 De ISO-waarde wijzigen...53 De ingebouwde flitser gebruiken.....54 De AF-modus wijzigen...

..56 Het AF-punt selecteren....57 Continu-opnamen maken.....59 De opnamekwaliteit instellen......60 Een beeldstijl selecteren.. 63 8 5 Inhoudsopgave 4 Geavanceerde technieken 65 Actiefoto's

... 66 De scherptediepte wijzigen... 68 Handmatige belichting..... 71 Automatische scherptediepte AE... 72 De lichtmeetmodus wijzigen. 73 De belichtingscompensatie instellen...

... 74 Reeksopnamen met automatische belichting.... 76 De beeldstijl aanpassen.. 78 Een nieuwe beeldstijl definiëren.... 81 De kleurruimte instellen...... 83 AE-vergrendeling.

.. 84 FE-vergrendeling... 85 De witbalans instellen. 86 Witbalanscorrectie..... 88 Bewegingsonscherpte voorkomen...... 90 5 Handige functies 93 Handige functies..

.. 94 De pieptoon uitzetten... 94 CF-kaartherinnering 94 De kijktijd instellen... 94 De automatische uitschakeltijd instellen..... 95 De helderheid van het LCD-scherm instellen.. 95 Methode voor bestandsnummering

.. 96 Automatisch verticale opnamen roteren..... 98 De functie-instellingen van de camera controleren... 99 De camera terugzetten op de standaardinstellingen... 100 Voorkomen dat het LCD-scherm automatisch wordt uitgeschakeld. 101 Een persoonlijke voorkeuze instellen 101 Opnamen overzetten naar een pc 107 Automatische sensorreiniging. 111 Gegevens over stofverwijdering toevoegen...

. 112 Sensorreiniging: Handmatig... 114 6 Inhoudsopgave 6 Afbeeldingen beheren 115 Snel zoeken naar afbeeldingen 116 Vergroot beeld.118 De opname roteren......119 Automatische weergave.

120 De opnamen weergeven op tv.121 Opnamen beveiligen.....122 Opnamen wissen......123 Weergave met opname-informatie.....124 1 2 7 Afbeeldingen afdrukken 127 Het afdrukken voorbereiden..

...129 Afdrukken met PictBridge....132 Afdrukken met CP Direct en BJ Direct....139 De afbeelding bijsnijden......back-upbatterij niet en probeer deze niet te solderen. Stel de batterij of de back-upbatterij niet bloot aan vuur of water. Stel de batterij of de back-upbatterij ook niet bloot aan grote fysieke schokken. - Installeer de batterij en de back-upbatterij op de juiste manier (+ ). Plaats nooit oude en nieuwe of verschillende soorten batterijen bij elkaar. - Laad de batterij niet op bij een temperatuur die buiten het toegestane bereik ligtvan 0 C - 40 C. Overschrijd de oplaadtijd niet. - Steek geen vreemde metalen voorwerpen in de elektrische contactpunten van de camera, de accessoires, de verbindingskabels en dergelijke. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

Houd de back-upbatterij buiten het bereik van kinderen. Waarschuw direct een arts als een kind een batterij heeft doorgeslikt. (De chemicaliën in de batterij kunnen de maag en de ingewanden beschadigen.) Dek de elektrische contactpunten van de batterij of de back-upbatterij af voordat u deze wegdoet, om te voorkomen dat deze contact maken met andere metalen voorwerpen of batterijen. Zo voorkomt u brand of explosies. Voorkom brand door de oplader direct uit de wandcontactdoos te halen en te stoppen met opladen als er bij het opladen van de batterij grote hitte, rook of schadelijke damp vrijkomt. Verwijder de batterij of de back-upbatterij onmiddellijk als deze lekt, van kleur of van vorm verandert, of als er rook of giftige damp vrijkomt. Pas op dat u hierbij geen brandwonden oploopt. Voorkom dat de inhoud van de batterij in aanraking komt met ogen, huid en kleding. Dit kan blindheid en huidaandoeningen tot gevolg hebben. Als de inhoud van de batterij in contact komt met uw ogen, huid of kleding, moeten deze direct met overvloedig water worden afgespoeld zonder te wrijven. Ga daarna meteen naar een huisarts. Houd de apparatuur tijdens het opladen buiten bereik van kinderen. Kinderen kunnen een elektrische schok krijgen of stikken als zij het snoer rond hun nek krijgen. Houd snoeren altijd uit de buurt van hittebronnen. Door de hitte kan het snoer vervormen en het isolatiemateriaal smelten, wat brand of elektrische schokken kan veroorzaken. Flits niet in het gezicht van automobilisten. Door de verblinding kunt u een ongeluk veroorzaken. Flits niet in de buurt van de ogen van een persoon. Het gezichtsvermogen kan hierdoor beschadigd raken. Houd altijd minimaal 1 meter afstand als u met de flitser een klein kind of een baby fotografeert. Verwijder de batterij en haal de stekker uit de wandcontactdoos als u de camera of een accessoire langere tijd niet gebruikt. Zo voorkomt u elektrische schokken, warmteontwikkeling en brand. Gebruik de apparatuur niet in de buurt van ontvlambaar gas. Zo voorkomt u een explosie of brand. 10 Als u de apparatuur laat vallen en de behuizing zodanig beschadigd raakt dat de inwendige onderdelen bloot komen te liggen, raak deze dan niet aan. Deze onderdelen staan mogelijk onder stroom. Demonteer of wijzig de apparatuur niet. Er staat een hoge spanning op de interne onderdelen en deze kunnen een elektrische schok veroorzaken. Kijk niet door de camera of de lens naar de zon of een andere felle lichtbron. Uw gezichtsvermogen kan hierdoor worden aangetast. Houd de camera buiten het bereik van kleine kinderen. De nekdraagriem kan bij kinderen tot verstikking leiden. Berg de apparatuur niet op in een vochtige of stoffige ruimte. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken. Vraag toestemming voordat u de camera gebruikt in een vliegtuig of ziekenhuis. De elektromagnetische golven die door de camera worden afgegeven, kunnen storingen veroorzaken in de instrumenten van vliegtuigen of in de medische apparatuur in ziekenhuizen. Voorkom brand en elektrische schokken door onderstaande veiligheidsmaatregelen in acht te nemen: - Steek de stekker altijd helemaal in de wandcontactdoos. - Pak het netsnoer nooit met natte handen vast. - Trek altijd aan de stekker en niet aan het snoer als u de stekker uit de wandcontactdoos haalt. - Voorkom beschadigingen aan het netsnoer door er niet in te krassen of te snijden, en het niet te knikken of er een zwaar voorwerp op te plaatsen. Draai of knoop de netsnoeren niet. - Sluit niet teveel stekkers aan op één contactpunt. - Gebruik geen snoeren waarvan het isolatiemateriaal is beschadigd. Haal zo nu en dan de stekker uit de wandcontactdoos en haal met een droge doek het stof rond de wandcontactdoos weg. In een stoffige, vochtige of vette omgeving kan het stof op de wandcontactdoos vochtig worden en kortsluiting veroorzaken, wat weer kan leiden tot brand. Letsel en schade aan apparatuur voorkomen Laat de apparatuur niet in een auto achter die in de zon staat of in de nabijheid van een warmtebron. De apparatuur kan heet worden en brandwonden veroorzaken. Loop niet met de camera als deze op een statief is bevestigd. Dit kan letsel veroorzaken. Controleer of het statief stevig genoeg is om de camera en de lens te dragen. Laat de lens of een camera met een lens niet zonder lensdop in de zon staan. De zonnestralen kunnen door de lens worden gebundeld en brand veroorzaken. Bedek de batterijoplader niet en wikkel deze ook niet in een doek. Hierdoor kan de warmte niet weg en kan de behuizing vervormen of in brand vliegen. Verwijder de batterij en de back-upbatterij direct als u de camera in het water laat vallen of als er water in de camera komt. Verwijder de batterijen ook als er metaaldeeltjes in de camera komen. Hiermee voorkomt u brand en elektrische schokken. Gebruik en plaats de batterij en de back-upbatterij niet in een hete omgeving. Hierdoor kan de batterij gaan lekken en kan de levensduur van de batterij afnemen. De batterij of de back-upbatterij kan ook te heet worden en brandwonden veroorzaken. Gebruik geen verfverdunner, benzeen of andere organische oplosmiddelen om de apparatuur schoon te maken. Deze stoffen kunnen brand veroorzaken en zijn schadelijk voor de gezondheid. Neem contact op met uw dealer of het dichtstbijzijnde Canon Service Center als het product niet naar behoren functioneert of moet worden gerepareerd. 11 Tips en waarschuwingen voor het gebruik Omgaan met de camera Deze camera is een precisie-instrument. Laat de camera niet vallen en stel deze niet bloot aan fysieke schokken. De camera is niet waterdicht en kan niet onder water worden gebruikt. Neem direct contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center als u de camera per ongeluk in water laat vallen. Droog de camera af met een droge doek als er waterspatten op de camera zijn gekomen. Wrijf de camera grondig schoon met een licht vochtige doek als deze in aanraking is gekomen met zoute lucht. Houd de camera buiten het bereik van apparaten met sterke magnetische velden zoals magneten of elektrische motoren. Houd de camera eveneens uit de buurt van apparaten die sterke radiogolven uitzenden, zoals grote antennes. Sterke magnetische velden kunnen storingen veroorzaken en opnamegegevens beschadigen. Laat de camera niet achter in een extreem warme omgeving, zoals in een auto die in direct zonlicht staat. Door de hoge temperaturen kan de camera defect raken. De camera bevat elektronische precisieschakelingen. Probeer nooit de camera te demonteren of zelf reparaties of onderhoud uit te voeren. Gebruik een blaasbuisje om stof van de lens, zoeker, reflexspiegel of het matglas te blazen. Gebruik geen reinigingsmiddelen die organische oplosmiddelen bevatten om de camerabehuizing of lens schoon te vegen. Neem voor het verwijderen van hardnekkig vuil contact op met het dichtstbijzijnde Canon Service Center. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

Raak de elektrische contactpunten van de camera nooit met uw vingers aan. Als u dat wel doet, kunnen de contactpunten gaan roesten. Roest op de contactpunten kan leiden tot een foutieve werking van de camera. Als de camera plotseling van een koude in een warme omgeving terechtkomt, kan zich condens vormen op de camera en op de inwendige delen. Voorkom condensvorming door de camera eerst in een afgesloten plastic tas te plaatsen. Laat de camera zich aanpassen aan de hogere temperatuur voordat u deze uit deze tas haalt. Gebruik de camera niet als zich hierop condens heeft gevormd. Zo voorkomt u beschadiging van de camera. Als zich condens heeft gevormd, verwijdert u de lens, de CF-kaart en de batterij uit de camera en wacht u tot de condens is verdampt. Verwijder de batterij en berg de camera op een koele, droge en goed geventileerde plaats op als u deze gedurende langere tijd niet gaat gebruiken. Ook als de camera is opgeborgen moet u de sluiter zo nu en dan enkele malen bedienen om te controleren of de camera nog goed functioneert. Vermijd opslag op plaatsen waar bijtende chemicaliën worden gebruikt, zoals een donkere kamer of een laboratorium. Test alle functies voordat u de camera weer gaat gebruiken nadat de camera langere tijd niet is gebruikt. Als u de camera langere tijd niet hebt gebruikt of als u opnamen wilt gaan maken van een belangrijke gebeurtenis, is het raadzaam de camera te laten controleren door uw Canon-dealer of zelf te controleren of de camera goed functioneert. 12 Tips en waarschuwingen voor het gebruik LCD-scherm Hoewel het LCD-scherm is gefabriceerd met hogeprecisietechnologie en meer dan 99,99% effectieve pixels heeft, kunnen er onder de maximaal 0,01% resterende pixels enkele dode pixels voorkomen. Dode pixels hebben altijd dezelfde kleur, bijvoorbeeld zwart of rood. Dit is geen defect. De dode pixels zijn ook niet van invloed op de opgeslagen opnamen. Als het LCD-scherm lange tijd aan blijft staan kan het gaan inbranden, waarbij alleen overblijfselen van de eerdere weergave te zien zijn. Dit is echter een tijdelijk effect dat verdwijnt als de camera enkele dagen niet wordt gebruikt. CF-kaart De CF-kaart is een precisie-instrument. Laat de CFkaart niet vallen en stel deze niet bloot aan trillingen. De op de kaart opgeslagen opnamen kunnen hierdoor namelijk worden beschadigd. Gebruik of bewaar de CF-kaart niet in de buurt van objecten met sterke magnetische velden zoals tv's, luidsprekers of magneten. Mijd ook plaatsen met statische elektriciteit. Anders kunnen de opnamen op de CF-kaart verloren gaan. Plaats de CF-kaart niet in direct zonlicht of in de buurt van hittebronnen. De kaarten kunnen hierdoor vervormen, waardoor ze onbruikbaar worden. Mors geen vloeistoffen op de CF-kaart. Bewaar uw CFkaarten altijd in een houder ter bescherming van de opgeslagen gegevens. Buig de kaart niet en stel deze niet bloot aan grote krachten of fysieke schokken. Bewaar de CF-kaart niet op hete, stoffige of vochtige plaatsen. Elektrische contactpunten van de lens Nadat u de lens hebt losgedraaid van de camera, bevestigt u de lensdoppen of plaatst u de lens met de achterkant naar boven om krassen op het lensoppervlak en de elektrische contactpunten te voorkomen. Contactpunten 13 Beknopte gebruikershandleiding 1 2 3 4 5 14 Voor EF-S-lens Voor EF-lens Plaats de batterij. (pag. 26) Ga voor meer informatie over het opladen van batterijen naar pagina 24. Plaats de lens. (pag. 30) Als u een EF-S-lens gebruikt, plaatst u deze zo dat de markering op de lens op gelijke hoogte is met de witte markering op de camera. Bij andere lenzen dient de markering op gelijke hoogte te zijn met de rode markering. Stel de focusinstellingsknop op de lens in op <AF>. (pag. 30) Open het deksel van de CF-kaartsleuf en plaats de CF-kaart. (pag. 28) Houd de etiketzijde naar u toe en schuif de kant met de kleine openingen in de camera. Zet de aan-/uitschakelaar op <1>. (pag. 31) De huidige camerainstellingen verschijnen op het LCD-scherm. Beknopte gebruikershandleiding 6 7 8 9 Stel het programmakeuzewiel in op <1> (volautomatisch). (pag. 40) Alle camera-instellingen worden automatisch ingesteld. Stel scherp op het onderwerp. (pag. 33) Kijk door de zoeker en richt het midden van de zoeker op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in en de camera stelt scherp op het onderwerp. Maak de opname. (pag. 33) Druk de ontspanknop helemaal in om een opname te maken. Bekijk de foto op het LCDscherm. (pag. 94) De opname wordt ongeveer 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. De weergave van camerainstellingen op het LCD-scherm wordt automatisch uitgeschakeld wanneer u uw oog bij de oculair plaatst. Zie "Opnameweergave" (pag. 50) voor het bekijken van de opnamen die u tot nu toe hebt gemaakt. Ga voor meer informatie over het verwijderen van een opname naar "Opnamen wissen" (pag. 123). 15 Namen van onderdelen De dikgedrukte onderdelen worden gebruikt tot aan de sectie "Eenvoudige opnamen maken en weergeven". Programmakeuzewiel (pag. 20) Aan-/uitschakelaar (pag. 31) Aan-/uitlampje (pag. 31) Contactpunten voor flitssynchronisatie <6> Hoofdinstelwiel (pag. 4) Ontspanknop (pag. 33) Cameraschoen (pag. 152) <V> Scherpstelvlakmarkering (pag. 45) Draagriemhouder (pag. 22) Ingebouwde flitser/af-hulplicht (pag. 54/104) EF-lensbevestigingsmarkering (pag. 30) EF-S-lensbevestigingsmarkering (pag. 30) Rode ogenreductielampje/ Zelfontspannerlampje (pag. 55/49) Sensor afstandsbediening (pag. 153) Greep Spiegel (pag. 91, 114) Contactpunten (pag. 13) Lensbevestiging <D> Flitsknop (pag. 54) Klepje cameraaansluitingen Lensontgrendelingsknop (pag. 30) Knop preview scherptediepte (pag. 70) Lensvergrendelingspin EF-S 18-55 mm f/3.5-5.6 II-lens Focusring (pag. 58) Zonnekap EW-60C (optioneel) bevestiging Zoomring Video OUT -aansluitbus (pag. 121) Aansluitbus afstandbediening (pag. 90) Digitale aansluitbus (pag. 107,130) Focusinstellingsknop (pag. 30) Lensbevestigingsmarkering (pag. 30) Contactpunten (pag. 13) 58-mm filterdraad (voorkant lens) 16 Namen van onderdelen Oculairdop (pag. 153) Zoekeroculair Uitschakelsensor van LCD-scherm (pag. 101) <l> Knop Print/ Share (pag. 108/143) <B> Weergave van camera-instellingen knop aan/uit/info/ bijsnijdrichting (pag. 34, 99/50, 124/142) <M> Menuknop (pag. 35) Knop dioptrische aanpassing (pag. 31) <O> Knop belichtingscompensatie/ diafragma (pag. 71/74) <A/I> Knop AE-/ FE-vergrendeling/index/ verkleinen (pag. 84/85/116/118, 142) <S/u> Knop AF-puntselectie/ vergroten (pag. 57/118, 142) <C> Knop snelbladeren (pag. 117) <x> Opnameweergaveknop (pag. 50) <L> Wisknop (pag. 123) LCD-scherm (pag. 34) <i/q> Knop selectie transportmodus (pag. 49, 59) Statiefhouder Lees-/schrijfindicator (pag. 29) Pijltjestoetsen (pag. 35) <WZ> <XB> <Yq> <ZE> Knop instelling ISO-waarde (pag. 53) Selectieknop witbalans (pag. 86) Selectieknop lichtmeetmodus (pag. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

73) Selectieknop AF-modus (pag. 56) CF-kaartsleuf (pag. 28) Afdekkapje CF-kaartsleuf (pag. 28) Gat gelijkstroomkoppelingssnoer (pag. 154) Ontgrendelknop batterijcompartiment (pag. 26) Afdekkapje batterijcompartiment (pag. 26) <0> Instelknop/<A> Knop beeldstijl selecteren (pag. 35/63) Uitwerpknop CF-kaart (pag. 28) 17 Namen van onderdelen Weergave van camera-instellingen Sluitertijd Opnamemodus Witbalans Q Automatisch W Daglicht E Schaduw R Bewolkt Y Gloeilamp U Wit TLlicht I Flits O Aangepast Belichtingsniveau-indicator Waarde belichtingscompensatie AEB-bereik Diafragma AEB ISO-waarde Flitsbelichtingscompensatie Transportmodus u Enkele opname i Continuopnamen maken Q Zelfontspanner/ afstandsbediening Rode ogen-reductie Pieptoon Resterende opnamen Resterende opnamen tijdens Reeksopnamen op basis van witbalans Timer zelfontspanner Zwartwitopnamen AF-modus X 9 Z g Witbalanscorrectie Persoonlijke voorkeuze Reeksopnamen op basis van de witbalans Opnamekwaliteit 73 (Groot/Fijn) 83 (Groot/Normaal) 74 (Middel/Fijn) 84 (Middel/Normaal) 76 (Klein/Fijn) 86 (Klein/Normaal) 731 RAW+Groot/Fijn 1 RAW Lichtmeetmodus q Meervlaksmeting w Deelmeting e Gemiddelde meting met nadruk op het midden One-Shot AF AI Focus AF AI Servo AF Handmatige scherpstelling AF-puntselectie Batterijcontrole zxcn Alleen instellingen die van toepassing zijn worden weergegeven. 18 Namen van onderdelen Zoekerinformatie AF-puntindicator < > Focusscherm AF-punten <A> AE-vergrendeling AEB in werking <D> Flitser gebruiksklaar Waarschuwing FE-vergrendeling onjuist <e> High-speed flitssync (FP-flits) <d> Flitsbelichtingsvergrendeling/ FEB in werking <y> Flitsbelichtingscompensatie <o> Focusbevestigingslampje Max. opnamereeks <2> Witbalanscorrectie Belichtingsniveau-indicator Waarde belichtingscompensatie AEB-bereik Indicator rode-ogenreductielamp Sluitertijd FE-vergrendeling (FEL) Bezig (busy) Ingebouwde flitser herstellen (DbuSY) Diafragma Waarschuwing CF-kaart vol (FuLL CF) Waarschuwing CF-kaartfout (Err CF) Waarschuwing geen CF-kaart (no CF) Alleen instellingen die van toepassing zijn worden weergegeven. 19 Namen van onderdelen Programmakeuzewiel Het programmakeuzewiel bevat de Basisgebruik-modi en Creatief gebruik-modi. Creatief gebruik Deze modi geven u controle over het resultaat. d s f a : AE-programma (pag. 52) : AE-sluiterprioriteit (pag. 66) : AE-diafragmaprioriteit (pag. 68) : Handmatige belichting (pag. 71) 8 : Automatische scherptediepte AE (pag. 72) Volautomatisch Basisgebruik U hoeft alleen maar de ontspanknop in te drukken. Volautomatisch opnamen maken van specifieke soorten onderwerpen. 1: Volautomatisch (pag. 40) Standaardgebruik 2 : Portret (pag. 43) 3: Landschap (pag. 44) 4 : Close-up (pag. 45) 5: Sport (pag. 46) 6 : Nachtopnamen (pag. 47) 7: Flitser uit (pag. 48) 20 Namen van onderdelen Batterijoplader CB-2LW Stekker Markering batterijcompartiment Oplaadlampje Batterijcompartiment Batterijoplader CB-2LWE Batterijcompartiment Oplaadlampje Netsnoer Netsnoeraansluiting 21 De riem bevestigen Haal het einde van de riem van onderaf door het oog van de draagriemhouder. Haal deze daarna door de gesp van de riem zoals afgebeeld in de illustratie. Trek de riem strak en zorg ervoor dat hij goed vastzit in de gesp. De oculairdop is ook bevestigd aan de riem. (pag. 153) Oculairdop Adobe is een handelsmerk van Adobe Systems Incorporated. CompactFlash is een handelsmerk van SanDisk Corporation. Windows is een gedeponeerd handelsmerk of handelsmerk van Microsoft Corporation in de Verenigde Staten en overige landen. Macintosh is een gedeponeerd handelsmerk van Apple Corporation in de Verenigde Staten en overige landen. Alle overige bedrijfs- en productnamen en handelsmerken die in deze handleiding worden genoemd, zijn eigendom van de respectieve eigenaren. * Deze digitale camera ondersteunt Design rule for Camera File System 2.0 en Exif 2.21 (ook wel "Exif Print" genoemd). Exif Print is een standaard voor een verbeterde compatibiliteit tussen digitale camera's en printers. Wanneer de camera wordt aangesloten op een printer die voldoet aan Exif Print, wordt informatie over de opnamen opgenomen om de afdrukkwaliteit te optimaliseren. 22 Aan de slag In dit hoofdstuk worden de voorafgaande stappen en de basisbediening van de camera uitgelegd. 1 23 De batterij opladen 1 Verwijder het deksel. 2 Plaats dedebatterij. van de batterij Plaats voorkant Markering batterijcompartiment precies op de markeringslijn van de oplader. Terwijl u de batterij naar beneden duwt, schuift u deze in de richting van de pijl. Om de batterij te verwijderen, herhaalt u de bovenstaande procedure in omgekeerde volgorde. CB-2LW de CB-2LW 3 Voor de uitsteeksels naar buiten Klap en laad de batterij op. Klap de uitsteeksels van de batterij naar buiten, in de richting van de pijl. Steek de uitsteeksels in de wandcontactdoos. CB-2LWE Voor de CB-2LWE Sluit het netsnoer aan en laad de batterij op. Sluit het netsnoer aan op de oplader en steek de stekker in de wandcontactdoos. Het opladen begint automatisch en het oplaadlampje licht oranje op. Als de batterij geheel is opgeladen, wordt het oplaadlampje groen. Het duurt ongeveer 90 minuten om een lege batterij op te laden. 24 De batterij opladen Tips voor gebruik van de batterij en batterijoplader. Het verdient aanbeveling om de batterij op te laden op dezelfde dag of een dag voordat u deze gaat gebruiken. Een opgeladen batterij die niet wordt gebruikt raakt langzamerhand leeg. De oplaadtijd van de batterij is afhankelijk van de omgevingstemperatuur en het batterijniveau. De batterij mag niet langer dan 24 uur worden opgeladen (om te voorkomen dat de kwaliteit van de batterij achteruitgaat). Als de batterij is opgeladen bevestigt u het deksel zodanig dat de opening, die de vorm heeft van een batterij < >, overeenkomt met het blauwe zegel op de batterij. Als de batterij leeg is, plaatst u het deksel in de omgekeerde richting. Verwijder de batterij na het opladen en haal de batterijoplader uit de wandcontactdoos. U kunt het deksel in een andere richting plaatsen om aan te geven of de batterij al dan niet is opgeladen. Gebruik de batterij bij een omgevingstemperatuur van 0 C - 40 C. Voor een optimale prestatie van de batterij wordt een omgevingstemperatuur van 10 C - 30 C aanbevolen. In een koude omgeving, bijvoorbeeld in de sneeuw, kunnen de prestatie en werking van de batterij tijdelijk afnemen. Als de batterij langere tijd in de camera blijft zitten, is er sprake van een kleine lekstroom, waardoor de batterij verder wordt ontladen en minder lang meegaat. Bewaar de batterij met het deksel aangebracht. Bewaren van de batterij nadat deze geheel is opgeladen kan de prestatie van de batterij verminderen. De batterijoplader is compatibel met een stroombron van 100 V AC t/m 240 V AC 50/60 Hz. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

Als de vorm van de uitsteeksels afwijkt, dient u een adapter voor het betreffende land aan te schaffen. Sluit geen transformator aan op de batterijoplader. Dit kan de batterijoplader beschadigen. Verwijder de batterij wanneer u de camera niet gebruikt. De batterijoplader kan ook worden gebruikt in het buitenland. Vervang de batterij door een nieuwe. Als de batterij snel leeg raakt, zelfs nadat hij geheel is opgeladen, moet de batterij worden vervangen. Gebruik de oplader alleen voor het opladen van batterij NB-2LH. De batterij NB-2LH is uitsluitend geschikt voor producten van Canon. Wanneer u deze oplaadt met een batterijlader of een ander product dat niet van Canon is, kunnen zich defecten of ongelukken voordoen waarvoor Canon geen aansprakelijkheid aanvaardt. 25 De batterij plaatsen en verwijderen De batterij plaatsen 1 Open het deksel van het batterijcompartiment. Schuif de hendel in de richting van de pijl en open het deksel. 2 Plaats dedebatterij.met de Plaats batterij contactpunten in de richting van de camera. Schuif de batterij in de camera totdat deze vastzit. 3 Sluit het deksel. totdat dit dichtklikt. Druk op het deksel Het batterijniveau controleren Het batterijniveau wordt weergegeven wanneer de aan-/uitschakelaar op <1> (pag. 31) wordt gezet: z : Batterijniveau OK. x : Batterijniveau is laag, maar de batterij levert nog voldoende stroom. c : Batterij is bijna leeg. n : Batterij moet worden opgeladen. 26 De batterij plaatsen en verwijderen Levensduur batterij Temperatuur Bij 23 C Bij 0 C Geen flits 500 370 [gemiddeld aantal opnamen] Opnameomstandigheden 50% flits 360 280 De bovenstaande cijfers zijn gebaseerd op een volledig opgeladen NB-2LH en de testcriteria van de CIPA (Camera & Imaging Products Association). Het feitelijke aantal opnamen kan lager zijn dan hierboven is aangegeven, afhankelijk van de opnameomstandigheden. Als u de ontspanknop lang half ingedrukt houdt of als u alleen de autofocus gebruikt, wordt het maximumaantal opnamen ook kleiner. Lensbewerkingen kosten de batterij ook stroom. Bij bepaalde lenzen wordt het maximumaantal opnamen dan ook kleiner. De batterij verwijderen 1 Open het deksel van het batterijcompartiment. Schuif de hendel in de richting van de pijl en open het deksel. 2 Verwijder de batterij. Schuif de batterijvergrendelknop in de richting van de pijl en verwijder de batterij. Plaats het beschermdeksel op de batterij om kortsluiting te voorkomen. 27 De CF-kaart installeren en verwijderen De opname wordt opgeslagen op de CF-kaart (optioneel). Hoewel de dikte verschillend is, kunt u zowel een CF-kaart van het type I of II in de camera plaatsen. De camera is ook compatibel met microdrive (van het type harde schijf) en CFkaarten met een capaciteit van 2 GB of hoger. De kaart plaatsen 1 Etiketzijde Open het deksel. Schuif het deksel in de richting van de pijl om het te openen. CF-kaart. 2 Plaats dede kant met de kleine Plaats openingen in de camera met de etiketzijde naar u toe, zoals aangegeven in de illustratie. Als de CF-kaart verkeerd wordt geplaatst, kan de camera beschadigd raken. De uitwerpknop van de CF-kaart steekt omhoog. CF-kaart uitwerpknop 3 Sluit het deksel.en schuif het in de Sluit het deksel richting van de pijl totdat het dicht klikt. Als u de aan-/uitschakelaar op <1> zet, wordt het aantal resterende opnamen weergegeven op het LCDscherm. Resterende opnamen Het aantal resterende opnamen is afhankelijk van de resterende capaciteit van de CF-kaart, de instelling voor de opnamekwaliteit, de ISO-waarde, etc. 28 De CF-kaart installeren en verwijderen De kaart verwijderen 1 Lees-/schrijfindicator Open het deksel. Zet de aan-/uitschakelaar op <2>. Controleer of "Opslaan..." niet op het LCD-scherm wordt weergegeven. Zorg dat de lees-/schrijfindicator uit staat en open vervolgens het deksel. de CF-kaart. 2 Verwijder de uitwerpknop van de Druk op CF-kaart. De CF-kaart komt naar buiten. Sluit het deksel. Als de lees-/schrijfindicator knippert, geeft dit aan dat gegevens op de CF-kaart worden overgebracht, gelezen, geschreven of gewist. Wanneer de lees-/schrijfindicator brandt of knippert, worden de volgende handelingen afgeraden. Als u deze handelingen toch uitvoert, kunnen de fotogegevens beschadigd raken. Ook kan de CF-kaart of de camera beschadigd raken. Het deksel van de CF-kaartsleuf openen. De batterij verwijderen. De camera schudden of ergens tegenaan stoten. Als op de CF-kaart al opnamen zijn opgeslagen, kan het zijn dat het nummer van de opnameweergave niet begint bij 0001. (pag. 96) Zie pagina 38 als een CF-kaartfout wordt weergegeven. Geheugenkaarten van het type harde schijf zijn gevoeliger voor trillingen en fysieke schokken dan CFkaarten. Als u een dergelijke kaart gebruikt, dient u er op te letten dat de camera niet wordt blootgesteld aan trillingen of fysieke schokken, vooral tijdens het opslaan of weergeven van opnamen. Stel in het menu [z Foto zonder CF] in op [Uit] om te voorkomen dat u opnamen maakt zonder CF-kaart. (pag. 94) 29 Een lens bevestigen en verwijderen Een lens bevestigen 1 EF-S-lensbevestigingsmarkering Verwijder de doppen. Verwijder de achterste lensdop en de cameradop door ze los te draaien in de richting van de pijl. 2 Plaats de lens. op de camera Plaats de EF-S-lens EF-lensbevestigingsmarkering precies boven de lensbevestigingsmarkering en draai de lens in de door de pijl aangegeven richting totdat de lens op zijn plaats klikt. Als u een andere lens plaatst dan de EF-S-lens, zorg er dan voor dat de markering op de lens overeenkomt met de rode EFlensbevestigingsmarkering. 3 Op de lens stelt u de in op <AF> focusinstellingsknop (autofocus). Als deze is ingesteld op <MF> (handmatige focus) is autofocus niet mogelijk. 4 Verwijder de voorste lensdop. De lens verwijderen Druk op de lensontgrendelingsknop en draai de lens in de richting van de pijl. Draai de lens totdat deze niet meer verder kan en koppel de lens los. Wanneer u de lens plaatst of verwijdert, dient u ervoor te zorgen dat er geen stof in de camera komt via de lensbevestiging. 30 Opnamen maken Aan-/uitschakelaar De camera werkt alleen als de aan-/uitschakelaar is ingeschakeld. <1> : Het power-lampje licht op en de camera wordt ingeschakeld. <2>: De camera is uitgeschakeld en werkt niet. Stel de camera hierop in als u deze niet gebruikt. Wanneer de aan-/uitschakelaar aan of uit wordt gezet, wordt het pictogram < > weergegeven op het LCD-scherm, om aan te geven dat de zelfreinigende sensor actief is. Om de batterij te sparen, wordt de camera automatisch uitgeschakeld nadat deze ongeveer 30 seconden niet is gebruikt. Om de camera weer in te schakelen, drukt u gewoon de ontspanknop in. U kunt de automatische uitschakeltijd wijzigen door middel van de menuinstelling [c Uitschakelen]. (pag. 95) Als u de aan-/uitschakelaar op <2> zet terwijl de opname op de CF-kaart wordt opgeslagen, wordt [Opslaan. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

..] weergegeven en wordt de camera uitgeschakeld nadat de CF-kaart de afbeelding heeft opgeslagen. Het zoekerbeeld aanpassen Door de zoeker aan te passen aan uw gezichtsvermogen, zal het zoekerbeeld zelfs zonder bril scherp zijn. Draai aan de knop voor dioptrische aanpassing. Draai de knop naar links of rechts zodat de negen AF-punten in de zoeker scherp zijn. Als het beeld in de zoeker na de dioptrische aanpassing van de camera nog niet scherp is, wordt aanbevolen om de Dioptric Adjustment Lens E (10 typen, optioneel) te gebruiken. 31 Opnamen maken De camera vasthouden Houd de camera stil om bewegingsonscherpte te minimaliseren en scherpe opnamen te krijgen. Horizontaal fotograferen Verticaal fotograferen De camera vasthouden 1. Houd de camera vast met uw rechterhand. 2. Houd de loop van de lens onderaan vast met uw linkerhand. 3. Druk de ontspanknop licht in met de wijsvinger van uw rechterhand. De camera stilhouden 4. Duw uw armen en ellebogen naar de voorkant van uw lichaam. 5. Plaats uw oog zo dicht mogelijk bij de zoeker (het LCD-scherm gaat uit). 6. Zet één voet iets vooruit zodat u stevig staat. * U kunt het LCD-scherm niet als zoeker gebruiken om opnamen te maken. 32 Opnamen maken Ontspanknop De ontspanknop heeft twee stappen. U kunt de ontspanknop half indrukken. Vervolgens kunt u de ontspanknop helemaal indrukken. Half indrukken Hiermee activeert u de automatische focus (AF) en het automatische belichtingsmechanisme (AE), waarmee de sluitertijd en het diafragma worden bepaald. De belichtingsinstelling (sluitertijd en diafragma) wordt in de zoeker weergegeven. (0) Helemaal indrukken De sluiter ontspant en de opname wordt gemaakt. Voorkomen van bewegingsonscherpte Camerabeweging tijdens het belichtingsmoment wordt bewegingsonscherpte (of camera shake) genoemd. Dit kan onscherpe opnamen tot gevolg hebben. Volg de onderstaande instructies om bewegingsonscherpte te voorkomen: Houd de camera stil, zoals getoond op de vorige pagina. Druk de ontspanknop half in zodat automatisch wordt scherpgesteld en druk de ontspanknop vervolgens helemaal in. Als u de ontspanknop helemaal indrukt zonder deze eerst half in te drukken of als u de ontspanknop half indrukt en daarna volledig, zal de opname toch nog een moment worden vertraagd. Ongeacht hoe de camera is ingesteld (opnameweergave, menugebruik, opnameopslag, enz.), kunt u meteen weer fotograferen door de ontspanknop half in te drukken (behalve tijdens rechtstreeks afdrukken en wanneer het scherm voor rechtstreekse opnameoverdracht wordt getoond). 33 Het LCD-scherm inschakelen Het LCD-scherm kan onder andere de camera-instellingen, het menuscherm en de afbeelding weergeven. Camera-instellingen Dit scherm wordt weergegeven wanneer de camera is ingeschakeld. Wanneer uw oog het zoekeroculair nadert, zorgt de Display uit-sensor ervoor dat het LCDscherm automatisch wordt uitgeschakeld. Hierdoor wordt voorkomen dat het heldere LCD-scherm uw zicht bemoeilijkt. Het LCD-scherm wordt weer ingeschakeld wanneer u uw oog weghaalt bij het zoekeroculair. U kunt tijdens de weergave van het menuscherm of een afbeelding, zoals hieronder getoond, direct teruggaan naar het scherm met camerainstellingen (links weergegeven) door de ontspanknop half in te drukken. U kunt het scherm in- of uitschakelen door op de knop <B> te drukken. Als u naar de zoeker kijkt met een zonnebril op, is het mogelijk dat het LCD-scherm niet automatisch wordt uitgeschakeld. Druk in dit geval op <B> om het scherm uit te zetten. Het LCD-scherm kan worden uitgeschakeld door de aanwezigheid van TL-licht. Haal de camera weg bij het TL-licht als dit gebeurt. Menuscherm Gemaakte opname Het menuscherm wordt weergegeven als u op de knop <M> drukt. Druk opnieuw op de knop om de camerainstellingen weer te geven. U geeft de gemaakte opname weer door op de knop <x> te drukken. Druk opnieuw op de knop om de camerainstellingen weer te geven. 34 Menugebruik en -instellingen Met de menu's kunt u diverse optionele instellingen maken, zoals de opnamekwaliteit, datum/tijd, helderheid van het LCD-scherm, enz. Terwijl u naar het LCD-scherm kijkt, gebruikt u hiervoor de toets <M>, de pijltjestoetsen <S> en de knop <0> aan de achterkant van de camera. <M>-knop <C>-knop LCD-scherm <0>-knop <S> Pijltjestoetsen Opnamemenu 2* Opnamemenu 1 Tab Weergavemenu Instellingenmenu 1 Instellingenmenu 2 Menu-items Menu-instellingen * De tab [m] wordt niet weergegeven in Basisgebruik-modi zoals Automatisch. Pictogram Kleur Rood Blauw Geel Categorie Opnamemenu Weergavemenu Omschrijving Opnamemenu Opnameweergavemenu z/m x c/b Instellingenmenu Basisinstellingen van de camera Druk op de knop <C> om van menutab te veranderen. Als een van de Basisgebruik-modi is ingesteld, worden bepaalde menuitems niet weergegeven. U kunt ook het instelwiel <6> gebruiken om menu-items te selecteren of opnamen te bekijken. Een lijst met menufuncties kunt u vinden op pagina 156. 35 Menugebruik en -instellingen Procedure menu-instelling 1 Geef het menu weer. Druk op de knop <M> om het menu weer te geven. een tab. 2 Selecteer de knop <C> om een Druk op menutab te selecteren. Als de tabs zijn gemarkeerd, kunt u ook op de toets <U> drukken om een tabblad te selecteren. een menu-item. 3 Selecteer de toets <V> om het Druk op gewenste menu-item te selecteren en druk vervolgens op <0>. de menu-instelling. 4 Selecteer de toets <V> of <U> Druk op om de instelling te selecteren. (Voor sommige instellingen kan alleen de toets <V> of de toets <U> worden gebruikt.) de gewenste instelling. 5 Selecteer <0> om de instelling te Druk op selecteren. 6 Sluit het menu af.<m> om terug Druk op de knop te keren naar het scherm met camera-instellingen. In de beschrijvingen van de menufuncties hieronder wordt er vanuit gegaan dat u op de knop <M> hebt gedrukt om het menuscherm weer te geven. 36 Voordat u begint 3 Kies de interfacetaal 1 Selecteer [Taal]. Selecteer [Taal] op het tabblad [b] en druk vervolgens op <0>. Het taalscherm verschijnt. de gewenste taal. 2 Selecteer de toets <S> om de Druk op gewenste taal te selecteren en druk vervolgens op <0>. De taal verandert. 3 De datum en tijd instellen Controleer of de datum en tijd correct zijn ingesteld op de camera. Stel indien nodig de juiste datum en tijd in. 1 Selecteer [Datum/Tijd]. Selecteer [Datum/Tijd] op het tabblad [c] en druk vervolgens op <0>. Het scherm Datum/Tijd verschijnt. datum en tijd in. 2 Stel de op de toets <U> om een Druk onderdeel van de datum of tijd te selecteren. Druk op de toets <V> om het correcte cijfer te selecteren. Druk op <0> om de datum/tijd te bevestigen en terug te keren naar het menu. Het is belangrijk om de correcte datum en tijd in te stellen, omdat deze samen met elke opname worden vastgelegd. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

37 Voordat u begint 3 De CF-kaart formatteren U dient een nieuwe CF-kaart of een CF-kaart die eerder is geformatteerd door een andere camera of pc, te formatteren met deze camera. Door het formatteren van een CF-kaart wordt alle informatie op de kaart gewist. Zelfs beveiligde opnamen worden verwijderd, dus controleer of er geen opnamen op de kaart staan die u wilt bewaren. Zet de vastgelegde gegevens indien nodig over op een pc voordat u de kaart formatteert. 1 Selecteer [Formatteren]. Selecteer [Formatteren] op het tabblad [c] en druk vervolgens op <0>. Er verschijnt een bevestigingsvenster. de 2 Formatteer[OK]CF-kaart. Selecteer en druk vervolgens op <0>. De CF-kaart wordt geformatteerd (geïnitialiseerd). Wanneer de kaart is geformatteerd, keert u terug naar het menu. Wanneer de kaart wordt geformatteerd, verandert alleen de bestandsbeheerinformatie. De eigenlijke gegevens worden niet volledig gewist. Houd hier rekening mee voordat u de geheugenkaart weggooit of aan iemand anders geeft. Als u de kaart weggooit, dient u deze eerst te beschadigen om te voorkomen dat de gegevens kunnen worden gestolen. Als een CF-kaartfout wordt weergegeven op het LCD-scherm, is er een probleem met de CF-kaart. Verwijder de CF-kaart en plaats deze opnieuw. Gebruik een andere CF-kaart als het probleem aanhoudt. Als alternatief kunt u alle afbeeldingen op de CFkaart overbrengen naar een pc en de kaart vervolgens formatteren. De kaart functioneert dan wellicht weer normaal. De capaciteit van de CF-kaart die op het formatteringsscherm wordt weergegeven, kan lager zijn dan de capaciteit die op de kaart staat. 38 Eenvoudige opnamen maken en weergeven In dit hoofdstuk wordt uitgelegd hoe u met de Basisgebruik-modi op het programmakeuzewiel de beste resultaten behaalt en hoe u opnamen weergeeft. In Basisgebruik-modi hoeft u de camera slechts op het onderwerp te richten en de opname te maken; de camera stelt alles automatisch in. De camera-instellingen in de Basisgebruik-modi kunnen niet worden veranderd, om slechte foto's, als gevolg van foutieve handelingen te voorkomen. De functies die niet door de gebruiker kunnen worden ingesteld (d.w.z. automatisch ingestelde functies) zijn grijs en dus niet beschikbaar. 2 Volautomatisch B as is g e br u ik 39 1 Volautomatische opnamen AF-punt 1 Stel het programmakeuzewiel in op <1>. 2 Richt een AF-punt op het onderwerp. Alle AF-punten werken en scherpstellen vindt plaats aan de hand van het AF-punt op het dichtstbijzijnde voorwerp. Het scherpstellen kan worden vereenvoudigd door het middelste AF-punt op het onderwerp te richten. 3 Stel scherp op het onderwerp. Druk de ontspanknop half in en de lens stelt het onderwerp scherp. De punt binnen het AF-punt knippert kort rood zodra het onderwerp is scherpgesteld. Op hetzelfde moment is een pieptoon te horen en brandt het focusbevestigingslampje <o> in de zoeker. Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automatisch te voorschijn. Focusbevestigingslampje 4 Maak de opname. helemaal in om Druk de ontspanknop een opname te maken. De opname wordt ongeveer 2 seconden op het LCD-scherm weergegeven. Als de ingebouwde flitser automatisch te voorschijn is gekomen, drukt u deze met uw vingers weer naar binnen. 40 1 Volautomatische opnamen Veelgestelde vragen Het focusbevestigingslampje <o> knippert en het onderwerp is niet scherpgesteld. Richt het AF-punt op een gedeelte met goed contrast tussen licht en donker en druk de ontspanknop vervolgens half in (pag. 160). Ga iets achteruit als u te dicht bij het onderwerp bent en probeer het opnieuw. Soms knipperen meerdere AF-punten tegelijk. In dat geval is op al deze AF-punten scherpgesteld. Zolang het AF-punt dat op het gewenste onderwerp is gericht knippert, kunt u de opname maken. De pieptoon blijft zachtjes aanhouden (Het focusbevestigingslampje <o> brandt ook niet). Dit geeft aan dat de camera voortdurend scherpstelt op een bewegend onderwerp (Het focusbevestigingslampje <o> brandt niet.) Terwijl de pieptoon klinkt, kunt u de ontspanknop geheel indrukken om een opname te maken van een bewegend onderwerp. Het onderwerp wordt niet scherpgesteld als u de ontspanknop half indrukt. Wanneer de focusinstellingsknop op de lens op <MF> (handmatige focus) staat, stelt de camera niet scherp. Stel de focusinstellingsknop in op <AF>. Wanneer ik scherpstel op het onderwerp, inzoom en de opname maak, is de opname niet helemaal scherp. Als u wilt in- of uitzoomen, doe dit dan voordat u scherpstelt. Wanneer u na het scherpstellen aan de zoomring draait, kan de focus enigszins verloren gaan. De flitser komt te voorschijn bij daglicht. Bij een onderwerp met tegenlicht kan de flitser te voorschijn komen om scherpe schaduwen op het onderwerp te voorkomen. De ingebouwde flitser flitst verschillende keren bij slecht licht. Tijdens autofocus kan half indrukken van de ontspanknop ervoor zorgen dat de flitser verschillende keren flitst om de automatische scherpstelling te bevorderen. Dit wordt AF-hulplicht genoemd. Het werkt tot een afstand van ongeveer 4 meter. De foto is donker, ook al is de flitser gebruikt. Het onderwerp was te ver weg. Het onderwerp moet zich binnen 5 meter van de camera bevinden. De flitser is gebruikt, maar het onderste gedeelte van de foto is onnatuurlijk donker. Het onderwerp was te dicht bij de lens en de lens heeft een schaduw veroorzaakt. Het onderwerp moet minstens 1 meter van de camera verwijderd zijn. Als een zonnekap (optioneel) is aangebracht op de lens, moet deze worden verwijderd voordat u een foto maakt met flitser. 41 1 Volautomatische technieken De compositie opnieuw bepalen Plaats het onderwerp naar links of rechts, afhankelijk van de gehele opname, om te zorgen voor een gebalanceerde achtergrond en een goed perspectief. In de modus <1> (Automatisch) drukt u de ontspanknop half in om een niet-bewegend onderwerp scherp te stellen; de focus wordt vergrendeld. U kunt de compositie vervolgens opnieuw bepalen en de ontspanknop volledig indrukken om de foto te maken. Dit wordt "focusvergrendeling" genoemd. Focusvergrendeling is ook mogelijk in andere Basisgebruik-modi (behalve <5>). Foto's maken van een bewegend onderwerp. Als het onderwerp tijdens of na het scherpstellen beweegt in de modus <1> (Automatisch) en de afstand tot de camera verandert, treedt de AI Servo AF in werking om het onderwerp voortdurend scherp te stellen. Zolang u het AF-punt op het onderwerp blijft richten terwijl u de ontspanknop half indrukt, wordt voortdurend scherpgesteld. Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken. 42 2 Portretfoto's De modus <2> (Portret) maakt de achtergrond onscherp, zodat het onderwerp duidelijk uitkomt. Ook worden de huidtinten en het haar zachter gemaakt dan in modus <1> (Automatisch). Opnametips Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe beter. Hoe groter de afstand tussen het onderwerp en de achtergrond, hoe waziger de achtergrond eruit ziet. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629

Het onderwerp steekt ook beter af tegen een effen, donkere achtergrond. Gebruik een telelens. Als u over een zoomlens beschikt, kunt u de telezijde gebruiken om het frame te vullen met het onderwerp gefotografeerd tot aan zijn/ haar middel. Kom indien nodig dichterbij. Stel scherp op het gelaat. Controleer of het AF-punt op het gelaat rood knippert. Als u de ontspanknop ingedrukt houdt, kunt u continu-opnamen maken van verschillende poses en gelaatsuitdrukkingen. (Circa 3 opnamen/sec. ) Indien noodzakelijk komt de ingebouwde flitser automatisch te voorschijn. 43 3 Landschappen Gebruik de modus <3> (Landschap) voor panoramafoto's en nachtopnamen en om alles van dichtbij tot veraf scherp te stellen. Groene en blauwe kleuren worden levendiger en scherper dan met <1> (Automatisch). Opnametips Gebruik een groothoeklens. Gebruik de groothoekzijde wanneer u een zoomlens gebruikt. Hierdoor worden onderwerpen dichtbij en ver weg beter scherpgesteld dan wanneer u de telezijde gebruikt. Het geeft het panorama ook meer breedte. Nachtopnamen maken. Deze modus is ook goed geschikt voor nachtopnamen, omdat de ingebouwde flitser is uitgeschakeld. Gebruik voor nachtopnamen een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. Als u een opname van een persoon wilt maken bij nacht, zet u het programmakeuzewiel op <6> en gebruikt u een statief. (pag. 47) 44 4 Close-ups Wanneer u bloemen of kleine onderwerpen van dichtbij wilt fotograferen gebruikt u hiervoor de modus <4> (Close-up). Gebruik een macrolens (optioneel) om kleine onderwerpen veel groter te laten uitkomen. Opnametips Gebruik een eenvoudige achtergrond. Bloemen en dergelijke steken beter af tegen een eenvoudige achtergrond. Nader het onder onderwerp zo dicht mogelijk. Controleer de minimale focusafstand van de lens. Sommige lenzen hebben indicaties, zoals <4 0.28m>. De minimale focusafstand van de lens wordt gemeten vanaf de scherpstelvlakmarkering <V> op de camera tot het onderwerp. Als u te dicht bij het onderwerp staat, knippert het focusbevestigingslampje <o>. Bij slechte lichtomstandigheden werkt de ingebouwde flitser. Als u te dichtbij het onderwerp bent en de onderkant van de afbeelding er donker uitziet (omdat de loop van de lens de flitser blokkeert), neemt u meer afstand van het onderwerp. Gebruik bij een zoomlens de telezijde. Gebruik van de telezijde bij een zoomlens zorgt ervoor dat het onderwerp er groter uitziet. 45 5 Bewegende onderwerpen Gebruik de modus <5> (Sport) voor het fotograferen van een bewegend onderwerp, bijvoorbeeld een rennend kind of een autorace. Opnametips Gebruik een telelens Het gebruik van een telelens wordt aanbevolen omdat u hiermee kunt fotograferen op grote afstand. Gebruik het middelste AF-punt om scherp te stellen. Richt het middelste AF-punt op het onderwerp en druk vervolgens de ontspanknop half in om automatisch scherp te stellen. Tijdens het automatisch scherpstellen blijft u een zachte pieptoon horen. Als u niet kunt scherpstellen, gaat het focusbevestigingslampje <o> knipperen. Druk de ontspanknop volledig in om de foto te maken. Wanneer u de ontspanknop ingedrukt houdt, worden continu-opnamen gemaakt (max. 3 foto's per sec.) en wordt automatisch scherpgesteld. Bij slecht licht, wanneer de kans op bewegingsonscherpte groter is, knippert de weergave van de sluitertijd (linksonder). Houd de camera stevig vast en maak de opname. 46 6 Nachtopnamen Gebruik de modus <6> (Nachtportret) als u iemand bij nacht wilt fotograferen en een natuurlijk uitziende belichting in de achtergrond wilt hebben. Opnametips Gebruik een groothoeklens en een statief. Als u een zoomlens gebruikt, gebruikt u de groothoekzijde voor een weids nachtelijk panorama. Gebruik voor nachtopnamen een statief om te voorkomen dat de camera beweegt. De persoon moet zich binnen 5 meter van de camera bevinden. Bij slecht licht werkt de ingebouwde flitser automatisch voor een goede belichting van de persoon. De effectieve afstand van de ingebouwde flitser is 5 meter van de camera. Maak ook opnamen met <1> (Automatisch). Omdat bewegingsonscherpte vaker voorkomt bij nachtopnamen, wordt aanbevolen om tevens te fotograferen met <1> (Automatisch). Als de zelfontspanner eveneens wordt gebruikt, knippert het lampje van de zelfontspanner nadat de opname is gemaakt. 47 7 Flitser uitschakelen Op plaatsen waar het gebruik van een flitser niet is toegestaan, gebruikt u de modus <7> (Flitser uit). Deze modus is ook geschikt voor opnamen bij kaarslicht en u het effect van de kaarsen wilt vastleggen. Opnametips Als de nummerweergave in de zoeker knippert, dient u ervoor te zorgen dat bewegingsonscherpte wordt voorkomen. Bij slecht licht, wanneer de kans op bewegingsonscherpte groter is, knippert de weergave van de sluitertijd. Houd de camera stil of gebruik een statief. Als u beschikt over een zoomlens, kunt u de groothoekzijde gebruiken om een wazige opname als gevolg van bewegingsonscherpte te voorkomen. Portretopnamen maken zonder flitser. Bij slecht licht moet de persoon niet bewegen totdat de foto is genomen. Als de persoon beweegt tijdens de belichting, kan hij of zij wazig op de foto komen te staan. 48 j De zelfontspanner gebruiken Gebruik de zelfontspanner wanneer u zelf op de foto wilt. De zelfontspanner kan in elke opnamemodus worden gebruikt. 1 Druk op de knop <iq>. <Q>. 2 Selecteer de toets <U> om <Q> te Druk op selecteren. de opname. 3 Maak het onderwerp scherp en druk de Stel ontspanknop helemaal in. U hoort een pieptoon, het lampje van de zelfontspanner gaat knipperen en de opname wordt ongeveer 10 seconden daarna gemaakt. Twee seconden voordat de opname wordt gemaakt, piept de camera sneller en blijft het lampje van de zelfontspanner branden. Tijdens de werking van de zelfontspanner wordt op het LCD-scherm het aantal seconden afgeteld totdat de opname wordt gemaakt. De zelfontspanner uitschakelen Druk op de knop <iq> en druk op de toets <U> om een andere modus dan <Q> te selecteren. Zorg ervoor dat u niet vóór de camera staat wanneer u de ontspanknop indrukt om de zelfontspanner in werking te stellen. Anders gaat de scherpstelling verloren. Gebruik een statief als u de zelfontspanner gebruikt. Wanneer u met de zelfontspanner een foto van uzelf maakt, vergrendelt u de focus (pag. 42) op een onderwerp dat zich op het moment van de opname op ongeveer dezelfde afstand bevindt als u. Als u de zelfontspanner wilt uitschakelen nadat u deze in werking hebt gesteld, drukt u op de knop <iq>. 49 x Opnameweergave Hieronder wordt uitgelegd hoe u opnamen het eenvoudigst kunt weergeven. Zie pagina 115 voor meer informatie over weergavemethoden. 1 Geef de opname weer. Wanneer u op de knop <x> drukt, wordt de laatst gemaakte opname weergegeven. 2 Selecteer de opname. Als u de opnamen in omgekeerde volgorde wilt weergeven, drukt u op de knop <Y>. Als u de opnamen in chronologische volgorde wilt weergeven (oudste afbeelding eerst), drukt u op de toets <Z>. Uw gebruiksaanwijzing. CANON EOS 400D http://nl.yourpdfguides.com/dref/2169629